LES 2 (04-06-2021): Kernwoorden (A), bronnen en onderwerp (B)

 

Blok 3: Kernwoorden (A)

Blok 4: Bronnen en onderwerp (B)

 

Lesbeschrijving:

Deze les gaan we aan de gang met de kernbegrippen vanuit de Kunsteducatieve visie, het bepalen van jou facinatie  en onderwerp. Naar aanleiding daarvan gaan we de onderzoeksvelden bepalen en zoeken naar nieuwe relevante bronnen en bepalen we hoe subjectief/objectief deze bronnen zijn.

 

Lesdoel:

het doel is om de kernbegrippen vanuit jouw visie te bepalen en nieuwe relevante bronnen voor je Kunsteducatieve visie (deadline 12 maart) te vinden. Ook leren we in deze les hoe je jezelf positioneert in relatie tot deze bronnen.

 

Voorbereiding:

Boek (lezen):

Baarda, B., Bakker, E. en Julsing, M. (2013) Basisboek kwalitatief onderzoek. Handleiding
voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek . Groningen: Noordhoff
Uitgevers. Baricco, A. (2018).

 

Hoofdstuk 4 (blz. 131-162)

 

Lesmateriaal (doornemen):

LES 1 06/22/2020: Introductie onderzoek + bronnen zoeken

 

Databases (scannen):

https://jar-online.net/

https://www.artandeducation.net/

https://academicjournals.org/journals/bysubject/Arts-and-Education

https://eric.ed.gov/

 

 

 

Blok 2 (15.30-18.30):


Bronnen (B)


Bronnen zoeken:

Zie: LES 1 06/22/2020: Introductie onderzoek + bronnen zoeken

 

Zelfstandig (45 min.)

Bronnen zoeken (hou Teams open voor hulp/overleg):

Pak het zelde begrip/woord samen met het onderzoeksveld en ga op zoek naar nieuwe materialen (let op: bedenk eerst waar je gaat zoeken: Google/jounals/platforms)

- 1 relevant persoon (kunstenaar, collega, auteur, etc.)

- 1 relevant praktijk voorbeeld (case study, project, instituut, plek)

- 1 relevant wetenschappelijke arikel

- 1 relevante geschreven bron

 

Tip: Probeer in eerste instantie te verzamelen en archiveren, 5 bronnen bij elk punt en daarna as te selecteren door het scannen van de bronnen.

 

Analyse per materiaal:

- Egenaar: wie heeft het gemaakt? (autheur/kunstenaar/geen)

- Bron: waar heb je dit materiaal vandaan? (journal/website/archief)

- Archief: Hoe sla je je bron op? (naam; plek; map)

 

Delen van je bronnen in je groep (45 minuten):

- hoe heb je gezocht? (welke database en welke begrippen)

- Wat heb je gevonden?

- Suggesties vanuit de groep

 

 

 

 

Kernwoorden (A):

 

Oefening kernwoorden bepalen:

 

Individueel (15-20 minuten)

Eerste ronde:

- Kijk naar je visie tot nu toe en selecteer 3 kern begrippen/woorden (maak post-its, kaartjes en leg ze neer)

- Maak een Engelse vertaling van je begrippen/woorden (leg deze naast je woord/begrip)

- Bedenk voor elk begrip/woord minstens 3 symoniemen (mag engels of nederlands, leg deze om je woord/begrip)

 

Plenair (10-15 minuten)

- woorden ronde (zet ze in de chat)

- wil iemand een woord/begrip delen inclusief synoniemen?

 

Oefening: begrippen definiëren
 

Individueel (5 minuten)

Kies 1 van je 3 kernbegrippen uit en bepschrijf:

A: Definitie (subjectief): Beschrijf kort wat het begrip in jou woorden betekend.

 

Plenair (20 min.) wie wil zijn begrip/woord delen?

- deel je woord

- 2 klasgenoten vertellen in 1 zin wat het begrip/woord voor hen betekend

- refectie: Is er verschil in definitie?

 

Zelfstandig (20 minuten)

Context en perspectief

A: Defenitie Objectief

B: Context: Bij welke context (werk-, paktijk- en/of onderzoeksvelden) komt dit begrip/woord voor begrip? Probeer zo specifiek mogelijk te zijn.

C: Perspectief: Hoe ga je het begrip benaderen? (als kunstenaar, historicus, educator etc.)

 

Delen 1-op-1 (30 minuten)

Deel alles 1 op 1 met een klasgenoot (10 minuten per persoon totaal 20 minuten):

- Ronde 1: je begrip in twee talen met synoniemen

- Ronde 2: je defenitie (subjectief)

- Ronde 3: je context(en) en perspectief

 

Je hebt nu een kern berip met meerdere synoniemen (Engels en Nederlands) en je hebt een idee van de verschillende werk- praktijk- en onderzoeksvelden

 

 

Hoe behandel je de bronnen in relatie tot elkaar?

 

Aan de slag met materiaal.

 

Opdracht:

1. nummer je materialen

2. Plaats je materialen op de schaal:

- Hoe subjectief - intersubjectief - objectief (peer-reviewed)?

- hoe artistiek - tekstueel zijn je bronnen?


 

Thuisopdracht (relevant voor de Kunsteductieve visie):

A: Definitie (subjectief en objectief): Beschrijf kort hoe jou beschrijving in relatie staat tot de gevonden bronnen.

- leg uit waar jou persoonlijke definite overeen komt en verschilt met de bronnen.

 

 

Veld = kunsteducatie

subjectief*

Voorbeeld:

 

A: Definitie: Je definite is je ankerpunt

B: Context: Je context bepaald je praktijk, werk- en onderzoeksveld(en)

C: Perspectief: hoe ga je dit woord/onderwerp benaderen?

 

Vooreeld: Essay

Definitie subjectief: Ik denk dat het essay is een posing een specifiek onderwerp van verschillende perspectieven te benaderen zonder tot een conclussie te komen.

Definite objectief: Volgens Adorno is het essay (...)

Volgens het OED woorden boek betekend essay in het Engels historisch gezien: '4. a. To attempt; to try to do, effect, accomplish, or make (anything difficult).' ("essay, v." OED Online, Oxford University Press, March 2020, www.oed.com/view/Entry/64471. Accessed 16 April 2020.)

 

Context: Het essay bestaat in de context van literatuur, maar ook in beed zoals de 'visual-essay' en in film met het 'film-essay' ofwel 'video-essay', in deze contexten is veel gescheven over het essay als genre. Ik kies echter voor de context van het essay in de filosofie (referenttie T.W. Adorno, 1958). Ik zal daarom alleen filosofische theoretiseringen over het essay as vorm behandelen en geen individuele essays analyseren.


Perspectief: Performance kunstenaar

 

Bibliografie:

Adorno, T. (1958). Noten zur Literatur I; Der Essay als Form. Frankfurt am Main: Suhrkamp, pp.9-49.

Burgard, P. (1992). Adorno, Goethe, and the Politics of the Essay. Deutsche Vierteljahrsschrift für Literaturwissenschaft und Geistesgeschichte, 66(1), pp.183-187.

 

NB: in contrast, het perspectief kan ook wetenschappelijk zijn


Verschil in perspectief?

De output:

- Performance kunstenaar: lecture performance On essaying (Huurdeman, 2018-2020)

- Wetenschappelijk: Artikel Essaying Art, an Unmethodilogical Method for Artistic Research (Huurdeman, 2020)


 

 

 

textueel

artistiek

*persoonlijk-interpersoonlijk-peergroups

objectief*

Veld = onderzoek

subjectief*

kunst

Filosofie

- Gert Biesta

- voorbeelden?

Artistic Research:

Sher Doruff, Last Year at Betty's and Bob

artistiek

textueel

Wetenschap

- Dick Swaab, Wij zijn ons brein. (Neurologie)

Research Led:

- Brandon Ballangee - Koen van Mechelen (Walking Egg)

objectief*

je gaat met de definitie dus van persoonlijk

(subjectief = ervaring)

naar inter-persoonlijk (objectief = referentie/bron)

ik vind, ik denk, ik geloof, ik zie (gebeuren), ik heb gehoord of ervaren

Het is (bewezen, bepaald, algemeen bekend), volgens, hij/zij zegt, hij/zij vindt ook