Mijn eerste regenworm huisdier heette Aard, en woonde in een plastic bakje. Daar had ik compost ingedaan, koffiedik en een aantal bladeren. Op het internet had ik gelezen dat dit een goede manier was om een wormenbak te maken.
Mijn directe omgeving keer er niet raar van op dat ik ineens een regenworm als huisdier had. Soms stelde ze zelfs vragen van hoe het met Aard ging. Zelf vond ik het best wel moeilijk om een regenworm als huisdier te hebben: ik wist niet goed hoe ik voor een regenworm moest zorgen, en soms vergat ik zelfs dat Aard er was (sorry Aard). Ik kon me dus niet zo goed hechten aan Aard. het blijkt moeilijk te zijn om Affectie te zoeken met een regenworm: meestal zit ie ergens in de aarde verstopt en kan je hem niet vinden. En als je hem vind, is het heel moeilijk om hem te aaien want daar is ie veel te klein voor. Maar het was wel leuk om hem over mijn hand te laten kruipen en ik heb zelfs kleine regenworm speeltoestellen gemaakt waar hij op kon klimmen.
Als ik mensen vertelde over Aard en dat ik een regenworm als huisdier had, vonden ze dat grappig. En toen ik mijn moeder vroeg of er ook regenworm yoga bestaat, zei ze: ''Vast wel, je bent niet de enige gek.''
Overigens hebben we het er nog een kleine discussie gehad over of regenwormen wel geschikt zijn als huisider of niet. Mijn moeder vond van niet, je kan je er zo moeilijk aan binden. Ik probeerde stellig vol te houden dat je je best kan binden aan een regenworm en het dus best een leuk huisdier kan zijn.
Helaas liep het experiment niet goed af: op een dag zocht ik naar Aard in het bakje, maar kon het beestje nergens vinden. Ik denk dat hij uit het bakje is gekropen. Ik heb een vermist poster gemaakt: hoe zouden mensen daarop reageren?
De poster leek op een typische vermist poster voor een kat. Mijn moeder moest er wel om lachen. Ze had het ook laten zien aan haar cursisten en zij vonden het ook grappig. Niemand nam het dus echt serieus, of bood aan om me te helpen zoeken. Dat begrijp ik natuurlijk goed, want het is voor ons erg lastig om regenwormen van elkaar te onderscheiden. Uit mijn ervaring reageren mensen toch wel heel anders op een vermist poster voor een regenworm dan voor een kat. Toen een kennis van ons haar kat kwijt was, vonden we dat allemaal heel erg en we gingen zelfs naar de kat zoeken. Zo'n situatie kan ik me echt niet voorstellen bij regenworm Aard.
Mijn vrienden vonden de poster bijzonder en zeiden tegen me dat ik Aard echt nooit meer terug zou vinden. Ik denk dat ze me wel een beetje naïef vonden omdat ik dacht dat ze poster wel zou werken.
Tot op de dag van vandaag is Aard nogsteeds niet gevonden. Ik vrees dat hij is overleden...
De resultaten/conclusie
In het breaching experiment heb ik ontdekt dat mensen het niet bijzonder raar vinden als je een regenworm als huisdier neemt, maar wel ongebruikelijk. mensen kunnen erom lachen en nemen het niet al te serieus. Maar ik heb ook gemerkt dat als ik het serieus nam, mijn omgevind dat ook deed. Soms vroeg mijn moeder of ik de worm wel goed verzorgde, of hoe het ermee ging. En toen Graaf Graver dood was, nam mijn moeder dat serieus.
Om de vermist poster kon ook iedereen wel lachen. Er was niemand die me oprecht vroeg om te helpen met zoeken.
Zelf heb ik ontdekt dat het echt moeilijk is om een regenworm voor langere tijd als huisdier te nemen. Bij mij ging het niet erg goed... Ik heb ook niet zoveel affectie voor de wormen gevoeld als voor andere huisdieren. Het was toch op een manier wel leuk om een regenworm te hebben en hem over je hand heen te laten kruipen. Daarnaast vind ik het ook erg dat Aard weg is en dat Graaf Graver dood is. Dat komt denk ik meer omdat het mijn verantwoordelijkheid was om ze in leven te houden, en dat dat niet is gelukt. Ik mis ze niet. Doordat het beestje geen ogen heeft of gezichtsuitdrukking en daarnaast ook niet erg aaibaar is, vond ik het lastig om een band op te bouwen. Ik denk toch dat om affectie te voelen voor dieren, je een beetje moet kunnen zien wat er omgaat in zo'n beestje en hoe ze op je reageren. Misschien heeft het dan ook meer te maken met dat we onszelf lijken te herkennen in het gedrag van onze huisdier, waardoor het echt als een persoon gaat aanvoelen. Bij een regenworm was dat niet aan de orde, mede daardoor denk ik dat het me niet is gelukt om me echt te hechten aan een regenworm. Ik waardeer ze op een andere manier, in de natuur.
Aard was weg, maar mijn experiment was eigenlijk nog niet af. Aard had nog mee gemoeten naar werk en puppy yoga. En ik zou nog speciaal wormenvoer gaan kopen en hem meenemen naar vrienden.
Daarom besloot ik om het nog een keer te proberen. Dit keer maakte ik een mooi terrarium van een lege pot pindakaas, en zocht en grote, actieve worm uit die erin kwam wonen. Mijn vriend besloot hem Graaf Graver te noemen en daar was ik het wel mee eens.
Ik merkte meteen dat ik beter mijn best ging doen voor deze worm. Ik had een mooi terrariumpje gemaakt, waardoor ik Graaf Graver al meteen belangrijk vond. Dat was anders dan bij Aard, die in het plastic bakje zat, met zelfs nog een etiket erop.
Graaf Graver ging mee naar werk, en ik stelde hem voor aan een collega. Ze klonk verbaasd en vond het wel grappig. Ik vroeg haar advies over hoe je het beste een regenworm kon verzorgen, waarop ze zei dat ze dat niet wist omdat ze nog nooit een regenworm als huisdier had gehad. Dat kon ik wel begrijpen.
Het ging een paar dagen goed met Graaf Graver, maar op een ochten lag hij ineens dood op de grond. Hij was uit zijn terrariumpje gekropen...
Mijn moeder zei: ''Wat doet die worm daar op de grond?''
Ik vind het heel erg dat hij dood is, blijkbaar heb ik toch iets verkeerd gedaan. Misschien had hij het te warm in het potje en is ie er toen uitgekropen, ik weet het niet. Mijn moeder vond, en daar was ik het zelf ook mee eens, dat ik een mooie steen moest zoeken en hem daaronder moest begraven. Uiteindelijk heb ik hem onder een schelp begraven, waar ook een slakje op zat.
Ondanks dat mijn moeder regenwormen geen geschikte huisdieren vind (waar ik het ondertussen wel mee eens begin te worden), wenste ze G.Graver toch wel een mooie begrafenis toe. De regenworm voelde toen echt als een gelijke, ze leek echt om hem te geven. We behandelde de worm hetzelfde als hoe we onze kipjes begraven als ze onverhoopt dood gaan. Het bleek dus toch mogelijk om een soort affectie te voelen voor de worm.