Lees hier het rapport dat ik schreef toen ik vast was gelopen, waarmee ik mijn onderzoek op een rijtje heb gezet.
Tijdens de minor liep ik enorm vast. Hierdoor kwam ik erachter dat ik enorm gericht ben op schrijven en dat echt nodig heb om verder te komen.
Straatintimidatie vanuit het perspectief van de stoep
Het is een gemiddelde dag. Er lopen zoals gewoonlijk veel mensen over mij heen. Maar niemand merkt mij op. Ik merk wel iedereen op, maar dat merken zij niet. Ik weet alles wat er gaande is, de nieuwste roddels, nieuws, simpele dingen over het dagelijks leven, etc. Ook minder leuke dingen. Net zag ik iemand achtervolgd en nageroepen worden. Het is vervelend om te zien, maar ik kan niks doen. Andere mensen doen ook niks, terwijl ze dat wel kunnen, of zouden zij ook niks kunnen doen. Moeten we iets doen?
Straatintimidatie vanuit het perspectief van een conducteur
Mijn dienst is nog maar net begonnen of ik zie alweer iets gebeuren. Een jongen wordt lastiggevallen door een aantal andere jongens. Hij krijgt wat scheldwoorden naar zijn hoofd en ze komen steeds wat dichterbij. Als ze mij zien, rennen ze snel weg. Niet dat ik ze iets zou doen, maar ik moet die jongen toch helpen.
Straatintimidatie vanuit het perspectief van een ticketautomaat
Dag en nacht sta ik hier, altijd trouw op dezelfde plek. Mensen drukken op mijn knoppen en halen me leeg om hun trein te kunnen nemen. Net zag ik iets opmerkelijks gebeuren. Er kwam iemand naar me toe. Ik voelde met mijn knoppen dat haar handen trilden. Ze keek constant om zich heen, alsof ze ergens bang voor was. Achter haar stond iemand anders, te dicht op haar. Ze trilde zo erg dat ze misdrukte. Ik wilde haar ticket zo snel mogelijk geven, maar ik ben slechts een automaat.
Straatintimidatie vanuit het perspectief van een stationsklok
Hoog boven het perron hang ik, als een van de velen. De hele dag wordt er naar mij getuurd. Altijd, 24/7 ben ik aan het werk, mijn wijzers blijven maar draaien. Vanaf mijn plek zie ik alles gebeuren: mensen die hun trein niet halen, elkaar begroeten, afscheid nemen, noem het maar op. Vandaag zag ik iets dat mijn routine toch even onderbrak. Een jongen, hij zal rond de 16 jaar zijn geweest, stond op het perron. Twee mannen kwamen naar hem toe, het leek nogal dreigend. De jongen keek bang, en de mannen lachten, maar het was geen vriendelijke lach. Mijn wijzers bleven maar draaien, maar een alarmklok ben ik nu eenmaal niet.
Straatintimidatie vanuit het perspectief van een toegangspoortje
Mensen tikken hun ov-chipkaart tegen mijn scanner en lopen snel door. Soms doe ik mijn werk niet helemaal goed, dan zijn ze gefrustreerd. Net zoals vandaag. Een vrouw ging snel door mijn poortje. Achter haar hoorde ik geschreeuw. Een man roep iets naars en liep achter haar aan. Ik wilde haar beschermen van de man. Maar toen hij zijn ov tegen mij aan hield kon ik niks anders dan mijn geluidje maken en mijn poortje opendoen.
Straatintimidatie vanuit het perspectief van een trein
Ik sta hier, op het perron, als een groot gevaarte om mensen naar hun bestemming te brengen. Zij stappen in, zoeken een plekje en ik breng mezelf in beweging. Maar wat ik net zag gebeurde nog voordat mijn deuren sloten. Een jonge vrouw stapte haastig in, met tranen in haar ogen. Een man bleef op het perron staan, zijn blik vol controle en kwaadheid. Hij bewoog niet, maar zijn aanwezigheid voelde dreigend. Snel sloot ik mijn deuren tussen hen in, en ik voelde haar opluchting in mijn metalen wanden.
Straatintimidatie vanuit het perspectief van een rugzak
Ik ben gewend aan beweging. Bij iedere stap wiebel ik een beetje. Maar het worden flinke schokken als mijn eigenaar zijn trein probeert te halen. Vandaag was het een andere dag. Mijn eigenaar liep sneller dan normaal. Zijn ademhaling was zwaar en hij hield me stevig vast. Achter ons hoorde ik gefluister en gelach, maar het klonk niet zo vrolijk. “Wat loop je snel, vriend” riepen ze. Mijn banden sneden in zijn schouders terwijl hij harder begon te lopen. Ik deed mijn best een schild te zijn en hem af te schermen van de woorden.
Straatintimidatie vanuit het perspectief van een afvalbak.
Ik sta hier stil, met een schuin oog op het station. Mensen gooien van alles naar me toe. Ik vang alles op, maar vandaag wilde ik meer doen. Een vrouw zat dicht bij mij, op een bankje. Ze was bezig met haar telefoon, maar keek steeds naar iets anders. Twee anderen, iets verderop, schreeuwden naar haar. Hun woorden waren als afval in de lucht. Ze kwamen dichterbij en ik zag de vrouw verstijven. Kon ik maar iets doen, naar ze toe rollen, maar ik ben vastgeschroefd in de grond.
Straatintimidatie vanuit het perspectief van een stations piano
Normaal brengen mijn toetsen mensen samen. Reizigers spelen liedjes, soms fout, soms mooi, maar altijd vanuit vreugde. Vandaag bleef een jonge vrouw bij mij staan. Ze sloeg op een paar willekeurige toetsen, haar handen trilden. Verderop stond iemand, haar stem ging door de hal. “Kom eens hier,” riep ze. Ik wilde luider klinken, ze afschrikken met een oorverdovend akkoord. Maar ik ben afhankelijk van de vingers die mij bespelen. Haar vingers werden stiller en mijn klanken dus ook.
Straatintimidatie vanuit het perspectief van een kapotte roltrap
Ik werk niet meer. Kapot, buiten dienst, en dat al weken. Maar dat wil niet zeggen dat ik niets zie. Een groepje jongeren stond op mijn treden, met stoere blikken en luide stemmen. Een oudere man probeerde langs hen naar boven te komen, maar ze lieten hem niet door. Ze lachten en maakten de man belachelijk. Hij gaf het op en liep om. Ik wilde hem helpen. Maar ik bleef staan, ik ben kapot.