Over het begrip zelfbeeld is nog geen eenduidige definitie. Daarom heb ik ervoor gekozen om het begrip vanuit een perspectief te onderzoeken die het meest bij de jongeren aansluit. Dit onderdeel gaat over het verkennen van de definitie uit mijn gekozen perspectief, verschillende vormen van zelfbeeld, hoe het zelfbeeld zich ontwikkeld bij jongeren en het belang.

ZELFBEELD

1.PERSPECTIEF

 

Hoe dieper ik in de definitie van het begrip zelfbeeld duik, hoe meer ik er achter kom dat het een complexer begrip is. Vanuit verschillende velden wordt er op verschillende manieren naar het zelfbeeld gekeken. Ik heb de keuze gemaakt om het begrip te definiëren vanuit het humanisme, waarbij ik vooral in het  psychologische veld zit. In de humanistische denkwijze wordt er veelal gefocust op de goedheid van de mens. De mens in zijn volledigheid wordt vanuit de humanistische denkwijze  als 'creatief, betekenisgevend en waarderend wezen' gezien (Meere et al., 2012).


Carl Rogers (1902-1987), de grondlegger van humanistische psychologie beschrijft het zelfbeeld als de manier hoe we onszelf zien. Ons zelfbeeld heeft invloed op hoe we ons voelen, denken en gedragen in de maatschappij (Rogers,1959).  Ik kies voor deze definitie omdat deze het best te begrijpen is voor de doelgroep waar ik mee werk. Dit is een vrij algemene definitie, maar voor mijn theoretisch onderzoek ben ik wel op zoek naar meer diepgaande informatie over het begrip.


Binnen het humanisme staat de mens in zijn omgeving centraal, met daaraan gekoppeld de rede, het denken en het gevoel. En niet onbelangrijk: de vrije wil. Een hogere macht, die een centrale rol speelt in religieuze levensbeschouwingen, maakt binnen het humanisme plaats voor de mens zelf. En die mens is, met al zijn vermogens, prima in staat zelf richting te geven aan zijn leven. Een humanist vertrouwt op het eigen kompas en maakt graag eigen keuzes, of het nu gaat om de liefde, de dood of het leven zelf (Wat Is Humanisme? - Humanistisch Verbond, 2024). Op deze manier behandel ik naar mijn gevoel de deelnemers van het onderzoek op een neutrale manier, die aansluit op de fenomenologische houding die ik aanhoud. Het zelfbeeld is een begrip met moeilijke concepten waar ik geen eenduidige waarheid voor kan vinden op dit moment. Ik kan alleen proberen zo dicht mogelijk in de buurt van de waarheid te zitten. De richting die ik heb gekozen is gebasseerd op de deelnemers/doelgroep van dit onderzoek. Die komen uit Nederland en zijn opgegroeid in deze cultuur.  De humanistische denkwijze sluit hier op aan. 

4.VORMEN 

Na mijn praktijkonderzoek ben ik dieper de theorie in gedoken om meer over het zelfbeeld te leren. Deze informatie heb ik vervolgens gebruikt tijdens de analyse van het praktijkonderzoek. Tijdens deze theoritische verkenning is het duidelijk geworden dat het concept zelfbeeld in verschillende vormen wordt opgedeeld door verschillende relevante experts. Twee overlappende conceptrualiseringen van de vormen van zelf  sprongen er voor mij uit omdat ik ze ook herkende vanuit mijn praktijk.
 
 
Een prominente stem op dit gebied is de Amerikaanse sociaal-psycholoog Roy Baumeister. In mijn theoretische verkenning naar de conceptualisering van de vormen werd er vaak naar hem verwezen. In zijn boek The Private Self and Public Self (1986) beschrijft hij vier vormen van het zelf: The public self, self-concept, actual self en ideal self.
 
 
Baumeister legt uit dat elke persoon vier verschillende versies of componenten van zichzelf heeft, deze hebben elk een onafhankelijke invloed op hoe iemand zichzelf presenteert aan de buitenwereld. (1986, pp. 64-68). Hier wil ik kort doorheen gaan: 
 

1. Publieke zelf (public self): Hierbij gaat het over hoe iemand in zijn totaliteit bekend staat bij een ander. Het gaat om je reputatie, imago en hoe je je in het publiek gedraagt.  Het publieke zelf is deels uitkomst van hoe je jezelf presenteert aan de buitenwereld. 

 

Prive zelf (private self): Omvat drie relevante aspecten: 

2. Zelfconcept (the self-concept): Dit is hoe iemand zichzelf ziet en opvat.  Het zelfconceptkan afwijken van je public self door factoren zoals geheimhouding, actor-observator-bias en strategische zelfpresentatie. 

3. Werkelijke zelf (actual self): De daadwerkelijke, feitelijke realiteit van iemands gedrag, eigenschappen of kenmerken. Het werkelijke zelf kan afwijken van het zelfconcept door onder andere zelfhandicapping en zelfdeceptie.


4. Ideale zelf (ideal self): De versie van zichzelf die iemand zou willen zijn, met de gewenste eigenschappen. 

 De ideal self wordt beinvloed en gevormd door maatschappelijke normen, verwachtingen van anderen en onze eigen perceptie van een ideale zelf.

 
Daarnaast omschrijft Jan Remmerswaal Nederlands sociaal-psycholoog in zijn boek Begeleiden van Groepen (2015) de public self en private self als vormen van het zelfbeeld.  
 
 

Remmerswaal (2015 ,p.377) omschrijft de vormen public en private self als volgt: 

 

De public self: Is het openlijke, op uiterlijk gerichte zelfbeeld. Dit is hoe je gezien en geaccepteerd wilt worden door anderen. Meestal presenteer je een gunsitgere versie van jezelf aan de buitenwereld.  

 

De private self:  Dit zelfbeeld ligt achter de public self. Het is het beeld dat je van jezelf hebt, dat je alleen deelt met de mensen bij wie je je comfortabel en veilig voelt. Hier horen twijfels, onzekerheden en je kwetsbare en kritische kant bij. 


 

In de praktijk

Zoals ik eerder benoemde herken ik de bovenstaande theorie goed terug vanuit de praktijk. De public en private self sprongen het meest uit de theorie voor mij omdat deze zo duidelijk naar voren kwamen in de gesprekken die ik heb gevoerd. Beide concepten hielpen bij het in kaart brengen van een van de valkuilen in de methode. Namelijk: eventuele in-authenticiteit, daarmee doel ik op dat de public self die getoond werd niet volledig overeenkwam met de private self. Zo kan ik nu vaststellen dat er tijdens een van de foto-analysegesprekken op profiel II sprake was van in-authenticiteit. 

 

 

Ik heb gekozen om me te richten op het begrip zelfbeeld wat niet hetzelfde is als identiteit of je persoonlijkheid. Als we het hebben over identiteit gaat het over de uitkomst van een voortdurende socialisatie -en identificatieproces. Iemands persoonlijkheid omvat kenmerkende eigenschappen en gedragspatronen die redelijk stabiel zijn in de tijd (Stöfsel & De La Rie, 2023). De begrippen identiteit en persoonlijkheid zijn te grote begrippen om in dit onderzoek mee te nemen.

3.

MENTAAL MODEL 

VAN HET ZELFBEELD

Het zelfbeeld  wordt in dit onderzoek benaderd als een mentaal model. Een interne voorstelling van hoe je jezelf ziet in relatie tot de wereld om je heen. Dit mentale model  wordt gevormd door verschillende interne en externe  factoren. Denk aan persoonlijke ervaringen, sociale interacties en culturele invloeden. 

Deze factoren vormen input voor het mentale model van het zelfbeeld en kunnen voor een negatief of positief zelfbeeld zorgen. Wat op zijn beurt invloed heeft op het gedrag, emoties, motivatie en de mentale gezondheid van jongeren.

 

Jongeren met een positief zelfbeeld hebben over het algemeen een gezonde dosis zelfvertrouwen, een gevoel van eigenwaarde en een optimistische kijk op zichzelf en hun capaciteiten. Aan de andere kant kunnen mensen met een negatief zelfbeeld zichzelf als ontoereikend, incompetent of waardeloos beschouwen, wat kan leiden tot gevoelens van angst, depressie en onzekerheid.

 

Het mentale model van zelfbeeld is dynamisch en kan veranderen naarmate een persoon nieuwe ervaringen opdoet, zichzelf ontwikkelt en zich aanpast aan verschillende situaties. Het wordt ook beïnvloed door externe factoren zoals sociale vergelijking, media-invloeden en culturele normen.

 

Het mentale model van zelfbeeld is belangrijk omdat het een diepgaand inzicht biedt in de manier waarop individuen zichzelf waarnemen en hoe dit hun gedrag en welzijn beïnvloedt. Het kan ook worden gebruikt als basis voor zelfreflectie, zelfontwikkeling en therapeutische interventies.

2.MENTALE MODELLEN

Het mentale model is een concept geïntroduceerd door schotse filosoof Kenneth Craik in 1943. Mentale modellen zijn overtuigingen van hoe de wereld in elkaar zit en werkt. Het is een cognitieve representatie (model) of een interne voorstelling van de werkelijkheid. Mensen gebruiken dit om de wereld om zich heen beter te begrijpen, interpreteren en voorspellen (Furlough en Gillan, 2018). Mentale modellen dienen als framework voor mensen om omgevingen te organiseren, betekenis te geven aan gebeurtenissen en informatie te verwerken. Hierdoor kunnen we situaties makkelijker maken, beslissingen nemen en op de beste manier mogelijk handelen in verschillende situaties. 


Een mentaal model ontwikkel je door je leven heen, op basis van verschillende ervaringen in je leven. Dit betekent ook dat een mentaal model niet altijd de juiste representatie is van de werkelijkheid. Je herinneringen kunnen vervagen, je kunt in situaties terechtkomen waarbij je niet de volledige context hebt of ervaringen op de verkeerde manier kan interpreteren


Ik geloof dat het zelfbeeld een mentaal model is, dit is een dynamisch, steeds veranderend proces. Dit wil ik nog verder toelichten. Hoe werkt het mentale model van het zelfbeeld? 

Na het bespreken van wat het zelfbeeld is vanuit het humanistisch perspectief, hoe dat wordt geplaatst in een mentaal model en hoe de invloeden op het zelfbeeld werken, komen we aan bij het laatste punt. Hierin wil ik bespreken wat het belang van kunsteducatie en beoefening is voor het zelfbeeld.

 

Uit meerdere bronnen gericht op kunst en cultuurparticipatie blijkt dat kunstbeoefening en cultuurparticipatie kan bijdragen aan het zelfbeeld.


Meerkerk (2021) schrijft in Onderbouwing van en inzichten in Cultuureducatie dat kunstzinnige vorming kan bijdragen aan verschillende doelen en opbrengsten zoals persoonlijke ontwikkeling, zelfbeeld en identiteitsvorming.

In de factsheet No Limits! Versterk de veerkracht voor jongeren met cultuur schreef Marinelli (2023) dat cultuur inzetten als een expressieve methode zoals op een creatieve (indirecte) manier kan helpen om met jongeren in gesprek te gaan over identiteitsvorming.

The Clash, het Roosendaalse jongeren platform voor cultuur en tevens de plek waar ik werk, schreef in hun visie dat actieve deelname aan cultuurparticipatie jongeren met elkaar verbindt  maar dat het  ook bijdraagt aan hun veerkracht en persoonlijke ontwikkeling (2023). 


Het belang van zelfbeeld binnen cultuureducatie wordt dus breed gezien en kan de verschillende bovengenoemde vormen aannemen.

 

6.HET BELANG

Wat zijn nu eigenlijk de kunsteducatieve belangen van het zelbeeld?

Om het zelfbeeld verder te conceptualiseren en het eventueel helpen bij de verkenning en ontdekking van het zelfbeeld is het belangrijk om te weten wat de invloeden op het zelfbeeld zijn.


De ontwikkeling van het zelfbeeld komt door verschillende manieren tot stand. Voor een groot deel komt het zelfbeeld tot stand wanneer je een kind bent zegt, Remmerswaal (2015, p.378). Toch is het zelfbeeld een dynamisch gegeven wat zich door verschillende invloeden veranderd. 

 

''Het beeld dat je van jezelf hebt, is voor een deel tot stand gekomen door de manier waarop anderen op je reageren' (Remmerswaal, 2015). Dit werd in 1902 al duidelijk gemaakt door socioloog Charles Cooley die de term 'looking glass self' introduceerde. Dit houdt in dat je zelfbeeld deels gevormd wordt door wat wij denken dat anderen over ons denken en hoe we denken dat anderen over ons denken (Frederick, 2017). Dit maakt duidelijk dat sociale invloeden veel impact hebben op ons zelfbeeld. 

 

Volgens Remmerswaal zijn er naast de looking glass self theorie nog een aantal andere invloeden die meespelen bij de ontwikkeling van het zelfbeeld. Dit zijn: erkenning, feedback, waardering of kritiek en  sociale vergelijkingsprocessen. Deze factoren wil ik graag kort bespreken omdat ze aanbod komen tijdens de analyse van het praktijkonderzoek.

 

 

 

5.INVLOEDEN

Erkenning 

Erkenning komt voort uit de waardering en bevestiging die we van anderen ontvangen. Wanneer mensen onze prestaties, kwaliteiten of inspanningen erkennen, voelen we ons gewaardeerd en gezien. Dit heeft een directe invloed op hoe we onszelf zien.

 

Waardering, kritiek en feedback

Versterkt het zelfbeeld en je gevoel van eigenwaarde. Dit komt omdat je hierdoor het je het gevoel krijgt dat je geaccepteerd en de moeite waard bent. Kritiek geeft het tegenovergestelde gevoel. Je eigen waarde wordt afgekeurd en je hebt daardoor het gevoel dat je het niet meer waard bent. Dit verzwakt het zelfbeeld. Hoe negatiever het zelfbeeld, des te meer moeite men later heeft met het ontvangen en geven van waardering. 

 

Sociale vergelijkingsprocessen

Sociale vergelijkingsprocessen zijn een belangrijk onderdeel bij het ontwikkelen en verkennen van het zelfbeeld. Doordat er voor het zelfbeeld geen objectieve maatstaf bestaat, worden er snel vergelijkingen gemaakt met anderen. Dit gaat vaak over het vergelijken van vaardigheden en talenten. Zo geeft Remmerswaal (2015) als voorbeeld: ''Wie veel kan, merkt dit doordat hij meer presteert door anderen. Het succes of falen van anderen creëert als het ware een norm die als vergelijkingsmaatstaf kan dienen.'' Sociale vergelijkingsprocessen zorgen naast het uitvogelen waar je vaardigheden en talenten liggen, ook voor sociale erkenning.  Op de sociale erkenning gaan we op de pagina zelfexpressie nog verder in.

Ik zie Self-Concept Clarity zoals Campbell beschrijft vanuit een persoonlijkheids-psychologisch perspectief. De term SCC of zelfbeeld helderheid is een overlappende, duidelijkere gedefinieerde versie van wat ik in dit onderzoek bedoel met het verkennen en ontdekken van het zelfbeeld. Ik denk dat SCC en het bijbehorende meetinstrument een waardevolle toevoeging kan zijn in de toekomst om de helderheid over het zelfbeeld van de deelnemers vast te stellen. 



Ik zie een potentieel toekomstige samenwerking tussen kunsteducatieve onderzoekers en creatieve therapeuten waarbij het concept SCC en de bijbehorende schaal gebruikt kunnen worden bij het verder onderzoeken van de oorzaken, correlaties en effecten van helderheid van zelfbeeld in combinatie met het toepassen van de auto-fotografische methode.

 

 

SELF CONCEPT CLARITY

Een later gevonden concept 

Los van de belangen van zelfbeeld in de kunsteducatieve context wordt zelfbeeld veel in verband gebracht met mentale gezondheid en wordt het concept daarom veel onderzocht binnen psychologie.

Ookal is dit niet de focus van dit onderzoek, SCC sloot wel erg aan op mijn onderzoek omdat dit een duidelijk gedefinieerd concept is met een methode om iemands ‘duidelijkheid van zelfbeeld’ te meten.

 

Na de formatieve beoordeling besloot ik nog wat extra theoretische verkenning te doen en stuitte ik op de bron Self-concept clarity: Measurement, personality correlates and cultural boundaries van Campbell et al. (1996). Self-concept clarity (SCC) was voor mij een nieuw begrip waar ik erg benieuwd naar was. In de paper wordt SCC gedefinieerd  als de mate waarin het beeld van jezelf en de gedachten over jezelf duidelijk, zeker, stabiel in de tijd en intern consistent zijn (p...). Het gaat hierbij om de helderheid van het zelfbeeld, niet om de inhoud zoals hoe positief je over jezelf denkt, maar om de structuur, de mate waarin je goed weer twat voor persoon je bent. (Van Dijk et al., 2020).

 

Cambpell stelde dat mensen met een lage zelfwaardering niet per se een negatief zelfbeeld hebben maar linkt dat eerder een relatief onzeker, onstabiel en intern inconsistent zelfbeeld (onhelder zelfbeeld). Andersom is een hoge zelfwaardering gelinkt aan een zeker, stabiel en consistent zelfbeeld (helder zelbeeld). Wanneer je een helder zelfbeeld hebt correleert dat aan posiieve eigenschappen zoals zelfverzekerdheid, minder stress en minder moeilijkheden met identiteitsvorming.  Wanneer je  een onhelder zelfbeeld hebt kun je dat in verband brengen met negatieve eigenschappen zoals onzekerheid, meer stress en meer moeite met identiteitsvorming hebben. (Lodi-Smith & Crocetti, 2017; Coutts et al., 2023).

 

Om de helderheid van het zelfbeeld te meten heeft Campbell een bijbehoord meetinstrument bedacht. Dit is de SCC scale. Deze bestaat uit 12 vragen die de deelnemers invullen met de cijfers 1 (strongly agree) tot 5 (strongly disagree). De score uit deze vragen zou de SCC of terwijl helderheid van de deelnemer zou kunnen bepalen.

 

Het concept en de schaal worden veel gebruikt in onderzoeken als het gaat om de belangen van SCC voor mentale gezondheid en andere effecten en correlaties met scores op de SCC schaal.

 

Het zelfbeeld is een complex maar belangrijk gegeven voor jongeren, het is het beeld wat we van onszelf hebben, beïnvloed door onder andere factoren als erkenning, waardering en sociale vergelijkingsprocessen. Hoe we onszelf zien en heeft veel invloed op verschillende onderdelen van ons leven. Het zelf wordt onderscheiden in een aantal vormen van het zelfbeeld, zoals the private en public self. Door deze twee vormen bij jongeren te introduceren en hierover in gesprek te gaan biedt je ze handvatten om het zelfbeeld verder te verkennen.


Ook ben ik tijdens de theoretische verkenning  tot de conclusie gekomen dat de definities van de begrippen self-concept en zelfbeeld zoveel met elkaar overlappen dat ze naar mijn mening hetzelfde zijn. Ik kan geen écht belangrijke of grote verschillen vinden en beschouw ze dus praktisch hetzelfde. 

Helderheid over je zelfbeeld oftewel de SCC leidt tot meer zelfvertrouwen en meer zelfvertrouwen leidt tot krachtiger in het leven staan. Door te begrijpen wie je bent, wat invloed heeft op je zelfbeeld, kun je makkelijker eigen authentieke keuzes maken en fijne relaties onderhouden. Op die manier kun je een omgeving voor jezelf creëren waarbij je een stabiel en consistent beeld van jezelf kunt onderhouden. Ook binnen de kunst- en cultuursector wordt het zelfbeeld breed gezien, kunst- en cultuurparticipatie draagt namelijk bij aan de persoonlijke ontwikkeling, het zelfbeeld en identiteitsvorming.


Het is een fijn gegeven, dat je als mens de mogelijkheid hebt om een deel van de ontwikkelingen van het zelfbeeld in eigen handen te nemen. Door deze theoretische verkenning besef ik me nog meer wat voor belangrijke factor helderheid over het zelfbeeld kan spelen in het leven. Dat betekent ook dat ik steeds meer de urgentie voor het onderzoek voor deze doelgroep heb, maar ook dat ik mij een stuk verantwoordelijker voel voor een goed lopend proces. In mijn dagboek lees je meer over de twijfels en het verantwoordelijkheidsgevoel wat bij mij op is gekomen in dit onderzoek.