An Van Hertum

Semi gestructureerd interview

 

Het gesprek gaat van start met een uitgebreidere schetsing van mijn onderzoek. 

 

Als eerste wordt er gefocust op het aanbod van het KMSKA en vanuit welke principes er is vertrokken bij het uitwerken van dit aanbod. 

An Van Hertum geeft aan dat dit per project verschillend is. Bij De 10 is er bijvoorbeeld vertrokken vanuit interactie en uiteraard de visie van het museum: verwonderen, verrijken en verbinden en bezoekers anders laten kijken en zien. 

Bij Radio Bart staat dit anders kijken en zien dan weer centraal. 

Bij het aanbod voor scholen wordt er steeds vertrokken vanuit Cultuur in de spiegel. 

Andere principes die vaak gebruikt worden bij het ontwikkelen van het aanbod is de veschuiving van objectdenken naar procesdenken, het geloof dat iedereen creatief is, het betrekken en testen aan de hand van een focusgroep en het actief aan de slag gaan. 

 

Vervolgens ben ik benieuwd naar wat er echt werkt. An Van Hertum geeft aan momenteel uitsluitend positieve reacties te ontvangen. Actief aan de slag gaan en alle zintuigen betrekken zijn er wel twee die er bovenuit springen. 

 

Daarnaast ben ik natuurlijk ook benieuwd naar wat er minder goed werkt. Momenteel is er nog geen negatieve feedback op het aanbod en is het museum nog niet lang genoeg open om al een grote evaluatie te hebben gedaan. Het enige wat terugkomt is een enkele boze kunstenaar. Doordat het KMSKA verder afstapt van de klassieke visie en hiermee tegen de schenen van enkele traditioneel en klassiek ingestelde mensen stampt. 

 

Is vrijheid één van de principes die verwerkt zitten in het museumaanbod? An Van Hertum geeft aan dat ze bij de voorbereiding van dit gesprek even struikelde over deze vraag en zich afvroeg of dat ze iets heeft gemist en of dat dit een principe is dat reeds ingezet wordt binnen museumeducatie. Daarnaast geeft ze wel aan dat het wel verwerkt zit in de visie dat er niet één juiste manier van kijken is, waarop veel activiteiten zijn gebaseerd en dat er verschillende audiotours zijn, wat ook vrijheid biedt. 

 

Ze had dan ook nog niet eerder nagedacht over wat vrijheid voor haar binnen kunsteducatie betekent en wat hier mogelijke voorwaarden van kunnen zijn. Toch formuleert ze vanuit haar kennis en ervaring in de museumcontext een antwoord. 

  • Eerst en vooral geen vast parcours of stramien
  • Veel handvaten geven, maar ook veel speelruimte bieden.
  • Inspelen op de doelgroep en het moment
  • Geen invulboekje maar open pagina's zonder lijntjes. Vertrouwen leggen in de bezoekers om zelf te beslissen.
Vrijheid is eigen aan een participatief proces. 
 
Het gesprek sluit af met de rol van de kunsteducator: strijden voor die vrijheid en niet alles benoemen en omlijnen en een compromis zoeken.