100 talen, dat is eerst denken 'ik kan het niet, ik ben niet 'creatief' om dan te zien dat iedereen wel ergens zijn sterkte in vindt. 100 talen is leren communiceren zonder elkaars spreektaal te kennen? 100 talen is nadenken over je eigen handelen zonder je hoofd echt te moeten gebruiken. 100 talen, meer dan woorden (Silke)
Pjk heeft me geleerd dat kunst een middel van verbinding is, verbinding met kinderen, met vrienden, met ouderen, met collega's, met liefdes, met de natuur, met mezelf (Charlotte)
(...) als het allemaal moeilijk is en ik kijk naar jullie dan gaat het snel beter, dank jullie voor wat jullie teruggeven (…) ik kijk naar jullie autonnomie en ik observeer en leer elke dag van jullie (..)uniek en mooi om te koesteren (Nina)
Kritische Reflectie Waar bevindt zich het kunstzinnige in het (professoneel) leven van alumni Pjk op basis van hun ervaringen binnen de opleiding?
Kinderen als inspiratiebron, de kracht van het non-verbale en het onuitgesprokene (le non-dit) een plek geven, het kritisch denken door verbeelding aanwakkeren en het wij/zij denken in vraag stellen, hoop bieden, betekenis geven aan het hier-en-nu en schoonheid en troost vinden in verwondering voor het alledaagse … voor mij is dat alles aan kunst verwant.
Ik schreef mijn kunsteducatieve visie neer in dit artikel (pdf), gepubliceerd in het Tijdschrift voor Jeugd en Kinderrechten (TJK) in 2021.
Deze postkaart, toegestuurd door een alumna als antwoord op mijn (onderzoeks)vraag, vat samen wat ik hoopte te vinden. Deze woorden raken voor mij de kern.
Als atelierista sta ik in 'de wereld'. In mijn atelier toont deze wereld zich en probeer ik, vanuit liefde voor deze wereld, samen met anderen, actief te bouwen en te verbinden (vita activa). Door (kunst)educatie krijgt dit bouwen vorm, het helpt de complexiteit van de wereld te begrijpen, kritisch te denken en verantwoordelijkheid te nemen (Arendt, 1958).
Het atelier is dé plek waar kunstzinnigheid te vinden is, vanuit de kracht van de omgeving, het aanbod en het geloof dat iedereen het in zich heeft. Volgens Booth (2024) is kunst een werkwoord, een creatieve daad en de Teaching Artist zet deze kracht in beweging. Naast de stuiterende energie die ik wil uitdragen, of oproepen, ligt de stille meditatieve benadering die ik omarm, de kracht van het NU.
In dit onderzoek heb ik kunstzinnigheid gevonden in de antwoorden op mijn onderzoeksvraag, tegelijk besef ik dat heel wat onbeantwoord bleef. Want waar start de kunstzinnigheid, getriggerd door de opleiding, en wat bestond, bestaat daarnaast, dat ik niet heb kunnen aanraken?
Collega G.D.R., voormalig opleidingshoofd Pjk, formuleert het als volgt:
“Het is bijna onmogelijk om te stellen dat individuen in de gemediatiseerde wereld van vandaag kunnen ontsnappen aan de dagelijkse ontmoetingen met kunst, beelden en visuele ervaringen. Onmogelijk dus ook om deze bijna dagelijkse ervaring en beïnvloeding los te zien van de realisaties van wat werd onderwezen of geleerd”.
Toch, ik wilde niet bewijzen dat de kunstzinnige aanpak werkt, ik wilde begrijpen ‘hoe’ en ‘waar’ het kunstzinnige zich situeert, vandaag. Ik weet niet waar het begon, ik wilde weten tot wat het kan leiden als het gevoed wordt.
Omdat het kunstzinnige zich vaak toont tussen de lijnen, omdat het over 'geraakt worden' gaat en deze emotie niet altijd woorden nodig heeft, bracht dit mij tot de oorspronkelijke titel van mijn onderzoek:’le non-dit’(zie onderzoeksopzet).
De werkelijkheid staat ons vaak in de weg en wanneer wij sprakeloos zijn, lijken we nood te hebben aan een andere taal om te verbinden. Ook dit besef uitdragen, is waar ik dagelijks mee bezig ben.
Ik wou oorspronkelijk bij alumni op zoek naar dat niet-uitlegbare, het moment dat we zo worden geraakt dat we zwijgen en op zoek gaan naar andere expressievormen.
“We tasten rond naar woorden om het onzegbare te formuleren, maar we weten het als we de manifestatie ervan tegenkomen, de essentie van de ‘schoonheid’, een zeldzame ervaring van je één voelen met de kosmische harmonie.” (Soyinka, geciteerd in Kayzer, 2000, p. 66)
In het boek Arts-based research wordt het belang van le non-dit als een mogelijke, aanvullende weergave van verhalen in niet-talige aspecten van het lichaam (intonatie, de emotie die het verhaal begeleidt,…) geduid. Degene die vertelt, presenteert het verhaal, laat zichzelf zien en tussen de regels leest en interpreteert de toehoorder (Van Heust et al., 2019).
Le non-dit komt uit de Franse filosofie en draait om het onbenoemde, het verzwegene of het impliciete dat tussen de regels door leeft (Van der Elst, 2020).
De keuze voor die titel kaderde, binnen dit onderzoek, ook in de Reggio Emilia benadering, waarin het concept van de honderd talen centraal staat: de verbale taal is niet de enige relevante taal die kan worden ingezet om in interactie te gaan of expressie te zoeken. Het belang van de honderd talen is een rode draad doorheen de opleiding Pjk, enerzijds gelinkt aan kinderen, tegelijk worden studenten gestimuleerd dit potentieel in zichzelf te ontdekken.
Uit de resultaten van dit onderzoek komt dit tot uiting, het concept is hen bekend, zij hebben er vreugde uit gehaald en weten het te verbinden aan hun interactie met anderen.
Ik liet de titel los om verschillende redenen. Ik vroeg expliciet naar herinneringen van wat in de opleiding werd meegegeven. Van de alumni, die vaak vooraf geen kunstopleiding hebben genoten, kon ik niet verwachten dat zij in staat zouden zijn enkel op kunstzinnige wijze aan mijn verzoek tot het delen van herinneringen te voldoen.
Dit bleek ook uit de feedback van N., de kunstenaar die ik interviewde en die voor mij de postkaarten printklaar heeft vormgegeven. Zij vond dat de beelden op de postkaarten van weinig verbeelding getuigden.
Ik kan me voorstellen dat de blik van de kunstenaar hier vooral de tekortkomingen detecteert, ik heb begrip voor haar mening. Het is ook voor mij soms een bron van frustratie tijdens mijn ateliers, dat het antwoord op opdrachten klein blijft, (te) voorzichtig, conservatief, niet genoeg uit de comfortzone, op veilig gespeeld. Om goedkeuring te krijgen? Te weinig technische bagage? Angst om te falen?
Collega G.D.R., voormalig opleidingshoofd Pjk, geeft aan dat, indien studenten met onvoldoende inzicht in de mogelijke betekenissen van kunst en het kunstzinnige aan de slag gaan, dit al snel resulteert in het kopiëren van “aangeleerde voorbeelden” uit de opleiding. “Pogingen om zich te schikken naar de verwachtingen van de opleiding kan het kunstzinnige een verkeerde betekenis geven. Dit kan resulteren in het “sturen naar kunst” als pedagogische professional ipv het laten beleven van kunst als expressie, als een taal voor kinderen”.
Ik besef dat ik geen kunstenaars opleid, geen atelierista's of teaching artists. Ook al zou ik het willen, de student die instroomt heeft (meestal) niet dat profiel.
Is het relevant om het vooral over geraakt worden te hebben zonder kunst grondig te bestuderen of zelf kunst (met grote K) te maken?
En heeft Susan Sontag (2005) gelijk wanneer ze schrijft dat échte kunst het vermogen bezit om ons nerveus te maken en dat een kunstwerk met rust moet gelaten worden want dat het reduceren tot zijn inhoud en die vervolgens te interpreteren, het werk oneer aandoet? Is het dat wat de opleiding doet, inhoud interpreteren? Of is het precies andersom: vanuit het ongerijmde durven denken en de frictie die dit teweegbrengt toelaten, net omwille van de kracht van twijfel en nuance?
Dit onderzoek heeft woorden gebruikt (naast beelden) om betekenis te vangen. Er was zowel tijdens de interviews en als metafoor of verduidelijking bij de postkaarten, tekst nodig. Meer nog, vaak hadden alumni veel woorden nodig, eerder dan beelden, om mij hun bedoelingen mee te delen.
En aangezien de herinnering als concept én het koesteren van sporen, van wat overblijft en hoe dat vorm krijgt, mij bezighoudt en het de gebeurtenissen niet zijn die ik in beeld wil brengen, maar de echo ervan, heb ik de titel en cours de route veranderd naar: SPOREN VAN BETEKENIS
De overtuiging dat kunst een taal is blijft na dit onderzoek overeind. Het is een taal die kan begrepen worden, ook zonder ze te beheersen. Waarom beroert Bach mensen die geen muzieknoten kennen? Wie blijft bij Giacometti's beelden onberoerd? Het gaat over raken en geraakt worden. Ook stilte is een taal. Dit kwam verrassend uit de data bovendrijven. Ik had in mijn vertaling van de honderd, stilte niet eerder als taal benoemd.
‘Kunstzinnig’ is een manier van leven, zegt N. tijdens het wandelinterview. Ook de alumni in de focusgroep beaamden dat het een ‘zich verhouden tot de dingen’ is. En vaak zijn het de kinderen die het ons opnieuw leren. (cf.ateliers)
'Als kinderen zijn', zit daar de kern van de kunstenaarsmindset? Omdat zij van nature onderzoekend en ruimdenkend zijn? Durven fouten maken, gewoon proberen, ook dat komt uit de resultaten naar voor. Het is actie zegt M, het is in het doen dat het gebeurt (cf.co-creatiemoment).
En daar toont zich ook de frustratie, de wereld die anders is dan wat geleerd en gevonden wordt door het kunstzinnige toe te laten, 'er zijn obstakels waar je tegenaan loopt, het besef dat je het niet kan waarmaken in de realiteit is pijnlijk' (cf focusgroep en postkaartdata).
Het doet denken aan het politieke verhaal vandaag. Europa, met zijn democratische principes, vechtend om menselijk te blijven, geïsoleerd in het gepolariseerde discours, de wet van de sterkste. Hebben we het echt allemaal zelf gecreëerd?
Mijn passie om de liefde voor kunst door te geven aan mensen zonder voorgeschiedenis in de kunsten, is de motor van dit onderzoek. Ik vond interessante aanvullingen bij Eric Booth (2024),over de rol van de Teaching Artists in het creëren van een andere wereld. Het boek heeft mij inzicht gegeven in mijn rol als kunstenaar, als atelierista, bij het begeleiden van deze transformaties. Het gaat er niet enkel om kunst aan te leren maar ook creativiteit in het professionele te stimuleren, communicatie te vermenselijken en aandacht voor ambiguïteit en reflectieve praktijk te benadrukken (Booth, 2024 p58).
Ik erken hierbij het plezier om niet te moeten vertrekken vanuit didactische modellen maar dit te kunnen doen vanuit verwondering, vanuit het raken en (aan)geraakt worden en dan te mogen ervaren hoe dit tot betekenis leidt en in beweging zet.
We moeten koesteren wat geen woorden nodig heeft. Dat hoeft niet te betekenen dat we moeten zwijgen.(Hans Cottyn)