Met deze ordening wilde ik werken met labels, turfen welke kernmerken gelden voor welke beelden. Zo zouden er foto's naar voren moeten komen die geturfd zijn voor meerdere categorieen.
Het was mij in de les al direct duidelijk dat een ordening op kleur (handmatig) heel lastig is met foto's. Met mijn waskrijt tekeningen en computer-renders ging dat makkelijker.
Hierdoor ontstond er een duidelijke scheiding tussen gecreeerd materiaal (tekenen), en vergaarde materiaal (foto's en screenshots).
Alle roze labels zijn fysieke tv's. Het is duidelijk dat dit vaak mijn oog trekt, en dat ik dit snel associeer met nostalgie.
Ik probeerde eerst verbanden te zoeken door fysiek lijntjes te leggen, en bepaalde foto's te labelen die wat met elkaar gemeen hadden.
De gele labeltjes had ik geplakt op dingen die ik opmerkelijk vond, of iets met mij deed, en dat kon vanalles zijn. Denk aan "gratis tabak (jaren 20)", PTT telefooncel, of Cola voor diabeten.
Verband:
De maatschappelijke en culturele relevantie van spaarprogramma's, als overeenkomst tussen supermarkten en tabaksindustrie.
De tabaksindustrie was een van de eerste industrien die spaarprogramma's aanbood. In de industriele geschiedenis waren thee-bedrijven eerder, maar thee (en koffie) en tabak gingen toen ook hand in hand. Denk aan Van Nelle die vroeger thee verkocht, en Douwe Egberts die tabak verkocht.
In de jaren '20 kon je al punten sparen om in te wisselen voor tabakspotten (toen kocht je immers balen tabak, geen voorgemaakte sigaretten)
Loyalty/reward programs waren heel populair in Amerika. Grote fabrikanten als Marlboro, Camel en Lucky Strike hadden allemaal een breed scala aan verschillende soorten merchandise. Van leren jassen tot gehele voertuigen. Vanaf de jaren 90 werd dit de kop ingedrukt door de FDA (Food and Drug Administration). Echter valt de restrictie op meer tabak verschaffen als reward. Dit betekent dat reward programs (met niet tabak-producten als beloning) gewoon legaal zijn.
Daarom krijgt de tabaksindustrie het nu voor elkaar om met Zyn (snus-merk wat populair is in Amerika) een reward program aan te bieden. Met genoeg punten kan je een Amazon gift card krijgen of leuke merchandise.
Het thema supermarkten heeft overwicht in mijn onderzoek. Ik ben hier echter niet verbaasd over. Het thema nostalgie en het onderzoek heeft mij vanzelf geduwd in deze richting, met bijvoorbeeld het C1000 museum. Het zal na dit analyseren ook blijken dat ik vind dat veranderingen vooral merkbaar zijn in allerdaagse dingen, zoals huismerk artikelen.
In de jaren 60 kwam Albert Heijn met de zeer succesvolle Premie van de Maand Club, een spaarprogramma voor huishoudelijke artikelen. Een groot deel van Nederland kocht zo hun eerste koelkast.
Flippo's waren een rage in de jaren 90. Een spaarprogramma waar kleine discs gedistributeerd werden in zakken chips. Hier werd nog maar eens duidelijk hoe belangrijk het is om je tot kinderen te richten in je marketing.
Ik denk dat de herintroductie van voetbalplaatjes rond 2009 een indirect gevolg is van het succes van Flippo's.
Spaaracties zijn een gegeven, en zijn ook steeds vaker seizoens-/evenementengebonden. Inmiddels verwachten we in de lente moestuintjes, oranje spullen met voetbalevenementen, BBQ artikelen in de zomer etc. Ook steeds vaker zijn ze gericht op kinderen.
Ik denk dat spaarprogramma's zijn ontstaan voor klantwervering en klantbinding. Nu nog steeds, maar dan enkel vanuit ondernemend aspect, en minder vanuit menselijk (?) aspect. Nu weten we wat er psychologisch gezien gebeurt als je mensen een spaarprogramma aanbiedt, en dat wordt geexploiteert.
Een van de foto's waar veruit de meeste stukjes tape belandde, was een foto van oude C1000 huismerk blikjes. Deze kreeg de volgende labels: genegenheid, supermarkt, spark of joy, persoonlijke nostalgie, vervreemdig, maatschappelijk relevant.
Als je huismerk iets verder breder trekt, dan gaat het vooral om allerdaagse artikelen. Supermarkt artikelen hebben we dagelijks mee te maken, en eens in de zoveel tijd zal een bedrijf haar verpakking/ontwerp willen vernieuwen. Zo'n ontwerpverandering gaat je meestal niet voorbij, en tegenwoordig steken bedrijven zelfs goed geld in marketing om bewustzijn bij mensen te creeeren dat het product alleen een ander jasje krijgt.
Verband:
Televisie (als drager van cultuur en entertainment, brenger van informatie) is iets wat door meerdere generaties heen nostalgische elementen heeft.
Sinds de introductie van televisie in Nederlandse huishoudens heeft het zich ontwikkeld tot een belangrijke bron van informatie en cultuur. Voor oudere generaties roept televisie herinneringen op aan het gezamenlijk kijken naar historische momenten, van zwart-wit uitzendingen tot de eerste kleuren-tv’s. Het apparaat stond letterlijk centraal in de woonkamer en symboliseerde vooruitgang.
Ook reclames spelen hierin een grote rol. Jingles, slogans en iconische beelden zijn diep geworteld in het collectieve geheugen en roepen een specifiek tijdsgevoel op. Denk bijvoorbeeld aan de oude Calvé pindakaas-reclames. Deze advertenties zijn haast tijdscapsules die ons herinneren aan de maatschappelijke normen, consumptiepatronen en esthetiek van vroeger.
Televisie verbindt generaties door herkenbare elementen, maar benadrukken tegelijkertijd de veranderingen in technologie, cultuur en sociale dynamiek.
Verband:
Vroeger was bijna alles hetzelfde, alleen de context verschilt (het gaat in golven) (geschiedenis herhaalt niet, maar rijmt wel)
Je hoort vaak de stellign dat vroeger alles beter was. Ik denk dat veel maatschappelijke en sociale dynamieken in golven lijken te lopen. Elke generatie ervaart haar eigen crises, spanningen en overwinningen, maar altijd in een andere context. (Denk aan de overgang van industriële naar digitale economie, die in een zekere zin lijken op voorgaande technologische transities, zoals de introductie van elektriciteit of massaproductie.)
De nostalgie naar ‘vroeger’ roept een verlangen op naar wat bekend voelt: de strijd voor vrijheid, het overwinnen van economische onzekerheid of het samenbrengen van generaties. Wat verandert is de vorm waarin deze thema’s zich afspelen. Vroeger waren het protesten tegen werkweekveranderingen, nu zijn het stakingen voor werkzekerheid in een digitale wereld.
In mijn onderzoek heb ik velen gesproken die konden beamen dat nootmuskaat warme en/of nostalgische gevoelens herbergt. Het is een zintuiglijke brug naar het verleden. De geur roept herinneringen op aan traditionele gerechten, feestdagen met familie.
Het gebruik van nootmuskaat is diepgeworteld in de Nederlandse eetcultuur. Ook is er een verband met de koloniale geschiedenis, waarin specerijen zoals nootmuskaat waardevolle handelswaar waren.
Deze dubbele laag van huiselijke nostalgie en historisch besef maakt nootmuskaat veel relevanter in onze culturele nostalgie dan gedacht. Wie heeft er vroeger nou geen nootmuskaat gegeten bij opa en oma?