Terminologie

 

Bij de start van dit onderzoek verwees ik steeds met de term 'jongeren' naar de 18 tot en met 25 jarigen in dit onderzoek. Na meer onderzoek naar de leeftijdsgroep voelt de term 'jongvolwassenen' meer gepast, ondanks deze volgens sommige bronnen een veel bredere leeftijdsgroep beschrijft, bevat deze term toch meer overeenkomsten met de leeftijdsgroep waaronder de meerderjarigheid. Vanaf dit punt in mijn onderzoek zal ik dan ook steeds refereren naar 'jongvolwassenen'. Indien er in dit onderzoek gesproken wordt over 'jongeren', wordt er dus dezelfde groep bedoelt, maar werd er nog met een andere term gerefereerd naar deze groep. 

 

Daarnaast lijkt het me zeer interessant om Gen Z te betrekken in dit deel van het onderzoek. Aangezien de huidige 18 tot en met 25 jarigen deel uitmaken van deze generatie. Afhankelijk welke jaartallen je volgt welliswaar. Dit is ook meteen de bedenking hierbij. Waar is de grens te trekken? Is er wel een duidelijke grens? Is het voldoende om op Gen Z te focussen? Of dient generatie Y ook betrokken te worden? 
Ik kies ervoor enkel Gen Z te betrekken. Dit is een persoonlijke keuze gebaseerd op 2 aspecten: 

  1. Volgens de jaartallen weergegeven door Michael Dimock (2019) behoren alle 18 tot en met 25 jarigen vandaag (2023) tot Gen Z. 
  2. Ikzelf, geboren in 1996 val volgens Michael Dimock (2019) net buiten Gen Z. Toch herken ik me in een aantal kenmerken die hierboven beschreven worden. Voor mij kunnen deze kenmerken dus zeker als leiddraad genomen worden voor de 18 tot en met 25 jarigen die nog meer deel uitmaken van Gen Z dan mij.

Ontwikkelingspsychologie & Sociologie


Wat zijn de behoeften en specifieke kenmerken van jongvolwassenen van 18 tot en met 25 jaar, bekeken vanuit de ontwikkelingspsychologie en sociologie? 

 Het begrip 'jongvolwassenen'

 

In dit onderdeel wordt de jongvolwassenen bekeken vanuit de ontwikkelingspsychologie en sociologie. Hierbij wordt er meteen op een probleem gebotst: wie of wat is nu eigenlijk jongvolwassen? Komt de leeftijdsgroep van dit onderzoek overeen met de definitie van jongvolwassenen binnen de ontwikkelingspsychologie en sociologie? 

 

Levensfasen zijn moeilijk af te bakenen aangezien ze afhankelijk zijn van verschillende factoren. Daarom worden ze vaak aangeduid met leeftijden, ondanks je leeftijd dus niet noodzakelijk overeenkomt met de fase in het leven waarin je je bevindt. (Rögels, 2014)

 

Wanneer men binnen de ontwikkelingspsychologie spreekt over jongvolwassenen, refereert men doorgaans naar de groep 20 tot 40 jarigen. Dit is gebaseerd op de 8 levensstadia van Erikson (1950). De exacte leeftijden kunnen soms per theorie verschillen. Dat staat in contrast met het dagelijks gebruik van het woord. In andere contexten verwijst men namelijk regelmatig naar 18 - 25 jarigen bij het gebruik van 'jongvolwassenen'. Voorbeelden hiervan zijn Statistiek Vlaanderen (2023) in 'Bevolking naar leeftijd en geslacht' en Jeugdhulp Vlaanderen (2017) in 'Actieplan jongvolwassenen'.

 

Arnett (2000) pleit dan ook voor de invoering van een extra stadium in de levensloop, namelijk 'emerging adulthood'. Dit nieuwe stadium linkt hij aan de 18 tot 25 jarigen als brug tussen de adolecentie en jongvolwassenheid (Arnett, 2015). De twintiger van vandaag is nog niet gesetteld, maar toch kan je hen ook geen adolecent meer noemen. De kenmerken die aan deze fase worden gelinkt zijn de volgende: 

  • Identiteit vollop exploreren met de nodige instabiliteit
  • Sterk op zichzelf gefocust en het maken van eigen beslissingen, een gevoel van vrijheid
  • 'Feeling in between' door op sommige vlakken al wel en andere nog niet volwassen te zijn
  • Mogelijkheden en exploreren
  • Toewerkend naar volledig op eigen benen staan: geheel onafhankelijk en zelfvoorzienend zijn
Dit laatste kenmerk markeert ook meteen het einde van de emerging adulthood (Arnett 2004). 

 

Ondanks ik me kan vinden in het toevoegen van een extra stadium gezien de doorsnee 20 jarige en 30-40 jarige vandaag de dag ver uit elkaar liggen, stel ik mezelf hierbij de vraag of identiteitsontwikkeling niet iets van alle leeftijden en levensfasen is. Blijven we niet ons leven lang bijleren, ontwikkelen en veranderen? 


Het begrip jongvolwassenen en het bijkomende onderzoekswerk heeft me verheldering gegeven in de terminologie die ik binnen dit onderzoek wens te gebruiken. Zo maakte ik hiervoor steeds gebruik van de term 'jongeren', maar blijkt de term 'jongvolwassenen' gepaster te zijn. 

 

 

Arnett, J.J. (2000). Emerging Adulthood. A Theory of Development From the Late Teens Trough the Twenties. American Psychologist, 55 (5), 469-480.

 

Arnett, J.J. (2004). Emerging Adulthood: The winding road from late teens through the twenties. Oxford: Oxford University Press.

 

Arnett, J. J. (2015). Emerging adulthood: The winding road from the late teens through the twenties (2de ed.). Oxford: Oxford University Press.

 

Erikson, E.H. (1950). Childhood and society. New York: Norton.

 

Jeugdhulp Vlaanderen. (2017). Actieplan jongvolwassenen. Geraadpleegd op 29 juli 2023, van https://www.jeugdhulp.be/themas/jongvolwassenen

 

Rögels, N. (2014). Levenslooppsychologie (5de druk). Boom uitgevers Amsterdam.

 

Statistiek Vlaanderen. (2023). Bevolking naar leeftijd en geslacht. Vlaamse Overheid. Geraadpleegd op 29 juli 2023, van https://www.vlaanderen.be/statistiek-vlaanderen/bevolking/bevolking-naar-leeftijd-en-geslacht

 

 

Gen Z

 

Generatie Z, of kortweg gen Z verwijst naar de generatie die volgt op generatie Y, ook wel millenials genoemd. Een harde grens trekken op een generatie is niet evident. Michael Dimock (2019), president van het Pew research center, beschrijft generatie Z als iedereen geboren van 1997 tot en met 2012. Generation Journey (2023) spreekt dan weer over iedereen geboren tussen 2000 en 2015.

Ondanks de verschillen, kan wel gestelt worden dat gen Z (een groot) deel uitmaakt van de respondentengroep.

 

Uit onderzoek van Stanford (De Witte, 2022) blijkt dat de typische gen Z'er:

  • zelf gedreven is 
  • erg begaan met anderen is
  • strijd voor een diverse samenleving
  • erg samenwerkend en sociaal is
  • flexibiliteit, relevantie, authenticiteit en niet-hiërarschisch leiderschap waardeerd
  • Ontzet over erfelijke problemen zoals klimaatverandering
  • Pragmatische houding ten opzichte van werk dat verricht dient te worden om deze problemen aan te kaarten

 

Binnen de sociologie zijn er al een heel aantal onderzoeken naar gen Z als consument gedaan. Francis en Hoefel (2018) geven hierin enkele belangrijke eigenschappen van gen Z weer:

  • 'Undefined ID': Meer dan 1 manier om zichzelf te zijn
    • Zoektocht naar authenticiteit genereert meer vrijheid van meningsuiting en meer openheid om verschillende soorten mensen te begrijpen
  • 'Communaholic': verbinden met verschillende waarheden
    • Inclusiviteit is enorm belangrijk
  • 'Dialoger': verschillende waarheden begrijpen
  • 'Realistic': zoektocht naar de waarheid
    • Pragmatisch leven

 

Dit zijn kenmerken en eigenschappen die op een gehele generatie worden geplakt. Deze zullen niet voor iedereen van toepassing zijn. Deze kenmerken is wat deze generatie in zijn geheel verschillend maakt van andere generaties, maar dat betekent niet noodzakelijk dat elk lid van deze generatie zich zal herkennen in deze kenmerken. 
Dat neemt niet weg dat het een goede leiddraad is voor het onderzoek. Musea willen zich ook richten op een grote bevolkingsgroep. 

 

De Witte, M. (2022, 3 januari). Gen Z are not ‘coddled.’ They are highly collaborative, self-reliant and pragmatic, according to new Stanford-affiliated research. Stanford News. Geraadpleegd op 9 januari 2023, van https://news.stanford.edu/2022/01/03/know-gen-z/


Dimock, M. (2019). Defining generations: Where Millennials end and Generation Z begins. Pew Research Center. Geraadpleegd op 29 september 2022, van https://www.pewresearch.org/short-reads/2019/01/17/where-millennials-end-and-generation-z-begins/

 

Francis, T. & Hoefel, F. (2018). ‘True Gen’: Generation Z and its implications for companies. McKinsey & Company. Geraadpleegd op 29 september 2022, van https://www.mckinsey.com/industries/consumer-packaged-goods/our-insights/true-gen-generation-z-and-its-implications-for-companies#/

 

Generation Journey. (2023). Generatie Z: Kenmerken en onderzoeken. Geraadpleegd op 9 januari 2023, van https://generationjourney.nl/generatie-z/

Wat zijn specifieke kenmerken en behoeften van jongvolwassenen tussen 18 en 25 jaar als museumbezoeker? 


Dit onderzoek richt zich op museumbezoekers van 18 tot en met 25 jaar. Voordat een aanbod voor deze groep uitgewerkt kan worden, is het belangrijk om in te zoomen op hun specifieke kenmerken en behoeften. Wat onderscheid hen van andere leeftijdsgroepen? Waar liggen hun noden? 


In dit onderdeel wordt ingegaan op bovenstaande vragen. Deze worden benadert vanuit verschillende invalshoeken. De vraag wordt onder de loep genomen vanuit de ontwikkelingspsychologie, vanuit de (kunst)educatie maar ook vanuit de jongeren zelf. Zo wordt er op zoek gegaan naar antwoorden in literatuur, tijdens interviews met experten en tijdens focusgroepen met de respondenten.

 




Volg de route,


Wijk af,


Maak een sprong.

(Kunst)educatie


Wat is er binnen de (kunst)educatie terug te vinden over de kenmerken en behoeften van jongvolwassenen en gen Z? Wat is er daarnaast binnen de (kunst)educatie terug te vinden over de behoeften van museumbezoekers? 

Nina Simon

The Participatory Museum

 

Nina Simon (2010) bespreekt in haar boek The Participatory Museum niet zo zeer de kenmerken en behoeften van jongvolwassenen. In dit boek staat participatie in het museum centraal. Daarbij worden wel behoeften van museumbezoekers besproken. 

 

Zo bespreekt Simon (2010) het belang om bezoekers op de eerste plaats te zetten. Elke bezoeker heeft zijn eigen noden. Daarom is het belangrijk een persoonlijk ingangspunt te voorzien. DIt door gebruik te maken van thema's en taalgebruik dat aansluit bij de leefwereld van de bezoeker.

Vervolgens is het belangrijk om de bezoeker als individu te behandelen. Je kan bezoekers niet als individuen behandelen als je niet weet wat hen uniek maakt. Je hebt als museum dus een manier nodig voor bezoekers om hun eigen identiteit ten opzichte van het museum uit te drukken. Dit kan op verschillende manieren. Hierbij is het wel belangrijk om de bezoeker enerzijds niet de reduceren tot dit vakje maar anderzijds ook geen eindeloze keuzemogelijkheden te bieden en te veel tijd te steken in het vastleggen van het profiel van de bezoekers.


Simon, N. (2010). The Participatory Museum. https://openlibrary.org/books/OL24620102M/The_Participatory_Museum?v=2

Wat zijn de specifieke kenmerken en behoeften van jongvolwassenen tussen 18 en 25 jaar bij een museumbezoek?

 

Snel, veel en tegelijk.

Een kenmerk van jongvolwassenen anno 2023 is dat ze graag alles snel, veel en tegelijk doen. De behoefte die hierbij komt kijken is dat ze graag een korte uitleg hebben. Bij voorkeur ook niet te veel geschreven tekstuele informatie. Daarnaast is er ook de bijhorende behoefte om verschillende zintuigen aan te spreken. 

 

Zelf doen.

Een volgende kenmerk is dat jongvolwassenen anno 2023 ondernemend zijn. Het zelf doen staat centraal. De behoefte die hierbij komt kijken is de mogelijkheid hebben tot het uitvoeren van actieve doe-opdrachten maar ook de behoefte tot het vormen van een eigen interpretatie. Bovendien uit zich dit ook in de behoefte om zelf te kunnen kiezen bij wat ze stil staan en hoe ze kunst beleven.

 

Samen.

Het belang van het sociale aspect is ook kenmerkend voor de jongvolwassenen. Dit uit zich in de behoefte om samen naar het museum te kunnen gaan. Ter plekke willen ze opnieuw wel de ruimte om hun eigen ding te kunnen doen en hun eigen interpretaties te kunnen vormen. 

 

Peter De Wilde

Weg met jongeren 

 

Ook binnen de kunsteducatie zijn er kenmerken en behoeften te vinden van de huidige jongvolwassenen, gen Z. 

 

Zo schrijft De Wilde (red.) (2021a) dat ze graag alles heel snel en tegelijk doen. Ze zijn gewoon om te multitasken. Daarnaast zijn ze in een omgeving opgegroeid die ondernemerschap stimuleert. Ze doen graag alles zelf. Ze staan voor diversiteit en inclusiviteit. Bovendien is dit een internetgeneratie. Tot slot zijn pasychische problemen en leerstoornissen bespreekbaar

 

Daarnaast heeft De Wilde (Red.) (2021b) het ook over het belang van het sociale aspect voor een jong publiek. 

 

De Wilde, P. (Red.) (2021a). Weg met jongeren! Deel 1. De Basis. Brussel: Toerisme Vlaanderen.


De Wilde, P. (Red.) (2021b). Weg met jongeren! Deel 2. De voorgangers. Toerisme Vlaanderen.

 

Jongeren

Drempels voor jongeren

Lode Vermeersch 

 

Lode Vermeersch (2020) beschreef ook enkele drempels voor jongeren om naar het museum te gaan. De sociale en praktische drempel komen ook bij jongvolwassenen duidelijk nog naar voor. 

 

De respondenten geven aan niet alleen naar het museum te willen gaan. Dit komt overeen met de sociale drempel omschreven door Vermeersch (2020).

Daarnaast geven de respondenten aan dat het museumbezoek gratis of niet te duur mag zijn. Dit duidt op de praktische drempel zoals beschreven door Vermeersch (2020). 

 

Dit komt overigens ook overeen met wat De Wilde (reds.) (2021b) reeds aangaf, namelijk het belang van het sociale aspect voor een jong publiek. Vermeersch heeft dan ook aan deze publicatie meegewerkt.

 

Vermeersch, L. (2020). Tieners zijn onmogelijk? Tieners meekrijgen naar een museum is dat niet! Geraadpleegd op 17 januari 2023, van https://lirias.kuleuven.be/retrieve/590648$$DInspiratiesessie_Krokuskriebels_12-15oktober2020_Lirias.pdf 

 

 

In het museum

Museumbezoek & gesprek met 2 jongvolwassenen

 

Op 22 oktober 2022 vond een museumbezoek plaats met 2 respondenten. Het doel van dit bezoek was om hun ervaring vast te leggen en te bekijken wat hun noden zijn. 

Na het bezoek reflecteerden we samen en kwamen volgende noden naar boven: 

  • Meer niet-tekstuele uitleg
  • Korte uitleg per ruimte/werk
  • Ontspanning
    • Even niet bezig zijn met het museum en gewoon laten bezinken
    • Rust
    • Plaats om pauze te nemen zonder te veel prikkels
  • Voorkennis
  • Interactie
    • Meer actieve doe-dingen
  • Minder mensen
  • Eerst zelf kijken en dan pas lezen
    • Het vormen van een eigen interpretatie
  • Meer afgebakende stijl
  • Koffie-automaat
  • Achtergrondmuziek
  • Minder geroezemoes
    • Nu is er chaos in het hoofd, dat maakt het moeilijk om te focussen op wat je ziet of voelt.
 
Deze noden werden samengesteld in een gesprek tussen slechts twee respondenten. Het is dus moeilijk hier conclusies uit te nemen, gezien de beperkte hoeveelheid respondenten. Noden kunnen heel persoonlijk zijn. 

In het museum

Focusgroep

 

 Tijdens een focusgroepgesprek op 3 december 2022 gaan respondenten in gesprek over hun behoeften bij een museumbezoek. Ze stellen hun ideale museumbezoek samen en dat ziet er als volgt uit: 

  • Niet te duur / gratis
  • Geen persoonlijke bezittingen afgeven
  • Voldoen aan basisbehoeften 
    • Kunnen eten en drinken tijdens het bezoek
  • Mogelijkheid om te zitten
  • Geen drukte
  • Niet te veel werken om geen vol hoofd te krijgen
  • Geen eentonig aanbod
  • Een route die je door het museum leidt om alles gezien te hebben
    • Geen vaste / verplichte route
  • Kunnen kiezen op welke manier je kunst beleeft
    • Verschillende zintuigen prikkelen
  • Ruis/geluid om de stilte te doorbreken
  • De mogelijkheid om extra informatie te krijgen bij elk werk
  • Interactiviteit
  • De mogelijkheid tot doe-opdrachten
  • Zelf kiezen bijwat je stilstaat
  • Alleen / niet alleen (meningen zijn verdeeld)
    • De meeste willen gezamelijk naar het museum gaan maar ter plekke wel hun eigen ding kunnen doen