RESULTATEN & CONCLUSIE

 

 

 

Waar bevindt zich het kunstzinnige in het (professioneel) leven van alumni Pjk (Pedagogie van het jonge kind), op basis van hun ervaringen binnen de opleiding?


Hoe kijken alumni naar de opleiding terug? Hebben zij de speelse blik kunnen bewaren? Heeft de kunstzinnige onderdompeling hun cultureel bewustzijn verdiept (zoals wij beoogden) en hoe/waar geven zij dat vandaag een plek? Welke rol speelt kunst (nog) in hun (professioneel) leven? Ik onderzocht deze sporen van betekenis.



context 

De opleiding professionele Bachelor ‘Pedagogie van het jonge kind’ (Pjk) biedt een antwoord op de maatschappelijke noodzaak aan professionalisering van de sector van de (brede) kinderopvang. De pedagogische coaches zijn verwant aan sociaal werkers met dit verschil dat ‘het kind’ in deze opleiding en (werk)context steeds als focus centraal staat. De studenten komen vaak terecht in allerlei coördinerende, educatieve functies, in opvanglocaties (kinderdagverblijven, voor en  naschoolse opvang), jeugdwerk, gezinsondersteuning, vrijetijdsorganisaties, ...


 

In de opleiding werd gekozen om kunst als een rode draad doorheen het curriculum te laten lopen, vanuit de overtuiging dat dit mensen kan raken in hun mens-zijn en hen vandaaruit in democratische attitudes kan versterken. Deze visie ‘groeien door kunst’ onderbouwde de ontwikkeling van de leerlijnen. De opleiding onderscheidt zich op twee manieren: enerzijds door de specifieke aandacht voor (professionele) identiteitsvorming en anderzijds door het benadrukken van de kracht van cultuur als bindmiddel tussen kinderen, hun gezin, het team en de maatschappelijke inbedding van de sector.

 

Omdat de studenten meestal geen vooropleiding in kunst  hebben genoten en weinig vertrouwd zijn met deze manier om de wereld te benaderen, werd het omgaan met kunst in de opleiding vertaald naar 'kunstzinnig' handelen en wordt dit o.a. concreet gemaakt via de 100 talen, een concept uit de Reggio Emilia approach (1). 

 

De opleiding liet zich (o.a.) inspireren door deze benadering en vertaalde de specifieke pijlers naar accenten binnen het curriculum: een krachtig mens (kind) beeld, de non-verbale expressie (100 talen), kunstzinnig communiceren, meerstemmigheid en multiperspectief, de drie pedagogen, projecten als verdiepende en verbindende accenten, documenteren om zichtbaar te maken wat leeft en groeit, de professional als gepassioneerd pleitbezorger. (Kritische reflectie Pjk, 2023)




 

(1) In Reggio Emilia, een stad nabij Bologna, werd na WOII vanuit diepe ontgoocheling en de uitdrukkelijke wens een betere wereld te creëren, door ouders en met de hulp van Loris Malaguzzi, een plaatselijke onderwijzer, een aantal centra opgericht voor jonge kinderen. Zij hanteren er een leersysteem dat, vertrekkend vanuit het kind, via langdurige en interessante projecten, in een gezonde en liefdevolle omgeving, dieper wil ingaan op de omringende wereld. Via een aantal bouwstenen wordt aan de intellectuele, emotionele, sociale en morele mogelijkheden van kinderen gewerkt. Het centrale richtinggevende concept van Reggio Emilia is het gehanteerde kindbeeld, dat sterk en krachtig is. Het kind, dat vanaf z’n geboorte interactie en communicatie zoekt met z’n omgeving, doet dit via honderd talen. Het is een filosofische benadering, gebaseerd op het vertrouwen in de competenties van kinderen en gericht op het kijken en luisteren naar kinderen (Meeuwig, 2007).

 

1. Wandelinterviews (aan de hand van concepten uit de literatuur)


Kunst, kunstzinnig, verbeelding en creativiteit.. ze worden door elkaar gebruikt en roepen, naargelang de betrokkenen, andere associaties op. 

Ik vond betekenisvolle definties bij Booth (2024), Twaalfhoven (2020)  en Pauwels (2019), maar ook bij Van Oers (2005) die ontwikkelingsgerichte kunsteducatie koppelt aan kunstzinnige vorming, waarbij gezocht wordt naar betekenis, het spreken over die betekenis en er vervolgens een eigen vorm aan geven i.p.v. lesvoorbeelden waarbij de nadruk ligt op bedoeling, inhoud of thema.  

Via de wandelinterviews peilde ik naar interpretaties voor kunstzinnigheid en het belang van de  kunstenaarsmindset bij 2 respondenten, nl. iemand zonder (pedagoog)  en iemand met een opleiding in de kunsten (kunstenaar). 


 

Uit de interviews kwamen volgende verhelderende concepten:

 

Voor de kunstenaar ontstond het met kunst bezig zijn vanuit een drang als kind naar creëren

 

Misschien nee, want dat is allemaal veel vroeger gestart. Daarom heb ik dan ook zo een kunstopleiding gekozen omdat ik al van lang van als ik klein was tekende en en  [sic] ik wou dingen doen en …Dus ja creëren, niet alleen met een potlood, maar met allerlei dingen (N)

 

Kunstenaar blijkt een moeilijk statuut alhoewel belangrijk als ‘vrije geest’.

 

Dat is ja, als je het de waarde moet geven in de maatschappij [sic], en dan ben je beter een dokter of zo maar geen kunstenaar. Ja, dat is zo, dat wordt nog steeds, denk ik een beetje gezien als een parasiet van de maatschappij. Ja ja, terwijl er ja voor de industriële revolutie, ja, dat interessant was, dan was een kunstenaar, een belangrijke persoon (NP)

 

 

Voor de niet-kunstenaar komt kunst soms op het pad via school of andere kanalen. Wat maakt dat iemand het toelaat of niet? 

 

Maar ik heb eigenlijk pas echt zo museumkunst leren kennen wanneer dat we met school naar Parijs zijn gegaan en wij eigenlijk het musea gingen bezoeken en we in de lessen esthetica door verschillende kunstenaars dat we gingen zien [sic]. En ik het boek ‘de mooiste kunstwerken van de wereld’ had gekocht, en die allemaal probeerde van buiten te leren om in het museum daar dan ook iets over te weten. En dat was wel een wereld die voor mij zo is opengegaan (KV).

 

Je komt met kunst in aanraking soms via school, soms via thuis, je kunt erover leren maar het blijkt toch telkens weer om een ‘gevoel’ te gaan,

 

Kunstzinnig is een manier van leven (NP)

 

Dat kunst iets kan doen met een mens en dat is ook wat dat, denk ik, voor mij betekent. Kunst is geraakt worden door iets dat je niet altijd onder woorden kan

brengen (KV)


Iets wat verbindend werkt

 

Maar ik ga af en toe met mijn moeder nu naar theater of dans gaan kijken en dat ze zo iedere keer ook een moment waar ik naar uitkijk, omdat ik helemaal andere gesprekken heb, zo een andere laag van verbinding. We hebben het dan plots ook over het leven ofzo, of over wie dat zij als moeder is (…) En kunst maakt gelijk die ruimte vrij of zo om daar te kunnen over praten. Om, ja, dat brengt tot stilstand (KV). 

 

Als benaderingswijze van de omringende wereld

 

Het is beter van een intuïtieve goede kijk te hebben op iets of iets te creëren en waarde te geven  aan wat normaal gezien in onze maatschappij niet gevalideerd wordt (NP). 

 

Het moet een plek krijgen en ik denk niet dat het vak kunst is dat daar gaat doen [sic]. Ik denk dat het de manier van onderwijs in een kunstzinnige vorm is (KV).

 

Dat kan even goed In de wiskunde als In de talen.. Het is niet gewoon om te zeggen van ja, hier kijken, je moet een schilderijtje maken van iets dat je mooi vindt. Maar nee, het is leuk dat je zegt, hier vraagstukken kan je ook op een creatieve manier voorstellen (NP).

 

En vanuit reflectie of tot reflectie leidend

 

Vanuit stilstand en observatie en vertraging, naar dingen gaan kijken (…) Dan voelen in zichzelf en daardoor ideeën krijgen en tot creatie  overgaan. En dat kan een kunstwerk zijn maar kan ook creatie zijn in uw hoofd of om opnieuw  iets te tonen die anderen eigenlijk kan uitdagen [sic] om zelf tot stilstand te komen. Zelf de dingen in vraag te durven stellen (KV). 

 

Ik denk dat dat ook wel iets is van  een kunstenaars mindset, dat naar uzelf durven te kijken. Maar vanuit het perspectief van de ander of zo dat je uzelf kunt analyseren of dat je bijvoorbeeld geraakt wordt door een kunstwerk en eigenlijk terug gegooid wordt op uzelf en uzelf beginnen in vraag te stellen [sic] , maar daardoor ook op een andere manier dat er een laagje bijkomt (KV). 

 

Troostend ook, hoopgevend

 

Ik denk als iedereen een kunstenaars mindset zal hebben [sic] , dat misschien makkelijker zou zijn om te kunnen samenleven, maar ook om om de dingen die gebeuren, om daar een plek te geven om daarmee om te gaan om ja om eigenlijk de wereld die heel grillig is of het leven dat heel grillig kan zijn, om eigenlijk daar te in blijven staan, zonder dat je daaraan kapot gaat.  

Ik wil nu niet doem denken, maar als het moeilijk gaat denk ik, als je vanuit een kunstenaars mindset zou denken, of naar de wereld kijken, dan gaat daar op een speelse creatievere manier mee kunt omgaan, waardoor dat het draagbaar is, draaglijk blijft om in de dingen te blijven (NP). 

 

Speels en onderzoekend

 

Ja weerstand kan bieden, maar ook soms heel dicht bij de dingen gaat omdat je de details wilt bekijken. Ja, een kompas die de richting toont, maar ook geen kompas die [sic] zo vastligt dat de weg al bekend is maar het is wel zo een beetje een licht die u naar mooie plekken kan brengen, maar ook kan doen verdwalen (…) de mogelijkheid om te verdwalen en dan toch uw weg terug te vinden?

 

Ja een licht. Terugsturend ja vanuit het dwalen dus. Hier zitten de concepten speels en onderzoekend in (kunstenaars mindset ) (KV). 

 

En aanvullend bij het logos concept (zie ook antwoorden via codes en bezorgdheden van de focusgroep) en educatie als verspreider van de kunstenaarsmindset.

 

 

Ik denk dat kunst een belangrijke aandeel kan hebben om de wereld te redden, maar ik denk niet dat kunst alleen de wereld gaat redden,  dat daar verschillende dingen voor nodig hebt omdat een kunstenaars mindset ook niet vanzelf komt. Dus ik denk dat dat daar misschien de link is met onderwijs en pedagogie, omdat je die kunstenaars mindset ook kunt tonen aan kinderen en aan groepen mensen op die manier en dat kunt gaan meegeven (kV).

 

En op die manier denk ik dat kunst meer de wereld kan redden (…) maar ik denk dat je eigenlijk die verschillende facetten van het mens zijn nodig hebt. Misschien hebben we ook wel soms die logos nodig, dus ik denk dat het een metgezel kan zijn door doordat [sic] het de dingen blijft een vraag stellen, doordat het helpt zoeken naar antwoorden op existentiële vragen doordat het mensen in beweging kan brengen, mensen kan raken, maar ik denk niet dat het an sich de wereld gaat redden? (KV)

 

 

Ik denk dat in gelijk welke sector die kunstenaars mindset interessant kan zijn,niet dat iedereen kunstenaar moet zijn, maar een kunstenaars mindset hebben, zodat we de wereld een betere plaats maken (KV).

 


2. Analyse van de postkaarten (aan de hand van codes)


Het feit dat er voldoende postkaarten werden gestuurd om data te kunnen genereren, toont de bereidheid van alumni om, vanuit reflectie, terug te willen kijken op hun afgelegde weg. Daarnaast zijn studenten vertrouwd met het gebruik van beelden en metaforen om zich te uiten. Hierin werden zij doorheen het Pjk programma herhaaldelijk uitgedaagd.

Zij toonden de behoefte  om hun herinneringen te delen met veel woorden i.p.v. een korte zin of metafoor. Vaak wordt in hun post ook verwezen naar de ‘powerwords’ die in de opleiding centraal staan  (Kritische reflectie Pjk). Er wordt ook voortdurend gerefereerd naar specifieke kunstzinnige modules en inhouden.

 

CODES


Na verschillende lezingen  kwamen volgende concepten bovendrijven. De inhoud van de postkaarten kon  aan de hand van 4 richtinggevende codes geanalyseerd worden om zo een antwoord te formuleren op de onderzoeksvraag.

 

Herinnering: terugkijkend, tot reflectie gebracht, cultureel bewustzijn, intergenerationeel, groeien als mens (falen-helen)

 

Attitude: innovatief vermogen, toepassen en uitdragen

 

Kunstzinnig: materie, 100 talen, metaforen, creativiteit

 

Actie vandaag in het veld, professioneel handelen



3. Focusgroep 


Reflectie is het herinterpreteren van ervaring en kennis en het kan een meerwaarde zijn dit in een focusgroep te doen. De interactie kan  de betrokkenheid versterken en het reageren op elkaars uitspraken levert vaak veel diepte-informatie op (Van Assema, Mesters, & Kok, 1992, p. 432). 

Ook in dit geval was het focusgroepgesprek verrijkend voor het onderzoek. De deelnemers kenden elkaar niet, studeerden op diverse tijdstippen af maar vertrokken vanuit dezelfde ervaringen als alumni Pjk.

De groep bestond uit:

een  alumnus, vandaag gespecialiseerd in avontuurlijk spel in de publieke ruimte, een alumna die als leidinggevende een groepsopvang (0-3j) coördineert, een alumna (met multiculturele achtergrond), die het werktraject volgde en nu een buitenschoolse opvang coördineert, een alumna die net een verdiepende master rond agogisch werk finalizeerde en werkzoekend is, een alumna ( met mulitculturele achtergrond), net aan het werk als pedagogisch coach in een Brede School context. 

 

De focusgroep voerde een gesprek rond  volgende verdiepende vragen: 


  • Hoe definiëren jullie kunstzinnigheid? Hoe/waar komt dit vandaag tot uiting?


Het is een gevoel, begint bij mezelf

Bij mij is het zo meer zo een manier van denken. Zo ook heel in de gevoelens [sic] en in dus ja,de mythos sfeer. Maar dat gaat zo dan aanleiding geven tot het

introduceren [sic] in je manier van je doen, van je acties en zo.

Nu, het is nu echt zo meer bij mij zelf, dat is, zo zeggen ze van kunst kan niet gewoon zomaar overal en overal geïntroduceerd worden, maar eigenlijk wel, het kan zo in die in banale dingen zijn van oké, we gaan een maquette maken. Dat is voor mij ook kunst. Dat is ook collage en dat is zo, dat is zo dat ja, dat is zo beeldend, beeldende kunsten dus. Als je dat zo groot ziet, dan kan kunst heel gemakkelijk verteld worden [sic] aan superveel dingen (Y)

 

Het is vrijheid van denken


Bij mij zit dat ook in de vrijheid van denken dat je zo, als je iets ziet dat je niet gewoon ziet [sic] en stopt dat je altijd verder gaat van, 

waar het mooie is en wat er nog bij zit en dat je blijft verder gaan en niet gewoon iets ziet en punt. Dat is het maar dat je de vrijheid hebt om verder te denken (I). 

 

Het is ook doen, actie en de schoonheid van vakmanschap 

Op vele momenten is het die actie zelf van gewoon dingen doen dat [sic] voor mij heel kunstzinnig is. Het is het is [sic] het bezig zijn en proberen in zo... Het is ook bezig zijn en proberen in een flow te geraken. En niet alleen het gevoel erover, maar soms is het ook gewoon.. In mijn in mijn [sic] tuin een put graven kan voor mij heel kunstzinnig zijn. Omdat jij gewoon, omdat je werkt en probeert of doelbewust iets aan het doen zijn [sic], dus er is een soort van, er zit een intentie achter dan niet puur een,ja het is een een doelbewust heid om om het proces te doen en niet per se met het doel bezig te zijn (M)


en ook probleemoplossend denken

Zie je iemand die die rond wiskunde bezig is, kan heel kunstzinnig bezig zijn rond hogere wiskunde door dat proces(M).

 

Ik denk wel dat die creativiteit gewoon een manier van omgaan is,  en ik denk ook direct aan het woord probleem oplossend denken. Ik heb dan een doel in mijn hoofd en dan wil ik zo de weg daarnaartoe vinden en dat proces naar mijn resultaat is wel een beetje voor mij het kunstzinnige ze, de manier waarop (N)


 

  • Op welke manier draagt kunstzinnigheid bij tot cultureel bewustzijn (identiteit)?


Openstaan en toelaten

Ja ja, ik denk dat door de kunstzinnigheid, dat je het mooie er echt van in ziet, je kan er open voor staan en zeggen van nou, oké, ja,  Ik ben zo en de ander is zo. Ik sta er open voor dat die ander zo is, want uw kunstzinnigheid bij mij zorgt ervoor dat ik open sta. 

Maar dat ik het ook durf betrekken bij mij ja en zo mijn cultuur weer verandert, oké? (I)


Ik vind echt dat kunst vensters open doet, kunstzinnigheid is een beetje reizen in de gedachten en beïnvloedt jouw gedrag (Y)


Of net naar binnen keren? 

Ik kan mij perfect inbeelden dat je vanuit een soort van kunstzinnigheid volledig naar uw eigen cultuur zou willen terugkijken om die volledig te beschermen en zo heel gesloten te worden. Het is niet omdat je geraakt kunt worden door dingen dat je je daarom per se open stelt om geraakt te worden door heel veel verschillende culturen (M)


Door de projecten van de 100 talen in co creatie

Wat me persoonlijk super veel heeft geraakt zijn die projectweken. Dat is ook 100% kunstzinnigheid en dat is zo intens dat is bijna een vorming periode. Ik ben echt zo constant gefocust daarop en zo in samenwerking met de andere en met die met de ideeën van de andere. Oké, je bent zo soms zo bezig met het kind in jezelf met  maar we hebben ook zo groepwerken waarbij je gefocust bent op de andere (Y).


 

in deze opleiding kan je niet met oogkleppen blijven. (Il)

In daar is het idee van de 100 talen zo sterk, we gaan zoveel mogelijk talen toelaten en gebruiken (M)

 


En door de openheid van en naar de andere

Ook de andere zorgde voor openheid.. want ik was heel blij dat ik de sprong gemaakt had en dan mensen leerde kennen. A. kwam naast mij kwam zitten. En die zei, maar waarom ben je zo gesloten? Waarom praat je niet met ons? En ik was ja, maar ik durf niet, want ik ben bang om verkeerde dingen te zeggen om om niet geaccepteerd te worden. "Doe gewoon", en dat heeft me echt getriggerd om dan gewoon open te gaan [sic] en dan, met elkaar om na te denken en te reflecteren en anders te kijken...(I)


 

    • Waar bevindt (bevond) zich de weerstand tov kunstzinnigheid?


Het maatschappelijk discours

In de bredere maatschappij...het neo liberalisme... dat niet uitgenodigd worden om buiten de lijnen te denken, dat er maar 1 antwoord is (N).


Ik ben opgevoed met het idee:  je maakt geen muziek, als je geen muzikant bent, je moet goed zijn om iets te mogen doen anders telt het niet. Die muren bij uzelf slopen, zo die gedachtegang daar bij uzelf erin krijgen [sic], het is goed omdat ik het doe, daarmee omgaan, daar zit de weerstand (M).


(een reactie gegenereerd uit de postkaartendata onderbouwt dit) 


Met deze bagage ging ik in 2016 het werkveld in. (…) Logos nam de bovenhand, mythos werd verdrongen. Een zoektocht om, in mijn eigen bubbel, deze terug in balans te brengen, is gaande.


  • Wat hebben jullie vandaag nog nodig om zinvol in het veld aan de slag te gaan? Wat hebben jullie gemist?


Omgaan met weerstand

(over coaching) Zo weer van de sfeer lezen en spelen met de woorden en en de tijd [sic] en dat met super veel energie. Dus ja, misschien toch wel leren omgaan met weerstand? Ja(Y)


 

Omdat je eigenlijk nooit zo [sic], ge zijt gewapend met heel veel ideologie, maar ge zijt eigenlijk nooit gewapend geweest met 'hoe ga ik om met weerstand'? Hoe kan ik radicaal blijven in deze situatie die zo radicaal anders is dan wat dat  er mij eigenlijk ideologisch is aangeleerd (M)


Het werkveld is compleet anders, dat zit zo vast (M).

 

Als je dan in het werkveld komt, val je heel snel in de structuur van een andere organisatie, het is heel moeilijk om wat je geleerd hebt vast te houden (I)


Vooral door de visie van andere mensen die niet mee zijn en dat is bijna demotiverend (N)


Ik heb heel hard gevoeld, als je niet in de verantwoordelijke positie gaat, maar met kinderen wil werken, vergeet dat je iets van verandering kan brengen, mijn werkervaring met 3 voor 120 kleuters staan ...  (M)   



Nood aan alumni werking, resonantiegroepen en intervisie
Het verdwijnt zo in uw hoofd en er is een een refreshing nodig om er weer actief ermee ^sic] aan de slag te gaan (I).


 

Danku, dat zou perfect zijn voor wat nu gebeurt in mijn leven! Ik wou contact terug opnemen ook zonder dit onderzoek. Geef vormingen aan alumni's, zo 1 keer in de maand of zo (Y)

 


Ik heb geluk want ik heb nog studenten Pjk op stage (..) en dan stel ik vragen (I)

 

 Misschien intervisies met het werkveld?(N)

 


Na het afsluuitende atelier met de kinderen werden volgende vragen nog beantwoord via mail: voor antwoorden zie ATELIER

 

  • Op welke manier word ik door kinderen geïnspireerd? 
  • Op welke manier kunnen kinderen kunstzinnigheid verdiepen? 
 
 


 

 

 

 

 

 

4. Ateliers 


Atelier 1: DE KINDEREN

De inspiratie voor het atelier met de kinderen vond ik in de postkaarten, meerbepaald: de afbeelding gecreëerd door de alumni. Ik vroeg me af, wat zien de kinderen meer, anders? Waar zal hun verbeelding deze afbeelding aanvullen? Ik liet hen  kiezen vanuit een faciliterende beperking (Cabaniss in Booth (2024, p80). Hun creatieve actie werd bepaald door de associaties die ze maakten met de postkaart. 

Ik merk dat dit vaak dé impuls is, nodig om deelnemers te inspireren en uit te dagen om tot verrassende resultaten te komen. Booth (2024) zegt dat het opleggen van beperkingen bevrijdend is en aanzet tot het inzetten van de eigen kunstzinnigheid, waar een open opdracht dat vaak niet doet.

Een aanvullende benadering wordt beschreven door Bredewold (z.j) die onderzoekt hoe kunsteducatie en ontwikkelingsgericht werken bij kinderen zich tot elkaar verhouden.  Kunsteducatie kan tot doel hebben om  kinderen te laten ervaren dat een kunstwerk maken een worsteling kan zijn, dat de kunstenaar een complexe zoektocht heeft afgelegd om tot een resultaat te komen.  Kinderen zijn geneigd steeds hetzelfde “kunstje te doen”. Ze tekenen wat ze kunnen, wat ze reeds beheersen.  Het zou interessant zijn te onderzoeken waarom dit zo is. Ik heb, vanuit een sterk geloof in de onderzoekende houding van kinderen, dit idee met deze opdracht willen doorbreken. 

De ruimte en de materialen hebben het onderzoek van de kinderen gevoed en hun creativiteit verdiept. Het atelier is groot en uitnodigend en alle mogelijke materialen zijn aanwezig. Hier speelt 'de ruimte als derde pedagoog' z'n rol, een concept uit de Reggio Emilia approach. (beeldmateriaal: zie ateliers


 Ik wou parels en eerst verf en dan ook nog papier en een lijn en wasco, alles alles... das kunst!


Als ik dat zelf maak is dat kunst (L,3j)


Ik vond het leuk om met de klei het kaartje na te doen. het was super leuk! De klas was leuk, het lijkt op een knutselschool. Er zijn veel materialen. (Awaïna, 5j)


 

Ik vond het verven leuk.Met de neus! (L,3j)

 

Leuk dat ik veel papier mocht gebruiken (L,3j)


 

Atelier 2: DE CO-CREATIE


Caroline Pauwels  beschrijft het gevoel wanneer ze samen met anderen een kunstzinnige beleving ervaart. Ze verwondert zich over het geheel dat soms meer is dan de som van de delen, als mensen samenkomen (Pauwels, 2019, p 62). Er gebeurt iets, het collectieve toont zich en daar zijn wij mensen gevoelig voor. 

Co-creatie is een vorm van samenwerken waarbij alle deelnemers invloed hebben op het proces en op het uiteindelijke resultaat daarvan. Tijdens de co-creatie wordt het resultaat ondergeschikt aan het proces en geven alle participanten een nieuwe betekenis aan het verhaal. Het materiaal fungeert hierbij mediërend, inspirerend en faciliterend. Het eindresultaat van de ontmoeting is niet (alleen) het object, het gecreëerde …  maar veel meer de gedeelde betekenisgeving. 


Ik teken graag met de stift. het was leuk met de jongen die heeft geholpen. Ik vond het moeilijk om na te denken. Wat ik wou doen om na te maken met alle spelen. De houtskool was leuk (B, 5j)


Mooi! Ik vond het leuk met de juf, alles leuk! (F,6j)



M en B kijken beiden naar de porseleinen vaas waar ze blauwe repen zwemband (plastiek) materiaal in hebben gestoken. Plastiek = water dat uit de vaas loopt.

M: Dat is wel een slim idee want je had al een bloem gemaakt en bloemen hebben water nodig.


Y en L gaan een zwarte zee maken, ze zijn samen zwarte schelpen gaan zoeken, Y zegt dat ze golven kunnen maken
L zegt 'ik kan geen golven maken' 
L maakt dino's die in het water leven uit klei


I: ben jij vaak creatief? F: Ja, ik vind dat leuk. Mijn zus is niet creatief. Waarom niet? Ze is nog maar vier. Zijn oude mensen of jonge mensen meer creatief? Kinderen, ze hebben mer inspiratie, fantasie, denk ik 


F:Ik wil allemaal blauwe ogen (parels). En wat als we rode ogen gebruiken? Euh? Rode ogen bestaat toch niet? N: Dat moet toch niet bestaan? 



Met mijn toverstaf maak ik de buik van de schildpad plat (bamboestok) (A,5j)  



 

De lessen die ik daar heb geleerd, dragen nog altijd mee [sic] in wie ik ben en hoe ik kijk naar de wereld. Tijdens de opleiding werd ik uitgedaagd om verder te kijken dan mijn eigen perspectief, om te leren zien door de bril van een ander. Die vraag-hoe is het voor de ander? - heeft mijn manier van denken diepgaand veranderd. (Gh)

 

Door veelvuldig tot reflectie uitgedaagd te worden, maar ook theoretische inzichten betreffende psychologie en pedagogie mee te krijgen, was ik in staat om mijn eigen gezinssituatie vanuit een helikopterperspectief onder de loep te nemen. (...) Door de opleiding leerde ik perspectief nemen, en dus ook het perspectief van mijn moeder, waardoor ik de keuzes die ze gemaakt heeft veel beter kon begrijpen.(L)

 

Pjk heeft op mij een indruk en afdruk achtergelaten! (…) Het idee dat je door verschillende vensters kijkt en verschillende dingen waarneemt, is een waardevolle manier om te reflecteren op hoe coaching werkt. Het gaat niet alleen om de antwoorden die we vinden, maar vooral om het ontdekken van nieuwe inzichten en perspectieven door het gesprek, het samenzijn. (N)

I  Herinnering: terugkijkend, tot reflectie gebracht, cultureel bewustzijn, intergeneratoneel, groeien als mens (falen-helen)


In de terugblik van de alumni lees ik enerzijds betrokkenheid en erkenning en anderzijds positieve gevoelens en groei. Volgens Booth (2024) heeft terugkijken op kunstzinnige ervaringen te maken met remediërend en helend werk (2024). Hij haalt John Dewey aan en citeert: “als we niet reflecteren op onze ervaringen, leren we er ook niet van”. (Dewey in Booth, 2024, p83)





(…) net als de trap met zijn onregelmatige treden en rondslingerende bladeren, zat de studie vol ontdekkingen, verrassingen en onverwachte hobbels. Maar net zoals de groene struiken dat [sic] de trap omringt, zorgden de docenten voor een veilige en stimulerende omgeving waarin ik mezelf kon terugvinden, kon groeien en reflecteren , soms teveel reflecteren. (G)

 

Een van de mooiste momenten was de eerste les: Van Rammelaar tot Raket. Het was zo inspirerend dat het mijn kijk op pedagogisch werken in een nieuw licht zette. Hierdoor is zelfs mijn bachelorproef Pedagogisch documenteren in de kinderopvang tot stand gekomen . (...) de verhalen van Joke als atelierista hebben mijn interesses wel getriggerd.(M)


 

Pjk was een moment van overgang en groei (…) heeft me geleerd om diep na te denken over mezelf en anderen, vragen te stellen, te leren en te groeien (P)

 

Oh, ik mis de jaren dat ik op Pjk zat. Een hele grote wereld vol geuren en kleuren heeft Pjk mij geopend [sic] (B)

 

Pjk heeft me geleerd dat kunst een middel van verbinding is, verbinding met kinderen, met vrienden, met ouderen, met collega's, met liefdes, met de natuur, met mezelf. (C)

 

Ik ben trots op de reis die ik heb gemaakt en ik ben dankbaar voor de waardevolle lessen die ik heb geleerd. Deze opleiding heeft me niet alleen als professional gevormd, maar ook als mens. (…) (B)

 

 

Dankzij de opleiding Pjk ben ik nog flexibeler en veerkrachtiger geworden. Dit zorgt ervoor dat ik meer zelfvertrouwen heb gekregen om nieuwe uitdagingen aan te gaan en te geloven in mijn eigen kunnen. (G)

 

Tijdens dit project werd ik diep geraakt door de kracht van intergenerationele dialoog. (…) Een krachtige herinnering aan hoe belangrijk het is om elkaar te blijven ontmoeten. (M)

 

( 100 t) Het kan gebruikt worden om generaties samen te brengen en de stem te laten horen van diegene die vergeten worden of over gekeken wordt.(A)



 

Kunst en handen die samen creëren kan een manier zijn om te communiceren tussen generaties. (Y)

 

 

 

Maar het bezoek aan het bejaardenhuis liet zien dat verbinding mogelijk is – zelfs zonder woorden. Een glimlach, een gebaar of een tekening kan meer zeggen dan taal.(M)

 

Vanaf de eerste minuut voelde ik me veilig, geborgen in een groep die me omarmde zoals ik was. We waren allemaal anders, maar het respect en de warmte die we voor elkaar voelden, maakte het eenvoudig om mezelf te durven zijn? Ook de docenten straalden betrokkenheid uit die me hielp om open te bloeien. Ik voelde met gezien, als iemand met een eigen stem, eigen verhaal, een eigen identiteit. (J)

Kunst/mythos is mijn moedertaal geworden, zelfs na Pjk. (B)

 

Tot waar beide zeeën samen komen, evenwicht zoeken in de logos en de mythos  van het leven, waar rede en verbeelding elkaar versterken, interculturele gesprekken. (l)

 

Het maken van de keuze PJK te volgen, brengt je in een bepaalde richting. En die richting geeft kleur. Het creatieve denken die [sic] hier enorm werd gebruikt, de vele metaforen, het reflecteren, de mythos… allemaal dingen die er voor zorgen dat je weloverwogen keuzes kan maken. Kleine of grote, keuzes om je eigen toekomst. Maar ook die van anderen, te kunnen ondersteunen. (A)

 

Vandaag worden we uitgedaagd om letterlijk en figuurlijk over grenzen heen te kijken. Het ontmoeten van de ander met diens eigen cultuur (en religie) staat centraal. Daartoe moet intercultureel worden gedacht en gehandeld. Barend van Heusden (2022) schrijft in deze context hoe belangrijk het is cultuur te beschouwen als een dynamisch cognitief proces, zodat mensen zich realiseren dat hun eigen cultuur één mogelijkheid is, naast vele andere.  De opleiding beschouwt het als haar taak om het cultureel bewustzijn van studenten diepgaand te ontwikkelen.

Hierop wordt ingezet op diverse manieren, kunst is daar één van. Martha Nussbaum (2016) stelt dat, wanneer men de verbeeldingskracht ontwikkelt en mensen een spelende houding aannemen tegenover anderen, de kans minder groot wordt dat ze hen zien als gevaarlijke bedreigingen voor hun veiligheid. Een levendige verbeeldingskracht is essentieel voor een tolerante, democratische samenleving én voor een gezonde zakencultuur, aangezien innovatie nood heeft aan ondernemingszin vanuit een flexibele, open en creatieve ingesteldheid. Kunst, spel en literatuur kunnen helpen bij het aanscherpen van verwondering, empathie, verbeeldingskracht en inlevingsvermogen. Zij noemt dit de narratieve verbeelding en toont aan dat deze vaardigheid in het onderwijs in verband kan worden gebracht met niet-exacte vakken zoals de kunsten (Nussbaum, 2016).

Cultureel bewust zijn/worden is begrijpen dat, door de eigen identiteit (die de som is van onze ervaringen) in vraag te stellen en erover te reflecteren, er plaats komt voor de ander,  waardoor ons referentiekader uitbreidt. Wij moeten op zoek naar het narratief van onszelf en de ander, vanuit een empathische basishouding, waarbij getracht wordt ‘de ander’ onvoorwaardelijk in zijn diversiteit te aanvaarden. Onwetend ingesteld, om vanuit verwondering, onderzoekend en flexibel in de wereld te kunnen staan en in open dialoog de ander te ontmoeten (Verhaeghe & Den Haese, 2020).

 

 

Het krachtig mensbeeld staat hierbij centraal. Verbeelding is nodig om impliciete betekenis expliciet te maken, om oplossingen te vinden, om van standpunt te veranderen, om argumenten aan te brengen en deze weer in vraag te stellen, om dynamisch en in vertrouwen veranderingen het hoofd te bieden en de wereld open tegemoet te treden (Verhaeghe & Den Haese, 2020).

De studenten werden tijdens hun opleiding ook geïnspireerd vanuit het logos-mythos denken. Logos en mythos zijn omschrijvingen die verhelderen wat men enerzijds onder weten, kennis en rationeel denken kan plaatsen en anderzijds waar het verhaal, de mythe en de beleving een plek krijgen. In het West-Europese denken bestaat superioriteit van logos boven mythos. De werkelijkheid is echter niet alleen te vatten met logos als taal van de rede. Elke cultuur laat zien dat zingeving gerealiseerd wordt vanuit een ander taalgebruik, vanuit de taal van de mythos. Soms hebben we geen woorden, is stilte het enige antwoord omdat woorden onrecht zouden doen aan de immense impact van het moment of de ondraaglijke pijn. Dan is de taal van de mythos degene waarin troost wordt gevonden (Colpaert, 2007).

Hannah Arendt laat ons zien dat de wereld tegemoet treden in wezen een intergenerationeel proces is, we doen het samen, met de kinderen als onze partners, want als volwassenen moeten we ons continu afvragen welke aspecten van onze wereld we waardevol genoeg vinden om door te geven aan de volgende generatie. We tonen kinderen niet dé wereld, maar enkel onze representatie van die wereld. Elk kind heeft de capaciteit om iets nieuws in de wereld te brengen (Arendt in Verhaeghe, 2020). Volgens Hannah Arendt wordt de mens steeds opnieuw geboren, telkens er een initiatief wordt genomen, een inzicht verworven, verbondenheid gecreëerd. Het is de kracht van de “nataliteit”, het vermogen om te beginnen, waarin tegelijk een kern van vrijheid ligt. “De mens, hoewel hij uiteraard moet sterven, wordt niet geboren om te sterven, maar om te beginnen” (Arendt in Hermsen,p. 84)

I Attitude: innovatief vermogen, toepassen en uitdragen

 

De alumni zullen als pleitbezorger voor de sector (kinderen, gezinnen, professionals en organisaties) terechtkomen in een complexe wereld vol uitdagingen én kansen.


In moderne samenlevingen vandaag maken burgers deel uit van een context die voortdurend en snel verandert. Vraagstukken waarmee de moderne mens wordt geconfronteerd situeren zich niet alleen in de lokale en nationale context, maar ook op transnationale en internationale schaal. Deze  uitdagingen, die ook te maken hebben met grootschalige internationale ontwikkelingen vragen om nieuwe, creatieve benaderingen.  De traditionele manieren voldoen niet meer. Er is nood aan een andere manier van kijken naar de wereld. Mensen worden verondersteld in hun ontmoetingen met mensen met een andere culturele achtergrond hun houding voortdurend bij te sturen en te herpositioneren (Broer et.al, 2021).

Een studie op vraag van het “Forum voor amateurkunsten” door VUB en UGent bracht niet zo verrassend aan het licht dat mensen die zich regelmatig verdiepen in kunst en cultuur een positiever zelfbeeld hebben, zelfontplooiing belangrijker vinden, sociaal actiever zijn, meer lezen, meer aan sport doen. Zij blijken met andere woorden niet alleen op cultureel, maar ook op sociaal en zelfs sportief vlak actiever en zijn meer solidair en minder utilitair individualistisch ingesteld (Vanherwegen et al., 2009).


In het werkveld van de alumni Pjk staat het kind centraal. Kinderen en volwassenen zijn in hun existentiële nood aan kunst en cultuur (participatie) elkaars gelijke. Vaak zijn het de kinderen die als mentor voor volwassenen fungeren in deze context. Zij triggeren verwondering, door wie ze zijn, door hoe ze in elkaar zitten. Door de interactie met jonge kinderen worden gevoelens en ervaringen uit onze eigen jeugd wakker gemaakt, zij appelleren aan het kind dat in elk van ons zit. Dat is vaak een merkwaardig, zelfs ontregelend gevoel.

 

De opleiding heeft voor mijn persoonlijke groei en identiteit veel betekend maar ook heeft het ervoor gezorgd dat ik terug meer plezier heb in het spontaan ontdekken en proberen. Dingen proberen en laten gebeuren omdat ik dat leuk vind, niet omdat anderen dit willen van mij. Ik kom wel waar ik wil als ik het wil en wanneer ik wil -> ik geef zelf kleur aan mijn verhaal. (T) 

 

(…) kinderen laten creëren en hen niet beperken tot een kader of model dat wij in gedachten hebben. Hun zelf hun tekeningen, kleuren enz.. laten kiezen want ze zijn ontzettend creatief! Vervolgens is er een zin uit de opleiding die me steeds bijblijft: kinderen risico's laten nemen: een kind kan niet groeien en zich ontwikkelen als we het niet toestaan risico's te nemen. (F)

 

Die ervaring en inzichten hebben niet alleen mijn visie op kinderen veranderd, maar ook hoe ik in het leven sta. Ik geloof nu sterker dan ooit in de kracht van verbinding, van luisteren en van laten zijn. Hoewel het bijna 4 jaar geleden is, leeft die ervaring nog steeds in mij, in hoe ik werk en in hoe ik de wereld bekijk. (G)

Het kind in mezelf, is het mooiste die [sic] tot nu toe, nog steeds aan het ontwikkelen is… (L)

 

Het geeft me voldoening om de begeleidsters te inspireren met de PJK-visie en die het omzetten in de praktijk [sic]. (...) De wereld wordt elke dag een stukje mooier wanneer een student mee is in het verhaal van PJK voor zichzelf, anderen en onze kinderen van vandaag en morgen. Ik geloof sterk dat het geven van die kansen om zo´n ervaringen op te doen, dat de kinderen hier meer zelfvertrouwen door krijgen die [sic] ze kunnen gebruiken de rest van hun leven. (DG))

 

Elk kind heeft talenten en interesses, die tot bloei komen wanneer ze worden aangemoedigd en ondersteund. En wij gaan mee op hun pad van eindeloze mogelijkheden. (L)

 

In ons drukke leven van werk/gezin/huishouden/hobby’s, als dat laatste er nog bij ka,n vergeten we soms stil te staan. En dat is net wat kinderen ons aantonen of leren.(MS)

 

Ook de thema's interculturaliteit en diversiteit waren voor mij bijzonder verrijkend. Ze hebben mijn blik verbreed en mijn overtuiging versterkt dat iedere cultuur en ieder kind zijn eigen unieke bijdrage levert aan het geheel. (M)

 

Als het allemaal moeilijk is en ik kijk naar jullie dan gaat het snel beter, dank jullie voor wat jullie teruggeven (…) ik kijk naar jullie autonomie en ik observeer en leer elke dag van jullie (..)uniek en mooi om te koesteren, diversiteit (N)

Het creatief proces bij anderen kan  (h)erkend worden, wanneer wij in contact staan met ons eigen creatief proces. Via kunstzinnige input kan  verbeelding gevoed worden en vanuit verwondering kunnen we opnieuw gaan “spelen”. Het spel van een kind inspireert. Het idee dat ieder kind respect verdient en dat ieder kind een onderzoeker zou moeten kunnen zijn, is een belangrijk standpunt binnen de opleiding.

Kunstzinnigheid wordt hier o.a. vertaald naar: nieuwsgierig en onderzoekend zijn, uit de comfortzone stappen, de narratieve verbeelding ontwikkelen om tot empathie te komen en bereid zijn honderd talen in te zetten om interactie en expressie te laten ontstaan, met zichzelf en anderen.

Ambiguïteit tolereren is daarbij essentieel, observeren zonder te  beoordelen of interpreteren. Dit is een uitdaging in onze Westerse wereld, waar eerder onmiddellijke mening-bevrediging gangbaar is (Booth, 2024).

10 jaar later bouwt mijn zoontje van 4 jaar een muur met echte bakstenen en modder. Verwonderlijk [sic] sta ik ernaar te kijken hoe juist hij dat doet (…) Niet alleen thuis maar ook op het werk wordt mijn hart warm als ik zie dat de vloer vol ligt met papieren zakdoeken waar onze baby's en peuters net mee mochten experimenteren. (D)

 

Het kunstzinnige kan verschillende vormen en doeleindes kennen, net zoals de 100 talen. (…) beelden zeggen soms meer dan woorden! Wat mij bijblijft over de kunstzinnige benadering is dat er geen één juiste manier is om jezelf te uiten. Ik leerde dat ik het fijner en me authentieker kon verwoorden door gebruik te maken van beelden. Beelden kunnen woorden ondersteunen. (A)

Kunst is alomtegenwoordig in de projecten en modules van de opleiding. De alumni werden er vaak en op diverse wijze mee geconfronteerd en werden zo uitgedaagd om het eigen expressieve potentieel aan te boren. Net zoals het kind dat, vanaf z’n geboorte, interactie en communicatie zoekt met z’n omgeving, dat doet: zingend, dansend, tekenend, kleiend, spelend, ... met een blik, een  intonatie, een beweging, in honderd talen.

 

100 talen en 1000 gedachten (…) Jullie zijn 'krachtig' (…)capabele kleine mensen (…)probeer, faal, probeer. (N)

 

100 talen, dat is eerst denken 'ik kan het niet, ik ben niet 'creatief' om dan te zien dat iedereen wel ergens zijn sterkte in vindt. 100 talen is leren communiceren zonder elkaars spreektaal te kennen. 100 Talen is nadenken over je eigen handelen zonder je hoofd echt te moeten gebruiken. 100 talen, meer dan woorden. (S)

 

De opleiding heeft me doen inzien dat eigenlijk iedereen creatief geboren wordt. Je moet het alleen diep in jezelf terugvinden. Dit deed met denken aan de 100 talen van Malaguzzi. (F)

 

Een studente gaf aan dat ook stilte een taal van de honderd is, die mag gesproken worden en gehoord.


De reggio emilia benadering leerde mij om de kracht van zelfexpressie te zien, om de "100 talen" van kinderen te herkennen en te waarderen. Een kind drukt zich niet alleen uit met woorden maar ook met beweging, kleur, materiaal, stilte. Het is aan ons om die talen te zien, te horen en erop te antwoorden. Dit vraagt om aandacht en om loslaten: aandacht voor de wereld van het kind en loslaten van de drang om altijd in te grijpen of bij te sturen.(...) Niet alleen naar wat een kind maakt, maar naar wat het ons probeert te vertellen. (G))

 

Kunst als doelgerichte creatie met enkel het oog op vakmanschap en resultaat krijgt hiermee een procesmatige dimensie. Het doel is niet om artistieke competenties te ontwikkelen maar om de kunstzinnigheid van de deelnemers te wekken. Deze kunstzinnigheid beschrijft Booth als “de kwaliteit van creatieve betrokkenheid die zich op natuurlijke wijze buiten de discipline verplaatst naar andere delen van het leven” (Booth, 2024 p39).

Dit was op een avond in onze slaapkamer. De zon scheen binnen en ze ging stofdeeltjes vangen die ze door de lichtstroom zag. Ik zag eerst niet wat ze deed tot ik echt stil stond in het moment. Pas dan zag ik ook die stofdeeltjes en genoten we samen van een speciaal moment om deze te vangen net voor het slapen gaan. (…) Niet resultaat gericht maar proces gericht knutselen en kliederen. Het kind heeft dit volledig zelf gemaakt of dit nu 1 streep of honderden vlekken zijn, het is er trots op en ze werden als een volwaardige persoon beschouwd doordat wij hun kunstwerk niet aanpassen of “afwerken”. (M)


 

Dit wil ook meedelen, sinds pjk geniet ik nu meer van de natuur. De 100 talen vakken hebben mijn blik en manier van communiceren veranderd. (S)


 

Pjk hielp met mijn liefde en talent voor beeld herontdekken. Eerst door tijdens de lessen uitgedaagd te worden om zelf te durven, doen, … met verbeelding aan te slag te gaan. (M)


 

(…)onze waarden als pedagogisch coach verbeeldden en een plek gaven in een zeefdruk. (Ch)

 

I  Kunstzinnigmaterie, 100 talen, metaforen, creativiteit, verwondering


Caroline Pauwels schrijft dat als er geen verwondering is,'de geesten zich sluiten', de dingen eentonig worden en we ons onverstoorbaar gaan gedragen (Pauwels, 2021, p21). Echter, van nature zijn we allemaal nieuwsgierig, als kind is het onze drijfveer,  maar we verliezen ergens onderweg naar volwassen worden de onbevangenheid. De volwassen vorm van 'zich verwonderen' is ook anders dan hoe een kind dit ervaart, aangezien er een reflexief element speelt dat bij kinderen (nog) niet altijd aanwezig is (Wolbert & Schinkel, 2021, p. 442). Toch, wie met kinderen werkt, lijkt gefascineerd om deze gemoedstoestand opnieuw te vangen en via honderd talen te verbinden.  Degene die  het belang van de eigen talen ontdekt, zal in het kind ook dit potentieel zien en de nodige kansen bieden. 

Nog volgens Booth (2024) is kunst een werkwoord en geen ding en is kunstzinnigheid iets dat tot leven wordt gewekt via reflectie. Deelnemers vinden plezier in het reflecteren op hun creatieve processen en krijgen daar energie van. Die energie zorgt voor nieuwe uitdagingen en goesting  om ze aan te gaan.  

 

Zo is de aap een verwijzing naar één van jouw eerste lessen, hier moesten we een masker maken op basis van een alledaags voorwerp waar we een gezicht in zagen. Leren kijken. Een waardevolle les. (M)

 

 

Die creatieve touch, de manier waarop ze ons uitnodigde om met onze verbeelding te werken sprak me enorm aan. Het voelde als thuiskomen in een wereld waar creativiteit en pedagogie hand in hand gaan. Het prikkelparcours was een van mijn favoriete opdracht: het bracht mij uit mijn comfortzone en liet me nieuwe manieren ontdekken om de zintuigen van kinderen te prikkelen. (M)

 

Actie vandaag, in het veld, professioneel handelen

 

Merlijn Twaalfhoven (2020) pleit in zijn boek Het is aan ons om een 'kunstenaarsmindset' te activeren. Deze houding stimuleert ons om de wereld met openheid, speelsheid, onderzoekend vermogen en creativiteit tegemoet te treden. Hij gaat ervan uit dat deze mindset essentieel is om maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en positieve veranderingen te realiseren. Aansluitend pleit Caroline Pauwels (2019) voor een hernieuwde kinderlijke blik op de wereld, waarbij verwondering dient als middel om grenzen te verleggen, frictie te omarmen en liefde voor de wereld te onwikkelen. Beiden benadrukken dat een creatieve benadering niet beperkt is tot professionele kunstenaars, maar dat iedereen deze houding kan aannemen om bij te dragen aan een betere wereld. 

Booth (2024) gelooft dat er een een belangrijke rol is weggelegd voor teaching artists ( kunstenaars) in deze transitie. Hij moedigt deze professionals aan om deze mindset te cultiveren en over te dragen, waardoor ze anderen inspireren om creatief te denken en te handelen. Booth's visie sluit aan bij de bredere beweging om kunst en creativiteit te integreren in verschillende sectoren van de samenleving, met als doel een meer betrokken en innovatieve gemeenschap te creëren. 

De alumni Pjk zijn geen kunstenaars, zij vertrokken vanuit een open houding, zij lieten zich raken en boorden in zichzelf een energie aan door een kunstzinnige benadering toe te laten. 

 

 

 

 

 

 

 


 

 

Wat ik vooral heb geleerd in deze opleiding is om mezelf te blijven en mijn creativiteit de vrije loop te laten. Deze inzichten  neem ik dagelijks mee in mijn rol als pedagogisch coach waar ik met enthousiasme probeer anderen te inspireren om hetzelfde te doen.(M)



Niet alleen thuis maar ook op het werk wordt mijn hart warm als ik zie dat de vloer vol ligt met papieren zakdoeken waar onze baby's en peuters net mee mochten experimenteren.(D) 



Vakken zoals systemisch ondersteunen van gezinnen, narratieve coaching, de stemmen van kinderen in de stad en project filosoferen zijn mij echt wel bijgebleven. Ze zitten nu in mijn werk en in mijn manier van denken, elke dag weer. (S)



Dankzij de opleiding Pjk ben ik nog flexibeler en veerkrachtiger geworden. (…) het heeft me gevormd tot een betere pedagogisch coach, eentje die klaarstaat om anderen te helpen groeien en zichzelf te ontwikkelen. (G)



Sommigen lieten zichzelf toe te vertragen, het kleine te (her)ontdekken en in het proces de essentie te vinden. Ook het luisteren en de aandacht voor diversiteit in verhalen,  werden als betekenisvolle vaardigheden benoemd.



Eén van de grootste dingen die bij mij nog steeds nazindert na de opleiding is 'observeer'. (...) Dit seizoen, de herfst vind ik dan ook het leukste seizoen (muv sneller donker te worden). De bladeren die vallen, die prachtige kleuren.. (...) Ook iets wat ik heb geleerd en op mijn werk nog steeds aanhaal: niet resultaat gericht maar proces gericht knutselen en kliederen (M)



100 talen is de essentie van mijn werk: iedereen heeft een verhaal, het is alleen soms zoeken naar hoe we ernaar kunnen luisteren. (S)

 

Booth (2024) heeft het over het belang van falen, daarin zit grote winst. Het is verwant aan spelen, experimenteren en risico's durven nemen en het vraagt moed. Het is belangrijker in te zetten op het tonen van moed bij (kunstzinnige) activiteiten en dit positief te bekrachtigen, dan het evalueren van prestaties waarbij de nadruk ligt op kunde of virtuositeit. Dit werkt vaak verlammend en brengt tot stilstand, het verdeelt daarenboven de groep. Ook daarin kunnen we van kinderen leren. Alison Gopnik (2009) beschrijft in haar boek 'de kleine filosoof' hoe kinderbreinen gemaakt zijn om fouten te maken. Ze toont aan dat baby’s en jonge kinderen met een ander soort aandacht naar de wereld kijken dan volwassenen, omdat ze onophoudelijk conclusies trekken uit allerlei feiten en experimenten. Het is in de kindertijd dat geoefend wordt in verbeeldingskracht.

 

Het (de opleiding) heeft al op veel manieren doorgewerkt in mijn "werk" en leven, een virtueel onderscheid bij mij. De durf om 'zomaar' te maken, vorm te geven, te bewegen, te zijn is tijdens PJk ten volle tot uiting gekomen. In jullie lessen heb ik geleerd om de idee [sic] dat je enkel 'maakt' als je kan maken uit te schakelen. En de idee [sic] dat iedereen kan maken ten volle onderschreven. In Toestand (zijn werkcontext) gebruiken we daarvoor de term 'Amator style' (M)

 

(...) Een weg die me vooral geleerd heeft dat ik veel sterker ben dan ik ooit had gedacht. ( Astrid)

 

Wanneer kunstzinnigheid wordt geactiveerd, wordt 'verlangen' wakker, verlangen naar 'meer' en naar verbinding. Creatief succes geeft voldoening, genereert energie, we willen meer. Booth (2024) noemt dit het stuitereffect. Het is een gevoel van besmetting, degene die het voelt, wil het delen en de vonk verspreiden.

 

Ik leerde een taal om kunst te herkennen, toe te laten, te ondekken, ook bij mezelf, met mijn dochhter en nu elke dag opnieuw met 40 jonge kleuters waarvoor ik zorgkleerkracht ben. Het is een uitdaging om  de krachtige kijk op kinderen, ouders, collega's van Pjk vast te houden, niet evident, maar des te belangrijk. Elke dag opnieuw probeer ik kinderen te zien in hun eigen taal en zo gaan we samen op ontdekking naar die eigen taal. We maken samen collages, foto's tekeningen, we dansen op Miriam Makeba en alle andere en we doen elke week yoga , we hebben veel plezier! (W)


 

CONCLUSIE 


Om de hersenen te laten begrijpen, moet het hart eerst luisteren - Arthus Costa

 

In de opleiding worden studenten uitgenodigd om te groeien door kunst en hun kunstzinnigheid te voeden. Het gaat  niet zozeer over het ontwikkelen van artistieke competenties, dan wel over een brede bewustwording en een creatieve betrokkenheid die zich, op een natuurlijke wijze buiten de discipline verplaatst naar andere delen van het leven (Booth, 2024, p39). Die andere delen van het leven kunnen hier o.a. ook worden beschouwd als de context waarin de alumni professioneel terechtkomen. In het werkveld worden zij verondersteld flexibel, creatief, ruimdenkend en meerstemmig te handelen.

 

De antwoorden die uit de diverse dataverzamelingen tevoorschijn komen,  overlappen elkaar, net zoals 'het kunstzinnige' niet in één definitie gevat kan worden. De codes zijn niet strikt afgebakend, de betekenis is niet apart te duiden. Herinnering, attitude,  activiteit... het kunstzinnige drijft boven in complexiteit en werkt door op alle lagen.

Het zijn niet specifiek de thema's en onderwerpen  van de atelieractiviteiten en de kunstmodules gedurende hun opleiding, waar de alumni naar verwijzen in hun antwoorden. Ze worden  aangehaald, maar vaker gaat het over een  kunstzinnig aanvoelen dat in  de herinnering verweven zit. De professionele identiteit kan ook niet losgekoppeld worden van de persoonlijke. Het kunstzinnige toont zich daarom in de antwoorden vooral in 'het geleefde leven'.

 

Een primaire functie van kunst is, volgens Winnicot (1971), de ontwikkeling van de “speelruimte” in het volwassen leven, te beschermen en te bevorderen. Spel is in zijn visie cruciaal om de ander te ontmoeten binnen een veilige ruimte. Het maakt de ander minder bedreigend. Kunst krijgt hier de functie het inlevingsvermogen te voeden en uit te breiden. Dit komt duidelijk uit de antwoorden naar voren, hoe empathie en begrip voor de ander werden gevormd en tot vandaag het perspectief bepalen. Booth (2024) zegt dat het kunstzinnige aanwakkeren kan leiden tot bouwen aan en tolereren van ambiguiteit: eerst observeren, dan pas oordelen of interpreteren.


Is kunst wat nodig is om ons te helpen om te denken, 'vér denken'? Ik kwam deze laatste term tegen bij David Van Reybrouck, de pas aangestelde 'Denker der Nederlanden'. Van Reybrouck (2025) geeft aan dat hij denkt met zijn handen, hij wil dat het 'denken' tot actie aanzet, tot klein verzet, om 'ramen open te zetten' en daarna, samen, in beweging te komen en de deur open te doen voor verandering. 

Deze gedachte koppel ik aan de inzichten van Christophe Busch, directeur van het Hannah Arendt instituut in Mechelen. In zijn boek: ‘De duivel in elk van ons’, beschrijft hij hoe belangrijk het is voor een democratie om burgerlijke ongehoorzaamheid te omarmen. En hoe verandering vaak ontstaat door kleine acties, van individuen, hoe krachtig dat kan zijn voor verandering van denken en maatschappelijke omwenteling (Busch, 2021).


Dit is een hoopvolle gedachte, die ik ook in de  antwoorden terug vond: de kracht van het kleine,  als waardevol initiatief. 


Eigenlijk kan ik het zo beschrijven: kinderen inspireren mij in het onderzoeken van The Art in the Little Things. (Y) 


Alumni Pjk hebben een hart voor kinderen. Ze vinden het inspirerend in hun nabijheid te zijn. Ze beschouwen hen als gelijkwaardig en zijn bereid de wereld door hun ogen te zien.


(...) Door hun eerlijkheid, door hun oog voor detail, door hun unieke kijk. Kinderen zien meer dan het geheel. Ze gaan op zoek naar de kleine details en geven daardoor nieuwe betekenissen. Het toont hoe belangrijk de kleine dingen zijn en hoe deze een kijk volledig kunnen veranderen. (I) 


Naast het individuele beleven, toont zich  ook de nood aan uitwisseling en het verlangen om terug bij elkaar te komen en ervaringen uit te wisselen, deel te nemen aan vorming en intervisie. Deze vaststelling werd reeds als relevante info met de opleiding gedeeld en resulteerde in de ontwikkeling van een nascholingstraject (volgend academiejaar): 'kunst voor jonge kinderen' waarin de rol van de atelierista centraal zal staan.

 


 

 

DISSEMINATIE (ABSTRACT voor congres


The Bachelor of Early Childhood Education and Care (BECEC) program at the Erasmus Brussels University of Applied Sciences and Arts uses an arts-based approach to support students and educators to develop stronger insights about both their own and children’s cultural identity and to build professional and socio-culturally responsive interactions in which children, regardless of their background, can flourish (Tschida, 2009).

The Early Childhood Education and Care (ECEC) program refers to this as 'Growing through Art'; a concept that influences children and professionals in a powerful way. 'Growing through art' enables students to build personal and collective identities as well as tolerance, acceptance and appreciation of others. Additionally, reflecting upon children’s everyday creations and stories, educators observe and discover different arts-based languages to express themselves as well.

According to Hannah Arendt, education can be seen as an intergenerational process in which children and adults try to find a way to live together in a common world, which already exist when children enter it, but has to be renewed by the new generation. 

Based on the conviction that art can touch people and bring them to profundity, an artistic approach was used to examine how alumni today give the 'Growing through Art’ concept a place in their (professional) lives.

Postcards were used to collect images and memories, that were then deepened through visual work with a focus group, in  co-creation with children. The qualitative research provides insight into professionals' approaches to powerful child imagery, intergenerational action and it reveals personal reflections on various culturally relevant themes acquired through the 'Growing through Art' program.