Art. 233, Afdeling 1, Algemene bepalingen, Titel 13, Minderjarigheid, Boek 1, Personen- en familierecht, Burgerlijk Wetboek (Nederland)

 

Art. 488, wet 3 september 1807, Hoofdstuk I Meerderjarigheid, Titel XI Meerderjarigheid en beschermde personen, Boek I Personen, Oud Burgerlijk wetboek (België)


Art United. (2020). Art United fase 2 [verslag]. Geraadpleegd op 9 september 2022, van https://faro.be/sites/default/files/au%20fase%202%20beeldverslag_0.pdf

 

ArTEZ, University of the Arts. (2019). Education vision. Adopted by the Executive Board on 18 November 2019. Public version.

 

Copini, E. (2020). Eén van hen. Cultuur+educatie, 19(56), 27–28.

 

De Wilde, P. (2021). Weg met jongeren! Deel 1. De Basis. Toerisme Vlaanderen.


DiMaggio, P., & Mukhtar, T. K. (2004). Arts Participation as Cultural Capital in the United States, 1982–2002: Signs of decline? Poetics, 32(2), 169–194. https://doi.org/10.1016/j.poetic.2004.02.005

 

Lievens, J., Siongers, J., & Waege, H. (2015). Participatie in Vlaanderen. Acco.

 

Reef, B. & Nederlandse Museumvereniging. (2011). Kinderen en museumbezoek: investeren in het publiek van de toekomst (Eerste druk). Nederlandse Museumvereniging.

 

Van Baelen, K. (2017). De blik vrijmaken. In J. Maes (Ed.), De leraar die de wolken meet: Een pleidooi voor kunsteducatie (pp. 121-140). Academic Press. https://doi.org/10.1016/B978-0-12-814715-3.00008-4

 

Vanherwegen, D. & Lievens, J. (2014). The mechanisms influencing active arts participation: An analysis of the visual arts, music and the performing arts. Sociological Inquiry, 84(3): 435-471.

 

Vermeulen, T., Bijl, J., Rooijackers, M., Heerschap, N., Schreven, L., Maris, D. K., Heslinga, J. H., & Van Wijk, K. (Reds.). (2020). Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2020. Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme & Centraal Bureau voor de Statistiek.

 

Vlegels, J., & Lievens, J. (2011). Louter een kwestie van voorkeur en goesting ? Over kunsten- en erfgoedparticipatie, bekeken door een cultuursociologische bril. In John Lievens & H. Waege 96 (Eds.),Participatie in Vlaanderen 2 : eerste analyses van de participatiesurvey 2009 (pp. 235–272). Acco.

 

Wennekers, A., Boelhouwer, J., van Campen C. & Kullberg J. (reds.) (2019). De sociale staat van Nederland 2019. Sociaal en Cultureel Planbureau. 


Wisper. (z.d.). Methodiek. Geraadpleegd op 23 december 2022, van https://wisper.be/nl/over-ons/methodiek

2014

2020

2021

2022

2016

2019

De onderzoeker


Ik ben Noemi Belloy, een jonge educator met een hart voor kunst. Ik heb een achtergrond als leerkracht lager onderwijs en leerkracht secundair project kunstvakken. Ondanks mijn liefde voor educatie bleek het onderwijs toch niet de plek voor mij te zijn. Momenteel ben ik actief bij Muzische Workshops vzw, een kunsteducatieve organisatie. 



Één van de dingen die ik graag doe, is een museum bezoeken. Al was dat niet altijd zo.

 

 

 

Het is 9u15. De les communicatie gaat beginnen. Het thema deze maand is beeldende kunst. Urgh, ik snap er niets van. Ik heb steeds het gevoel dat ik er een mening over moet hebben en het op een bepaalde manier moet interpreteren, maar ik snap niet hoe. Pff, kunst is moeilijk. Ik voel me onbekwaam. Ik heb de competentie niet om kunst te begrijpen of juist te interpreteren. Kunst is niets voor mij.

 

 

Het is 10u30. Ik zit in het atelier. De docent beeldende kunst legt uit hoe je een les opbouwt. Waarom moeten we dit zelfs kennen? Iedereen weet toch dat leerkrachten gewoon een leuk idee op Pinterest zoeken en hier een stappenplan bij maken. Dus waarom al deze moeite doen? Een verhaaltje over bloemen gaat mij niet plots inspireren om een kunstwerk te maken. Hoewel de laagdrempelige opdrachten om naar kunst te leren kijken dan wel weer fijn zijn. 

 

 

Het is 11u30. Ik zit in de les kunstbeschouwing. We ontdekken zelf de belangrijke elementen en eigenschappen van de barokperiode, meer specifiek bij schilderkunst. We doen dit door een zelfgekozen schilderij uit de barokperiode zo goed mogelijk na te maken op foto. We onderzoeken wat deze periode zo uniek maakte, welke verhalen er achter de schilderijen zitten en hoe we de kleine details zo goed mogelijk kunnen namaken. Mijn medestudenten en ik gaan er helemaal in op. Ik was gisteren uren bezig met googelen hoe de kragen van de outfits er vroeger uitzagen en hoe ze pofmouwen maakten zodat ik deze zo goed mogelijk kon namaken. Het is wel moeilijk om de kleuren juist te krijgen. Elke afbeelding van het werk dat ik vind, heeft een andere kleurbalans of helderheid. Ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe het werk er in het echt uitziet. 

 

 

Het is 12u30. Ik zit thuis op Google Arts & Cultures naar online collecties te kijken. Het is gek hoeveel collecties je online kan bezichtigen en hoeveel musea door corona digitale tours hebben ontwikkeld! Al zou ik toch liever eens echt naar het museum gaan. Zou ik iemand kunnen vinden om mee te gaan? Ik durf nog niet echt alleen te gaan. Stel dat ik me op een bank zet en niet doorheb dat het onderdeel van de collectie is, of iets dergelijks. Ik weet niet echt hoe ik me moet gedragen en voel me ongemakkelijk in onbekende omgevingen. 

 

 

Het is 13u30. Bas neemt me voor mijn verjaardag mee naar het Museum van Hedendaagse Kunst in Antwerpen. We zijn helemaal alleen in het museum. Ik kan dus gewoon lekker doen wat ik wil, zonder me zorgen te maken! Bas en ik gaan op ontdekking. Ik bevind me in de expo van Hanne Lippard. Dit is zo cool! Het is helemaal anders dan wat ik had verwacht. Ik snap er helemaal niets van, en dat vind ik ok. Ik hoef het niet te snappen. Ik maak er mijn eigen verhalen van. Al prikkelt het me wel. Ik neem enthousiast een flyer mee en kan niet wachten om er straks thuis meer over op te zoeken! Hoe graaf ook dat ze werkt met geluid en met steeds veranderende werken. Ik ben wel blij dat Bas erbij is. Hij weet waar de leuke dingen te vinden zijn. In mijn eentje was ik bovendien al lang verdwaald geraakt.

 

 

Het is 14u30. Vol enthousiasme sta ik in de rij aan te schuiven om EIN - DE - LIJK het museum van schone kunsten in Antwerpen binnen te mogen. Ik wilde eigenlijk tijdens het grote openingsfestival gaan, maar ik was natuurlijk weer te laat om tickets te kopen. Al was het openingsfestival zelf wel heel fijn. Ik stond speciaal vroeg op na slechts een paar uurtjes slapen. Het was de avond ervoor best laat geworden. Maar ik was zo blij toen ik aankwam. Een prachtige choreografie gebaseerd op de elementen uit de vaste collectie van het museum, steltelopers met maskers van Ensor en verschillende soorten workshops. Dat was heerlijk! Maar nu is het eindelijk tijd om de binnenkant te gaan ontdekken. Spannend!

Ik was in eerste instantie ontzettend geschrokken van eerdergenoemde reacties en gegevens. Ik ben namelijk wel van mening dat kunst noodzakelijk is, onder andere om de redenen benoemd in bovenstaande definitie. Zo schrijft Copini (2020) dat kunst niet per definitie de oplossing is, noch hoeft te leiden tot een betere wereld. Kunst kan bewust maken, blootleggen, iets in beweging zetten, dit door te confronteren, vervreemden en vragen op te roepen. Dit wordt door ArtEz (2019, p. 2) ook mooi als volgt verwoord: “Arts provide the space for a critical framework that enables sustainable change” (p. 2).

 

Waarom dan juist in het museum? Zoals de Nederlandse Museumvereniging het schrijft, brengen musea ons in contact met een waardevolle collectie, fungeren ze als ontmoetingsplaats tussen het heden, het verleden en de toekomst, maar ook tussen verschillende culturen en generaties en is het een plek om elkaar te ontmoeten en interesses te delen (Reef & Nederlandse Museumvereniging, 2011).

 

Musea en culturele instellingen hebben moeite met het bereiken van jongeren en jongvolwassenen. Binnen dit onderzoek focus ik me niet op hoe musea meer jongeren en jongvolwassenen kunnen aantrekken. Ik focus me wel op hoe ze deze bezoekers handvaten kunnen bieden, meer specifiek, aan welke criteria museumroutes voor 18 tot 25 jarige museumbezoekers dienen te voldoen.

 

Jongvolwassenen

Bij nader inzien kan ik mijzelf wel verplaatsen in de schoenen van eerdergenoemde jongvolwassenen. Ik was namelijk ook niet altijd een fervent museumbezoeker. In tegenstelling: tot enkele jaren geleden zette ik zelf zelden een voet in kunstmusea. Mijn eigen interesse ontwikkelde zich tussen mijn 18 en 25 jaar. Dit prikkelt me om onderzoek te doen naar deze leeftijdsgroep. Meer specifiek naar wat een museum kan doen om deze groep beter te ondersteunen. Verschillende musea hebben namelijk geen aangepast aanbod voor deze leeftijdsgroep. Ze richten zich vaak op jongeren tot en met 16 of 18 jaar of op volwassenen. Een specifiek aanbod voor jongvolwassenen ontbreekt vaak.2

 

De ondergrens voor dit onderzoek wordt vastgesteld op 18 jaar.

In het Belgisch Burgerlijk wetboek staat in artikel 488 beschreven dat sinds 1990 personen vanaf 18 volle jaren meerderjarig zijn en op deze leeftijd bekwaam zijn tot alle handelingen van het burgerlijke leven (art. 488, oud BW). Dit betekent onderandere dat ze niet meer leerplichtig zijn en zelf instaan voor hun beslissingen. Ook in Nederland is men meerderjarig vanaf de leeftijd van 18 (art. 233, BW). Vermeersch en Siogners (2020) geven aan dat kunst- en cultuureducatief onderzoek in Vlaanderen zich voornamelijk toespitst op de leerplichtleeftijd. Dit maakt het interessant om net te focussen op niet-leerplichtigen. Zelf nemen ze 16 jaar als ondergrens. Ik kies in dit onderzoek dus bewust voor de ondergrens van 18 jaar, net om te focussen op de niet-leerplichtigen.

Daarnaast maken verschillende onderzoeken waaronder 'De sociale staat van Nederland' (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2019) en het 'Trendrapport toerisme recreatie en vrije tijd' (Vermeulen et al., 2020) ook gebruik van de ondergrens '18 jaar' wanneer het gaat over vrijetijdsbesteding en aantal museumbezoekers.

Tot slot maakt dit ook dat er voor dit onderzoek geen ouderlijke toestemming nodig is, wat geen doorslaggevende factor is, maar het onderzoek wel vergemakkelijkt.

 

De bovengrens voor dit onderzoek wordt vastgesteld op 25 jaar. Op deze leeftijd komen huisvesting en een gezin in zicht (De Wilde, 2021) en komen de jongvolwassenen stilaan in een volgende levensfase.

Bovendien wordt de groep tot en met 25 jaar vaak gebruikt in kassaregistraties van musea (Art United, 2020).Dit kan mogelijk nuttig blijken bij het leggen van verbanden.

 

 

Het onderzoek

 

Welkom bij het onderzoek 'Routes in het museum', een zoektocht naar de critaria voor museumroutes voor jongvolwassenen van 18 tot en met 25 jaar.

Dit onderzoek vindt plaats binnen het kader van de Master KunstEducatie aan Fontys hogeschool voor de kunsten. 

 

Deze expositie geeft je een inkijk in het proces van het onderzoek en neemt je mee van het prille begin, namelijk de ontwikkeling van de onderzoeksvraag, tot de conclusies en aanbevelingen met onderweg kritische reflecties, bedenkingen en meer. 


 

 Aanzet & afbakening onderzoek 

 

Zoekende in het aanscherpen van mijn eigen visie op kunsteducatie ging ik in gesprek met mijn omgeving. Ik stelde vrienden en kennissen de vraag wat kunst voor hen betekent. Jammer genoeg liep het eerste gesprek ontzettend snel ten einde.

 

"Kunst, dat is niets voor mij."1

 

Vol verbazing en ongeloof ging ik een tweede gesprek aan. Ondanks dit gesprek iets langer gaande bleef, bleek ook deze persoon weinig interesse te hebben in kunst. Ik breidde mijn bevraging uit en sprak verschillende jongvolwassenen aan. Wat blijkt? Van de 34 bevraagden geven 11 jongvolwassenen rechtuit aan geen interesse te hebben. Bovendien geven in een nieuwe bevraging met 37 bevraagden, 25 jongvolwassenen aan nooit naar het kunstmuseum te gaan.

 

De afwezigheid van jongvolwassenen in het museum wordt onder andere bevestigd door cijfers van het Sociaal en Cultureel Planbureau (Wennekers et al., 2019) en gesprekken gevoerd door het NRIT (Vermeulen et al., 2020, p. 505) met verschillende theaters en musea. Daaruit blijkt dat Nederlandse culturele instellingen moeite hebben om jongvolwassenen van 18 tot 30 jaar te bereiken.

Ook Vlaanderen kampt met dit probleem. Dit blijkt uit de eerste analyse van de Participatiesurvey 2014 ‘Participatie in Vlaanderen 2’ (Lievens et al., 2015) die aangeeft dat de jongere generaties minder participeren in highbrow activiteiten waaronder het bezoek aan kunstmusea. In ‘Weg met Jongeren: deel 1 – De Basis’ wordt zelfs gesproken over 3 op 4 jongeren/jongvolwassenen die niet naar het museum gaan (De Wilde, 2021).

 

 

 

 

 

Als 26 en 27-jarige5 bevind ik me heel dicht bij deze leeftijdscategorie. Dit kan binnen dit onderzoek zowel voor- als nadelen opleveren. Het is gemakkelijker om me in te leven, maar tegelijk ook gemakkelijker om het te dichtbij te trekken en te veel vanuit mijn eigen ervaringen te bekijken.

Zolang ik me hier erg van bewust blijf, lijkt dit me een troef om in te zetten bij dit onderzoek.

 

Cultuureducatie en cultuurparticipiatie op jongere leeftijd biedt de beste garantie op cultuurparticipatie doorheen het verdere leven (Vanherwegen & Lievens, 2014; Vlegels & Lievens, 2011). Daarom is het belangrijk om ook op deze groep jongvolwassenen in te zetten. Al is niet iedereen het daarmee eens. gezien de opkomst van nieuwe activiteiten vragen sommige onderzoekers zich af of highbrow activiteiten nog wel belangrijk (zullen) zijn in de samenstelling van iemands cultureel kapitaal (DiMaggio & Mukhtar, 2004)

 

Tijdens dit onderzoek wordt er niet ingezoomd op het belang van cultuureducatie en participatie. Dit leidt af van de kern van het onderzoek. Rond dit onderwerp zijn reeds verschillende onderzoeken uitgevoerd. 


Vrijheid

Jongvolwassenen van 18 tot 25 zijn minder en minder afhankelijk van hun ouders. Ze starten hun eerste job of gaan verder studeren. Sommigen gaan zelfs op kot.

De Wilde (2021) spreekt ook over de verminderde invloed van ouders op de vrijetijdsbesteding van jongeren en jongvolwassenen en hoe de jongeren gaandeweg meer autonomie krijgen en erop gebrand zijn deze te gebruiken.

 

Daarnaast zijn jongvolwassenen zoals eerder vermeld volgens het Belgische Burgerlijk wetboek ook meerderjarig vanaf de leeftijd van 18 jaar en zijn ze bekwaam tot alle handelingen van het burgerlijke leven (art. 488, oud BW). Dit betekent onderandere dat ze niet meer leerplichtig zijn en zelf instaan voor hun beslissingen. Ook in Nederland is men meerderjarig vanaf de leeftijd van 18 (art. 233, BW).

Ze hoeven niet meer overal bij de hand genomen te worden. Ook in het museum hoeven we hen dus niet bij de hand te nemen maar de nodige vrijheid te bieden.

Bovendien benadrukt Koen Van Baelen (2017) het belang van vrijheid binnen kunsteducatie. Hij pleit voor het ontwikkelen van vrijheidsbekwaamheid bij jongvolwassenen zodat ze kunnen omgaan met vrijheid in een samenleving waar economische logica vaak de boventoon voert.

Van Baelen is niet alleen in zijn pleidooi. Ook organisaties zoals Wisper (Wisper, z.d.) onderstrepen het belang van vrijheid en zelfsturing in hun zelfontwikkelde werkmethode voor kunsteducatie.

 

Museumroute

Musea kunnen erg overweldigend zijn voor beginnende museumbezoekers. Het aanbieden van een route kan hierbij een houvast bieden. Dit geven enkele jongvolwassenen zelf aan tijdens een gesprek3, maar wordt ook bevestigd door Nina Simon in The Participaory Museum (2010). Er bestaan reeds verschillende soorten routes. Zo heeft het KMSKA bijvoorbeeld ook enkele routes beschikbaar in hun app. Uit gesprekken met jongvolwassenen blijkt echter dat zij geen gebruik van maken van deze routes in het KMSKA.4 Hoe komt dat? Aan welke criteria dient een museumroute dan wel te voldoen? En hoe kan een route toch de nodige vrijheid bieden?

 

Ondanks het museum een belangrijke en centrale rol speelt in dit onderzoek wordt het museum als instituut niet onderzocht binnen dit onderzoek. Er wordt dus niet gefocust op wat een museum is, wat de taken van een museum zijn en wat het belang van een museum is. Binnen dit onderzoek wordt er wel gefocust op wat te doen met jongvolwassenen binnen het museum. Er wordt gefocust op de publiekswerking en educatie.

 

 

 Onderzoeksvraag 

 

De hoofdvraag van dit onderzoek is de volgende: 

 

Aan welke criteria dient een museumroute voor jongvolwassenen die vrijheid biedt te voldoen? 

 

Deze vraag wordt opgedeeld in enkele deelvragen: 

 

  • Wat zijn specifieke kenmerken en behoeften van jongvolwassenen van 18 tot en met 25 jaar?
 
  • Wat is vrijheid? 
    • Wat is vrijheid?
    • Wat betekent vrijheid tijdens het museumbezoek?
    • Wat betekent vrijheid in relatie tot participatie?

  • Wat is een museumroute?

 

 

 Doelstelling onderzoek 

 

Het doel van dit onderzoek is om een blauwdruk te ontwikkelen die helpt bij het ontwerpen van museumroutes voor jongvolwassenen van 18 tot en met 25 jaar die vrijheid bieden tijdens het museumbezoek.

Deze blauwdruk kan na dit eerste deel van het onderzoek verder uitgewerkt worden in samenwerking met een museum om vervolgens door publiekswerkers en museumeducatoren ingezet te worden.

Het doel van de blauwdruk voor museumroutes is om museumroutes te kunnen ontwikkelen die jongvolwassenne museumbezoekers een houvast bieden en zo de museumervaring verbeteren.

 

 

1 Zin uit een informeel gesprek met een kennis.
2 Dit is gebaseerd op eigen ervaring en het gebrek aan resultaten bij het zoeken naar een aanbod voor jongvolwassenen bij Vlaamse musea.
3 Meer over dit gesprek vind je hier.
4 Dit werd aangegeven tijdens verschillende informele gesprekken met jongvolwassenen.
5 Gedurende dit onderzoek ben ik verjaard.