Camille Henrot – ‘End of me’ (2021), Middelheimmuseum (11 juni – 16 oktober 2022)

 

  • Titel End of Me

 

  • Materiaal Cast bronze, patinated; 3D-printed plastic; jeans, sewn, reinforced

 

  • Afmetingen 230×62×120cm

 

  • Beschrijving  Camille Henrot (Parijs, 1978, leeft en werkt in Berlijn en NYC) wordt erkend als een van de meest invloedrijke figuren in de hedendaagse kunst. Henrot haalt haar inspiratie uit een speels onderzoeksproces en werkt met een waaier van media, waaronder film, tekenen, schilderen, beeldhouwen en installatie. Henrots werk is geïnspireerd door literatuur, rommelmarkten, cartoons, social media, zelfhulp en de alledaagse banaliteit en toont de complexiteit van het leven, van zowel privépersonen als wereldburgers, in een steeds meer geconnecteerde en overprikkelde wereld. 


    Sommige van haar werken zijn onderworpen aan het effect van de technologie, in dit geval het effect van de borstkolfmachine op het postnatale lichaam. Met End of Me (2021) kijkt Henrot naar het transactionele mechanisme van uitwisseling – tussen moeder en kind, maar ook tussen moeder en machine – het toedienen, zogen en afscheiden volgens schema. Henrot beschouwt de vloeibare waarde van moedermelk als ondergewaardeerde, ondergecompenseerde arbeid.


    'End of me' werd gepresenteerd in het Middelheimmuseum in 2022 in het kader van een solotentoonstelling van Camille Henrot: ‘Wet Job’. Hiermee verwijst de kunstenares naar een gelijknamige serie schilderijen en beelden waarin ze de grenzen van het post-partumlichaam aftast, en naar de tegenstrijdige druk en verwachtingen rond de productiviteit van het lichaam. In de context van deze tentoonstelling komen er extra betekenissen bij. ‘Wet Job’ gaat nu ook over zorgende handelingen als wassen of borstvoeden, en zelfs over de vloeibaarheid van identiteit, over leven en verlies, en over de soms ‘knoeierige’ of ‘morsige’ aard van afhankelijkheid.


    De kern van Henrots sculpturale praktijk is een impuls om vormen toe te schrijven aan de ‘tussenstaat’ van het lichaam, in overgang van de ene toestand naar de andere, aan verschuivende identiteiten en innerlijke conflicten. Henrots hybride figuren – noch menselijk, noch dierlijk, noch plantaardig van vorm – verkeren in een staat van voortdurende wording. Ze suggereren steeds dat ze kunnen evolueren of degenereren. Ze lijken te verzinken in hun eigen metafysische tegenstrijdigheid.