Perspectief

Een educatieve handeling is context gebonden, subjectief van aard, relationeel authentiek en vloeibaar.




 

Conclusie

 

Een methode moet geen handleiding zijn om te leren. Een methode is een handeling. Het hier en nu maken heeft prioriteit in een kunsteducatief proces. 

 

Als maker ben je onderdeel van een groep in een co-creatie.

 

Omdat de methode een handeling is en niet een handleiding,  kan je met die methode pragmatisch zwerven. In een kunsteducatieve setting is het belangrijk om als kunsteducator te kunnen variëren. Als je de methode als een handleiding zou beschouwen is variatie niet mogelijk. 

 

Ik zou dan mijn artistieke visie op de jouwe forceren. Dit is niet wenselijk. 

 

Door de methode als een artistieke handeling te beschouwen, stimuleer je de student (of publiek) in een co-creatief proces om te observeren, te registreren, te resoneren en te reflecteren. Je daagt uit om dieper te waarnemen. Maar met alleen waarnemen gebeurt er niets. Je moet de waarneming registreren. Een registratie van een waarneming is een interpretatie van die waarneming. Er is dus een concurrentie tussen perceptie en representatie. (Causey, 2016 ) 

 

Wat je ziet en wat je deelt is niet hetzelfde. Er staat een filter op je beleving. Ik stel dat waarneming niet vanuit een objectiviteit komt. Je moet dit ook niet willen in een kunsteducatieve setting. Het haalt de menselijkheid weg. 

 

Waarneming en reflectie worden intrinsiek als je resoneert met je omgeving. Hoe je resoneert begint bij nieuwsgierigheid en respect naar je omgeving. Als je nieuwsgierig en respectvol resoneert met de ander, creëer je ruimte voor een diepgaandere beleving die niet alleen over jezelf gaat. 

 

Intrinsieke reflectie geeft je verbeelding toegang tot de beleving van de ander. Voor een diepgaande reflectie moet je rekening houden met hoe je observeert, registreert en resoneert. Reflecties verstoren je perceptie (Gil & Hernández-Hernández, 2020) op een goede manier.  

 

Dit zijn allemaal handelingen die je alleen doet. In een kunsteducatieve context ben je niet alleen. Hoe deel je je observaties, registraties, resonanties en reflecties met een groep? Ik stelde dat er een concurrentie is tussen perceptie en representatie. Je kan dit niet helder delen. Het gaat ook niet over heldere communicatie. Het is geen handleiding. Het gaat over intentie communiceren en betekenis interpreteren. Het is belangrijk om als kunsteducator aandacht te geven aan gelijkenissen en verschillen. De kunsteducator moet dat niet alleen doen. Als maker-educator is hij/zij onderdeel van een groep in een co-creatie. Hij/zij is participerende observant. 

 

Een kunsteducatieve handeling kan door assemblage verschillende perspectieven bloot leggen. Het is een kunsteducatieve handeling om complexiteit te leren reduceren. Het legt aannames bloot. Complexiteit reduceren maakt de verhouding tussen het totale en het detail betekenisvol en bespreekbaar. Een kunsteducatieve handeling is afstand nemen, focus verleggen en focus verbreden. Je creëert de mogelijkheid dat je publiek of studenten de wereld rondom jou als vloeibaar kunnen beschouwen. (Causey, 2016)

 

In kunsteducatie zijn er bepaalde bouwstenen belangrijk om in acht te nemen. Het zijn de bouwstenen die je als kunsteducator niet uit het oog mag verliezen. De bouwstenen zijn verbeelding, ervaring, empathie, dialoog en samenleving. Als kunstenaar en als kunsteducator handel je met verbeelding. Je handelt door een ervaring. Je handelt door empathie. Met je verbeelding, je ervaring en empathie ga je in dialoog met de ander. Inspiratie, perspectieven, andersheid en kwetsbaarheid worden zichtbaar door dialoog. Dialoog geeft vorm aan onze samenleving door interacties die beïnvloed zijn door verbeelding, ervaring en empathie. 

 

In kunsteducatie is het belangrijk om peer-learning te stimuleren. Begrip en openheid voor elkaar hebben, is noodzakelijk. Je doet dit niet alleen. Vermijd daarom als kunsteducator het kokerzicht of tunnelvisie. Het is belangrijk om aandachtig te zijn voor je periferie als kunsteducator. Aandachtig zijn voor je periferie heeft een zorgaspect. Als je aandacht geeft aan wat er net niet in je focus ligt, ben je aandachtig voor verwonderlijke variabelen die kunsteducatie waardevol maken. 

 

Een eindproduct is altijd ondergeschikt aan een proces. Niet dat het product onbelangrijk is. Maar uit het proces komt het product waarmee je in een kunsteducatieve setting kunt resoneren met de ander vanuit een respectvolle nieuwsgierigheid. 

 

In kunsteducatie is het belangrijk om als maker niet je artistieke visie op de ander te forceren. Co-creatie in kunsteducatie is inspireren en je laten inspireren. Het is belangrijk dat de kunsteducator in dialoog gaat met de studenten (publiek) over inspiratie. Het gaat niet om een consensus krijgen over wat inspirerend is. Het gaat over de onderhandeling van betekenis tussen studenten onderling en de educator. Door verschillende perspectieven te laten confronteren, is er ruimte voor nieuwe informatie. Het “peer-learning” potentieel ontstaat uit inspiratie,  niet uit overeenkomst. (Dysthe, Bernhardt, EsbjØrn, 2013)

 

Voor kunsteducatie vind ik het belangrijk dat er in de methode ruimte genoeg is voor variatie en interpretatie zodat de methode zichzelf uitdaagt. Net zoals een kunstwerk is de kunsteducatieve methode veranderlijk en open voor variatie.