Maar wat brengt dit mij?
Vooraf had ik dus verwacht (en aangenomen) dat ik letterlijke beelden voor mij zou zien, een scene als het ware, terwijl ik tijdens het luisteren meer de neiging voelde om de bewegingen van het geluid op papier te zetten.
Ik merk dan ook dat de manier van visuele verbeelding (in mijn gedachten) anders is als ik mijn ogen dicht heb en als ik mijn ogen geopend heb.
Met mijn ogen open lijk ik sneller voltallige beelden voor mij te kunnen zien, terwijl ik met gesloten ogen meer de muziek voor mij zie. In een zekere zin verschijnen en vervagen dan de instrumenten die ik op dat moment in de muziek hoor.
De les van Noelle heeft mij doen beseffen dat het maken van soundscapes een prima valide embodied research method is.
In plaats van visuele verbeelding te geven aan herinneringen (ofwel van mij, ofwel van mensen die ik spreek, ofwel "kunstmatige" herinneringen op basis van culturere nostalgie en haar associaties), kan ik ook proberen om een omgeving/reis te creeeren die zo goed mogelijk aansluit op de herinnering die ik wil weergeven.
Idealiter zou ik bij deze soundscape een setting bouwen waarbij een persoon al lopend deze geluiden in zich opneemt. Misschien met bepaalde geuren van natte bladeren of auto's. Het zou al helemaal vet zijn als of de persoon meeloopt met het ritme van de soundscape, of dat de soundscape zich aanpast aan het ritme van de persoon die loopt.
Bij het bedenken wat ik voor embodied research kon doen, had ik al vrij snel de aanname gemaakt dat ik heel sterk een visueel beeld (en bijbehorende geur) tot mij krijg, als ik een bepaald nummer luister (vooral met Vaporwave).
Vanuit deze aanname had ik bedacht om te proberen deze beelden op papier te krijgen. Ik wilde hiermee wel mijn zicht uitschakelen, om te voorkomen dat ik teveel ga nadenken over hoe het eruit ziet.
Dit betekent dat ik geblinddoekt mijn beelden wil tekenen, en dat de kleuren die ik nodig heb, mij worden toegereikt.
Op deze manier heb ik blind 3 halve albums geluisterd.
(News at 11, Sunday Television, Hireath. Allemaal van 猫 シ Corp. (Jornt Elzinga))
Als je een cassette opent en ontleedt, kan je met zo'n 30-50 cm aan tape een 'tape-loop' maken. Zodra je deze afspeelt, zal het datzelfde stukje tape herhalen.
Als je vervolgens de route van de tape manipuleert om langs bijvoorbeeld schuurpapier te gaan (of mesjes), zal het door het afspelen langzaam vergaan. Indien je dit dan weer opneemt, heb je een disintegration loop te pakken.
Op papier heel simpel; in de praktijk zeer tijdrovend.
Zo duurde het mij een heel weekend om uiteindelijk een werkende tape-loop te maken met de beperkte materialen die ik had.
Om deze tape-loop ook disintegrating te maken, is iets wat mij nog niet is gelukt. Ik had spoeltjes geprint (met de 3d printer) en daar schuurpapier op geplakt, in de hoop dat de tape hieraan zou schuren.
In de praktijk kwam de tape er wel langs, maar was er te weinig wrijving om te schuren. Logisch, want teveel tension vermindert de speelbaarheid van de tape (komt sneller strak te zitten waardoor de cassettespeler afslaat). Een open tape loop zou dit probleem kunnen verhelpen.
Ik heb zelf gemerkt dat er veel meer inhoud ontstaat bij de herinnering, die ik zonder de soundscape niet direct voor mij zou zien.
Ik ben al lange tijd geinspireerd door de Disintegration Loops van William Basinski, en het verhaal erachter. Toen het vervolgens ook in de les van Noelle voorbij kwam, zag ik mijn kans rijk om mijn eigen disintegration loop te maken.
Ik heb veel muziek die ik maak/genereer voor Het Weerkanaal, en die zijn al in een zekere zin toegespitst op content dat een 90s vibe moet hebben. Uitermate geschikt om een loop in te zoeken, en deze op een casette te zetten.
Ik wilde erachter komen in hoeverre geuren een fysieke reactie kunnen uitlokken bij mij, en of er herinneringen naar boven komen die ik niet van mijzelf zou kunnen bedenken.
Ik vermoed namelijk dat het her-oproepen van (nostalgische) herinneringen zorgt voor de sterkste reactie. Immers ben je dan je eigen propagator van nostalgische gevoelens.
Unicura handzeep - Een frisse geur die direct aan mijn oma doet denken. Zij had altijd deze zeep (of eentje die er op lijkt). Ik weet het niet zeker, omdat zij altijd een hervulbare zeeppomp had. Deze was van een gespikkeld wit/grijs kunststof, met allemaal bultjes erin. Ik vond het altijd een heel steriel gevoel hebben in combinatie met de geur.
De Unicura variant die ik ruik heeft paarse accenten op de verpakking, en ik vind dat ook wel bij de geur passen.
Oude boeken - Ik heb thuis geen boeken gevonden die zo’n typische vergeelde (haast vanille) geur hebben. In de kringloopwinkel heb ik wel boeken gevonden die deze geur dragen. De geur associeer ik zelf eigenlijk direct met behang, en oude huizen met behang. Misschien associeer ik de geur te veel met de kleur geel, in de breedste opzicht.
Gemalen koffie - De geur zou ik omschrijven als pittig en aardig (earthy). Ik krijg er niet meteen een nostalgisch gevoel bij.
Waskrijt - Ik moet bij de geur van waskrijt vaak denken aan een specifieke herinnering waarin ik met waskrijt tekende. Ergens in de eerste helft van mijn basisschool-tijd, bij een soort theater? Ik vermoed op het park van Duinrell. De geur is haast beton-achtig. Het waarborgt voor mij een persoonlijke nostalgie.
Lucifer (gebrand) - De geur is erg herkenbaar. Een scherpe rokerige geur, met een verkoolde warme nasleep. Ik associeer het zelf niet zo zeer met nostalgie, maar ik kan mij goed voorstellen dat iemand op leeftijd dat wel zal hebben. Hoewel ik de geur by proxy wel zou kunnen associeren met nostalgie, omdat het onderdeel is van de geur van een kerk (wierook, kaarsen, lucifers), en dat heeft wel een kern van nostalgische gevoelens voor mij.
Krijt - Moeilijk om deze geur te omschrijven. Een hele droge, stoffige geur. Veel associaties krijg ik hiermee, die in de kern wel nostalgisch zijn, maar minder snel die directe fysieke feedback geven. Ik moet denken aan de krijtborden van de basisschool, en dan met name de vegers. Die stoffen vegers met gleuven erin. Ook moet ik denken aan stoepkrijten. Het gevoel van de warme stoeptegels, en ook de geur van warme stoeptegels. Het gevoel van krijt onder je nagels, en in je neus.
Zonnebrand - Ik vind de geur zelf niet prettig, ik heb er een soort aversie voor. Maar ik waan mij, zonder uitzondering, altijd op het strand van Noordwijk als ik zonnebrand ruik. Vroeger met de familie, in tienerjaren met je vrienden. Als ik zonnebrand ruik (en er dus aan denk), moet ik ook standaard denken aan after-sun, wat (bij ons) meestal in een groen-blauwige fles kwam.
Elastiekjes - Die platte brede rubberen elastieken hebben ook een hele typische geur (vind ik). Een beetje rubberig, latex, chemisch, karton. Vroeger (toen ik in een kringloopwinkel werkte) groef ik met mijn handen altijd in dozen met deze elastieken, en ik maakte er grote ballen van. Tot ik een allergie ontwikkelde (?) voor de poeder die op deze elastieken zit.
Play-Doh - Een chemisch, soort zoete geur, die zowel droog als nat ruikt. Vanuit historisch/culturele nostalgie roept dit zeker nostalgie in mij op, maar in mijn beleving heb ik er geen persoonlijke nostalgie mee.
Nootmuskaat - Misschien wel algemeen de meest nostalgische geur tot nu toe, veel mensen hebben een nostalgische waarde kleven aan nootmuskaat. Ikzelf vind het een intrinsieke geur, gelaagd. Het is kruidig, haast scherp, droog, houterig? Ook met nootmuskaat moet ik direct aan mijn oma denken. Jaarlijks soep eten met de hele familie bij opa en oma, op nieuwjaarsdag. Nootmuskaat is voor mij ook specifiek verbonden met sperziebonen en snijbonen. Dat is hoe het werd gegeten bij ons thuis.
Knoflookpoeder - Mijn moeder kookte altijd met veel knoflook (vers en als poeder). Voor mij zit er wel een stukje persoonlijke nostalgie aan verbonden. Zo zijn er wel meer gerechten of ingredienten die mij doen denken aan wat mijn moeder vroeger kookte.
Melk-rietjes - Je ruikt plastic en je ruikt het type zoete geur dat harde snoepjes met een glans hebben? Jawbreakers? Het is niet een sterke geur. Maar de associaties bij dit product zijn wel sterk.
Vers brood - Dit valt nog onder te verdelen in verschillende soorten broden. Vers gebakken wit brood bij een bakker, met een warme, toastige boterige geur. Ik moet hierbij vaak denken aan hoe ik elke vrijdagmiddag met moeder gevlochten brood ging halen bij de lokale bakker op zee. (Het was er alleen die dag). Dat rook altijd zo vol en zoet. Dit is echter een distinctief andere geur dan bijvoorbeeld Turks brood, Pools brood, of bruin/meergranenbrood.
Ik besloot om items te verzamelen in en om huis, deels op basis van typische herinneringen (dagje strand, buitenspelen etc.), en wat ik inschatte dat het zo'n typische geur heeft dat het wel een reactie zou ontketenen.
Geur is belangrijk voor nostalgie. Dit komt door het zogeheten Proust effect; het effect waarbij herinneringen of emoties bij een ervaring zoals geur en smaak onverwacht bij je naar boven komen.
Door het onderzoek heen heb ik veel olfactorische herinneringen ervaren, en veel gehoord van andere mensen.
De geur van nootmuskaat is bijvoorbeeld voor velen echt een nostalgische geur.
Of wat dacht je van de geur van een metalen glijbaan op een warme zomerdag?
Of de geur van roosvicee siroop.
Het valt mij op, dat als ik aan de geuren denk, dat ik er vaak een kleurenassociatie bij heb. Ook veeluit vanuit de letterlijke kleur van het product, of verwanten
(nootmuskaat = bruin, oude boeken/vervallen behang = geel, schoolkrijt = groen (van het schoolbord etc.)
Kleuren worden sowieso al geassocieerd met bepaalde emoties, maar wat mij betreft ook met verschillende geursoorten.
Bijvoorbeeld bij wit verwacht je geen zware geur, maar juist iets licht, eventueel steriel, of anders fris.
Geurkaarsen zijn een goed voorbeeld van dit fenomeen.
Toch berust dit zich niet per se op nostalgie, hij heeft meer een aangeboren en aangeleerde passie voor C1000. Mijn vragen met betrekking tot nostalgie kregen dan ook veelal een kort antwoord.
Kort voorbeeld; ik heb een hele kernmerkende geur als herinnering bij de supermarkt Digros (heden: Dirk van der Broek). In mijn herinnering trof ik deze geur in meerdere filialen. Ik meen zelfs dat deze geur nu nog bestaat. Ik vind het alleen enorm moeilijk om te omschrijven. -- Ik vroeg Gerard of hij zo'n zelfde geur-associatie had met de C1000, waarop hij antwoordde "neuh". Na wat porren kwam hij dan wel met "ik denk dan misschien de geur van de bakker, want die ovens stonden altijd aan". Valide, maar niet waar ik op had gehoopt. Ik vulde aan dat de geur van appeltaart ook wel een gevoel van warmte heeft, en daar was hij het opzich wel mee eens. - Het is ietwat oppervlakkig.
Gerard heeft enorm veel interne documentatie van C1000 (en Spar supermarkt), en ik mocht daar allemaal in kijken.
Ook had hij krantjes en advertenties vanaf ~1920.
Er is ook een zolder in het C1000 museum met dus een blikkenverzameling, oude grootgrutter artikelen, en interne documenten van C1000. Daar kwam ik deze Bambix blik tegen.
Het zien van deze blik heeft de sterkste (nostalgische) reactie uitgelokt bij mij gedurende dit bezoek, en misschien wel deze hele minor. Echt alsof je een klap in je gezicht krijgt aan nostalgie en herinneringen.
Dit is een blik (voor babypap?) die wij vroeger thuis hadden, toen ik nog een dreumes was. Ik vermoed dat dit een van de (al dan niet de) eerste objecten is - in mijn leven - die ergens diep in mijn herinneringen verstopt zit. Het is dan ook voor het eerst in ruim 20 jaar dat ik 'm weer zie.
Hierdoor kreeg ik wel het besef dat nosralgie waarschijnlijk het sterkst een reactie uitlokt als het om persoonlijke nostalgie gaat. Dan bedoel ik niet een gezamelijk-persoonlijke nostalgie (naar het strand gaan bijv), maar een persoonlijke nostalgie die rust op zo'n specifiek object/geur/moment.
En ik weet wel van de melkboer af van vroeger, maar dat voelt als een andere dienstverlening dan een grutter als De Spar die al je boodschappen gratis thuis bezorgd.
Eens in de 15-30 minuten hoor je vanuit de andere kant van de stal "KASSA 3 is GEOPEND". Ze willen dan ook eigenlijk dat er werkelijk mensen langskomen, lege verpakkingen pakken en op de (werkende) lopende band leggen. De jongen doet dan de producten 'scannen', en ik kan dan vervolgens met 'pin' betalen (door een visitiekaartje in de pinapparaat te stoppen en geluidjes te maken).
Gerard had op zijn 12e al een krantenwijkje. Hij bezorgde folders, en deze moest hij thuis zelf eerst nog in elkaar vouwen alvorens hij deze langsbracht. Hier ontstond de eerste verbinding met C1000, want de C1000 folders waren extra groot, en dus handig om de andere folders in te vouwen.
Hij kwam al gauw bij de C1000 terecht op de emballageband (...) en het werd een soort 'inside joke' om allemaal C1000 troep aan Gerard te geven; oude promotieschotten, sjaals, spandoeken, vanalles.
Ik heb mijn ogen uitgekeken, en veel foto's gemaakt.
Het stond mij vrij om te doen wat ik wilde. En dat gevoel van vrijheid heerst daar sowieso wel. Het voelt als een soort buurthuis aan. Een zeflde soort gevoel als een kringloop kan hebben. Een plek waar men samenkomt.
Zo vergaarde hij zonder al te veel moeite al snel een verzameling met C1000 gerelateerde artikelen. En deze bewaarde hij ook, al helemaal toen er op een gegeven moment bekend werd dat C1000 er mee zou stoppen.
Hij zocht en kwam in contact met veel C1000 managers. Gerard kreeg een lijst met spullen die weggingen, en hij mocht aanwijzen wat hij wilde overnemen.
Zo groeide zijn verzameling alsmaar.
Enkele jaren geleden heeft hij een oude koeienstal opgekocht, en deze is omgebouwd tot het C1000 museum zoals die nu staat.
Het C1000 museum, opgezet door Gerard, als passieproject, is nu om en nabij een jaar open. Met uitzondering van schoolvakanties, is dit museum alleen op zondagen geopend.
Ik benaderde Gerard eerst via de contactformulier op zijn website. Binnen een paar uur had ik een mail terug ontvangen met het verzoek of ik wilde bellen.
Na meermaals telefonisch contact, en onverhoopt uitstel, kon ik eindelijk langskomen. Ik zou opgehaald worden door zijn vriendin op station Nijverdal, en zijn moeder zou mij aan het eind van de dag weer afdroppen bij ditzelfde station. Dat an sich draagt al een gevoel van genegenheid en familie met zich mee.
Ik kwam een stuk voor openingstijd aan zodat ik eerst wat vragen kon stellen, en kon horen hoe dit allemaal was ontstaan.
Ik wilde erachter komen wat de reden was voor Gerard om dit op te zetten. Hoe ervaart hij nostalgie? Waarom komen mensen naar dit museum toe? Hoe reageer ik zelf op zo'n omgeving? Kom ik dingen tegen die mij echt achterover doen slaan? Neemt de nostalgie-gehalte toe of af (voor Gerard)?
Hoewel ik al deze vragen had, wilde ik er wel open ingaan, in de zin van dat ik het gesprek niet constant dezelfde hoek in blijf duwen. Vragen die ik echt wilde stellen heb ik over de gehele dag verspreid.
Dit bleek toevallig een van de drukste dagen te zijn achteraf gezien. Er kwam een groep volwassenen, die kregen een tour van Gerard.
Ook kwam er een groep studenten langs met allemaal (wat leek op) een C1000 bingo kaart.
Ook kwamen er 2 studenten (niet op afspraak zoals ik), die hiernaartoe waren gekomen voor een filmopdracht, en zij hadden deze locatie gekozen wegens de hoge nostalgie-gehalte.
Maar waar ik mij het meest over fascineerde, is dat er meerdere kinderen (leeftijd rond 10-12 jaar) langskwamen die dag. Hoe ouders op een zondag hun kind meenemen naar een binnenspeeltuin, worden deze ouders meegesleurd naar het C1000 museum.
Gerard heeft veel lege verpakkingen (veel sigarettenpakjes grappig genoeg) waar de kinderen mee kunnen spelen. Ze spelen dan ook supermarktje in het echt, ze maken filmpjes met elkaar, en zijn zo een paar uur zoet. Een van deze kinderen had zelfs een zelfgemaakt shirt met een C1000 logo erop. Deze kinderen zijn fan van een supermarkt die al niet meer bestond op het moment dat zij konden lopen.
Later op de dag kwam er nog een andere jongen, waarvan Gerard hem toelaat om oude laptops te checken. Deze jongen neemt dan zijn eigen adapters en andere elektronica mee, en zit daar dan 20+ jaar oude laptops te testen. Ik vond dat zo leuk! Ik zie in een zekere zin mijzelf daar zitten. Zo heb ik makkelijk een uur samen met deze jongen oude elektronica uitgezocht en een beetje gepraat.
Ik besef me dat het eigenlijk buitengewoon is dat je zo'n ervaring in een supermarkt-omgeving kan hebben. In een normale supermarkt kan je namelijk niet spelen, gooien met producten, rennen met karren etc.