Interviews met Jarno en Esmay

Interview met Jarno

Mijn buurman Jarno tuiniert veel in onze gezamelijke tuin, en heeft verstand van de planten die er groeien. Hij verzorgt momenteel ook de compostbakken die we hebben, een ideaal persoon die mijn meer kan vertellen over het bodemleven rondom mijn huis. Hier zijn de belangrijkste bevindingen uit het interview:

 

Op de grond waar mijn huis op staat, lag voorheen een parkeerplaats. Die heeft daar gelegen voor zo'n 60 jaar. Daardoor is het bodemleven helemaal verdwenen, er zaten ook bijna geen regenwormen in de grond. 

 

Toen we er kwamen wonen heeft de buurt en gemeente veel moeite gedaan om de grond te herstellen.

 

Er kwamen melden op, die de grond herstelden. Momenteel is de grond al veel meer levendig dan voorheen. Er zitten nu wel veel regenwormen in de grond.

 

De eindconclusie is dat een bodem wel volledig uitsterft als er een grote plak asfalt oplicht, maar niet als het een wijk is met tuintjes met planten etc. Dan heeft de regenworm genoeg mogelijkheden om te floreren.

Interview met Esmay

Esmay maakt kunst wat te maken heeft met insecten en andere kleine dieren zoals regenwormen. Ik vond dat interessant, en vroeg me af wat haar daaraan aanspreekt. Ik heb haar hierover geïnterviewd.

 

Esmay maakt kunst vanuit het gevoel van hoe het zou zijn om dat insect te zijn:

‘’Bijvoorbeeld een slak die zich in zijn huisje terugtrekt, dat zou ik ook willen kunnen, als je je ongemakkelijk voelt.’’

 

De inspiratie voor het maken van haar werk haalt ze uit dat ze veel met haar hond wandelt en daardoor veel insecten etc. tegenkomt. Maar ook doordat ze zich zelf kwetsbaar voelt, en insecten om zich heen ziet. De insecten die ze dan ziet herkent ze dan, ze voelt zich ook zo als de insecten. Ze vind insecten mooi, en vooral dat ze klein zijn en bijna niet opvallen.

Zelf voelt ze zich ook wel ongemakkelijk en/of kwetsbaar, omringd door grote dingen die dreigend kunnen overkomen. Ze is zelf ook niet zo lang en voor insecten is alles nog veel groter. Maar insecten hebben wel heel handige tools om zichzelf te kunnen beschermen: wegvliegen, heel diep onder de grond kruipen etc.

Vroeger schilderde ze veel vanuit haar hoofd maar nu wil ze het liever realistischer gaan schilderen, ze is een beetje zoekende daarin. Ook in de kunstvorm wil ze ook dingen anders gaan doen: niet meer zo groot werken en meer illustraties maken.

Het welzijn van insecten is voor haar belangrijk, maar dat is niet perse de reden waarom ze deze kunstwerken maakt. Ze maakt het vanuit het idee dat ze zich heel erg hetzelfde voelt als die insecten.

 

Op het einde vroeg ik haar over hoe ze dacht dat een regenworm zich zou voelen in een grote drukke stad, waarop ze antwoordde: 

‘’Ik denk best wel in de war misschien. Regenwormen leven op de tast en reageren op trilling. Ze kunnen zich daar vast op aanpassen. Maar als ik een worm zou zijn zou ik het liefst in een natte grond zitten met een beetje bladeren.’’

‘’Als ik kunst zou maken van wormen zou ik iets doen met de gangen die ze maken, een soort gedachte gangen’’

‘’Het is ook bijzonder om te zien dat als ik lesgeef op een basisschool, en we een tegel optillen, er ook vaak leven zit onder de tegel. Ookal zijn het vaak schoolpleinen die erg versteend zijn. Of dat er viooltjes tussen de tegels groeien.’’