8. Verklarende Woordenlijst

Beste lezer,

 

Tijdens mijn onderzoek stuit ik op een aantal belangrijke termen en op vakjargon. Om duidelijk te maken wat ik exact bedoel met deze termen is deze pagina in het leven geroepen. Een verklarende woordenlijst.

Dit om de twijfel over de betekenis van woorden weg te nemen, als ook om bepaald vakjargon helder te formuleren, zodat u met de juiste kennis kan begrijpen wat ik heb onderzocht, hoe ik dat gedaan heb en wat de resultaten zijn.

Ik wens u veel leesplezier.

Welkom

7. Bronnenlijst

5. Begeleiding

6. Conclusies

4. Disseminatie

1. Deskresearch

2. Observaties en Interviews

3. Experiment Gedichtendag

Verklarende woordenlijst

  • Deeltijds Kunstonderwijs (DKO):
    Het Deeltijds Kunstonderwijs is beter bekend onder de namen muziekschool en kunstacademie.

Kinderen, jongeren en volwassenen kunnen zich inschrijven in:

-        Academies voor beeldende en audiovisuele kunsten bieden het domein beeldende en audiovisuele kunsten aan.

-        Academies voor podiumkunsten bieden het domein muziek aan. Bijkomend kunnen ze ook de domeinen woordkunst-drama en dans aanbieden.

Kunstacademies bieden minstens drie domeinen aan, waaronder beeldende en audiovisuele kunsten en muziek.

Kinderen kunnen vanaf 6 jaar starten in 1 van de 4 domeinen: beeldende en audiovisuele kunsten, dans, muziek of woordkunst-drama. Ze kunnen ook kiezen voor een domein overschrijdende initiatieopleiding, waarin minstens 2 domeinen tegelijkertijd aan bod komen. Leerlingen kunnen binnen de domeinen verschillende leertrajecten volgen. Een academie reikt certificaten uit aan leerlingen die hun leertraject of een deel ervan succesvol hebben afgelegd.

 

Het Deeltijds Kunstonderwijs is onderwijs in de vrije tijd. Het valt niet te verwarren met:

 

-        Een kunstopleiding aan het conservatorium. Dit is een opleiding die behoort tot het hoger onderwijs.

-        Een studierichting binnen het kunst secundair onderwijs. Dit is een opleiding die behoort tot het secundair onderwijs.

-         

  • Co-creator: Een persoon die evenveel invloed heeft op het (creatieve) proces als de andere deelnemers.
  • Pre-text: De bron of de impuls om het dramatisch proces te laten starten, als ook het werk dat gemaakt word teen reden en betekenis te geven.
  • Woordatelier: Een opleiding die gegeven kan worden door een woordkunst-drama docent. Dit vak wordt meestal gegeven aan kinderen tussen de 8 en 12 jaar, in een groepsles. Hier staan spel, stem en lichaam centraal. De opleiding bestaat uit vier jaren en wordt meestal gegeven in de tweede graad.
  • Graden: Een verzameling van opleidingen die, vaak, leeftijdsgebonden zijn. In het DKO zijn er vier graden. In dit onderzoek komt enkel de tweede graad aan bod.
  • 2.4; 2.2: Dit is de formule die gebruikt wordt in het DKO om aan te duiden welke graad en welk jaar wordt bedoeld. Het eerste cijfer geeft aan welke graad het is. Het tweede getal welk studiejaar. Zo vormden deze twee getallen het volgende:
    - 2.4: Tweede graad, vierde studiejaar
    - 2.2: Tweede graad, tweede studiejaar.
    De verdeling van de studiejaren gebeurt op twee niveaus: leeftijd en reeds gedane studiejaren.
  • Graadsklas: Een klas die allemaal dezelfde opleiding volgen, maar niet verdeeld zijn op basis van leeftijd en/ of al gedane studiejaren. Dit wordt gedaan om het leerlingenaantal te vergroten.
  • OVSG: Onderwijsvereniging van Steden en Gemeenten.
  • Accepteren: wanneer een speler ingaat op de ideeën en spelimpulsen van een medespeler en van zichzelf. 
  • Blokkeren: wanneer die dat niet doen niet ingaat op de ideeën en spelimpulsen van een medespeler en van zichzelf.
  • Associëren: De vaardigheid om verbanden te leggen.
  • Spontaniteit: Het vermogen om allerlei beelden, ideeën en associaties op te laten komen en tot uiting te brengen.
  • Dramatiseren: productiegericht en bedoeld voor een specifiek publiek
  • Dramatische vorming: vorming van de deelnemers zelf.
  • Premisse: de vooropgestelde bedoeling van een voorstelling, maar ook van elke repetitie die tot die voorstelling leidt.
  • Toonmoment: Een moment waarop leerlingen DKO iets tonen. Dit kan een afgewerkt product zijn, ‘work in progress’, een presentatie, lezing… Het publiek kan zowel intern zijn (klasgenoten, docenten...) en/of extern (ouders, vrienden, familie…)