Mijn plan?
Elke lagere school in Middelkerke één volledige schooldag onderdompelen in musical.
Waarom?
Het kan misschien een nieuwe deur openen voor musicalopleidingen in het algemeen, namelijk lagere en middelbare scholen onderdompelen in musical en tegelijkertijd misschien ook een nieuwe wind laten waaien voor mijn vzw.
Als het goed uitgevoerd en gepland wordt, zijn er een heleboel voordelen: in de eerste plaats voor de kinderen, die een hele dag ondergedompeld worden in iets wat ze niet of weinig kennen en/of nog nooit gedaan hebben. In de tweede plaats voor de school en specifieker voor de leerkrachten van die lagere school. Als die leerkrachten actief de les meevolgen, gaan ze er zelf misschien nog iets van opsteken om later in hun eigen les te gebruiken door het feit dat ik enkel met professionele musical artiesten werk en wij een hele hoop oefeningen met de leerlingen doen die in hun lerarenopleiding niet besproken werd. Als die leerkrachten liever passief toekijken, dan zijn ze blij dat ze een dag niet moesten lesgeven en tevreden dat het ‘dansje voor het schoolfeest’ al voor hen gemaakt is. De kers op de taart zou voor mij zijn als er nog een paar leerkrachten onverwacht zouden verschieten van dat ene moeilijke kind in hun klas die dan tijdens de toneel- of dansles helemaal open bloeit. En als ik echt mag dromen dan volgen binnen een paar jaren andere vzw’s die ook (musical) workshops in lagere scholen gaan organiseren, waardoor elk kind in de lagere school in aanraking kan komen met dans, zang en/of toneel, en niet enkel de kinderen die de financiële mogelijkheden hebben om tijdens de schoolvakanties kampjes of workshops te volgen.
Als laatste is het ook een soort van try-out om mezelf in de rol van coördinator te zien. Ik weet dat ik kan plannen en organiseren (voor mezelf privé en voor mijn eigen lessen), maar ik heb nog niet de ervaring om een groep leerkrachten te sturen, om een lessenplan op te stellen voor alle leerkrachten, aangepast aan een leeftijd waar ik nog geen ervaring mee heb. Zo kan ik eens uittesten wat de voor- en nadelen voor mij persoonlijk zijn aan een job van afdelingshoofd waar ik eventueel naar streef.
Waar?
Dankzij mijn eerdere samenwerking met de gemeente Middelkerke, lieten ze me vrij om de cultuurdag voor hun lagere scholen in te vullen. Het idee alleen al dat zij een cultuurdag hebben, vind ik al fantastisch. Toen ik op de lagere school zat, hadden we enkel een sportdag, dus dat op zich is al een stap in de goede richting.
Voorbereiding:
Stap 1: de onderhandelingen met de afdeling ‘cultuur en onderwijs’ van de gemeente Middelkerke. Die onderhandelingen waren nodig omdat ik deze keer niet alleen mezelf vertegenwoordig maar ook een hele hoop andere leerkrachten. Aangezien de meeste van mijn professionele collega’s in Antwerpen wonen is deze opdracht voor hen wel een eindje rijden en moet ik ervoor zorgen dat het voor hen financieel de moeite waard is. Ook vind ik het belangrijk dat mijn lesgevers steeds water ter beschikking hebben en ’s middags een lunch krijgen. Ik besprak met hen dat ik een maximum van 10 leerlingen voor de toneelgroepen en 15 leerlingen voor de zang- en dans groepen wel het maximum vond. Maar zij maakten mij al snel duidelijk dat ik volledig vrij was in het maken van keuzes over hoeveel leerkrachten ik naar elke school zou meebrengen, welke musical ik koos en hoe ik de dag indeelde. Ik besloot voor Annie te gaan. Waarom? Er is net een remake van de film gemaakt met een zwarte Annie en moderne remixen van de bestaande muziek, dus het is een zeer toegankelijk onderwerp, zeer geschikt voor de leeftijd van de doelgroep en heeft sociale relevantie.
Stap 2: de 11 lagere scholen contacteren en een datum vastleggen die voor ons beiden past (met eventueel ook een extra back up datum) want ik moet natuurlijk steeds mee kunnen gaan bij elke workshop om daar de coördinerende functie te nemen. De contactgegevens werden me doorgestuurd vanuit de gemeente Middelkerke en alle communicatie verliep via mail met steeds de afgevaardigde van cultuur van de gemeente in kopie.
Stap 3: Een miniversie van de musical Annie maken: het script bewerken, de songteksten zoeken en in het bewerkte script doen passen, de instrumentale versies van zangnummers zoeken en downloaden, de dansmuziek opzoeken en downloaden en de partituren opzoeken. Een dag planning maken, aangepast aan de uren van de school. Attributen en kostuums bijeen zoeken die nodig zijn om de rollen te spelen en het inlevingsplezier groter te maken.
Stap 4: leerkrachten zoeken die actief zijn in de professionele musicalwereld en ook ervaring hebben met lesgeven, die op de ingeplande dagen beschikbaar zijn, om daar aan het vooropgestelde budget te gaan lesgeven.
Vooropgestelde planning naar uren toe:
De workshops in de lagere scholen staan ingepland in een periode tussen oktober 2022 en juni 2023.
- Ik reken een 10 uren voor de opstart: stap 1, stap 2 en stap 3 hierboven vermeld.
- Ik reken een gemiddelde van 7 uur voorbereiding voor elke school = 77 uren. In deze 7 uren
voorbereiding zitten:
- Het contact via e-mail met de school over aankomst en vertrek, over lokalen, over eten en drinken van mijn leerkrachten, over groepenverdeling en dag planning, over toonmoment en over technische benodigdheden zoals geluidsboxen en keyboards.
- Het zoeken van musical collega’s die vrij zijn om op die dag te kunnen lesgeven (zoals hierboven uitgelegd in stap 4), het vergaderen (al dan niet online) voor de dag, de takenverdeling doorgeven, voedselvoorkeuren noteren, vervoer coördineren.
- Boekhouding achteraf: factureren naar de gemeente achteraf en mijn docenten betalen.
- Voor de concrete uren van de lagere school: Er zijn 11 scholen die iedere schooldag les
hebben van 8u45 tot 16u. Dat zijn dus 7u x 11 scholen = 77 uur ter plekke aanwezig.
Is in totaal een geschatte 164 uren.
Concreet:
Omdat er van de 11 scholen, vier scholen bij zijn met een zeer klein aantal leerlingen en die in de buurt van een andere school liggen, kan ik tweemaal op één dag twee scholen samenvoegen. Zo vindt de workshop uiteindelijk negen keer plaats.
De planning van de scholen en de leerkrachten en de herwerkte versie van het script vindt je hier beneden door op onderstaande foto's te klikken.
Reflectie:
Het enthousiasme van zowel mijn collega’s, de leerlingen als de leerkracht was hartverwarmend om te zien. Het toont aan dat er echt wel een plaats is voor zang, dans en toneel op de lagere scholen en dat iedereen dat ook heeft ingezien. Dat getuigen ook de reacties en de enquêtes achteraf. Maar wat heb ik dit onderschat qua uren en werk! Dan kan je nog je planning op voorhand zo goed mogelijk maken, er zijn altijd zoveel ongekende factoren en last minute aanpassingen dat je ze niet meer kan bijhouden. Maar goed, het project op zich was een succes. Daar ben ik blij om.
Het meeste ben ik tevreden over onze workshop in de Rietzang, de enige van de 11 scholen dat een buitengewoon onderwijs was. Hier had ik toch wel schrik voor omdat ik niet goed wist wat te verwachten en mijn leerkrachten ook niet. Ik sprak er eventjes over met mijn coach Gerrie en ze stelde voor om al mijn vragen duidelijk te formuleren en op papier te zetten om te mailen naar de school. Dat deed ik dan ook en we hebben uiteindelijk telefonisch contact gehad met elkaar want het was duidelijk dat ook de school en de directie zelf nog met een heleboel vragen zaten. Maar het was een zeer fijn, duidelijk en verhelderend gesprek waardoor ik met een gerust hart naar daar vertrok. Toen we daar aankwamen nam de oudste leerkracht die daar werkte me even apart en vroeg me of ik, of mijn leerkrachten al veel ervaring hadden in het buitengewoon onderwijs. Ik antwoordde van niet en ze keek me aan met een niet te verstane blik die boekdelen sprak. Ze zag deze workshop niet goed verlopen. Maar ik liet me niet kisten en vloog erin met goede moed, de lessen waren goed voorbereid, de leerkrachten hadden voldoende spelletjes om af te wisselen en in iedere klas was minimum één en soms zelfs twee leerkrachten van de school zelf aanwezig. De leerkrachten deden allemaal heel fijn mee en als een leerling het moeilijk kreeg, dan was er opvang voorzien in de gang waar elke leerling die eventjes rust wilde, in een time out zone kon gaan kleuren. Ze hadden zelfs kleurprenten van Annie voorzien. En op geen enkel moment heb ik één van de leerkrachten hun stem horen verheffen tegen één van de leerlingen. Zelfs niet toen het heel moeilijk werd. Een prachtige school met fantastische leerkrachten. Op het einde van de dag na het toonmoment is die oudere leerkracht weer naar me toegekomen en ze zei met tranen in haar ogen dat ze een paar leerlingen dingen heeft zien doen die ze niet voor mogelijk achtte en ze bedankte me. Ze gaat eind dit schooljaar op pensioen en ze was zeer blij dat ze dit nog heeft mogen meemaken. En dan weet je weer waarvoor je dit doet.
Onderstaande groepsfoto is genomen na de workshop van de 2 schooltjes in Slijpe, een deelgemeente van Middelkerke, op 17 november 2022. En de foto daaronder is me deze week toegestuurd door de afgevaardigde van cultuur en onderwijs van Middelkerke toont een affiche van het dropsfeest waar de leerlingen van beide scholen mogen optreden. Hoe leuk is dat! Ik dacht, in het beste geval dat de leerkrachten het materiaal zouden gebruiken voor een schoolfeest, maar het wordt grootser aangepakt en de kinderen kunnen hun talenten nu tonen op een groot podium in hun dorp!
Competenties:
I. a. toont een eigen signatuur in zijn kunsteducatieve professie, producerend, beschouwend en reflectief
Uiteraard bestonden er al musicallessen en musicalworkshops. Ook crea workshops in een lagere school bestonden al. Maar de volledige school overnemen met 10 professionele musical artiesten om met alle kinderen aan 1 gezamenlijk musical project te werken, heeft nieuwe deuren geopend.
Allereerst is er de gemeente. Zij waren zeer enthousiast. Zowel over het idee, als over de uitwerking ervan. De afgevaardigde van cultuur en onderwijs van de gemeente stond overal in kopie en is ook naar ieder toonmoment op het einde van elke cultuurdag komen kijken. Ze heeft achteraf, net zoals ik ook heb gedaan, de leerkrachten en de directie van de scholen aangesproken voor feedback en iedereen was unaniem: ze zouden er graag een jaarlijks evenement van willen maken. Dus de gemeente heeft me reeds gevraagd of ik een plan wil opstellen om volgend jaar dezelfde cultuurdag maar dan rond een andere musical, wil organiseren voor alle lagere scholen. Ook hebben ze me gevraagd of ik een gelijkaardig project wil bedenken voor hun middelbare scholen. Daar heb ik nog wat bedenktijd voor gevraagd want aangezien je op een middelbare school met een volledig andere doelgroep zit, heb je daar ook een volledig andere aanpak nodig.
Dan zijn er de leerkrachten die ik meebracht naar de lagere scholen. Zij staan professioneel in het musicalberoep maar hebben ook kennis van lesgeven en zij vonden het project ook zeer speciaal omdat ze nog nooit zoiets hadden gedaan. Het injecteren van een musicalshot, zoals iemand het noemde, toverde een lach op de gezichten van de leerlingen en leerkrachten van de school en gaf ook aan mijn leerkrachten enorme voldoening van een hele dag hard werken. Zij zeiden ook meteen dat ze dit project in andere gemeenten zagen werken en dat ik ermee verder moest.
Kortom, iedereen zou graag dit project verderzetten, behalve ik. Begrijp me niet verkeerd. Ik ben zeer blij met het project en de uitkomst ervan. Maar naar volgend schooljaar toe, ga ik de fakkel doorgeven aan een andere vzw. De vzw Hoogerop is een nieuwe vzw van 2 jonge, pas afgestudeerde musical collega’s van het Conservatorium in Brussel, Gregory en Jens. Ze hebben veel van de workshops in Middelkerke meegedaan en hebben toen vooral lesgegeven aan de jongste en ook moeilijkste groep en het was zeer duidelijk dat deze twee heren in de wieg gelegd zijn om aan deze leeftijd les te geven. Zonder veel aansturing van mij, trokken ze hun plan, paste ze hun plannen aan als ze merkte dat iets niet werkte en kregen keer op keer een mooi resultaat op het einde van de dag. Toen ik tijdens de laatste workshop vertelde dat de gemeente volgend schooljaar wil doorgaan met het project, maar dat ik het niet meer zag zitten, boden zij zich spontaan aan om het project over te nemen en door te zetten. Misschien dat er bij hun volgend jaar wel doorgroeimogelijkheden zijn om het project ook in middelbare scholen uit te breiden.
Ook al betekende dit project voor mijn vzw niet wat ik dacht dat het zou betekenen, dat er een nieuwe wind zou waaien voor mijn vzw, toch ben ik zeer blij dat het project geslaagd is en dat het zal blijven doorgaan ook zonder de betrekking van mijn vzw’tje. De nieuwe wind waar ik op gehoopt had, is er zeker en is klaar om verder in alle lagere scholen te waaien. Ik heb ondertussen ook al met Jens en Gregory samengezeten en hen geadviseerd dat ze zich de eerstkomende jaren voornamelijk op de lagere scholen moeten focussen. Als ze een paar extra gemeentes erbij willen nemen, zal hun schooljaar goed gevuld zijn. En binnen een paar jaren, als die kleine kinderen die nu op de lagere scholen met musical worden geconfronteerd in het middelbaar zitten, gaan ook die workshops daar iets gemakkelijker verlopen.
Ook uniek aan mijn aanpak is dat de volledige school, tegen het einde van de dag, ook een gezamelijk nummer kan zingen en dansen. In sommige scholen ging ik van klas naar klas om het nummer 'Zwaar bestaan' aan te leren, in andere scholen leerden mijn collega's de choreografie van het nummer 'Zwaar bestaan' aan hun groepje aan. Dit omdat het gewoon leuk is dat iedereen op school hetzelfde dansje kent, denk aan alle tik tok-hypes. En ook omdat een gezamenlijk nummer een geweldige afsluiter is voor zo een spannende dag.
In de onderstaande video zie je het groepsnummer 'Zwaar bestaan' in de lagere school van Slijpe en een foto van tijdens de vergadering waar ik het hele project heb overgedragen aan Gregory en Jens van vzw Hoogerop.
I. c. geeft sturing aan artistieke en kunsteducatieve processen, waarbij hij inventief kan schakelen tussen verschillende rollen
Coördinator zijn van dit project, bestaat op zich al uit verschillende rollen. Bedenker, planner, schrijver, coach, begeleider, manager, boekhouder enz.
De bedenker, planner en schrijver zijn rollen die je op voorhand inneemt. Je bedenkt het project, je stelt het voor aan een mogelijke partner. Je plant de workshops in de agenda in en zoekt de leerkrachten. Je regelt de carpoolschema’s en maakt de dagindeling. Je herwerkt het script en je doet alle communicatie, zowel naar de scholen als naar je eigen gekozen leerkrachten.
De manager heeft de onderhandelingen gedaan met de opdrachtgever zodat het project financieel interessant is voor de leerkrachten die mee in het project stappen.
De coach is een rol die zowel bij de voorbereiding komt kijken, als op de dag van de workshop zelf. De ervaring die ik heb als lesgever, helpt me om mijn team voor te bereiden voor zo’n dag, hen uit te leggen waaraan ze zich mogen verwachten, hen helpen met het zoeken naar gepaste opwarmingsoefeningen en kennismakingsspelletjes voor de juiste leeftijd. Op de dag van de workshop zelf ben ik ook als coach druk bezig, zeker als ik voel dat het hier en daar wat moeizaam verloopt. Daarvoor loop ik de eerste twee lesuren constant van klas naar klas om te zien of de opstart goed gelukt is en gebruiken we de speeltijden en de middagpauze om te reflecteren en oplossingen te zoeken voor mogelijke problemen. Op het einde van de dag delegeer ik ook het opruimen, want als we samenwerken is het opruimen veel sneller gedaan en heeft iedereen ook het gevoel dat iedereen zijn steentje heeft bijgedragen.
De begeleider ben ik ook op de dag van de workshop zelf want ik zorg ervoor dat alle materiaal in de juiste klas terecht komt, van geluidsinstallaties tot uitgeprinte teksten tot kostuums en attributen. Ik zorg ervoor dat mijn leerkrachten drinken en eten hebben en dat er steeds andere leerkrachten van de school zelf ook in de klassen aanwezig zijn om een oogje in het zeil te houden. Ik communiceer naar de directie en zorg ervoor dat iedere groep 10 min op het podium van de polivallente zaal kan oefenen voor het eigenlijke toonmoment. Na het toonmoment zorg ik ervoor dat de klassen netjes achtergelaten worden en al mijn leerkrachten veilig naar huis geraken.
De boekhouder komt achteraf piepen als de workshop gedaan is. Ik betaal mijn leerkrachten binnen de week nadat hun factuur is binnengekomen en ik stuur mijn factuur door naar de gemeente (waar ik dan op mijn beurt 3 maanden op hun betaling moet wachten, maar dat volledig ter zijde)
In onderstaande video zie je de on line vergadering voor de workshop van 17 november 2022.
II. a. operationaliseert voor de kunsteducatieve praktijk relevante onderzoeksvragen
II. c. verzamelt, analyseert en interpreteert data op een systematische manier en trekt op grond hiervan conclusies
II. d. communiceert helder zijn onderzoeksresultaten aan relevante publieksgroepen en levert hiermee een bijdrage aan het vakgebied.
Ik maakte twee korte enquêtes om na de workshops rond te sturen. Eén enquête voor mijn leerkrachten en één enquête voor de leerkrachten van de lagere school waar we te gast waren. Die enquêtes maakte ik op google drive en stuurde ze achteraf naar de betreffende leerkrachten.
Daaruit leerde ik vooral dat
1) september en oktober nog veel te vroeg op het schooljaar ligt voor de eerste leerjaren om met geschreven tekst te werken. Iets dat ik natuurlijk ook al gezien en gevoeld had tijdens de eerste workshops. Beide groepen leerkrachten raadde me aan om, indien we met tekst zouden blijven werken, de workshops later op het schooljaar te plannen, als de leesvaardigheid van de leerlingen van het eerste leerjaar iets beter was. Of om de eerste leerjaren enkel te laten dansen. Maar de data lagen vast voor de andere scholen en het script was geschreven, dus na een gesprek met mijn coach Gerrie waarin ik dit probleem aankaartte, raadde zij me aan om vanuit de emotie te vertrekken en niet vanuit de tekst.
Dat was een raad die ik vol goede moed meenam naar de online meeting met mijn volgende groep leerkrachten. Wat blijkt nu, de musical leerkrachten, die weinig ervaring hebben met impro en jonge kinderen, hadden het toch moeilijk om los te komen van de tekst. Dus heb ik voor hen veel meer improvisatie oefeningen moeten voorzien die over gevoelens en inleving gingen. En het werd ook echt wel duidelijk dat het lezen en het werken met tekst veel vlotter gaat naarmate het schooljaar vorderde. (onderstaande video is de slaapkamer scene van een workshop op 28/10/23)
2) na de eerste 2 scholen, zag ik duidelijk dat de concentratie bij de 3 laagste klassen in de namiddag moeizamer begon te worden. Dat zag ik ook duidelijk terugkomen in de antwoorden van de enquête. De leerkrachten van de lagere scholen raadden me aan om zeker in de namiddag veel meer af te wisselen met spelletjes. Die raad heb ik opgevolgd naar de volgende scholen. Dat zie je dan ook als je de antwoorden van de volgende scholen bekijkt, waar dan opstaat: dat de lesgever de instructies goed kon afwisselen met spelletjes.
3) een leerkracht/musical collega schreef in de enquête dat ze de volgende workshop eens met video- en beeldmateriaal wilde werken omdat kinderen redelijk visueel ingesteld zijn en dit zou hen kunnen helpen. Dat hebben we samen geprobeerd tijdens de volgende workshop. Ik heb toen beeldmateriaal van de originele film, van de remake film en van verschillende musical producties gevonden om te tonen in de les. En omdat we zagen dat dit echt wel een positief effect had op de leerlingen, heb ik dat vanaf dan in elke workshop gestoken. Elke leerkracht die met mij meeging kreeg vanaf die dag niet enkel zijn scene, zijn nummer en de dagindeling gemaild, maar ook een heleboel links om te laten zien in de klas. Gelukkig heeft bijna elke klas in de lagere school een smartboard, dus konden we dat op groot scherm laten zien.
4) Er schreef ook een leerkracht van de lagere school dat ze het jammer vonden dat 1 groep enkel met toneel en de andere groep enkel met zang of dans bezig was, en ze vroeg zich af of niet elke groep alle 3 de disciplines kon doen op 1 dag. Deze suggestie heb ik langs me neer gelegd. In mijn ogen, zijn de zangers en dansers ook met toneel bezig, want ze moeten zich inleven in hun tekst. De toneel spelers en de zangers zijn ook bezig met bewegen want ze krijgen regieaanwijzigen. Daarbovenop heeft iedere groep 1 gezamenlijk nummer gezongen en gedanst.
Natuurlijk wilde ik ook een manier vinden om de leerlingen te bevragen. Eerst probeerde ik op het einde van het toonmoment de volledige lagere school op te delen in 3 groepjes. Als ze een leuke dag hadden en ze wilden graag nog meer zingen, toneeltjes spelen en dansen in de les dan mochten ze bij leerkracht A gaan staan. Als ze een leuke dag hadden gehad maar ze niet meer geinteresseerd waren om nog meer te zingen, dansen of toneel spelen, dan mochten ze bij leerkracht B gaan staan. Als ze geen leuke dag hadden, mochten ze bij leerkracht C gaan staan. Maar je merkt dat de groepsdruk hier veel invloed heeft en dat ze gewoon gaan staan waar hun vriendje of vriendinnetje gaat staan.
Ik zocht een individuelere aanpak en dacht eraan om alle leerlingen na het toonmoment een soort bord te laten passeren waar ze 3 tekeningen op vinden waarvan ze er eentje kunnen aanraken. Maar dat zou betekenen dat alle leerlingen één voor één door de deur moeten wandelen en dat zou veel te lang duren. Het is op dat moment het einde van de schooldag, de schoolbel gaat, de ouders staan te wachten,… dit is niet het juiste moment om hier tijd voor te nemen of te maken. Ik ben dan uiteindelijk beland bij een bevragingsrondje net voor het toonmoment door de leerkrachten van wie ze die hele dag les hebben gekregen. Er is geen haast om naar huis te gaan, want de ouders staan nog niet te wachten. En de bevraging was dan ook in kleinere groepjes, dus de groepsdruk is iets minder. Maar toch, het is moeilijk om deze doelgroep de workshop objectief te laten beoordelen als ze de vragen gesteld krijgen door iemand die ze nog niet zo heel lang kennen.
Al deze bevindingen en aanpassingen die ik gedurende het hele schooljaar heb gemaakt op basis van de opgedane ervaringen en antwoorden van mijn enquêtes heb ik natuurlijk ook doorgegegeven aan Jens en Gregory van vzw Hoogerop, zodat zij verder kunnen bouwen op deze ervaringen.
* Kleine opmerking bij de enquête: ik heb één keer per ongeluk de enquête voor mijn leerkrachten naar de lagere school gestuurd waardoor het onderzoek niet helemaal correct kan geïnterpreteerd worden. Maar als je de antwoorden leest, kan je wel duidelijk opmaken of het van een collega komt, of van een leerkracht lagere school. Dat is natuurlijk jammer en had niet mogen gebeuren dus ik ga volgende keer dubbel checken alvorens ik de mail verstuur.
Verder heb ik ook via mail feedback gevraagd van de afgevaardigde van cultuur van de gemeente Middelkerke wat ze van mijn aanpak vond. Ook haar mail zit hier in de bijlage.
IV. d. toont leiderschapskwaliteiten binnen zijn eigen organisatie en in het aansturen van derden
Alles begint eigenlijk met een duidelijke briefing. Dus eens ik mijn team voor een school had samengesteld, plande ik een online vergadering waar ik het project nog eens uit de doeken deed, waarin ik hen uitlegde waarom ik dit project opgestart ben en wat mijn doel is.
Daarna volgende de inhoudelijke info over wat er die dag zou gaan gebeuren. We bespraken onderling wie wat zou gaan doen qua leeftijd of vak en eens dat daar een beslissing in genomen werd, kon ik het materiaal uitdelen. De beslissing over wie welk vak zou geven, heeft nooit voor problemen gezorgd omdat ik de mensen die ik gekozen had om mee samen te werken allemaal goed ken en omdat ik weet dat zij allemaal de 3 vakken kunnen geven. De enige kwestie waar er duidelijke voorkeuren bij waren, was de leeftijd van de doelgroep, maar omdat er zo’n gevarieerde leerkrachtengroep was, waren er ook steeds leerkrachten bij die het geen enkel probleem vonden om met de hele jonge kinderen te werken.
Er waren een aantal collega’s bij die al veel ervaring hadden met lesgeven en die mijn voorgestelde oefeningen links lieten liggen omdat ze zelf een aantal andere leuke oefeningen met de leerlingen wilden doen en dat was natuurlijk geen probleem. Meer zelfs: ik heb zelf ook nog een leuke nieuwe oefening leren kennen. Anderen namen mijn voorgestelde oefeneningen graag aan en gingen ermee aan de slag.
Daarna volgde nog de praktische afspraken zoals wie heeft er nog extra keyboards of muziekinstallaties om mee te nemen, voedselvoorkeuren en allergieën voor de lunch en carpool opties om samen naar daar en terug te rijden. Daarna besprak ik nog de betalingsdetails. Ik deed dit openlijk zodat iedereen ook van elkaar wist dat we allemaal hetzelfde bedrag kregen. Ik besprak de mogelijke betaalopties en de voor- en nadelen van elk daarvan: via een SBK kantoor (Sociaal Bureau voor Kunsten), via KVR (Kleine Vergoedings Regel) of via factuur indien ze zelfstandig zijn.
Op de dag zelf liep ik rond van klas naar klas en stond steeds telefonsich ter beschikking als er een probleem zou zijn. Het eerste lesuur wanneer mijn collega’s vooral nog met kennismakingsspelletjes bezig waren, hield ik me meer bezig met de praktische zaken zoals: is alles van materiaal aanwezig in het lokaal? (keyboards, geluidsinstallaties, teksten, verkleedkledij, attributen, verlengkabels, enz.)
De volgende lesuren ging ik klas naar klas om te zien of alles vlot verliep, deed ik mee met spelletjes en dansjes, stond ik in nauw contact met de directie en leerkrachten zodat er op elk moment er kon ingegrepen worden als een leerling het even moeilijk zou krijgen. Onder de speeltijden staken we onze hoofden bij elkaar om te zien waar het stroef loopt en wat we daar nog aan zouden kunnen veranderen.
Dat leidde er soms toe dat ik onder de speeltijd nog toonaarden van een nummer moest aanpassen, of een scene of een nummer inkorten omdat het te veel of te moeilijk was.
Onder de middag gingen we kijken naar de polyvalente zaal waar het toonmoment zou plaatsvinden. Soms was dat er eentje met een podium, soms was dat gewoon de turnzaal. Dan bespraken we welke groep er nood had om eens een oefenmoment te hebben op de locatie van het toonmoment en dan maakte ik de planning voor de groepen die wilden, om te kunnen repeteren in de zaal.
Ik modereerde het toonmoment en breide de nummers en scene’s aan elkaar, zodat er een mooi verhaaltje ontstond en ze echt een gevoel hadden dat ze allemaal een deeltje van het geheel waren.
Ik denk dat een deel hiervan duidelijk wordt in de video van de on-line meeting waar je er hieronder eentje terug vindt voor de workshop van 28 oktober, de rol van moderator/verteller van het toonmoment kan je ook zien in een onderstaande video. De invulling van mijn verschillende rollen kan je ook deels terugvinden in de antwoorden van de enquête bij mijn leerkrachten die je hierboven al tegenkwam en voor de zekerheid checkte ik nog even via mail bij mijn collega's of mijn gevoel over mijn rol hier ook terecht was, jammer genoeg in deze drukke tijden van einde schooljaar en eindproducties op academies, hadden niet alle leerkrachten de tijd om te reageren, maar de antwoorden dit ik wel gekregen heb, bevestigen wel mijn gevoel. Die antwoorden vind je terug door op de onderstaande foto te klikken.
V. b. analyseert en evalueert kritisch zijn professioneel handelen in verschillende rollen en contexten(opgelegd)
Toen ik dit project voorstelde aan mijn coach en daarbij mijn plan uitlegde dat dit project in mijn hoofd maar voor de helft van de punten van de vrije ruimte zou gelden, kreeg ik toch een paar rare blikken van haar en de klasgenoten. Dit zou veel meer werk inhouden dan dat ik het liet uitschijnen, maar ik was overtruigd van mezelf, zo heel veel uren zou ik hier niet voor moeten uittrekken. Maar nu moet ik eerlijk zeggen dat ik het toch wat onderschat heb.
1) Op vlak van leekrachten zoeken:
Ik heb een redelijke grote poel om in te zoeken, maar aangezien dat er op dit moment, de post-covid periode, redelijk veel musical producties spelen, werd het af en toe moeilijk om voor bepaalde data de nodige leerkrachten bijeen te zoeken, dus was ik aangewezen op doorverwijzingen van collega’s. Dat is natuurlijk niet zonder risico en vond ik zeer moeilijk omdat je toch een serieuze verantwoordelijkheid hebt tegenover de gemeente, de school en zeker ook de leerlingen, om kwalitatief werk af te leveren. Daarom duurde de zoektocht iets langer en moeizamer dan gedacht en heb ik daar iets meer tijd moeten insteken. Sommige nieuwe leerkrachten bleken een zeer aangename en positieve verrassing te zijn. Zoals Gregory en Jens die nu ook het project gaan overnemen volgend schooljaar. Met sommige andere leerkrachten verliep het niet altijd even vlot. Dan vond ik hun aanpak niet echt gepast voor de leeftijd en heb ik achteraf ook een gesprek met hen gevoerd waarin dat dan ook bleek dat ze liever met een wat oudere doelgroep werkten. Deze leerkrachten heb ik dan ook niet meer geboekt voor een volgende opdracht.
2) Op vlak van voorbereiding van het materiaal:
In mijn hoofd zou ik 1 keer een script maken dat voor alle 11 de lagere scholen zou kunnen gebruikt worden en dat ik enkel ter plekke inventief zou moeten aanpassen aan het niveau van de leerlingen ter plekke. En in principe was dat script ook een goede basis, maar het was toch elke keer opnieuw aanpassen aan het aantal groepen en aan de leerkrachten die meegingen. Want elke school had een ander aantal leerlingen en dus gingen er ook telkens een andere aantal leerkrachten mee met als gevolg dat ik in elke school meer of minder materiaal nodig had. Ook afhankelijk van welk vak de leerkrachten liever wilde geven aan welke leeftijd werd het script ook aangepast. Tevens hadden de scholen ook nog graag hun inzeg over hoe hun leerlingen werden onderverdeeld en welke discipline ze die dag zouden aangeleerd krijgen, dus blijkt gewoon dat ik voor iedere school een ander script heb moeten voorzien. Is dat veel werk, nee natuurlijk niet, maar het is meer dan waar ik op voorhand mee gerekend had.
3) Op vlak van communicatie naar de scholen toe:
In het begin van het schooljaar verliep alle communicatie via de verantwoordelijke van de gemeente en had ik gewoon een standaard mail met standaard informatie voor de school met betrekking tot de praktische zaken die we nodig zouden hebben tijdens onze workshopdag. Maar na de eerste school bleek al snel dat die standaard informatie niet voldoende was en dat er een persoonlijkere aanpak nodig was. Zo bleven de leerkrachten van de school zelf niet in de klas tijdens hun eerste workshop en zodoende moesten mijn leerkrachten veel harder werken om discipline en aandacht in de klas te krijgen. Dat hebben we dus aangepast door de leerkrachten op een vriendelijke manier quasi te verplichten om deel te nemen aan de workshop. Dat heeft soms ook zijn nadelen gehad toen bijvoorbeeld die ene keer dat een leerkracht te vroeg ingreep als een kind net durfde om helemaal in de imrpovisatie oefening op te gaan, of dat een leerkracht iets wilde voordoen aan een kind terwijl wij het juist heel erg van de kinderen zelf wilde laten komen. Dus daar heb ik dan weer uit geleerd dat ik voor de lesdag begon ook eventjes 5 minuten met de leerkrachten samen moest zitten om hen uit te leggen wat het plan was en wat we duidelijk van hen verwachtten: namelijk gewoon leuk meedoen, jezelf terug kind laten voelen en enkel ingrijpen als de leerkracht van mijn team het duidelijk aangeeft dat een bepaald gedrag niet door de beugel kan. En zo zijn we geleidelijk aan naar een goed en duidelijk systeem gegroeid.
Ook kwamen er vaak via mail veel praktische vragen vanuit de school. Ondanks het feit dat alles goed uitgelegd stond in de mail. Daar heb ik van moeten leren dat 1 lange mail (zie voorbeeld hier onderaan door op de onderstaande foto te klikken) met alle informatie niet de meest handige manier is om te comminuceren. Ze lezen die snel en schuin waardoor ze dingen overslaan en dan sturen ze een vraag waarop ik meestal moest antwoorden met: “zoals ik schreef in punt 5, is dat niet nodig.” Dus vanaf toen stuurde ik meerdere mails met telkens een andere titel, bv: “klassen en lokalen” of “teksten per groep” of “lunch voor onze leerkrachten”.
Ook deze heen en weer communicatie nam veel meer tijd in beslag dan ik initieel voorzien had.
4) Op de dag zelf:
Als ik merk dat na alle communicatie via mail sommige afspraken toch niet in orde waren bij aankomst op de school, dan had ik het soms toch moeilijker dan ik dacht om mijn frustratie en teleurgesteldheid weg te steken. Daar heb ik me dan ook moeten leren naar schikken. Sommige scholen zijn nu eenmaal minder voorbereid of geïnteresseerd in musical of kunst in het algemeen dan anderen. Maar door op dat moment mijn frustratie voor mezelf te houden en er het beste van proberen te maken, bleek dan toch telkens weer dat de scholen op het einde van de dag steeds zeer enthousiast waren en ons graag volgend jaar opnieuw zouden verwelkomen.
5) En dan was er natuurlijk ook de onvoorziene omstandigheden, zoals bij de 2de school ’s ochtend om 6u een smsje krijgen van één van de leerkrachten omdat deze ziek is en toch niet aanwezig zal zijn, waardoor je last minute nog van functie moet wisselen, de les voorbereiden en plots niet enkel de functie van coördinator/begeleider en coach opnemen voor die dag. (zie video hier beneden) Ik ben daarvoor oplosssingen gaan zoeken en had voor sommige data leerkrachten die al eerder meegedaan hadden als reserve opstaan. Maar dat ging natuurlijk niet voor iedere datum en dat kon ook alleen maar als die reserve collega op die dag geen andere betaalde opdracht zouden binnenkrijgen wat ik uiteraard begrijp, want onbezoldigd on hold staan is ook niet fair van mij om te vragen.
V. a. geeft zelf gericht sturing aan zijn (life-long) leerproces (opgelegd)
De praktische kant van het organiseren zit echt in mij. Dat wist ik ergens al van in mijn privé leven en van in mijn lessen, maar dat is hier nogmaals naar boven gekomen. Net als het feit dat ik ook nog steeds een goede leerkracht ben in mijn discipline. Maar dat ik ook als coach voor nieuwe jonge leerkrachten kan fungeren was nieuw voor mij. Het coachen en begeleiden was een leuke uitdaging waar ik toch nog onzeker over was. Als ik mezelf dan afvraag waarom dat zo is, want ik vind mezelf toch een goede leerkracht, dan kom ik tot de conclusie dat het te maken heeft met enerzijds ervaring en anderzijds de materie.
1) Dat je over iets onzeker bent omdat je het nog niet zo vaak, of beter gezegd nog nooit hebt gedaan, dat is op zich niet zo verwonderlijk natuurlijk. En in mijn hoofd eigenlijk eerder iets positiefs dan iets negatiefs. Maar ik merkte wel dat het enthousiasme waarmee ik lesgeef aan de kinderen niet verandert als ik de functie van coach van de leerkrachten op mij nam. Natuurlijk heb niet alle waarheid in pacht en kan ik nog zeer veel bijleren over het coachen van andere leerkrachten, maar het verschilt toch niet zo heel veel met het lesgeven aan kinderen. Je moet hen gewoon positief blijven benaderen.
2) In verband net de materie, zou je je ook kunnen afvragen, waarom dat mij zo onzeker maakt, want ik bied hen hulp aan op gebied van lesgeven en dat doe ik tenslotte toch al jaren. Maar dan ben ik blijkbaar toch ergens onzeker omdat ik nooit fulltime leerkracht ben geweest, omdat ik steeds met het andere been in het musicalvak als performer stond. Dus denkt mijn hoofd dat er nog een hele wereld is aan het doceren die ik nog niet ontdekt heb. Ik weet ook maar wat ik weet dat werkt, door mijn ervaring in het vak en in het lesgeven. Maar wie zegt dat wat er voor mij werkt, ook automatisch voor een andere leerkracht werkt. Vandaar dus mijn onzekerheid. Maar die was dus ongegrond.
Als ik eerlijk ben, dan zijn er 2 dingen voor mezelf duidelijk geworden. De leeftijd van de lagere school kinderen is niet aan mij besteed. Ze zeggen wel eens, elke leerkracht heeft zijn eigen leeftijd waar hij/zij goed kan mee omgaan, wel deze leeftijd is niet voor mij. Ik heb ze liever ouder, en dan kom ik aan het tweede punt. Net afgestudeerde collega’s, die net als mij 1 been in het professionele musicalvak willen houden en 1 been gebruiken om les te geven, coachen in hun eerste stappen als leerkracht, dat vond ik wel fijn!
Dat is niet echt wat de job van een afdelingshoofd moet doen, want hopelijk kunnen de docenten die een afdelingshoofd aanneemt echt zelf wel hun lessen plannen. Maar het toont wel aan de de leeftijd van 18 plus mij meer aanspreekt, wat ook de leeftijd is van de studenten van een hoge school. En het feit dat ik de leerkrachten allemaal met hun neus in 1 richting kan krijgen, zou ook een handige vaardigheid zijn als afdelingshoofd natuurlijk.
En dan hoop ik dat al mijn studenten later mij met dezelfde open armen ontvangen als dat onderstaande leerlingen hun directeur hebben ontvangen, toen hij opkwam als Miss Hannigan.










