Hebben mijn medebegeleiders zelf nood aan handvaten als het gaat over kunsteducatieve activiteiten? Om dit in kaart te brengen startte ik met een behoefte-analyse.
De eerste stap hierin was het organiseren van enkele focusgroepen zowel met mijn doelgroep als met geïntereseerde ouders van leden. Het doel hiervan was het inleven in hun plaats.
Vervolgens maakte ik een cultural probe kit om gegevens te verzamelen van de andere BAZART-afdelingen. Hoe ervaren, organiseren... zij hun werking? Deze afdelingen zijn belangrijke stakeholders in mijn onderzoek.
Ten slotte bevroeg ik de kinderen van BAZART Turnhout, want zij zijn de deelnemers van onze activiteiten.
De eerste focusgroep met mijn doelgroep, de leiding van BAZART Turnhout, vond plaats op 29 oktober. In totaal waren we met zes personen. Er werd tijdens dit moment gevraagd naar:
- Problemen waar de leiding tegenaan loopt (behoefteanalyse).
- Wat er momenteel goed gaat.
- Wat er niet goed gaat.
- Waar ze nood aan hebben bij het maken van kunsteducatieve activiteiten.
Deze vragen werden afzonderlijk gesteld, zonder op voorhand prijs te geven waarover het onderzoek gaat. Op die manier werden de behoeftes zonder sturing in kaart gebracht. Bij elke vraag schreef de leiding zijn gedachten op en plaatste dit op een poster. Bij de eerste drie vragen kwam al duidelijk aan bod dat mijn aanname klopte: er is nood aan ondersteuning bij het maken van kunsteducatieve activiteiten.
Uit de post-its en het bijhorende gesprek kwam dat een groot deel van de leiding aangeeft niet creatief te zijn of weinig van (actuele) kunst(enaars) te weten. Nochtans werd er geschreven dat er wel veel ideeën zijn en dat een spel maken, geen probleem is. Zoals benoemd op een kaartje, is het de moeilijkheid om zelf de kunstlink te leggen.
Vervolgens werd er gepeild naar de eerste ontwerpeisen. Wat zou voor hen een ideale oplossing zijn? De leiding noteerde allemaal in een apart vak hun antwoorden, daarna werd er in het midden van het blad één gezamenlijke conclusie geschreven. Tijdens het schrijven van die conclusie legde iedereen zijn oplossing uit, zo konden eventuele misinterpretaties rechtgezet worden. Op het midden van het blad was het onderstaande te lezen:
“Bundeling/kunstbijbel
- Voorbeelden van kunsteducatieve activiteiten
- Informatie over (hedendaagse) kunstenaars en hun werken
- Informatie over verschillende kunststromingen
- Onderlinge linken en relaties tussen kunstenaars
- Tips in het kijken naar kunst
- Ondersteuning in het combineren van kunst en spel”
De conclusie uit deze eerste focusgroep is dat er in de eerste plaats ondersteuning gewenst is in de kennisoverdracht van kunst. Het gaat zowel over kunststromingen, verschillende (hedendaagse) kunstenaars als hun onderlinge relaties. Vervolgens is er ook het aspect: hoe zet je dit om naar een activiteit? Hoe kan je inspiratie vinden in kunstwerken en hoe combineer je dit met spel? Door onder andere voorbeelden te zien, hopen ze hierin meer voeling te krijgen.
Post-it uit de eerste focusgroep met de doelgroep
Antwoord op de vraag:
Waar loop jij tegenaan bij het maken van kunsteducatieve activiteiten?
De tweede focusgroep met mijn doelgroep vond plaats op 26 november. Ook ditmaal waren we met zes personen aanwezig. De focusgroep draaide rond de volgende punten:
- Op welke assen de ideeën vanuit de vorige focusgroep worden geschaald.
- Welk materiaal er al wordt gebruikt.
- Wat iemand kan tegenhouden om bestaand materiaal te gebruiken.
Tijdens de tweede focusgroep maakten we een ordening van de aangereikte ideeën van focusgroep één. De assen waarop de ideeën gescoord werden waren: aantal voorbeelden en toepasbaarheid. Het idee van de Wikipediapagina werd geschaald in de buurt van minder direct toepasbaar maar wel veel voorbeelden, de Pinterest-pagina bevond zich in de richting van minder kennisoverdracht. De voorbeeldfiches kwamen als enige in het kwadrant toepasbaar en veel voorbeelden.
Naar aanleiding hiervan vroeg ik met welke aangereikte materialen ze al aan de slag gingen. We hebben namelijk sinds september een eigen Pinterest-pagina. Een deel gaf aan hier voorbeelden in te vinden. Niet iedereen wist zeker of ze hier zelf iets in mochten toevoegen.
Vervolgens hebben we een gezamenlijke werkmap voor het maken van de activiteiten. Hier staan ook de activiteiten van de voorbije jaren in, ze kunnen dus dienen als voorbeeldfiches. Enkele begeleiders kijken hier inderdaad naar terug, meestal op zoek naar iets concreet. Bijvoorbeeld: ik wil iets rond dans doen, wat kan een opbouw of activiteit hiervoor zijn? Ze zouden deze voorbeelden bruikbaarder vinden als ze beter worden gesorteerd, dus echt per discipline en als de beste activiteiten zijn aangeduid.
Tenslotte staan er ook kunstfiches (gelijkaardig als de 'kunstbijbel') in de werkmap. Dit zijn fiches met moderne en hedendaagse kunstenaars. Er wordt informatie gegeven over de kunstenaar en zijn werken. Hierbij worden ook enkele tips voor activiteiten gegeven. Voorlopig zijn dit enkel beeldende kunstenaars: ontwerpers, schilders, beeldhouwers... Eén persoon van de leiding kijkt hier vaak naar terug, de anderen hadden het nog niet geopend. Ze zouden de fiches bruikbaarder vinden als de fiches verschillende kunstvormen zouden bevatten, dus ook theater, muziek, dans… Naast het aanreiken van materiaal kwam er de vraag om ondersteuning te bieden in het beter vinden van inspiratie en hoe dit toe te passen.
Ik concludeer dat het materiaal in de eerste plaats toegankelijk en laagdrempelig moet zijn. Daarnaast moet het voorbeelden of inspiratie vanuit verschillende disciplines bevatten. Enkel materiaal aanbieden is niet voldoende, ondersteuning in het zelf selecteren en vinden van kunstlinken is ook gewenst.
In het begin van het werkingsjaar van BAZART, op 22 oktober, was er een focusgroep met de ouders van de leden. Oorspronkelijk vond ik dit niet nodig, maar dankzij een gesprek met expert Job Balk stond het toch op de planning. De ouders sturen hun kinderen naar BAZART. Zij spelen dus een belangrijke rol en mogen daarom niet vergeten worden.
Er werd tijdens deze focusgroep gevraagd naar:
- Wat BAZART anders maakt dan andere jeugdbewegingen.
- Wat een kunstjeugdbeweging volgens hen moet inhouden.
- Hoe de ouders zich creatief bezighouden.
- Wie hun favoriete kunstenaar is.
De laagdrempelige werking en het creatieve aspect onderscheiden ons van de andere jeugdbewegingen, dit is iets dat alle ouders aanhalen. Daarnaast wordt ook het huiselijke én educatieve aspect benoemd door een ouder.
Voor ouders is het belangrijkste dat hun kinderen plezier maken en samen kunnen spelen. Ouders verwachten van een kunstjeugdbeweging dat er kunst, inclusie en spel aan bod komt in de werking. Een variatie aan activiteiten, een kennismaking met verschillende kunstvormen en veel buiten spelen worden ook meermaals benoemd.
De twee laatste vragen peilden naar de achtergrond van de ouders. Hebben zij een kunstenaarspraktijk of een inhoudelijke achtergrond in de kunsteducatie? Uit hun notities en de gesprekken daarrond kwam dat de meeste ouders houden van muziek, één ouder maakt effectief zelf muziek. De ouders geven aan dat ze vooral creatief zijn als het gaat over projectjes in huis of tijdens het koken. Hun favoriete kunstenaars komen vanuit verschillende disciplines: muziek, literatuur, schilderkunst en beeldhouwkunst én verschillende werelddelen. Er is dus een zekere kennis over kunst.
Uit de focusgroep kan ik concluderen dat de ouders vooral willen dat hun kind plezier maakt, zich goed voelt binnen de werking en creatief aan de slag kan. De variatie in domeinen en af en toe een niet-Westerse kunstlink maken de werking waardevol, dit steeds gecombineerd met spelen, bij voorkeur in openlucht. Het educatieve aspect werd beknopt benoemd, het wordt gezien als een meerwaarde, maar niet als een basisvereiste.
Ook bij de verschillende afdelingen van BAZART werd informatie gehaald. Voor hen maakte ik een cultural probe-pakketje dat bestond uit postkaarten en speelkaarten. Het is gebaseerd op zowel het literatuuronderzoek als op de input vanuit de focusgroepen. Op die manier probeerde ik een beeld te schetsen van hun situatie en behoeftes.
De kit bestond uit verschillende onderdelen, hieronder bespreek ik ze één voor één.
Het eerste deel bestond uit postkaarten. De stakeholders dienden hier antwoorden te bieden op enkele vragen zoals: Welke activiteit hebben jullie gedaan? Waar hebben jullie inspiratie gehaald? Op de voorkant dienden ze zelf een tekening, collage... van de activiteit te maken. Uit de postkaarten kwam naar boven dat er vooral uitgebreide spelactiviteiten werden gespeeld of dat er iets werd gemaakt. Er zijn verschillende soorten spelletjes: een open spelaanbod, een doorschuifsysteem, een spel met twee groepen tegen elkaar...
Het tweede deel bestond uit speelkaarten. Het belangrijkste deel van deze kaarten bestond uit vijf kernwoorden: actualiteit, spel, beschouwing, reflectie en beschouwing. De laatste drie woorden zijn de drie aspecten van kunsteducatie en konden dus niet ontbreken (Winner & Simons in Hetand, 2008, p. 66). Ook spel is vanzelfsprekend in een (kunst)jeugdbeweging. Het woord actualiteit voegde ik toe dankzij het nieuwe model voor authentieke kunsteducatie van Emiel Heijnen (2016). Het staat in de speelkaart voor een hedendaagse culturele omgeving, maatschappelijke thema's en de populaire cultuur.
Uit de speelkaarten kwam voort dat productie en spel veruit het meeste aan bod komen binnen de activiteiten. Actualiteit kwam het minste aan bod, gevolgd door beschouwing en daarna reflectie.
De kaartjes werden voorzien van een steekkaart met aan de voorzijde uitleg over mijn onderzoek en op de achterkant een werkbeschrijving van het meegegeven materiaal. Ten slotte zaten er voorgeschreven enveloppen met postzegels bij, zo vroeg de cultural probe geen extra werk van mijn participanten.
Waar mijn kritische vriend, Lien van Bamm! schrik voor had, kwam helaas uit... Het was heel moeilijk om alle kaartjes effectief terug aan te krijgen. Daarom organiseerde ik een kaartjesstandje op de vormingsdag NAFT van BAZART op 26 februari. Dit moment gaf me ook de kans om extra in gesprek te gaan met de andere afdelingen. Ze reageerden alvast enthousiast op de kaartjes!
De resultaten van de cultural probe gaven me een bevestiging in dit onderzoek: BAZART Turnhout is niet de enige afdeling die een weg zoekt naar kunsteducatieve binnen activiteiten. Het ontbreken van een hedendaagse kunstlink die benoemd werd in de focusgroep met de doelgroep, komt ook naar voren uit de analyse van de kaartjes.
Op aanraden van expert Eline Zwart hield ik met de leden van BAZART Turnhout kleine informele gesprekjes over (de inhoud van) de activiteiten.
De oudere kinderen vertelden dat hun voorkeur uitging naar activiteiten waarin hun eigen creativiteit gelegd kon worden door zelf iets te maken. Ze houden van activititeiten die een link hebben met hun leefwereld zoals games, sociale media en de populaire cultuur. Ze gaven aan dat een daguitstap met hun leeftijdsgroep of een tactische activiteit waarbij een probleem moet worden opgelost behoren tot hun favorieten.
Aan de jongere kinderen vroeg ik naar hun lievelingsactiviteit, zij kozen meestal voor activiteiten met veel spelimpulsen en fantasie. Een toneeltje, zoektocht en een inleefactiviteit staan in hun top drie.
De kinderen benoemden verschillende soorten activiteiten of onderwerpen die aan bod kwamen in het bronnenonderzoek dat ik voerde. Ik kan hieruit stellen dat spel, productie en actualiteit voor de kinderen belangrijke elementen zijn binnen een activiteit.