Van Oistrach tot het Jerusalem Quartet: onvermijdelijk afhankelijk?
(last edited: 2024)
author(s): Diana Fakour Chalati
This exposition is in progress and its share status is: visible to all.
Van Oistrach tot het Jerusalem Quartet: onvermijdelijk afhankelijk?
Inleiding
Het onafhankelijke imago van muzikanten staat tot op de dag van vandaag onder druk. Tegenwoordig worden ze omringd door talrijke petities en berichten op sociale media, die benadrukken dat musici onafhankelijk opereren en niets met politiek te maken hebben. Op het eerste gezicht lijkt dit waar, aangezien je naar een concert komt om naar de muziek te luisteren. Dieper graven onthult echter een herhalend patroon. Het gebruik van musici als culturele mascottes is namelijk niets nieuws.
Landen zoals de Sovjet-Unie zetten muzikanten zoals Oistrach en Rostropovich in om het imago van de Sovjet-burger te verbeteren. Dit verschijnsel blijkt veel universeler te zijn dan gedacht en is niet beperkt tot de Noordelijke Beer. Daarom is het belangrijk om licht te werpen op hedendaagse controverses, met een nadruk op het Jerusalem Quartet.
Daarbij rijst de volgende vraag: In hoeverre opereert het Jerusalem Quartet onafhankelijk, zoals vaak wordt beweerd en is er een verband te trekken met vergelijkbare historische gebeurtenissen?
Dit betoog zal de focus leggen op de partijdigheid van muzikanten op zichzelf en niet op de morele opvatting die muzikanten naar mijn mening zouden moeten hebben. Het is aan de musici zelf om te beslissen of ze hun meningen uiten en welke afwegingen zij maken. Allereerst zullen de recente gebeurtenissen worden belicht waarbij het Jerusalem Quartet betrokken is geweest. Vervolgens zal de houding van het Jerusalem Quartet worden uiteengezet, met het oog op verschillende claims en inherent politieke gedragingen. Daarna zal er aandacht worden besteed aan historische gebeurtenissen waarin het fenomeen van cultureel ambassadeurschap zich heeft voorgedaan. Tot slot zal de hoofdvraag worden beantwoord, waarbij alle argumenten worden overzien.
Incident Concertgebouw
Zoals wellicht al bekend is, zouden de concerten die het Jerusalem Quartet zou geven, worden geannuleerd vanwege serieuze veiligheidsoverwegingen. Amsterdam is tegenwoordig de plek waar de grootste demonstraties plaatsvinden en waar de steun voor Palestijnse belangen het meest nadrukkelijk wordt geuit, soms gepaard gaand met geweld. Vanwege internationale druk is er uiteindelijk toch een concert georganiseerd. De internationale gemeenschap reageerde op sociale media voornamelijk met het standpunt dat dit 'antisemitisme' zou zijn en dat het ingaat tegen de vrijheid van expressie die het kwartet zou moeten genieten.
Vrijheid van expressie, inclusief artistieke vrijheid, valt onder de vrijheid van meningsuiting, zoals vastgelegd in artikel 10 lid 1 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Deze vrijheid kan echter worden beperkt en is dus niet absoluut. Beperkingen kunnen worden opgelegd in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid. Het was aan het Concertgebouw om dit wetsartikel te interpreteren in de context van de huidige situatie en te beslissen dat de artistieke vrijheid van de muzikanten mogelijk beperkt zou kunnen worden.
Het argument van 'antisemitisme' vervalt vanuit twee perspectieven. Ten eerste is de beslissing gebaseerd op veiligheidsredenen en een afweging gezien de omstandigheden in Amsterdam. Daarnaast zijn de boycots tegen het Jerusalem Quartet niet gebaseerd op haat jegens Semieten, maar op het afwijzen van de nationalistische zionistische beweging. Het verschil ligt, indien dat nog niet duidelijk was, in het feit dat antizionisme de afwijzing inhoudt van het Israëlische beleid om zichzelf als staat te vestigen en daarmee gebieden te bezetten, terwijl het niet gericht is tegen het Joodse geloof of de Joodse bevolking als geheel.
Houding van het Jerusalem Quartet
Veel mensen halen vaak het argument van 'onafhankelijkheid' aan. Een groot bewijs tegen deze onafhankelijkheid van politieke mening is het gele lintje dat de leden van het kwartet droegen tijdens het concert in het Concertgebouw, wat symbool staat voor het terugbrengen van de Israëlische gegijzelden. Daarnaast hebben alle leden hun dienstplicht vervuld in de Israëlische Defensiemacht (IDF), wat elke Israëlische jongvolwassene moet doen. Ondanks deze feiten blijven de leden van het Jerusalem Quartet tijdens verschillende boycots en protesten volhouden dat ze de staat Israël op geen enkele manier vertegenwoordigen. Overigens spelen ze ook in het West-Eastern Divan Orchestra, een orkest dat de Arabische en Israëlische muzikanten verbindt. Deze is opgericht door Daniël Barenboim, die zowel een Palestijnse als een Israëlische nationaliteit bezit.
Het is belangrijk om licht te werpen op de mogelijke verbanden tussen de overheid en het kwartet. Enkele jaren geleden deed zich een incident voor bij de Wigmore Hall in Londen, waarop de kamermuziekgroep een verklaring uitbracht: ‘We are Israeli citizens, but have no connection with or patronage by the Government’. Deze uitspraak is niet accuraat, aangezien het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken als sponsor en cosponsor heeft gefungeerd voor het kwartet tijdens de Europese Tour van 2005-2006 en een tour in de Verenigde Staten van 2007-2008. De groep werd ook gedeeltelijk gesponsord tijdens een tour door Australië.
Deze steun heeft geleid tot de perceptie dat het kwartet nauw verweven is met de Israëlische regering en haar beleid. Ook heeft het kwartet deelgenomen aan het 60-jarige jubileum van het bestaan van Israël, waarbij Barenboim niet kwam opdagen vanwege de heersende onderdrukking van de Palestijnen. Daarnaast werd het kwartet opgericht onder bescherming van het Jerusalem Music Centre en de America-Israel Cultural Foundation, die hun studies financierden. De site van dit fonds bevat het volgende citaat: ‘For over eighty years, AICF has continued to build Israel’s cultural infrastructure and its name has become synonymous with culture in Israel’. In 2006 vertelde cellist Kyril Zlotnikov aan de Australische media dat ze verheugd waren om te worden beschouwd als ‘de beste ambassadeurs van Israël’. Deze argumenten wijzen erop dat de groep dient als culturele ambassadeur van Israël, een rol die op zichzelf geen kwaad kan. Het is echter van cruciaal belang om hier transparant over te zijn. Cultureel ambassadeurschap is immers een bekend fenomeen in de geschiedenis.
Een herhalend fenomeen
De getalenteerde muzikanten van het Jerusalem Quartet zijn niet de enige musici die vrijwel niet van politiek kunnen worden gescheiden. In de Sovjet-Unie waren musici sterk onderhevig aan de invloed van de overheid, of ze dat nu wilden of niet. Tot 1929 was er sprake van artistieke vrijheid, maar daarna brak een tijdperk aan van anti-modernisme, anti-westers sentiment, anti-klassieke en anti-jazz muziek. Stalin zag kunst als dienstbaar aan de samenleving, waardoor Loenatsjarski, voormalig minister van Cultuur, aan de kant werd geschoven.
De Sovjet-Unie streefde ernaar de grootsheid en pracht van het land te representeren in alle kunstvormen, waardoor de onafhankelijkheid tussen musici en overheid noodzakelijkerwijs werd aangetast. Dit wordt weerspiegeld in musici zoals David Oistrach, Mstislav Rostropovich, Leonid Kogan en vele anderen.
Oistrach voerde werken uit van de Joodse componist Felix Mendelssohn in het Derde Rijk van Berlijn en weigerde de Joodse emigratie naar Israël te veroordelen. Hij gebruikte muziek als een vorm van verzet tegen autoritaire controle en politieke onderdrukking. Dit toont weer aan dat muziek en politiek vaak verweven zijn. Oistrach gebruikte muziek als een krachtig statement, iets wat tijdloos blijkt te zijn. Hieruit blijkt dat het fenomeen van musici als culturele mascottes niet beperkt is tot specifieke geografische locaties of historische periodes, maar eerder een universeel patroon dat zich door de geschiedenis heen herhaalt.
Conclusie
In deze analyse is een diepgaande verkenning gemaakt van de relatie tussen muzikanten, politiek en cultureel ambassadeurschap, met speciale aandacht voor het Jerusalem Quartet. Vanuit een historisch perspectief heb ik benadrukt hoe musici zoals David Oistrach in het Sovjet-tijdperk en het Jerusalem Quartet in de hedendaagse context worden beïnvloed door de politiek en culturele belangen.
De complexiteit van de spanningen die zich sinds de jaren dertig in de Levant-regio voordoen, laat met zich meebrengen dat er foutieve argumenten ontstaan rondom het publiek, die belangrijk zijn om op te helderen. Ook zijn de tegenstrijdige standpunten en argumenten van het Jerusalem Quartet belicht. Het is duidelijk geworden dat het ideaal van volledige onafhankelijkheid voor musici vaak een illusie is, omdat politieke en maatschappelijke druk hen altijd omringen.
Het betoog benadrukt het belang van transparantie over de politieke en culturele implicaties van de activiteiten van musici. Hoewel cultureel ambassadeurschap op zichzelf niet verkeerd is, moeten musici zich bewust zijn van de invloed die ze uitoefenen en transparant zijn over hun banden met overheden en politieke entiteiten, om een eerlijk dialoog te kunnen voeren met het publiek.
De beweerde onafhankelijkheid van het Jerusalem Quartet staat op losse schroeven. De aangevoerde argumenten laten blijken dat het idee van 'muziek los van politiek' slechts een romantisch idee is. De historische gebeurtenissen uit het Sovjet-tijdperk hebben deze opvatting verder versterkt.
Het is van belang om deze nuances te erkennen, maar ook om ze los te laten tijdens het onverstoord genieten van kunst.
Literatuurlijst
Bray 2010
E. Bray, ‘The Jerusalem Quartet: Should classical music really be a legitimate target for political demonstration?’, The Independent 1 april 2010.
Quinn 2010
B. Quinn, ‘Jerusalem Quartet Draws Discordant Note in Britain’, Forward 14 april 2010.
Wimborne-Idrissi 2014
N. Wimborne-Idrissi, ‘Boycotting beauty - the Jerusalem Quartet’, Middle East Monitor 27 januari 2014.
Yuzefovich 2008
V. Yuzefovich, ‘The David Oistrakh Centenary: What Did Oistrakh’s Violin Sing About?’, Wilson Center 16 december 2008.