Welkom

Onderzoek Brandon Calluy

Beste lezer,
Welkom bij mijn Research Catalogue (R.C.) pagina’s over mijn onderzoek. Mijn naam is Brandon Calluy en ik heb onderzoek gevoerd naar chaos in het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO). 

 

Op deze pagina vindt u het begin van mijn onderzoek: mijn onderzoeksvraag, de deelvragen, mijn positionering, motivatie, relevantie en onderzoeksmethoden.

U begint met het lezen van mijn onderzoeksvraag en de deelvragen. Dit zodat u weet waarover mijn onderzoek gaat.

 

Vanuit de onderzoeksvraag komt een motivatie voort. Waarom ben ik zo gedreven om deze vraag te beantwoorden?


Om mijn motivatie kracht bij te zetten komt daarna de positionering. Ik vind het belangrijk dat u weet vanuit welke positie dit hele onderzoek komt. Waarop zet ik mijn pijlen?


Daarna komt de relevantie. Wat hebben anderen aan dit onderzoek? Kan het de doelgroep helpen en wie is die doelgroep dan?

 

Helemaal onderaan kan u dan mijn methodologie vinden, als ook mijn restricties en mijn dankwoord.

 

Om u verder te helpen met het lezen van deze pagina zijn de verschillende blokjes tekst begeleid met pijlen.

 

Wat moet u weten alvorens u begint te lezen:

Mijn onderzoek speelt zich af op twee gebieden:
Het deeltijds kunstonderwijs (DKO) in de Vlaamse Gemeenschap en chaos.

 

* Het deeltijds Kunstonderwijs (DKO)

Het deeltijds kunstonderwijs is een onderwijsvorm in de vrije tijd, uniek in Vlaanderen. Iedereen vanaf 6 jaar kan zich inschrijven voor één of meerdere opleidingen, zijnde: muziek, dans, beeldende kunst en woordkunst - drama.

De onderwijsvorm mag je niet verwarren met een hogeschool opleiding waar je op het einde een bachelor diploma behaald of met een opleiding in het kunst secundair onderwijs waar je op het einde een diploma secundair onderwijs behaald. 

Voor meer uitleg over het DKO verwijs ik u graag naar pagina 8. Verklarende Woordenlijst

 

* Chaos

Chaos en de chaostheorie is een gebied uit de fysica. Chaostheorie legt uit hoe kleine veranderingen in data, voor grote verschillen kunnen zorgen in resultaten. Binnenin de chaostheorie is er zoiets als deterministische chaos: Wanneer de relatie tussen de data en de resultaten te berekenen is.
Naast deze theorie heb ik ook andere definities gevonden voor chaos. Deze heb ik samengenomen in één geheel over wat chaos nu eigenlijk is.

Voor meer informatie over wat chaos is, verwijs ik u graag naar pagina 1. Deskresearch en/of pagina 6. Conclusies

 

Hoe is deze R.C. opgebouwd

Deze R.C. is opgebouwd vanuit de onderzoeksmethoden die gebruikt zijn.
Dit om een gestructureerde weergave te kunnen geven van het onderzoek dat gevoerd is.

 

Allereerst beginnen we op de welkomstpagina, waar u nu bent. Hier kan u lezen wat mijn onderzoeksvraag is, mijn positionering, motivatie, relevantie en doelgroep.


Pagina 1 bevat alles vanuit de deskresearch.
Dit verdeeld onder twee categorieën: “Hoe onderzoek te doen” en “inhoudelijk”. Hier wordt dieper ingegaan op zowel de verschillende vormen van chaos, als ook verschillende methoden om theater te maken/doceren.

 

Pagina 2 gaat over mijn observaties en interviews.
Deze zijn verdeeld in twee categorieën: “Conservatorium Kortrijk” en “Hoofdstedelijke Academie Brussel”. Dit zijn de twee scholen waar ik docenten heb gesproken, lessen heb geobserveerd en experimenten heb laten doorgaan.
Daarna is er per docent zowel een observatieverslag als een samenvatting van het interview dat vlak nadien afgenomen is.

 

Pagina 3 is helemaal gewijd aan mijn experiment: Gedichtendag.
Gedichtendag is, in zowel België als Nederland, de laatste donderdag van januari. Het is een ode aan poëzie en theater, wat graag wordt gevierd door zowel Conservatorium Kortrijk als ook de Hoofdstedelijke Kunstacademie Brussel. Voor dit toonmoment met extern publiek is er gekozen om een experiment door te laten gaan. Dit om te kijken hoe er praktisch gewerkt kan worden met chaos op lange termijn.

Het experiment is gehouden in drie klassen woordkunst - drama: een klas van zeven leerlingen in de Sint - Jozef basisschool te Kortrijk. Een klas van zestien leerlingen 2.4 (tweede graad, vierde jaar) in Avelgem, en een klas van vijf leerlingen 2.1 (tweede graad, eerste jaar) in Brussel. Allen volgen ze het vak "Woordatelier" en alles zijn ze tussen de 8 en de 12 jaar.

Het experiment is navolgbaar dankzij de verschillende audioclips die gemaakt zijn. Natuurlijk is er ook een samenvatting gemaakt van al deze data. De termen "Woordatelier", als ook het systeem van de graden wordt uitgelegd op pagina 8. Verklarende Woordenlijst.

 

De vierde pagina van dit logboek gaat over mijn disseminatie. De vraag hoe ik mijn vondsten kan delen met docenten woordkunst - drama in het DKO, wat ook een van de deelvragen is.

 

Pagina 5 bestaat uit verslagen en samenvattingen van mijn begeleiding doorheen het onderzoek. Zo vindt u verslagen van mijn critical friends, de Research Days, gesprekken met docenten etc. Ook het "begeleidingsverslag" kan u daar vinden.

 

Op pagina 6 kan u mijn conclusies vinden, zowel op de aparte deelvragen als op de hoofdvraag. 

 

De zevende pagina van mijn logboek is een verzameling van alle gebruikte bronnen doorheen dit onderzoek, dit neergeschreven volgens de APA-regels.

 

De achtste en laatste pagina van mijn logboek is een verklarende woordenlijst. Er worden zeer veel termen gebruikt doorheen deze reis vol chaos en theater. Om mijn boodschap duidelijkheid te geven, is deze lijst er. Zo bent u zeker wat ik versta onder bepaalde woorden en is er minder verwarring mogelijk.

 

Iedere pagina is voorzien van een eigen leeswijzer.
Dit om u goed te helpen met het navigeren van mijn onderzoek, als ook om een omkadering te bieden voor de keuzes die gemaakt zijn.

Onder elke leeswijzer zijn er ook blauwe knoppen te vinden.

Dit om snel en gemakkelijk te kunnen navigeren naar een van de pagina’s.

 

Ik wens u veel leesplezier met dit onderzoek naar chaos voor docenten woordkunst - drama in het DKO.

 

1. Deskresearch

2. Observaties en Interviews

3. Experiment Gedichtendag

4. Disseminatie

6. Conclusies

8. Verklarende Woordenlijst

5. Begeleiding

7. Bronnenlijst

Positionering Versie 4

Beste lezer,

 

Deze positionering is nog in de maak. Dit is dus geen finale versie. Ik geef u deze graag mee zodat u mijn positie als kunsteducator beter zou kunnen begrijpen.

Met vriendelijke groeten,

Brandon Calluy

 

Het territorium waar ik mijn onderzoek in heb laten plaatsvinden is het Deeltijds Kunstonderwijs (DKO) in Vlaanderen. Een onderwijsvorm in de vrije tijd die kunst (dans, muziek, woordkunst-drama en beeldende kunsten) aanbiedt aan iedereen vanaf 6 jaar. 

Specifiek in het vakgebied Woordkunst - drama. 

Dit omdat ik zelf woordkunst-drama lessen heb gevolgd toen ik een kind was (8-18) en als woordkunst - Drama docent nu werk voor twee scholen: het conservatorium te Kortrijk en de hoofdstedelijke kunstacademie te Brussel.

 

Binnen dit vakgebied is een probleem met de klassen: dankzij besparingen en het nieuwe decreet dat ingegaan is sinds 2017, is de klasgrootte enorm gestegen. Er zitten steeds meer leerlingen tezamen in één klas die allemaal evenveel aandacht moeten krijgen en die de leerdoelen, opgesteld door onder andere OVSG, moeten halen. Het is een grote uitdaging die niet gemakkelijk is. Meer mensen in één ruimte kan zorgen voor meer prikkels. Hier kan dus iets ontstaan dat Van Hoof van de VUB chaos noemt.

Het is met deze term, chaos, dat ik mijn onderzoek ben gestart. Wat is het exact? Kan ik daar iets mee doen? Hoe kan ik de docenten helpen om hun taak makkelijker te maken? Tijd voor een onderzoek!

 

Er is, op dit moment, geen onderzoek naar hoe je met chaos kunt werken binnen het DKO. Wat er wel is, zijn verschillende methoden, tips en hulpmiddelen om de chaos juist te verbannen. Dit wordt meestal toegepast op de lagere en middelbare school. Het zijn dezelfde leerlingen, maar met een paar verschillen.

 

Zo is het DKO een vrijblijvende vorm van onderwijs. De leerlingen en/of de ouders kiezen ervoor om zich in te schrijven. In tegenstelling tot het reguliere onderwijs zoals GO!, Stedelijk Onderwijs of het Katholieke Onderwijs is dit compleet optioneel. De leerlingen die in de klas zitten zijn meestal gemotiveerde leerlingen. Ze willen er zijn, dit in tegenstelling tot het reguliere onderwijs waar ze aanwezig moeten zijn. 

 

De lessen zijn van een compleet andere aard. De meeste lessen zoals woordatelier, piano of waarnemingstekenen zijn praktijkgerichte vakken. Kortom: de leerling zit niet aan een bank, maar is actief aan de slag met het onderwerp. In vele vakken in het reguliere onderwijs komt praktijk niet aan de orde. Natuurlijk is dit niet 100% waar. Er zijn zeker ook vakken in het reguliere onderwijs waar er praktisch met kennis wordt omgegaan, als ook zijn er theoretische vakken in het DKO. Ik spreek hier vanuit een veralgemening om het verschil aan te tonen in wat voor omgeving de leerling zich bevindt. 

 

De duur van de opleidingen is ook helemaal anders. Zo komen leerlingen woordkunst-drama in het lager onderwijs bijvoorbeeld maar 1x langs voor 60 minuten. In het reguliere onderwijs is dat gemiddeld 28 lesuren van 50 minuten. Dat is aanzienlijk langer.

 

Wat ik hiermee wil vertellen is dat er zeker hulpmiddelen zijn om chaos te verbannen uit het leslokaal. Echter zijn deze tips voor een compleet andere doelgroep, namelijk docenten uit het regulier onderwijs, dat echt een ander beestje is dan docenten uit het DKO. Ook willen ze van de chaos af, terwijl ik net deze chaos zie als een start. Als materiaal waarmee iets gemaakt kan worden. Als een pre-text zoals Cecil O' Neil zou zeggen.

 

Mijn onderzoek gaat daarom iets proberen: Van chaos een pedagogisch middel maken. Ik wil kijken hoe de chaos nu ervaren wordt, hoe erop gereageerd wordt en hoe er mee gewerkt wordt. Is de chaos werkbaar? Is ze deterministisch, zoals beschreven in de Brittanica? En zo ja, wat is dan de structuur en hoe kan ik die gebruiken?

 

Naast het theoretische luik om te ontdekken wat de chaos in het DKO net is, wil ik het ook gaan uitproberen. De theorie omzetten in praktijk. Kan je er een voorstelling mee maken? Kan ik met leerlingen uit het DKO, specifiek leerlingen woordatelier (leeftijd 8j-12j) iets maken en laten zien, dat put uit dit probleem? En daarbij dus de vraag: kan ik het roer omdraaien als het gaat over mijn probleemstelling? 

Waarom specifiek die leeftijd? Omwille van drie redenen:

 

  • Het is veruit de grootste groep leerlingen binnen de scholen waar ik werk. Het probleem toont zich dus voornamelijk bij hen.
  • Begrenzing: op een gegeven moment moet je de Bijbel bovenhalen bij Job 38:11:" tot hiertoe zult gij komen, maar niet verder."
  • Eigen interesse: Ik vind deze leeftijd ontzettend leuk en inspirerend om mee aan de slag te gaan.
  •  

"Onwijs interessant! En hoe ga je dat doen?" 

Awel!

 

Ik wil beginnen langs twee kanten: interviews & observaties en theorie. 

Ik wil vragen stellen aan collega's, kijken naar hun lessen en ondertussen me verdiepen wat chaos exact is en welke theatrale middelen ik eraan kan koppelen. 

Daarna ga ik het experiment aan: Wat ik heb gelezen en gezien omzetten in een voorstelling die zal spelen voor publiek.

 

Nou, dat heb ik dan ook gedaan. En wat blijkt nu: het is godverdomme mogelijk, maar met een aantal grote voorwaarden. Zo zijn veiligheid, (mentale) gezondheid van de docent, tijd en structuur al een paar belangrijke parameters waaraan voldaan moet worden.

 

Restricties


Dit onderzoek in gevoerd in een kleine acht maanden. Onder andere door deze, relatief korte tijdsspanne, zijn er een aantal restricties die u, de lezer, moet weten over mijn onderzoek.

 

Het onderzoek gaat specifiek over woordkunst - drama binnen het DKO in Vlaanderen. Er wordt dus niet gesproken over de andere domeinen in het DKO (muziek, dans, beeldende kunst) omwille van tijd, als ook omwille van motivatie. Ik ben zelf een oud-leerling woordkunst - drama in het DKO en geeft hier zelf les in. Ik ken hierdoor het vakgebied grondig en kan deze expertise meenemen in mijn onderzoek. De andere domeinen ken ik (bijna) niet. Ook de andere onderwijsvormen (lagere school, middelbaar onderwijs, universitair onderwijs...) komen niet aan bod. Het onderzoek zou daardoor te breed worden voor de tijd die ik heb.

 

Er is een interessante leeftijdsgroep binnenin woordkunst - drama in het DKO, namelijk die van de eerste graad (zes en zeven jaar). Ook daar gaat dit onderzoek niet over, omwille van het feit dat zij een andere graad zijn en hun eigen OVSG goedgekeurde leerplannen hebben. Ik zou mijn onderzoek wel graag willen uitbreiden in de toekomst naar deze leeftijdsgroep. 

 

De keuze van de klassen voor het experiment, het observeren van klassen en welke docenten woordkunst - drama ik interview komen voort vanuit mijn netwerk. Ik ken de docenten omdat ze collega's van me zijn. Samen werken we op dezelfde scholen. De klassen die meedoen aan het experiment zijn mijn eigen klassen. Ik heb deze keuze gemaakt omdat, tijdens het vooronderzoek, ik van mijn collega's hoorde dat zij worstelen met chaotische klassen. Ik ben daarom in mijn directe omgeving gaan kijken hoe de vork in de steel zit. In een volgende fase van dit onderzoek lijkt het me fijn om uit te breiden naar andere scholen doorheen Vlaanderen.

Methodologie:

Tijdens mijn onderzoek heb ik verschillende onderzoeksmethoden gebruikt om mijn data te verzamelen en te analyseren. Hieronder kunt u lezen weke dat zijn:

  1. 1.      Deskresearch

Ik heb gekozen om een deskresearch te doen, omdat ik graag put vanuit verschillende soorten bronnen. Ik heb gebruik gemaakt van boeken, informatieve websites en artikels. De informatie kwam van overal en gaf me een goede basis om naar de observaties en kwalitatieve interviews te stappen.

  1. 2.      Observatie

Ik wou kunnen kijken hoe de theorie die ik had gelezen zich in de praktijk uit. Wat doen de docenten met de groepen kinderen exact? Wat doen ze om chaos bij te sturen? Hoe gaan ze te werk met chaos? Hoe ziet dat er uit? Deze vragen kon ik gemakkelijk oplossen door naar een aantal collega docenten woordkunst – drama te stappen en hun klassen te observeren.

 

  1. 3.      Kwalitatief interview

Vanuit de observatie kwamen er natuurlijk nog andere vragen. Daarbij had ik ook nog vragen vanuit de literatuur die niet beantwoord konden worden door enkel te observeren.
Ik koos voor het kwalitatief interview omdat ik hierdoor de diepte in kon gaan met mijn gesprekspartners. Wanneer ik op iets zou stoten dat verdere uitleg nodig had, kon ik dat gelijk vragen.
Hun antwoorden zijn verwerkt in een samenvatting die goedgekeurd is door de gesprekspartners.

  1. 4.      Experiment

Het experiment moest het hart van mijn onderzoek vormen. Ik wou kijken of ik, na over chaos gelezen, gekeken en bevraagd te hebben, hoe ik het nu kan handteren. Zijn de technieken die ik gezien heb werkbaar? Wat kan ik doen wanneer de situatie niet meer houdbaar is? Wat als mijn kader niet strak genoeg is?
Het experiment zorgt er ook voor dat de leerlingen hun stem konden geven. Zowel tijdens als nadien zijn de leerlingen bevraagd geweest naar hun ervaringen.

 

  1. 5.     Analyse

Voor de analyse van mijn data heb ik gekozen voor een thematische analyse. Dit omdat ik hierdoor op een, voor mij gemakkelijke manier, naar zowel de verschillen als de gelijkenissen tussen alle verschillende thema's in mijn onderzoek. Zo kan ik kijken naar de chaos bij mijn collega's en hoe ze daar mee omgaan. Kan ik zien welke theatervormen chaotisch zijn, welke worden toegepast door mijn collega's en welke in zou moeten inzetten. 

Het heeft gezorgd dat de vondsten er gemakkelijk uit te halen zijn en die op de voorgrond te plaatsen in mijn conclusies. 

Relevantie
Ik vind dit zeer interessant, maar is het relevant voor anderen? Wat hebben zij aan een onderzoek dat draait rond chaos?
Het onderwijs zit in een knelpositie. Er moet steeds meer gedaan worden met minder. De bezuinigingen en leegloop van docenten zorgt voor grotere klassen. (Truyts, 2022)
Daardoor is er een grotere kans op chaos. Deze leerlingen van de lagere school hebben vele prikkels om te verwerken. Ze komen samen als een groep met verschillende motivaties: enthousiasme, verveling, te veel energie die moet verwerkt worden… Ze willen allemaal acteren en spelen, maar door al deze motivaties die door elkaar heen lopen is dat een uitdaging. (Ip, 2022)
Het is geen gemakkelijke opdracht voor zowel de leerlingen als de docenten om hiermee rekening te kunnen houden of aan bepaalde eisen te kunnen voldoen. Daarom is dit thema zo belangrijk. Het kan een inzicht bieden in klasmanagement en docenten een methode geven om de chaos niet te verbannen uit het lokaal, wat al zeer moeilijk kan zijn, maar net te omarmen. Om samen met de leerlingen aan de lesdoelen te werken. Een proces dat niet top down is, maar bottom up!

De docenten die ik al gesproken heb, spreken allemaal dat er chaos aanwezig is in de klaslokalen. Ze spreken vaak over een werkbare vorm van chaos. (Ip, Demulder & Degrauwe, 2022)
Wat is dat exact? Hoe kan deze werkbare vorm van chaos DKO docenten helpen?
Ik wil een antwoord kunnen geven op deze vragen om docenten in het DKO te helpen. Ik wil dat elke plek waar er wordt gespeeld, een plek is waar werkbare chaos omarmt wordt. Dit om de chaos die de leerlingen met zich meebrengen naar het lokaal in te zetten in hun leertraject.
De antwoorden wil ik halen uit het actuele kunsteducatie veld, want daar wordt al gewerkt met chaos.

Motivatie
Midden mei 2022 had ik een openbaar toonmoment met mijn leerlingen van het Conservatorium Kortrijk in het Arena theater te Kortrijk. Dit waren leerlingen tussen de 8 en de 12. Ze volgden het vak "Woordatelier".
Een van de voorstelling die ik had gemaakt was “De Kapitein en ik” naar de tekst van Koen Van Biesen. De jury, Zoë Croegaert, vertelde me dat er een groot element aan chaos in de voorstelling zat. Iets wat ze in vele van mijn voorstellingen zag terugkomen. Verschillende mensen hadden me al verteld dat ik met het element chaos werk. Het jurygesprek met Zoë intrigeerde me.

Er is dus een element dat als een signatuur op mijn werk wordt geschreven die ik niet in de hand heb, maar toch altijd aanwezig is. Ben ik hier alleen in? Zijn er andere DKO docenten woordkunst - drama die werken met chaos? En hoe dan? Is er een methode?
Dus wil ik, met veel enthousiasme, onderzoeken hoe DKO docenten woordkunst - drama chaos gebruiken bij groepen lagereschoolkinderen tussen 8 en 12 jaar.

Hoofdvraag

Hoe kunnen DKO docenten woordkunst - drama chaos gebruiken bij groepen lagereschoolkinderen tussen 8 en 12 jaar?

Deelvragen

  • Wat is chaos?
  • Hoe wordt er nu gewerkt met deze groepen lagereschoolkinderen tussen 8 en 12 jaar?
  • Hoe pas je chaos toe op de lange termijn?
  • Hoe kan ik mijn conclusies delen met DKO docenten woordkunst - drama? 

Doelgroep

Mijn doelgroep is:
Docenten Woodkunst -Drama in het DKO die lesgeven aan lagereschoolkinderen tussen de acht en twaalf in de Vlaamse gemeenschap.

Dankwoord


Dit onderzoek had nooit kunnen plaatsvinden dankzij de inspanningen van vele mensen. Ik bedank ze graag hier, op de welkom pagina, omdat mijn verdiensten ook die van hun zijn. Ik ben ze enorm dankbaar voor hun tijd, energie, kennis en steun. 

 

Ik bedank graag alle docenten woordkunst - drama die ik mocht interviewen en wiens klassen ik mocht observeren: Sielke De Mulder, Lut Bogaert, Katrien De Muynck en Hendrik Eycken.

Ik bedank ook graag mijn studiecoach: Ingemarie Sam voor me heldere en constructieve feedback te geven. Niet alleen over mijn onderzoek, maar ook daarbuiten. 

 

Mijn critical friends, Bob Selderslaghs en Zoë Croegaert wil ik ook van harte bedanken. Ze hebben, met een scherpe blik, heldere feedback en hun optimisme me van dit onderzoek een fijne reis te maken. Dankjewel!

 

Ik bedank ook graag alle sprekers van de Reseach Days. Dankzij hen heb ik nieuwe wegen in kunnen slaan om zo de diepte te verkennen van mijn onderwerp. 

 

Alle docenten van de opleiding Master Kunsteducatie wil ik ook zeer graag bedanken. Ze hebben de route voor een onderzoek helder uitgelegd en me bijgestuurd wanneer dat nodig was.

 

Ik bedank ook graag mijn partner, Lauren De Smet, om al mijn gezaag, frustraties, uitspattingen van blijdschap en vreemde opmerkingen te overleven. Dit onderzoek was het moeilijkste dat ik ooit heb gedaan, en met mij samenleven terwijl ik dat doe is, denk ik, nog moeilijker. Dankjewel voor je geduld!

 

En als laatste bedank ik ook u! U, die dit hele ding heeft gelezen en, eventueel, beoordeeld. Het is geen makkelijke opdracht om dat te doen. Ik hoop dat u iets heeft gelezen waar u van denkt: "Dat wist ik nog niet!" Dat lijkt me fijn. En of dit nu een voldoende is of een onvoldoende is, ik kan u alleen maar bedanken voor de feedback die u zal geven. De enige weg is vooruit en die kan ik bewandelen door u!