BAZART is een kunstjeugdbeweging, dit wil zeggen dat jonge vrijwilligers tussen de 16 en 26 op wekelijkse basis kunsteducatieve activiteiten voorzien voor kinderen en jongeren vanaf 6 jaar. Kunst is een kernwoord, maar ook inclusie en spel zijn belangrijke pijlers binnen de werking. De leiding doet BAZART als hobby, ze worden niet vergoed voor hun engagement of ervaring.

 

De leiding van BAZART kan rekenen op vier beroepskrachten, zij worden ook koepelmedewerkers genoemd. BAZART is dus zowel vrijwilligers- als beroepskracht gestuurd. De beroepskrachten faciliteren en ondersteunen de samenwerking. De leiding krijgt een grote mate van verantwoordelijkheid, maar staat er nooit alleen voor.

 

BAZART is een deelmerk van kunst- en erfgoededucatie Bamm!. Ze bestaat naast Mastiek, Amuseevous en Mooss. Er wordt binnen deze verschillende dochterorganisaties gewerkt onder een eigen methodiek: de methodiek van Mooss. Ze bouwen verder op onder andere de constructivistische educatietheorie van George Hein en de flowtheorie van Mihaly Csikszentmihalyi (Mooss & van Eeckhaut, 2013).

 

Naast de werking van BAZART en de methodiek van Mooss is een blik op het brede kunsteducatieve veld noodzakelijk. Waar kunnen we BAZART en haar activiteiten situeren? Om een vlotte leesbaarheid te bieden, wordt kort een achtergrond geschetst en worden kernwoorden toegelicht.

De activiteiten binnen BAZART doen soms denken aan schoolkunst. We knutselen in thema Halloween of Pasen of doen iets rond de week tegen pesten. Arthur Efland (1976) beschrijft schoolkunst als spelachtig, ritueel en gelinkt aan conventionele thema's. Het staat ver van ontwikkelingen in de professionele kunst, maar ook van kindkunst. Dit staat voor een spontane en ongecontroleerde grafische expressie voor het eigen plezier, zoals vrij tekenen.

 

Efland (1976) schrijft: "What is so amazing about school art is that it doesn't exist anywhere else except in schools, and it exists in schools around the world." Toch komen we het principe van de schoolkunst tegen binnen het vrijetijdsaanbod, zowel in de buitenschoolse kinderopvang als binnen het jeugdwerk, bijvoorbeeld bij de activiteiten van BAZART.

 

Zoals Folkert Haanstra (2011) het verwoordt voor de scholen, zou ook authentieke kunsteducatie meer kunnen en moeten benaderd worden binnen BAZART. Op die manier kunnen de leden vanuit hun eigen ervaringswereld in aanraking komen met voor hen onbekende kunstvormen en culturen. Authentieke kunsteducatie gaat over levensecht en betekenisvol leren in verbinding met de wereld van de kunstdisciplines en de professionals. 


Emiel Heijnen (2016) pleit hierbij voor een wisselwerking tussen populaire cultuur, de professionele kunst en een maatschappelijk thema. Belangrijk om hierbij te vermelden is dat er hierbinnen gefocust wordt op beeldende kunst en visuele cultuur. Binnen BAZART trek ik dit graag open naar de verschillende disciplines. De populaire cultuur is gericht op de belevingswereld van de jongeren en interessegebieden van jongeren binnen de populaire cultuur. Het gaat dan bijvoorbeeld over gedrukte media, fotografie, films, rages... De professionele kunst gaat in op de praktijken van hedendaagse beeldend kunstenaars en ontwerpers. Het domein maatschappelijke thema's gaat over relevante lokale en globale kwesties. 


Deze domeinen zijn in een didactisch model in de vorm van een venndiagram genoten. Het accent binnen de drie overlappende domeinen mag verschuiven, het is dus niet de bedoeling dat de drie domeinen altijd gelijk vertegenwoordigd zijn. Kennis wordt geconstrueerd in complexe taaksituaties, op die manier wordt er ruimte geboden voor eigen initiatief en exploratie (Heijnen, 2016).

 

Het concept van authentieke kunsteducatie sluit mooi aan bij de methodiek van Mooss, waar BAZART op rust. De ruimte voor initiatief en exploratie wordt binnen de praktijkcontext van het onderzoek gecreëerd door vrijheid, veiligheid en vrijheid. Dit zijn drie basisvoorwaarden die geïnspireerd zijn door de constructivistische educatietheorie van George Hein. Deelnemers nemen hierbij hun leerproces zelf in handen, een begeleider zorgt voor openheid en geeft richting (Moos & Van Eeckhaut, 2013).

 

Vanuit de flowtheorie van Mihaly Csikszentmihalyi neemt Mooss mee dat een doelstelling een belangrijke omkadering biedt waarin deelnemers grenzen kunnen aftasten en zich kunnen verdiepen. Een doelstelling moet helder geformuleerd worden, maar moet ook openheid bieden voor een constructivistische activiteit. In het fiche ‘opbouw van een activiteit’ vermeldt Marijke van Eeckhaut (2013) om één of meerdere kunstdisciplines uit te kiezen en om een inspiratiebron te beschrijven en voor te stellen met verzamelde materialen.

 

Het aanbod vindt plaats in een stimulerende leeromgeving waarbij rekening wordt gehouden met de veiligheid, vrijheid en uitdaging van elke individu en begint met een introductie. Een startopdracht is niet zomaar een leuk spelletje is, maar heeft een link met wat verder in de activiteit aan bod zal komen. Het spelplezier integreren is aangewezen omdat dit veiliger kan aanvoelen voor deelnemers (Mooss & Van Eeckhaut, 2013).

 

Daarna begint de activiteit met een bepaalde opbouw. Belangrijk hierbij is dat de opdrachten gevarieerd zijn, gerangschikt zijn volgens uitdaging en dat het traject niet is vastgelegd. Het veranderen van het parcours hangt af van een tussentijdse bespreking of eigen aanvoelen (Mooss & Van Eeckhaut, 2013).


Hierbij vermeld ik graag een kritische noot, de methodiek van mooss vertrekt heel hard vanuit workshops. Coördinator Amber vertelde in een gesprek dat de mooss-methodiek voor iedereen binnen Bamm! klopt, maar als je een BAZART-begeleider de methodiek als bijbel geeft, hij geen spelen meer gaat maken. Binnen BAZART kan het format van workshop, spel, vrij spel, zoektocht… gebruikt worden. Als aanvulling op de bestaande methodiek wordt er gedacht om een katern rond spel uit te werken. Via de cultural probe kit voor de verschillende BAZART-afdelingen peil ik naar de aanwezigheid van spel binnen de activiteiten.

 

In een activiteit of programma volgens authentieke kunsteducatie is een wisselwerking nodig tussen populaire cultuur, een maatschappelijk thema en de professionele kunst. Dit zorgt volgens Emiel Heijnen (2016) voor een dialoog met de verschillende kunstdisciplines en de professionals. Deze levensechte contexten worden in het cultural probe pakketje samengevoegd tot het begrip ‘actualiteit’. Op die manier kan er gekeken worden naar de aanwezigheid van alledaagse, maatschappelijke en populaire onderwerpen en praktijken van hedendaagse kunstenaars en ontwerpers binnen de activiteiten van BAZART. De noemer 'actualiteit' wordt gekaderd als 'actuele of hedendaagse (kunst)link'. Het begrip is breed geformuleerd, met als doel om geen stakeholders af te schrikken met moeilijke termen of hoge verwachtingen. 

 

De kern van kunsteducatie volgens Winner & Simons (in Hetand, 2008, p. 66) is een wisselwerking tussen productie, reflectie en receptie. Binnen een activiteit of programma is het belangrijk om niet alleen iets te maken, maar ook om producties te ervaren en te reflecteren over wat de deelnemers hebben gemaakt, gezien, gehoord, gevoeld en misschien zelfs hebben geroken. In de cultural probe neem ik deze begrippen over, op die manier kan ik analyseren in welke mate deze wisselwerking al aanwezig is in de verschillende afdelingen.

 

Genoemde elementen vormen in dit onderzoek de basis om begrip te krijgen van de beginsituatie van de leiding en om hen te ondersteunen in het ontwerpen van (een serie) kwaliteitsvolle kunsteducatieve activiteiten.

 

BAZART is niet de enige jeugdbeweging die zich focust op kunst en creativiteit. Drie soortgelijke werkingen zijn JAanimo in Hove,

Kreamo in Mortsel en Krejo in Gentbrugge. Ze hebben telkens dezelfde doelgroep als BAZART, hun leiding bestaat ook uit jonge vrijwilligers en de frequentie van activiteiten is net zoals binnen BAZART elke zaterdag. Ze organiseren naast de wekelijkse werking ook weekends en kampen.

 

JAanimo omschrijft zich als creatieve jeugdbeweging. Ze doen aan bosspelen, dorpspelen, een quiz, maar houden zich ook bezig met het maken van knutselwerkjes en opvoeringen van toneeltjes. Om activiteiten kwalitatief te houden, is de leiding zo goed als allemaal geattesteerd. Ze volgden dus een animatorcursus bij een erkende organisatie. Dankzij JAanimo werd ik verwezen naar Kreamo, volgens hen zij nog meer bezig met creativiteit.

 

Kreamo is een jeugdbeweging of ook wel een jeugdatelier genoemd. Ze behoren tot Jonge Helden, een koepelorganisatie voor creatief jeugdwerk. Kreamo houdt zich op wekelijkse basis bezig met creatieve activiteiten zoals knutselen en toneel spelen voor kinderen en jongeren. Ook zij zijn geen (teken)academie, hun focus ligt niet op het aanleren van technieken, maar op het stimuleren van creativiteit.

 

De lokale jeugdvereniging Krejo in Gentbrugge organiseert jeugdateliers voor kinderen en jongeren. Creativiteit ligt aan de basis van hun wekelijkse activiteiten. Ze werken hierbij telkens met vijf expressievormen: beeldende, dramatische, muzikale, verbale en bewegingsexpressie. Bij beeldende expressie neigen ze meer naar beeldende kunst dan naar knutselen. Toch omschrijven ze hun werking als creatief muzisch jeugdwerk en niet als kunsteducatief jeugdwerk.

 

Onderstaande organisaties gebruiken wel woorden als kunst, kunstzinnig en kunsteducatief in hun missie en visie. Ze hebben telkens dezelfde doelgroep als BAZART, namelijk kinderen en jongeren. Enkele verschillen zijn de vergoedingen voor begeleiders op basis van ervaring en engagement en de frequentie en duur van activiteiten. 

 

Mila kampen organiseerst kunstzinnige kampen, hun focus ligt op de podiumkunsten: zingen, dansen, acteren, jongleren of musiceren. In deze organisatie werken ze zowel met animatoren als met docenten.


Das Kunst organiseert wekelijkse activiteiten voor jongeren van het eerste tot het vierde middelbaar in Antwerpen, Kortrijk, Ronse en Gent. Daarnaast vinden vakantieprojecten van een week plaats in Antwerpen, Kortrijk en Gent. Telkens wordt dit professioneel begeleid door jonge kunstenaars vanaf 17 jaar. Zij krijgen via das kunst een opleiding tot artistiek begeleider.


Vervolgens zijn er ook organisaties die op vraag workshops geven aan kinderen en jongeren, zoals Mooss en Kunst in Zicht. Ze werken beide met professionals die gespecialiseerd zijn in één of meerdere disciplines. 


BAZART biedt voor animatoren ook cursussen en vormingen aan. Zij zijn niet de enige die hierin kunst of muzisch werken integreren. Zo is er Koning Kevin onder de noemer creatief jeugdwerk. Zij bieden de animatorcursus ART! aan. Daarnaast is er Jonge Helden, zij bieden cursussen aan voor animatoren, hoofdanimatoren en instructoren. Hierin zitten ook sessies rond spel en muzisch werken met kinderen. Vervolgens bieden zij ook themacursussen aan, bijvoorbeeld om ondergedompeld te worden in muzisch spelen.