FOCUS
Waarop binnen dit thema wil je je gaan richten (het vraagstuk)?
Welke onderzoeksvraag past op dit moment bij je project?
En welke (onderzoeks)vragen heb je nog meer na deze eerste periode?
Ik wil onderzoeken wat voor een band je kunt hebben met het leven en de aarde om je heen, hoe ziet dat eruit? Hoe komt dat tot stand? Wat voor wereldbeeld ligt daaraan ten grondslag? En hier verschillende perspectieven van verzamelen. Zowel over inheemse culturen als bij andere groepen.
Welke context, stakeholders en doelgroep kies je (op dit moment)?
Inheemse culturen, organisaties of personen die werken met de band tussen menselijk en niet menselijk leven.
Welke activiteiten ben je van plan te gaan doen in oktober?
Dit zijn allemaal ideeën voor activiteiten, ik denk niet dat dit allemaal haalbaar is maar ik kan nu aan het begin van een week kiezen waar ik mee aan de slag wil.
-
Placemaking/sensemaking van een locatie
-
Een locatie kiezen en daar eens heel goed gaan luisteren en observeren
-
Technieken proberen om een locatie meer tot leven te brengen, bijvoorbeeld:
-
en soundscape maken, verschillende geluiden opnemen en hoe je hier een gelaagde soundscape van kan maken..
-
Een gevoelssensatie als stromend water of zand,
-
Een gevoelssensatie van een tapijt met verschillende texturen dat er ook uit ziet als een mosgrond of de grond van een bos.
-
Een ritueel ontwerpen met het doel een band te bouwen en deze te testen
-
Tuinieren in mijn eigen tuin en observeren wat dit met mij doet
-
Opzoek gaan naar leermeesters als bijvoorbeeld bij eco-dorp of de metaal kathedraal.
-
Meedoen aan workshops waar inheemse kennis wordt overgedragen
-
Cultural probe: zorgen voor een plant
-
Tekenen/stempelen met aarde of andere kleurstoffen die direct uit de omgeving komen als bietensap of kurkuma. Misschien ook met stempels gemaakt van groente of blaadjes of paddenstoelen. Om aan het denken te zetten over de scheiding/band tussen mens en natuur.
-
Conversation starter met prompt uit wereldbeelden van inheemse culturen die het dominante wereldbeeld uitdagen.
-
Lezen in de boeken die ik heb over inheemse culturen
-
Contact proberen te maken met:
-
Imke Ruigrok, curator van Re-nature Ruigoord
-
Wasjikwa. ‘Wasjikwas is about Indigenous cultural heritage of Suriname.’
-
Een spreker voor de levenden,
-
Ambassade van de noordzee
-
Andere leermeesters
Coaching en leerproces:
Hoe ga je je proces bijhouden en inzichtelijk maken voor je coach en
Coachgroepgenoten?
In research catalogue, daar hou ik bij wat ik heb gedaan en welke stappen ik zet, dit is ook om te delen met andere betrokkenen om hun meer inzicht te bieden.
Ik hou dan voor mezelf in figma op een whiteboard mijn reflecties, notities, ideeën en linkjes bij. Dingen die ik niet per se met anderen hoef te delen.
Wat is voor jou belangrijk in de coaching?
Ik vind het moeilijk om structuur aan te brengen, dus dat is iets waar ik me erg op moet gaan focussen en waar ik ook hulp bij kan gebruiken.
Wat zijn je aandachtspunten per leeruitkomst?
IDOARRT
I - Intentie (Waarom?) Wat is mijn bedoeling voor deze periode? Waarom is deze periode belangrijk voor mij?
-
Lekker op onderzoek uitgaan en dingen leren
-
Deze periode is belangrijk om contacten te leggen, methodes te proberen en perspectieven te verzamelen.
DO - Desired Outcome(s) (Gewenste resultaten) Wat wil ik aan het einde van deze periode bereikt hebben? Hoe weet ik of de periode geslaagd is?
-
Ik wil onderzoeken wat voor een band je kunt hebben met het leven en de aarde om je heen, hoe ziet dat eruit? Hoe komt dat tot stand? Wat voor wereldbeeld ligt daaraan ten grondslag? En hier verschillende perspectieven van verzamelen. Zowel over inheemse culturen als bij andere groepen.
-
De periode is geslaagd als ik voldoe aan de deliverables die beschreven zijn voor dit onderdeel.
A - Agenda / Aanpak
Welke activiteiten en stappen onderneem ik? In welke volgorde ga ik dit doen?
-
Een wat meer gedetailleerde planning voor mezelf maken per week. Welke dingen wil ik doen en wanneer ga ik dat doen? Om beter mijn tijd in te kunnen delen.
-
Een nieuw documentatie plan maken dat aansluit bij mijn plannen voor de planning die ik wil maken
-
Contact zoeken met stakeholders: een spreker voor de levenden, Wasjikwas, ‘Wasjikwas is about Indigenous cultural heritage of Suriname.’ Misschien de ambassade voor de Noordzee.
-
Op zoek gaan naar hoe ik stakeholders kan betrekken bij mijn proces op een wederkerige manier.
-
Aan de slag gaan met de onderzoeken die ik wil doen, zie het lijstje activiteiten dat bij FOCUS beschreven is.
-
Ik heb geen duidelijke volgorde, maar planning en documentatie plan als eerste, die bepalen wanneer de rest komt.
R- Rollen Welke rol(len) neem ik zelf op mij?
-
Communicator, met mijn stakeholders en met de anderen in mijn coachgroepje
-
Sparpartner zijn, met Marieke, Caja en Krista spreken we elke dinsdag en vaak op woensdag af op school om samen te werken en elkaar te coachen.
Welke ondersteuning heb ik van anderen nodig (docent, begeleider, medestudent)?
-
In medestudenten zoek ik spar partners, om het te hebben over dingen maar ook om dingen te testen. En mensen die willen afspreken op hetzelfde moment ergens aan te werken.
-
Docent: kritische vragen stellen, deadlines plannen zou wel goed zijn.
Welke verantwoordelijkheden leg ik bij mezelf vast?
-
Dat als ik vastloop, ik even een moment neem om mezelf te reguleren, en daarna iets nieuws probeer om mezelf weer te laten starten. En niet uren vastgelopen blijven zitten.
-
Lief tegen mezelf praten als het niet lukt.
R – Regels
Welke werkafspraken maak ik met mezelf? Wanneer en waar werk ik?
Hoe voorkom ik afleiding? Welke persoonlijke regels helpen mij gefocust te blijven?
-
Ik werk op school, thuis en in het veld
-
Pomodoro timer gebruiken om op te starten
-
Van tevoren een plan bedenken van wat ik ga doen voordat het moment is dat ik het moet gaan doen.
-
Koptelefoon mee tegen afleiding
-
Snacks en lunch mee als ik ergens ga werken.
-
Ik sta om 9 uur up
-
Ik werk in elk geval maandag tot donderdag overdag
-
Ik maak een planning waar ik me aan probeer te houden
-
Ik vraag om hulp als ik vastloop, hulp nodig heb bij prioriteren of vragen heb.
-
Mensen opzoeken om samen te werken
-
Als ik het even niet meer weet kan ik altijd even gaan lezen
T – Tijd
Hoe lang duurt deze periode en welke belangrijke data zijn er)?
Hoe deel ik mijn tijd in (weken, dagen, uren)?
-
Deze periode duurt 10 weken tot 4 december. Op 1 december presenteer ik mijn onderzoek. Daarna zijn er nog twee weken om de expo te bouwen, de expo is op 18 december
-
Op 11 november is er een tussenstand
-
Ik maak elke week op maandag een planning van dingen die ik wil doen en wanneer ik ze ga doen. Ik maak daarbij ook zo veel mogelijk een plan van wat er gedaan moet worden en formuleer dit in concrete stappen zodat ik aan de slag kan als het moment daar is.