1. Ervaring (motivatie + urgentie) 

Motivatie 

Urgentie

13 oktober 2023

 

Jan Staes had mij aangeraden om Joke Quaghebeur, de directeur van Opendoek, te contacteren. Zij zou het onderwerp waar ik mijn onderzoek mee wilde starten, zeer interessant vinden vertelde hij mij. 


Dus dat deed ik en 13 oktober had ik mijn eerste kennismaking met haar en Opendoek zelf. Zij was meteen enthousiast over het onderwerp "stereotypering" en vertelde dat het noodzakelijk was dat dit bespreekbaar werd gemaakt. Ze vertelde dat ze nog teveel schadelijke stereotypes ziet terugkomen in oudere toneelteksten en dat deze vaak ook niet verwerkt worden naar de tijd van nu. De urgentie van mijn onderzoek was toen duidelijk te voelen als ik haar hoorde spreken.  

Ze wilde dan ook meteen ondersteuning bieden voor het maken van mijn onderzoek. 

Ik wil graag een focusgroep opstarten om samen met verscheidene mensen met verschillende achtergronden en perspectieven in gesprek te kunnen gaan. Zij heeft voor de contacten van die mensen gezocht en zo heb ik een groep kunnen samenstellen. Zo stelde zij een Erwin Jans (dramaturg van het toneelhuis) en een Pol Aryns (Vlaamse toneelauteur) voor. 

Ik wil ook een voorstelling maken die dit onderwerp in de kijker zet. Opendoek kan hierbij zorgen voor gratis theateradvies en coachings. Ze hebben ook geholpen om een oproep (zie hiernaast) te verspreiden om spelers te zoeken die mee willen werken aan de voorstelling. 

Joke vertelde ook dat we die voorstelling kunnen spelen op de theaterdag in Leuven in Opek op 2 maart. Zo hebben we iets om naar toe te werken en kunnen we ons proces delen met andere theatergroepen in de vrije tijd. 

https://www.opendoek.be/over-ons/over-opendoek 

Motivatie 

Het begin: Mijn motivatie

Graag begin ik met een voorbeeld van een situatie die ik heb meegemaakt om een beeld te schetsen wat de drijvende kracht en inspiratie achter dit onderzoek is. Ik zit bij een amateurvereniging waarbij er meestal komedies gespeeld worden. Dit jaar speelden we de komedie “Motie van wanorde” van Ray Cooney. Ik speelde Ellen Tienpont, een secretaresse die vreemdgaat met de Minister van Binnenlandse Zaken. Het viel me op dat dit toneelstuk weinig tot niet respectvol om ging met het beeld van de vrouw. Dit was te merken aan de manier waarop vrouwen werden neergezet, steeds korte kleedjes aan hadden en op hakken liepen. Het stuk, waarvan de originele versie “Out of order” heet, werd in het jaar 1991 geschreven. Ik ben ermee akkoord dat we zulke toneelstukken moeten blijven spelen mits ze herwerkt worden naar de dag van vandaag. Er worden grappen gemaakt over vrouwen die in 2023 gewoonweg niet meer door de beugel kunnen. In de toneelgroep waar ik deel van uitmaakte liepen de vrouwen met regelmaat in lingerie of waren ze zeer schaars gekleed en stonden ze ten dienste van de mannelijke tegenspelers. Mijn personage stond voor de helft van de voorstelling in haar ondergoed en stond symbool als lustobject, meer inhoud had ze niet. Ik had graag mijn eigen draai gegeven aan de rol, maar de regisseur besloot dat hij het originele idee beter vond passen. Ik kon zodoende weinig inbreng geven aan Ellen Tienpont en moest de seksualisering ondergaan. Er was geen ruimte voor een gesprek, want de regisseur had zijn eigen, standvastige visie en daar moest iedereen in mee gaan. Daar kwam ook nog eens bij dat ik Ellen heette in het stuk. Dat maakte het des te onaangenamer voor mij om haar te spelen, want het voelde vaak dat ik mezelf moest spelen door de naam van het personage. Omdat er van mij werd verwacht om weinig kledij te dragen, voelde ik mij zeer onzeker op het podium. Hierdoor was ik niet in staat mijn personage met volle overgave te spelen. Ik voelde mij als vrouw en als actrice niet veilig bij het maken van de scènes. Vaak kwam ik na de repetitie met een slecht gevoel thuis. Ik kon mijn draai maar niet vinden bij het personage en normaal gaat dit vanzelf. Eerst dacht ik dat het gevoel onterecht was, dat ik mij er gewoon over moest zetten en het mij niet te hard aan moest trekken. Maar al snel werd dat gevoel bevestigd door de gesprekken die ik had met andere spelers en regisseurs. Toen ik voor het vak Analyse en Reflectie meer onderzoek deed over dit onderwerp, werden mijn gedachten en gevoelens nog meer bevestigd en wist ik dat ik hier verder mee moest.

Oproep voor spelers

Vorig jaar met het vak Analyse en Reflectie moesten we een spanning zoeken binnen onze praktijk en daar een kartografie en een performance rond maken. Ik heb gekozen om met die negatieve ervaring aan de slag te gaan, omdat ik dit een belangrijk onderwerp vindt en ik wilde onderzoeken wat er toen mis is gelopen. 

 

Hiernaast de kartografie die ik heb gemaakt voor die opdracht. 

 

Hieronder de performance die ik heb gedaan. 

Onderzoeksplan