Naast literatuuronderzoek en interviews om data te verzamelen en verwerken heb ik gebruik gemaakt van de onderstaande methodes.
Om de methode uit te kunnen voeren worden de volgende stappen uitgevoerd:
1. Tijdens een voorafgaand interview wat wordt opgenomen heb ik de drie deelnemers van het onderzoek geïntroduceerd met het thema zelfbeeld. We zijn hierover in gesprek gegaan om te kijken wat zij voor betekenis gaven aan het woord Zelfbeeld.
2. Tijdens dit interview hebben alle drie de deelnemers een analoge camera ontvangen waar ze 25 beelden mee konden maken. Er is gekozen voor een analoge camera, omdat dit de deelnemers dwingt om kritisch na te denken waarom ze een foto maakten. Ze kunnen de foto's immers niet meer verwijderen of opnieuw maken.
3. De deelnemers kregen ieder een periode van 2 of 3 weken om de rolletjes vol te schieten.
4. De rolletjes werden bij mij ingeleverd en ik liet deze ontwikkelen en afdrukken. Deze beelden kunnen als data worden gebruikt in het onderzoek.
Het tweede onderdeel van het autofotografisch onderzoek is de data-analyse. Dit kan op verschillende manieren en ik heb gekozen voor de onderstaande stappen.
1. Een tweede interview werd ingepland om samen met de deelnemers naar de foto's te kijken. Dit interview wordt opgenomen.
2. Groeperen van de foto's: De foto's werden gegroepeerd door de deelnemers op lege A4 vellen, op deze manier hielden zij de regie over de voortgang van het gesprek.
3. Analyse van de foto's: Er wordt naar elk aspect van de foto's gekeken en de vragen. Wat zien we? Waarom staat het op de foto en waarom is het belangrijk voor je? worden gesteld.
4. Er worden aantekeningen bij elke foto gemaakt rondom de lege A4 vellen om een goed beeld te krijgen wat de deelnemer wil zeggen met de beelden.
5. In het afsluitende gedeelte van het gesprek, bespreken we nieuwe inzichten, de gedachten en ideeën die de deelnemer wilt delen. Op die manier kunnen we vaststellen wat voor effecten de methode heeft.
Voor dit onderzoek heb ik gekozen voor autofotografie als onderzoeksmethode. Dit is een visuele, etnografische onderzoeksmethode die wordt ingezet om door de ogen van een ander te kunnen kijken (Thomas, 2019, p1.). Dat is een belangrijk aspect van het onderzoek, omdat ik door middel van foto's gemaakt door jongeren in hun leefwereld mee kan kijken. Door een kijk in hun leefwereld kunnen we analyseren wat er invloed heeft op hun zelfbeeld.
Er zijn verschillende vormen van visuele methodes die je kunt gebruiken in het kwalitatief onderzoek. "Visual research methods' are research methods which use visual materials made either by the researcher or by participants in research projects" (Rose). Onder visuele onderzoeksmethodes vallen onder andere; ''Foto elication, auto-photography, photolanguage, hermeneutic photography, digital storytelling en photovoice (Tornabene et al.,2018).
Daarnaast heeft deze methode kwaliteiten die relevant zijn voor het thema van mijn onderzoek. Vaak worden er met de auto-fotografische methode thema's aangehaald die betrekking hebben op het dagdagelijkse leven van participanten. Dit zijn uitgebreide thema's zoals 'wie ben ik', 'mijn leven op het moment' of '''de dagelijkse moeilijkheden'' (Vastapuu, 2021, p2). Photovoice en auto-fotografisch onderzoek lijken erg veel op elkaar en worden vaak verward. Allebei de methodes gaan over het onderzoeken van menselijke ervaringen aan de hand van fotografie. Bij auto-fotografie over de individuele ervaringen, zelfexpressie en zelfreflectie. Photovoice daarentegen gaat over maatschappelijke betrokkenheid, sociale rechtvaardigheid en collectieve empowerment.
''Auto-photography allows participants the freedom to use their actual surroundings, to pick and choose the people who are important to their self-concepts, and to decide what issues and what objects are the most salient to their construction of self. It is this freedom which the camera gives to participants that distinguishes it from traditional paper and pencil tests.' (Noland, 2006).''
Gezien de aard van mijn onderzoek is gericht op het verkennen en ontdekken van het zelfbeeld op individuele wijze heb ik gekozen om de auto-fotografische methode toe te passen.
Om de methode die ik gebruik voor het onderzoek goed mogelijk toe te passen heb ik een fenomenologische houding aangehouden. Femenologie in het kader van onderzoek doen richt zich op de dagelijkse ervaringen van het leven of terwijl de ''geleefde ervaring''(Kars, 2021). Op welke manier ervaren mensen een gebeurtenis en welke betekenis wordt hieraan gegeven. Het doel van fenomenologisch onderzoek is door deze ervaringen en betekenissen te verzamelen en de essentie van een fenomeen te beschrijven.
Bij een fenomenologische houding tijdens de uitvoering van de methode zijn een aantal zaken van cruciaal belang: De deelnemers zijn mede-onderzoekers, zonder hun bijdrage kun je deze vorm van onderzoeken niet uitvoeren. Daarnaast zul je je eigen aannames aan de kant moeten zetten en volledig open staan voor de ervaringen van de deelnemers.
Ik heb ervoor gekozen om deze houding als onderzoeker aan te nemen zodat de jongeren de ruimte krijgen om te spreken in taal en in beeld. Tijdens het uitvoeren van de methode en de interviews die daarbij horen, is het belangrijk om te observeren, luisteren en de jongeren het gesprek te laten leiden.
Over de gebruikte methode auto-fotografie heb ik veel informatie kunnen vinden. Het is onderdeel van de visuele onderzoeksmethoden die de laatste jaren veel gebruikt wordt. Het artikel Auto-photography van Thomas (2009) was hierbij mijn rode draad. Dit artikel vond ik ook veel terug in andere onderzoeken die gebruik maakten van deze methode. Dezelfde valkuilen of uitdagingen vond ik terug in artikelen van Sarah Pink (1996) wiens werk gericht is op het onderzoeken van visuele onderzeoeksmethoden.
In het artikel wordt helder omschreven wat de methode inhoudt, hoe je het gebruikt, hoe je de data kunt analyseren. Ook nam hij de valkuilen van de methode mee. Dit gaat over praktische valkuilen, zoals: de kosten die het onderzoek met zich mee kan brengen, de slechte kwaliteit en consitentie van de foto's wanneer de deelnemers analoog fotograferen en deelnemers die midden in het onderzoek besluiten te stoppen. Valkuilen waar ik bijna allemaal mee te maken heb gehad maar die mij niet volledig in paniek brachten omdat ik hier al op was voorbereid. Ook haalt Thomas de conceptuele uitdagingen aan. Als onderzoeker moet je rekening houden met zaken als, het nooit neutraal of objectief naar een foto kunnen kijken. Foto's zijn interpretaties van complexe ruimtelijke realiteiten en onderwerpen die beïnvloed worden door sociale normen en machtsverhoudingen.
Ondanks dat de fotografie gedaan wordt door de deelnemers van het onderzoek, blijft het product van de methode (de foto's) voor een groot deel onder controle van de onderzoeker. Dit betekent dat je goed moet nadenken over wie de 'baas' is over de verzamelde gegevens. Omdat co-creatie een groot deel is van mijn eigen praktijk en ik geen volledige eigenaarschap wil over mijn werk, kies ik ervoor de deelnemers mede-eigenaar te maken van de fotografie. Ook geef ik de deelnemers zo goed als ik kan eigenaarschap over de interpretatie van de data. Ik als onderzoeker wil hier zo min mogelijk eigen interpretatie aan geven gezien de fenomenologische houding die ik aanneem als onderzoeker.
De laatste uitdaging die Thomas omschrijft zijn de culturele en sociale uitdagingen. Als onderzoeker dien je rekening te houden met het feit dat niet iedereen dezelfde achtergrond heeft met fotografie of andere visuele technologieën. De sociale en geografische context dien je in je achterhoofd te houden wanneer de data wordt geanalyseerd. Evenals de kijkervaring en technische kennis die de deelnemers hebben.
Maar ik krijg niet meer duidelijkheid over de valkuil waar ik zelf mee geconfronteerd ben.
Tijdens het toepassen van deze methode ben ik zelf op een valkuil gestuit die ik niet ben tegengekomen tijdens de theoretische verkenning. Als onderzoeker moet je, je uitermate bewust zijn van je positie en hoe hierop gereageerd wordt door de deelnemers. Op de pagina zelfbeeld beschrijf ik de twee vormen van het zelfbeeld: de public self en private self. Uit ervaring laten jongeren (mensen over het algemeen) voornamelijk hun public self zien. Het kost tijd en moeite om een band op te bouwen om de private self te bereiken. Als ze hun private self delen hoeft, dit niet altijd een positieve uitkomst te zijn. Als voorbeeld hiervan is dat een deelnemer een vrij persoonlijke gebeurtenis deelde om mij als onderzoeker tevreden te stellen. De deelnemer was zelf niet erg comfortabel om dit beeld en het verhaal te delen met de buitenwereld. Deze ontdekking heb ik gedaan door een open gesprek te voeren zonder dat het onderzoek centraal stond. Ik heb specifiek voor deze methode gekozen omdat ik de deelnemers naast eigenaarschap ook de controle wilde geven over hun bijdrage binnen mijn onderzoek.
Mijn conclusie is dat een extra risico binnen het auto fotografisch onderzoek, ondanks alle goede bedoelingen, de onderzoeker onbewust verwachtingen creëert bij de deelnemers. Het resultaat is dat de deelnemers beelden willen produceren door de verwachting die de onderzoeker creëert. De deelnemer verwoordde dit als een bewijsdrang om een opdracht goed uit te voeren. Deze bevindingen laten zien dat onderzoekers niet te los met kritische (zelf)reflectie om moeten gaan. Blijf jezelf telkens bevragen welke invloed je uitoefent op de deelnemers en wat de gevolgen daarvan zijn. Bij de gebruikte methode zie ik ook het nut in van reflectiegesprekken met de deelnemers waarbij het onderzoek niet centraal staat. Waar er op een open manier zonder notities en opname gesproken kan worden over de impact, gevoelens en ideeën die zij hebben bij het onderzoek.
In mijn onderzoek zijn naast de data van mijn deelnemers mijn eigen gedachtes, ideeën, onzekerheden en bevindingen tijdens dit proces ook een belangrijk deel van het onderzoek. Omdat dit onderzoek heel persoonlijk is en dicht bij mij ligt, heb ik een dagboekpagina gemaakt. Dit is zowel een artistieke onderzoeksmethode als reflectiemethode op het onderzoek. "Een dagboek bijhouden kan voor diepe en waardevolle inzichten zorgen. De inzichten worden in het moment genoteerd waardoor je voorkomt een vertekend beeld van eerder gedane bevindingen te krijgen".
(Unterhitzenberger & Lawrence, 2022).
Het dagboek is een open reflectie zonder specifieke richtlijnen waar ik op een organische manier tot (nieuwe) inzichten kom door mijn onzekerheden, gedachten en gesprekken. Mijn doel is om de inzichten terug te kunnen koppelen aan het onderzoek en andersom, hoe ik mij verhoud tot het onderzoek en welke patronen er zijn te vinden in mijn denkwijze. Dit vind je terug door de systematische analyse. Ik zoek naar opkomende thema's, veranderingen in perspectief en de invloed van externe gebeurtenissen op mijn artistieke proces.
ETHIEK EN PRIVACY
Voor de uitvoering van de methode autofotografie is het van groot belang om de ethische overwegingen en privacybescherming serieus te nemen. De jongeren die deel hebben genomen aan het onderzoek zijn onder de 18 jaar, er worden persoonsgegevens en visuele informatie verzameld. Daarom wil ik hier kort enkele cruciale aspecten bespreken die ik heb toegepast bij het uitvoeren, opslaan en analyseren van de data. Ik heb hiervoor de Code of Research Ethics van International Visual Sociology Association (IVSA) aangehouden. In mijn dagboek lees je meer over het thema ethics en wat dit met mij deed.
1. Informed Consent
Dit is een fundamenteel principe voor het doen van onderzoek. Het Nationaal Ethiek Overleg Sociale en Gedragswetenschappen (Nethics), schrijf hierover dat deelnemers van het onderzoek of hun wettige ouders/verzorgers op de hoogte moeten worden gesteld van het doel van het onderzoek, hoe informatie en gegevens verzameld en gebruikt worden, en wat de mogelijke risico's zijn.
Door middel van een toestemmingsverklaring die ik heb opgesteld, heb ik de ouders/verzorgers op de hoogte gesteld. Ik heb deze ondertekend terug ontvangen als bewijs van toestemming.
2. Anonimiteit
De identiteit van minderjarige dient beschermd te worden. Ik heb ervoor gekozen om de deelnemers een pseudoniem te geven in plaats van echte namen. Ook herkenbare foto's die zijn gemaakt heb ik weggelaten in deze onderzoeksregistratie.
3. Data-opslag en beveiliging
De verzamelde data wordt zorgvuldig bewaard in een beveiligd mapje op de computer. Omdat ik met analoge beelden werk, kies ik ervoor om na het afronden van het onderzoek de beelden terug te geven aan de deelnemers. De gedigitaliseerde beelden blijven in een beveiligd mapje op mijn computer staan en staan met toestemming in dit onderzoekslogboek.
4. Gevoelige informatie
De methode kan persoonlijke en kwetsbare informatie tonen. Omdat ik de privacy van de deelnemers niet wil schenden, spreken we telkens in samenspraak af welke foto's gepubliceerd mogen worden op het internet en welke analoge beelden ik mag delen met mensen tijdens bijvoorbeeld de MKE dagen.
5. Reflecteren
Ik vind het fijn maar vooral belangrijk om bij anderen te peilen of mijn werkwijze en aanpak ethisch is en blijft. Dit doe ik door gesprekken te voeren met de deelnemers maar ook met onder anderen mijn onderzoeksbegeleider, medestudenten en de externe partner. Door deze gesprekken aan te gaan kan ik blijven checken of ik op de juiste manier bezig ben of dat ik iets op een andere manier aanpak in de toekomst.