Op deze pagina vindt u de belangrijkste gesprekken die ik met mensen om mij heen gehad heb tijdens de Master Kunsteducatie.
Zij hebben mij geholpen of geïnspireerd in de zoektocht binnen mijn onderzoek.
Tevens mijn kritische reflectie ............................................................................
Alle gesprekken staan op audio en zijn een samenvatting van het transcript.
Onderaan elk gesprek staat wat ik er van meeneem, of niet.
De gesprekken zijn gerangschikt per context en in volgorde van tijd.
Daarnaast heb ik vele gesprekken gehad met mensen die mij aan het denken gezet hebben of die mijn eigen gedachten ter discussie stelden, dank aan allen.
Tekening achtergrond; Akchad, 9 jaar; vertelt met zachte stem; "ik teken thuis"
Lennie van Vugt, Eindhoven, 5 okt 2023
Over haar social-art projecten
Wat opviel dat ik vaak de woorden och, of oh ja?, of ja, gebruik. Door deze korte woordjes merk ik dat de geïnterviewde veel ruimte krijgt om te praten. Ook stiltes laten vallen is niet erg, zo ontstaat er ruimte om gedachten op te laten komen.
Ik moet wel waken dat de vragen die ik zelf heb aan bod komen.
16 min en 28 sec, verwerking/typen 2,5 uur
Mijn vragen:
Hoe kom je aan de opdrachten
Wat is je drijfveer
Wat inspireert je
Wanneer is een project geslaagd
Wat is het meest bijzondere wat je hierin meemaakt
Wat zou je anders doen
Zou je dit uit eigen initiatief kunnen bewekstelligen
Hebben de bewoners nieuwe inzichten gekregen
s hun welzijn vergroot
Wat ik hiervan meeneem
- Dit is mijn eerste transcript van een interview. Het kost veel tijd het transcriberen, maar het helpt mij enorm om een gesprek te herhalen, op deze manier haal ik nog meer uit de gesprekken wat ik eerder niet gehoord heb.
- Vanaf nu ga ik al mijn gesprekken opnemen voor transcriptie.
- Alle gesprekken zijn vanaf nu een samenvatting van het transcript.
Marianne Boogaard, 20 aug 2024
Senior onderzoeker Kohnstam instituut, Taalwetenschapper
Zij doen onderzoek naar Funds of knowledge;
Kohnstamm Instituut. (2022). WOA-Gelijke Onderwijskansen: drie
praktijkpublicaties
De zoektocht om met Marianne Boogaards in contact te komen leidde via Monique Volman. Ik was onder de indruk van haar oratie.
- Vissers, C. (2020, januari 20). Compleet Constance Vissers oratie [Video]. YouTube.
https://www.youtube.com/watch?v=rwKFq7dlQPs&ab_channel=Kennisevenementen
Marianne werkt samen met Monique Volman.
Ze vertelt over haar kleinkinderen met taalproblemen in het speciaal onderwijs, dat de relatie met de school erg goed is, er wordt veel gecommuniceerd via whatsapp en social scools. Zo kunnen ouders thuis aansluiten op wat er op school gebeurd. Ze vragen ook foto’s van het weekend. Ze vertelt daarbij dat het voor haar makkelijk is om de berichten van school te lezen, maar voor haar schoondochter (Eritrees) is dit erg lastig.
Is het welbevinden wat je wil verbeteren?
Tip; zoek eens op Funds of identity.
C; Mijn lessen beeldende vorming hebben vaak na de instructie/uitleg een meer open structuur. Kinderen gaan meteen ‘open’ wanneer je het gesprek aan gaat over bijv., hoe vieren jullie feesten of welke taal praten ze thuis.
M; Dit herkennen we ook in ons onderzoek met de funds of knowledge.
Wanneer de kinderen iets herkennen en zien wat belangrijk is op school wat ze meemaken thuis dan zie je enorm veel meer energie en zie je dat er ook enorm veel kennis is bij de kinderen.
C; Dan gaan ze ook kennis delen; “bij mij thuis…..” Ik ga op thuisbezoeken. Werk met het kind en hun gezin. Mijn lokaal is een walhalla van spullen, waar het kind alles van mag meenemen.
Het kind regelt alles zelf, is eigenaar van wat we gaan doen thuis.
Ik weet niet wie er thuis gaat zijn, er is wel altijd een ouder aanwezig.
“Ik vind het stoer”, zegt Marianne
“Je bereid het voor, je hebt geen onderwerp, hoe haal je dan een thema naar boven?”
C Er is geen thema, het materiaal wat het kind uitkiest is leidend. Het gesprek wat omhoog komt is belangrijk om de kennisbronnen omhoog te halen.
M Door meer te weten over thuis, kun je de kennis van de kinderen meer aanspreken en benutten op school. Kinderen denken vaak, wat er thuis is is niet zo erg belangrijk voor het leren, op school dát is pas echt leren. Dát wil je verbinden, thuis kennis en school kennis.
M Kind in the lead zetten is een mooie vorm.
Goed om een mooie afsluiting te bedenken, dat is een middel om de ervaring uit te breiden. Het middel om te laten zien aan het kind en de ouders, wij zijn geïnteresseerd, jullie hebben ook iets te vertellen wat bijdraagt aan leren. Ik zou niet meteen de expositie aan de kant zetten.
Tip: Funds kaarten voor ideeën
We spreken af dat ik contact opneem tegen het eind van mijn onderzoek. Ze is erg geïnteresseerd waar ik uitkom met mijn onderzoek.
Wat ik hiervan meeneem
- Ik maak foto’s, het kind maakt zelf ook foto’s, ik maak audio opnames (het is soms belangrijk hoe iemand iets zegt).
- Ik heb zelf mijn twijfels of ik een eindexpositie ga houden, maar ik houd deze in mijn gedachten.
- Ik ben op zoek naar de goede vragen die ik stel tijdens het thuisbezoek. Dit kunnen geen vaste vragen zijn, in elk thuis kom ik weer andere dingen tegen. Ik stel nieuwsgierige vragen over wat ik zie in huis, over producten die daar zijn of wat mij opvalt. Zo komt een gesprek vanzelf op gang.
- Er is al een resultaat van mijn onderzoek; het contact met ouders en gezinsleden is na mijn bezoek wanneer ik ze op school nog een keer ontmoet meteen fijn en prettige herkenning (we hebben elkaar met aandacht ontmoet)
- Ik beschrijf mijn observaties goed na elk thuisbezoek.
Literatuurtips;
- De meetinstrumenten van Laevers (ZIKO is een versie voor de kinderopvang, de complete versie heet Leuvense Betrokkenheidsschaal).
- De Masterscriptie van Edda Veerman, waarin zij gewerkt heeft met o.a. deze schalen en observaties van Funds-activiteiten en andere lessen in de scholen.
- Een artikel van Edda en collega´s over dit onderzoek.
- Een recent artikel van Anna Bonfiglio e.a. over Funds of Identity.
- Moll, L. C., Amanti, C., Neff, D., & González, N. (1992). Funds of knowledge for teaching: Using a qualitative approach to connect homes and classrooms. Theory into Practice, 31(2), 132-141
Marianne brengt mij in contact met de Admiraal de Ruijterschool die onderdeel zijn geweest van hun onderzoek over de verborgen kennisbronnen. Zij werken met funds in hun school rooster.
Peer gesprek Vicky Remein 8 dec 2023
In de kroeg (na studiedag MKE, Amsterdam bezoek Stedelijk en de Black Archives).
We wisselen uit, ik vertel haar mijn zoektocht.
Ik hoor mezelf praten;
Pedagogisch klimaat thuis is basis van een kind, kind gaat naar school waar ook een pedagogisch klimaat bestaat, waar is de verbinding tussen deze twee? En wat zou er gebeuren wanneer je het kind met familie in een geheel nieuwe omgeving zet. Dus niet thuis een beeldend werkje laten maken, maar met het hele gezin, of deel daarvan bijvoorbeeld in een museum. Kunst inzetten om verbindend te werken. We zijn het met elkaar eens; kunst kan helend werken. Kunst raakt aan de ziel,
Hoe kan kunstbeleving gezinnen bij elkaar brengen, vraag ik mij af?
Als ik met kinderen en hun gezin het museum in ga wat betekend dat voor hen?
Waar ben ik nieuwsgierig naar? Wat wil ik weten?
Interculturele sensitiviteit is voor mij een redelijk nieuw woord.
Ik kom er achter dat in onze school 74% van de leerlingen een migratie achtergrond hebben. Dit is best hoog. Bijna alle werknemers zijn blank en nederlands, er komt op mijn school een werkgroep die een visie over interculturele sensitiviteit gaat vormen. Belonging vind ik een goed woord wat hierbij aansluit, ‘sense of belonging’; het gevoel ergens toe behoren.
Op mijn school werkt men samen met:
Diversae voor een inclusieve samenleving https://www.diversae.nl/
Wat ik hiervan meeneem
- Dit peer gesprek is een eerste aanzet tot wat er allemaal borrelt in mijn hoofd en waar ik mijn onderzoeksvraag op wil richten.
- Ik heb gekeken of het een meerwaarde is voor mij om me aan te sluiten bij de werkgroep interculturele sensitiviteit, ik heb besloten om hier geen deel van uit te maken, wegens tijdgebrek, wel houden we elkaar op de hoogte.
- Ik heb contact gemaakt met het van Abbe museum Eindhoven, zij staan open om mee te werken aan mijn onderzoek.
- Ik doe een test interculturele sensitiviteit culturele competentie test
https://www.inclusiefwerken.net/test-je-culturele-competenties/. Ik ben me bewust dat dit geen officiële vragenlijst is, wel goed om hier bewust mee bezig te zijn.
Annemarie Schamp 16 maart 2024
Conrector Os, HAVO-VWO school, projectonderwijs vakoversteiging, CKV ontwikkeling, cultuureducatie.
Ik vertel dat mijn plan is om thuis bezoeken te gaan doen.
Ze stelde mij een goede vraag:
Waar is de kunst in je onderzoek. Wat bedoel je met kunst?
Is je vraag; hoe krijg je kinderen en ouders in beweging.
Met je reflectie brieven krijg je veel terug. Het is goed dat je dit doorbroken hebt bij je collega’s, om eens op een andere manier ouders te betrekken.
Idee misschien portfolio door de leerlingen laten maken als praatmap.
Ze deed erg haar best om met mij mee te denken over mijn onderzoek.
Je bent eerst bezig met vóóronderzoeken om daarna thuisbezoeken te gaan doen. Ze noemt storyline approche, grondlegger van verhalend ontwerpen is Steve Bell. (Vos, E., & Dekkers, P. (2018). Verhalend ontwerpen. Uitgeverij Boom). Hij bedacht een verhaallijn waarin leerlingen de hoofdrol speelden. De leerlingen leren door een verhaalde leerlingen, tonen hun proces ook in beeld.
Ik zie dat ouders zich niet zo bemoeien, zij ziet dat ouders zich nou net té veel bemoeien. We hebben het over de belangstelling van de ouders en in hoeverre dit voor mijn onderzoek belangrijk is. Voor haar ligt er in mijn onderzoek een link met beeldende therapie.
Wat neem ik hiervan mee
Fijn om te sparren over mijn onderzoek, zo wordt het vervolg voor mezelf duidelijker.
Dit helpt mij om voor mezelf duidelijk te krijgen welke volgende stappen ik wil doen binnen mijn onderzoeken en thuisbezoeken.
- Het woord kunst in mijn onderzoek ga ik meer specificeren.
- Ik ben me bewust dat er een opening ligt wat betreft betrokkenheid van de ouders.
- Ik ga navragen of binnen mijn school de ouders daadwerkelijk weinig betrokken zijn.
- Ik ga onderzoeken wat ik wél wil en wat ik niet wil (mijn onderzoek gaat niet over beeldende therapie).
- Ik ben me bewust dat het helpend is om met experts in gesprek te gaan, zo krijgt stap voor stap dit onderzoek vorm.
Jan Staes dec 2023
In een on-line setting van mijn co creatie; ouderencentrum 'de Wever'. Ik vertel hem enthousiast over deze samenwerking, maar dat mijn plannen voor mijn onderzoek niet over ouderen zal gaat maar over de kinderen van de Taalbrug Junior, waar ik op dit moment werk. Hij zei; "jij hebt zoveel mooie ervaring in de school waar je werkt, ik wil jou eigenlijk uit die school hebben". Hij vervolgde;"hoe zou het zijn wanneer je de mogelijkheid krijgt om nog een keer naar Skopje te gaan en te ontdekken hoe er daar omgegaan wordt met beeldende werken in een school in co-creatie, daar brengen wat jij belangrijk vind". Hij noemt Ivan Illich als bron; over ont-scholing.
Wat ik hier van mee neem
- Ik dacht toen, ik ga niet nog een keer naar Skopje, één keer is een mooie bijzondere ervaring geweest, ik ga binnen mijn school mijn onderzoek doen. Toen wist ik niet dat ik een jaar later me voor een mini residentie naar Skopje in zou schrijven met een gerichte vraag voor mijn onderzoek.
- Ik verdiep me in Ivan Illich; dit bracht mij toch op andere gedachten, er begint een idee te borrelen om thuis te gaan werken met kinderen.
- Voor Illich was ontscholing een manier om de controle die het onderwijssysteem uitoefent over individuen te verminderen en hun autonomie terug te geven. Hij stelde dat ontscholing niet alleen zou moeten betekenen dat scholen worden opgeheven, maar dat het leren zelf weer tot een individuele, organische activiteit moet worden die kan plaatsvinden in verschillende contexten, zoals in de gemeenschap of in samenwerking met anderen buiten formele schoolomgevingen.
- Illich, I. (1972). Ontscholing van de maatschappij: Het einde van een
illusie? Het Wereldvenster.
Maartje Engelsman, 22 febr 2024
Met de vraag of zij met mij af en toe in gesprek wil gaan over mijn onderzoek.
Ik vertel haar over mijn ‘nul-meting’ met tekeningen, met de vraag, hoe vind je het in de les beeldende vorming.
M: je vraagt naar beleving en het laatste wat hij meegemaakt heeft legt hij vast. Hij doet goed mee in de les, maar er zit iets heel anders in zijn hoofd, is met hele andere dingen bezig. Ze verbeelden bij jou bij de vraag die jij stelt waarbij jij ze steeds ontlokt (je zegt uh uh) je geeft ze de ruimte om dit te tekenen en ook de veiligheid te ervaren hiervoor.
Reflectie brieven ouders, wat krijg ik terug en hoe ervaren ouders dit dan.
Aan de hand van mijn reflectiebrieven zegt ze; ”fantastisch wat je aan het uitzoeken bent”. “Je zegt vaak, ik doe eigenlijk niets, maar jij bent het die dit bij deze kinderen teweeg brengt”.
We hebben het over welke kinderen ik zou benaderen voor een eventueel thuisbezoek.
Wat maakt jou dat je het welbevinden koppelt aan de betekenis van kunst
Ze snapt de koppeling die ik maak met kunst niet helemaal.
C Kunst als uitingsvorm, als communicatievorm.
M: “wanneer het woord communicatie in de vraag zou zitten, dan is ie functioneel voor onze doelgroep kinderen. Door te communiceren ga je verbinding leggen met je omgeving”.
Tips: Zo concreet mogelijk aan ouders vertellen wat we gaan doen. Al het voorwerk vóór de zomer. Eerst vóór de zomer bij een kind op bezoek. Planning voor na de vakantie duidelijk hebben. Misschien 4 kinderen?
Als je gaat exposeren, met het werk van de gezinnen, bewaar dat zorgvuldig zodat het kind dit ook blijft zien, je moet het tenslotte over de zomervakantie tillen. Ook aan ouders uitleggen.
We sluiten dit gesprek af met haar woorden: ”Ik loop graag met je onderzoek mee!”.
Wat ik hiervan meeneem
- Ik zet duidelijk in mijn onderzoeksvraag dat het niet alleen gaat om kunst maar specificeer dit in ‘beeldende kunst maken’
- Ik ben er achter gekomen met de tekeningen waar bepaalde kinderen mee bezig zijn in hun gedachten tijdens het werken in mijn lessen. Mijn manier van lesgeven, mijn rol als kunsteducator is hier belangrijk.
- Ik weet nog niet of het woord communicatie in mijn onderzoeksvraag zou moeten. De loop van het onderzoek zal dit duidelijk maken.
- Ik ga het beeldend werken en het materiaal kiezen, wat bij het kind past.
- Ik ga op thuisbezoek bij een kind vóór de zomervakantie.
- Ik ga alvast een lijstje maken tijdens de lessen welke kinderen in aanmerking zouden komen voor thuisbezoek.
Jesse Larner; theater director, 16 maart 2024
Theater achtergrond woont in Berlin. Directing in the US, Nu als dramaturg, vertaler en schrijft theater stukken, geeft hier en daar les. Werkt aan films. Gevarieerd. Les in warshau theater instituut. Educational programs voor kinderen uit en in Oekraine. In een veilige omgeving. In natuur omgevingen. In formal schools.
Ik vertel mijn onderzoek.
Hoe kan beelden werken de verbinding zijn tussen school en thuis.
Kinderen in ‘the lead’!
Interventie ontstaat als ik op thuisbezoek ga, kan zijn tekenen, schilderen, met klei werken, met andere materialen werken, in de tuin werken, de kinderen bedenken dit zelf samen met mij. We verzamelen samen het materiaal wat we nodig hebben.
Reflectie formulier was de eerste verbinding met thuis. Ik krijg 75% terug.
Kinderen waren trots op hun eigen vertellingen thuis.
J:“dit klinkt als een grote doorbraak, nu al, dat je zo veel terug krijgt en de leerkrachten dachten hier anders over, je hebt de andere leerkrachten verrast”.
Zeer interessante start!
We hebben het later over zijn moeder die hij in mij herkent, thuis allemaal kosteloos materiaal verzamelen om met kinderen te werken.
het was een hartverwarmend gesprek, luisteren naar elkaar, af en toe stil zijn om even na te denken, ruimte nemen. Ik vertel hem mijn idee; de kinderen krijgen op school van mij een zak met spullen/materiaal die ze zelf uitzoeken. Met de opdracht; maak daar thuis iets van samen met degene die thuis mee kan/wil helpen.
Hij zei de woorden; Packing for the journey home.
Inpakken voor de reis naar huis.
Ook hebben we het over;
Packing for a journey to school.
‘The reverse bag’
Wat neem ik hiervan mee
- Ik wordt me steeds meer bewust dat ik het heel belangrijk vind dat het kind in 'the lead' is. Het kind kiest op school materialen en gereedschappen ik stimuleer enkel met de vraag; "is er nog iets nodig?"
- Ik ga nadenken over de 'reverse bag', een mooi idee. (misschien voor een later onderzoek?).
- Fijn om bevestiging te krijgen op mijn experiment van de reflectieformulieren en dat hij het benoemd als grote doorbraak.
Marvin Corneille, 16 maart 2024
Peer to peer
Marvin zit in 2e jaar Master kunsteducatie, we wisselen uit.
Zijn onderzoek met PABO studenten en mijn onderzoek over verbinding tussen school en thuis.
Wat ik hierven meeneem
- Er blijken studenten van de PABO bij mij op school vaker stage te lopen, we spreken af dat we hierover contact houden in de toekomst zodat de stagaires ook in de lessen beeldende vorming komen observeren of meewerken.
- Hij laat mij zijn Research Catologue zien. Dit is de eerste keer dat ik dit van iemand zie. Ik zie erg op tegen het onder de knie krijgen van RC. Hij laat mij mogelijkheden zien en dat hij er in het begin ook tegenop zag. Dit helpt mij om Research Catalogue gewoon 'aan te gaan'.
Daan Hermans, 21 aug 2024
Senior onderzoeker Kentalis Academie
We hebben het over dat ik participatief onderzoek doe, een kwalitatieve, praktijkgerichte onderzoeksmethode.
Ik leg uit wat ik doe, heb de doelgroep kinderen na 30 jaar goed leren kennen. Geen sparringpartner op school, daarom master kunsteducatie.
Onderzoeksvraag komt ook vanuit grote migranten achtergrond vd kinderen.
Afstand thuis en school is groot, kinderen zitten vaak lang in de taxi.
Tijdens beeldende vorming is er vaak ruimte om in gesprek te gaan. Ik kan dat sturen. ‘Het educatieve moment pakken’, zoals Joke Hermsen het zegt in haar boek; Windstilte van de ziel.
Kinderen gaan ‘aan’ wanneer ze worden aangesproken op wat er thuis gebeurd. Hoe zit dit met de verbinding thuis, en wat kan ik met mijn vakgebied hierin betekenen.
Daan vind het zeer interessant hoe ik dit in school ga brengen. Hij heeft het over cultureel sensitief werken op school in het vak beeldende vorming. Het gaat specifiek over het vak beeldende vorming (niet bijv gym). Bij beeldende vorming ben je naast elkaar dan gaat het gesprek makkelijk. Ook kan het ontstane beeld of het werken met materiaal een nieuwe ingang geven voor gesprek.
Er ontstaan een ‘ruimte’ in je zijn waar gedachten naar boven kunnen borrelen, waar je anders niet op zou komen.
Ik leg mijn plan uit. Ik ga huisbezoeken doen, mijn stappen plan uitgelegd.
Hele gezin gaat meedoen, ouders ook. Werken die ontstaan met het verhaal gaat mee naar school, alle gezinsbezoeken met het werk wordt geëxposeerd in de school, kinderen regelen dit.
D als onderzoeker
Je wilt invloed hebben, impact hebben, iets veranderen, je moet eerst weten wat je precies wil beïnvloeden, weten/veranderen, dat vindt je volgens Daan in literatuur over cultureel sensitief werken.
Welbevinden kun je leerkrachten of leerlingen vragen.
D Je wil aandacht geven over wat er bij de kinderen thuis speelt, daar gaat het met culturele sensitiviteit over. Hoe meten mensen dit, wat hebben mensen gedaan, en klopt dat ook met of komt dat dichtbij
Hoe heeft de TOS nog een impact op waar ik mee bezig ben.
Wanneer je communicatie problemen hebt kan het ook zijn dat je thuis gewoontes veel minder kunt vertellen, omdat de taal minder toegankelijk is. Dus misschien is dat voor deze kinderen ook nog wel een andere ontdekkingstocht, een eigen ontdekkingstocht, voor de rituelen thuis, hoe doen wij dat thuis.
D: 2 dingen kun je doen:
Je kunt de school meer binnenhalen in het systeem thuis,
of dat je het systeem thuis meer kunt binnenhalen in school.
Wat wil ik????
Wat ik hiervan meeneem
- Ik ga op zoek gaan naar wat ik precies wil beïnvloeden/veranderen.
- Het beeldend werken is cruciaal in mijn onderzoek
- Ik ga in de literatuur zoeken over culturele sensitiviteit.
- Wil ik dat het kind iets anders gaat leren, of dat de docenten op school iets gaan leren?
- Het kind heeft een actieve rol in mijn onderzoek. Kind in the lead.
- Ik ga een stappenplan maken voor de thuisbezoeken.
- Daan wil hier graag over nadenken en dat hij daar bij betrokken zou zijn. We spreken een volgend gesprek af.
Wat ik tot nu heb gedaan.
Contact gezocht met onderzoekers bij Kohnstam instituut over Funds of knowledge (Marianne Boogaarts)
Transformatieve school; contact met een basisschool die dat in het programma heeft verwerkt. Illias El Hadioui
Meetinstrument; hoe laat je zien dat je invloed hebt
Prof. F. Laevers
Leuvense betrokkenheidsschaal
Definitie betrokkenheid volgens Ferre Laevers
“Betrokkenheid is een toestand waarin kinderen zich bevinden wanneer ze op een intense manier met iets bezig zijn. We merken het aan hun hoge concentratie; ze zijn opgeslorpt en tijd vergeten bezig. Hun handelingen en houding verraden een intense mentale activiteit.
Dat wil ik bewerkstelligen door met het kind thuis in het gezin beeldend te werken en in gesprek te gaan over de ‘kennis’ die er thuis is. (hobby’s, gewoonten, rituelen, eten, vakanties, buurtcontacten enz)
Door het kind zelf te laten kiezen en in the lead is van de voorbereidingen weet het precies wat er thuis gaat gebeuren en kan het thuis zelf alles regelen. Zo wordt het kind eigenaar van het thuis werken met het gezin. Waardoor het meer gemotiveerd is.
Zo wordt het kind zelf de expert van het werken met de materialen.
Vriendin, maart 2024
In gesprek met vriendin vertel ik over mijn experiment met de reflectiebrieven die ik wil uitvoeren.
“Oh”, zei ze meteen, “huiswerk dus”.
Ik schrok even, daar had ik nog niet aan gedacht.
Huiswerk heeft voor veel kinderen een negatieve lading.
In mijn onderzoek is het belangrijk dat het kind dit zélf graag wil.
Dus geen verplicht huiswerk.
Ook belangrijk dat ik het kind laat bepalen hoe ze in gesprek gaan thuis.
Ik maak het kind eigenaar van het vragen formulier.
Ben Hekkema 12 april 2024
We bespreken dat het belangrijk is een planning te maken.
Eindtijd bepalen, 1 mei 2025
Work breakdown structure. Niet één lijn, maar paralellenlijnen
Wat moet ik met de kinderen hebben gedaan, met docenten, met ouders
literatuur en boeken eerste expert gesprekken
Vóór de zomer planning klaar én theorie bronnen duidelijk.
1 onderzoeksplan in orde
2 planning maken
3 alle boeken gelezen, alle experts gesproken
4 veldonderzoek, heb ik alle afspraken gemaakt
5 gesprekken voeren, wat wil ik weten
Ik heb een reflectiebrief gemaakt met vragen over het werkstuk wat de kinderen hebben gemaakt tijdens de les beeldende vorming. De kinderen gaan met deze brief thuis mét hun werkstuk in gesprek met de ouders/verzorgers. Deze vullen de reflectiebrief in. De brief én het werkstuk gaat weer mee terug naar school. We bespreken dit in de volgende les. Doordat ik de kinderen mee heb genomen in het ontwerpproces van de reflectiebrieven heb ik ze mede eigenaar gemaakt.
B Dat is de sleutel naar het succes dat er zoveel brieven terug zijn gekomen, de kinderen zeggen: dit is van mij! Dus ik ga ervoor zorgen dat het terug komt. Ik heb eigenaarschap ontwikkeld met de kinderen.
Betrokken worden in het proces maakt dat je er mede eigenaar van wordt.
Eigenaarschap is erg belangrijk voor mensen, zeker voor deze kinderen die toch al vaak het gevoel hebben dat ze niet gezien of gehoord worden.
Wat neem ik hiervan mee
- Ik heb vele bronnen aangereikt gekregen. Het duizelt me zelfs een beetje. Ik ga stap voor stap me in de bronnen verdiepen en een planning maken.
- Ik heb nu grove data uit experimenten, dit ga ik analyseren. Wat kan ik hier uithalen: Heeft het kind begrip. Is het betrokken, kan hij er woorden aan geven, kun je het uitleggen, praat het kind met de ouders hierover?
- Hoog percentage betekent ook dat de investering die ik heb gedaan in eigenaarschap om het kind in gesprek te laten gaan met de ouder over een werkstuk ook de ouderbetrokkenheid heeft bevorderd. Ik faciliteer de ouder en het kind aan de hand van deze vragen om met elkaar een gesprek aan te gaan over wat er in de lessen beeldende vorming op school gebeurd.
- Ik ga me verdiepen in de deelvragen bij mijn onderzoeksvraag.
tips voor bronnen
Funds of knowledge: Amerikaanse bekijken=interessant (buitenlandse theorie)
For teachins connecting homes and classrooms.
funds of knowledge-praktijkboek
Artikelen wat de rol is van eigenaarschap van kinderen bij het leerproces
(onderwijstheorie)
Gardner thearie, kinderen die cognitief ingesteld of tactieler zijn ingesteld
Bron; project “wie ben jij” (Amsterdam)
Stichting (Saskia Boorsma) = expert
Bron: ervaringsgericht onderwijs
Bron Beschermjassen; Interculturele dialoog
De brug heb ik al gemaakt
Start is gemaakt, ik heb het gesprek gefaciliteerd en heb het kind daarbij geholpen om het gesprek vorm te geven
Talitha van de Stolpe 12 sept 2024
Zij heeft onderzoek gedaan in het speciaal onderwijs; het ontwikkelen van verbeelding bij kinderen met autisme en een ernstige ontwikkelingsachterstand d.m.v. dans. Geeft theaterlessen, begeleid verschillende master studenten. Gewerkt met vluchtelingen, taal achterstand; gericht op de taalontwikkeling. Heeft zelf methodiek ontwikkeld, ‘beweegtaal’.
Mooie onderzoeksvraag, wat wil je bereiken? Vraagt ze
In mijn lessen gaan kinderen ‘aan’, ze voelen zich gezien en gehoord.
Ook de interactie tussen hen wordt groter, in de klas moeten ze vaak de les volgen en ‘leren’ wat er van hen verlangt wordt, waar hun moeilijkheid en frustratie zit.
Wanneer ben jij tevreden vraagt ze, Wat moet het je opleveren, Wat moet er anders zijn of wat wil je gezien hebben?
Ik wil dat kinderen beter zich in hun lijf voelen en daardoor makkelijker omgaan met elkaar. Sociaal emotionele ontwikkeling versterken. Thuis vindt ik belangrijk omdat daar veel kennis zit, leren doe je niet alleen op school maar ook thuis
Wat ik hiervan meeneem
- Haar doorvragen over wat ik wil bereiken, wil weten, wil veranderen doet mij beseffen dat ik veel wil veranderen. Ze zei: “Ik wilde eerst ook wereldvrede met mijn onderzoek”.
Ik ga mijn deelvragen goed bekijken, wat ik wil bereiken.
- Dit gesprek heeft mij gestrekt in het doen van thuisbezoeken.
We hebben het over embodiment, het lichaam leert je, je leert niet
alleen met je hoofd.
- Ik ga labelen, onderverdelen, ze zei; “Je hebt een mooi onderwerp, je hebt goud, het is belangrijk, breng het onder in woorden of desnoods in kleuren, wat voor jou werkt”. Dit stimuleert mij om naast tekst ook beeldmateriaal te gebruiken. en eventueel audio.
- Alle tips van bronnen zijn belangrijk voor mijn visie over kunsteducatie, ik ga bekijken welke bronnen ik daadwerkelijk voor mijn onderzoek gebruik, welke zijn de belangrijkste.
Bronnen tips;
Barend van Heusden; cultuur in de spiegel; Heusden, B. van. (2010).
CMK is vanuit hier ontwikkeld. “Er moet eerst verbeelding zijn alvorens er goede taalontwikkeling kan plaatsvinden”.
Paolo freire; zijn filosofie draait om het idee dat onderwijs niet slechts een overdracht van kennis is van leraar naar leerling, maar een dynamisch en wederzijds proces van leren en ontdekken. Hij bekritiseerde de traditionele onderwijsmethoden die hij beschreef als “bankiersmodellen” van onderwijs.
Freire, P. (1970). Pedagogy of the oppressed. Herder and Herder.
Martin Buber; ik kan alleen maar bestaan omdat er een jij is, maar een jij kun je ook veranderen in een ding, manipuleren. Het kind ook een jij te laten zijn zonder dat het een ding wordt wat straks iets kan.
Buber, M. (1923). Ich und Du. Schocken Verlag.
Dorothea Timmers;
Gaat in om welbevinden tot stand te brengen
4 universele manieren; is het veilig genoeg, is mijn lichaam veilig, is mijn omgeving veilig, begrijp ik de context van wat er gebeurt
Timmers-Huigens, D. (1997). Ervaringsordening: Theorie en praktijk. Van Tricht Uitgeverij.
Dirk Monsma, die een boek schreef over de betekenis van kunstonderwijs voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften
Op zijn site staan vele verhalen, intervieuws van kunstdocenten, jong talent, experts en publikaties.
https://www.dirkmonsma.nl/site/page/item/1103
Monsma, D. (2017). Fluisterzacht en haarzuiver: De betekenis van kunstonderwijs voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften. Lemniscaat.
Maartje Engelsman 28 maart 2024
Ik wil met mijn onderzoek draagvlak in mijn werkomgeving creëren.
Waar wil je draagvlak voor? Vraagt ze.
Wat zou je bij een leerkracht willen bewerkstelligen?
Bij de reflectiebrieven zie ik dat mijn bevindingen (73%vd brieven terug) niet overeenkomt met de verwachting die een aantal collega’s hadden (“nou Clim, ik hoop dat je iets terug krijgt”)
M; Jij bent sterk in oordeelsvrij kijken wat er gebeurt. Je hebt geen verwachting of conclusie van tevoren
C; Ik hoop op iets. Als iets anders blijkt dan schakel ik bij
Ze zegt dat het mooi zou zijn wanneer ik dat oordeelvrij kijken over kan brengen naar de organisatie. Als kunsteducator, maar ook als Clim.
Leerkrachten kijken met hoge verwachtingen naar de kinderen. Die opdracht hebben ze ook.
M; “Draagvlak krijg je als iemand gaat denken: what’s in it for me”. Is het zinvol voor mij
Je moet betrokkenheid krijgen, dat doe je met de kinderen ook.
Hoe krijg ik mensen nieuwsgierig vraag ik me af. Hoe worden ze geotiveerd.
M; In ons schoolplan, staat dat wij ons verder willen ontwikkelen in cultuur sensitiviteit; oordeelsvrij kijken. Expressie, beeldende vorming zou een hele mooie manier zijn om in te zetten als je van onze kinderen iets meer de ‘achterkant’ wilt weten.
Wat ik hiervan meeneem
- Ik ben aangenaam verrast dat Maartje zo open staat voor mijn onderzoek. Dat in het beleidsplan van school culturele sensitiviteit verder ontwikkelt gaat worden.
- Ik bedenk op welk gebied de leerkracht altijd gemotiveerd is om over te praten, dat is over sociaal emotionele welbevinden. In mijn onderzoek zet ik ook het kind voorop.
- Ik ga lopend mijn onderzoek contact houden met de werkgroep culturele sensitiviteit. Waar kunnen we iets voor elkaar betekenen om straks te kijken hoe ik mijn onderzoek kan presenteren naar de organisatie van de school. Ik neem contact op met Najad Toub-Arssi van ‘Diversae’, zij coacht de werkgroep culturele sensitiviteit.
Dagmar Baars, 17 mei 2024
Dit gesprek om te sparren over mijn werkwijze.
Ik ben een verzamelaar van mijn eigen aantekeningen, soms zie ik door de bomen het bos niet meer. Op welke manier is het voor mij het handigst ordenen en verbanden leggen.
Ik stapel A4tjes en blaadjes. Meanderende bende aan briefjes vol ideeën. Ik zou graag een vorm, dat iets klaar is.
Wanneer ben je klaar vraagt ze. De stapel brieven kan ook ‘klaar’ zijn.
Groter en groter wordt het
Ik stapel de breedte in en de diepte
‘Een driedimensionaal labyrint’.
Ik vertel over het samenwerken met mijn zus, ook kunstenaar, samenwerkend zonder dat we weten wat het eindproduct gaat zijn.
D: Het proces wat je doet met je zus is hetzelfde wat hier voor ons ligt, wat je nu aan het doen bent. Stapelen, je ziet wel gewoon wat een stap gaat zijn. Er zit ergens een rode draad in, er gebeurt elke keer iets, maar er is een fundament, Dat ben ik nu ook aan het doen.
Wat ik hiervan meeneem
- Ik blijf dingen blijven doen en blijf verzamelen, wel kritisch verzamelen, ook durven weggooien. Soms resoneren de verzamelingen later pas.
- Ik zorg ervoor dat de vorm volgbaar is zodat de lezer weet waar het over gaat.
Wat ik hiervan meeneem
Concreet; verzamelen wat ik heb gedaan
Uitspraak van Dagmar, ‘own it’, ook als iets niet zo gaat zoals je wil.
Ik merk dat ik erg bezig ben met het einde van de master, hoe zal de vorm eruit zien, als houvast voor nu.
Op het moment dat ik een driedimensionaal labyrint in mijn verbeelding heb snap ik dat ik gewoon de weg moet volgen en vertrouwen hebben dat het labyrint ‘lopend’, naar binnen en naar buiten ook de verbindingen duidelijk worden.
Het helpt mij dat er ook dingen gebeuren binnen het onderzoek die niet zo gaan zoals ik bedacht had.
Daan Hermans, 18 sept 2024
Senior onderzoeker Kentalis academie
Wanneer ik uit ga leggen hoe ik de thuisbezoeken ga doen heeft Daan het meteen over culturele sensitiviteit, daar heeft mijn vraag mee te maken, ik vraag hem waar dat dan in zit.
Zit culturele sensitiviteit niet meer in mij, vraag ik mij af, hoe ik daar mee om ga als dat dat in mijn onderzoeksvraag zit.
D; Dat is een goeie
Belangrijkste is wat is het probleem. Wat is nou wat ik wil gaan oplossen door dit te gaan doen.
C Wat ik wil beïnvloeden is dat ik de thuiscultuur, welke deze ook is, de kennis van thuis samen met het gezin wil ophalen middels beeldend werken. Deze daarna terug naar school brengen.
Wat ik hoop is dat er iets gebeurt met het kind, doordat het zich gezien voelt thuis, dat het kind makkelijker over deze ervaring praat, dat ie intrinsiek gemotiveerd is om erover te vertellen. Dat het kind zelf in gesprek gaat met andere kinderen, dat er verhalen over thuis gedeeld gaan worden. Het kind krijgt met deze ervaring en het beeldend werk een grotere mogelijkheid om zich te uiten.
Zou mijn interventie/experiment een overbrugging kunnen zijn in een betere communicatie.
D Wat is dan het probleem waarom je de thuiscultuur van kinderen met een TOS naar school wil halen? Wat gaat er niet goed op school met het kind?
CKinderen vinden het vaak moeilijk om te praten over thuis wanneer ze op school zijn, funds of knowledge verdiept, kennisbronnen naar school halen, (kohnstaminstituut)
Wat is het probleem op school: ik zie dat het gesprek vanuit het kind benaderd wordt, wat speelt er en daar worden de lessen op gebaseerd.
Maar dan nog; is er ook ruimte voor meer verhalen vanuit de kinderen? Kunnen ze alles vertellen? er ligt hier een talige beperking.
D je gaat de thuiscultuur ophalen middels beeldend werken iets van het kind thuis haal je naar school, hoe de thuiscultuur dan ook is, daarmee probeer je een probleem op te lossen.
Mijn redenering zou zijn; er is op school te weinig aandacht voor de cultuur waar het kind vandaan komt.
Dan kun je ook nog zeggen ik ga niet alleen de thuiscultuur ophalen maar ga ook bij collega’s navragen of zij dat ook vinden
C Dan kan ik het breder trekken;
D oke er is te weinig aandacht voor de thuiscultuur van het kind maar waarom is dat een probleem. Waarom moet er op school meer aandacht komen voor de thuiscultuur van een kind. Helpt dat voor een kind om zich beter te ontwikkelen op school om zich beter te voelen, om beter relaties met anderen aan te gaan. Stel je voor het gaat mij vooral over hoe kinderen zich voelen het leren maakt me niet zoveel uit in deze; Dan is de volgende stap gaan zoeken naar literatuur over kinderen die vanuit een minderheid situatie of dat die zich minder goed voelen
Als het voor mij meer gaat over sociale relatie dan kijk je in de literatuur hoe zit dat met sociale relaties met kinderen in een andere cultuur. Als we op school cultureel sensitief gaan werken helpt dat dan om de kinderen beter met elkaar te communiceren
D waar zit voor jou de culturele sensitiviteit.
C Dit is voor mij het thema waarom ik het onderzoek ga doen, want als we allemaal uit dezelfde thuissituatie komen (culturele achtergrond) komen is er geen urgentie, dan had ik niet dit onderzoek gestart
D Culturele sensitiviteit betekend in feite dat je alleen maar dat je daar iets mee wil gaan doen. Het is de brede kapstok In studies over culturele sensitiviteit ga je iets vinden over het welbevinden, over sociale relaties
D je kunt niet alle problemen oplossen die dit met zich meebrengt, jij doet nu een klein onderdeeltje. Gaat het over Welbevinden, betrokkenheid of relatie dat ik dat een beetje kan gaan beïnvloeden
D zoekt in scolar
Ik zou denken als je cultureel sensitief gaat werken wat ll zich meer verbonden voelen dat je meer op het sociale domein en welbevinden de grootste impact krijgt
C Beeldende vorming is belangrijk tijdens het werken kun je makkelijk in gesprek gaan, het beeld geeft ook associaties
D maak opnames tijdens de lessen waar rijke communicatie, in tegenstelling maar dat is een ander onderzoek
D de onderzoeksvraag
Communicatie past volgend hem niet, kan eruit
Wat kan beeldende kunst maken betekenen in de verbinding naar school vanuit de thuiscultuur voor een kind met TOS
D vraagt wel om hem op de hoogte te houden van mijn voortgang, ook leuke dingen
Hij nodigt me uit om te mailen als ik nog wil sparren.
Hij vind dat Kentalis te weinig aandacht besteed aan thuiscultuur naar school brengen
Misschien interessant om je verhaal bij ons een keer te vertellen waar wij nog iets van kunnen leren.
Wat ik hiervan meeneem
- Fijn een gesprek met iemand die zo enthousiast is. Ik voel me gevleid dat hij me wil volgen en misschien uit wil nodigen om mijn onderzoek te komen vertellen.
- Ik ga bij de leerkrachten navragen wat zij van de thuissituatie weten, vinden zij dit een probleem?
- Ik ga mijn deelvragen bij de onderzoeksvraag helder formuleren om er achter te komen wat ik precies wil bereiken.
- Ik ontleed ‘het probleem’ kijk wat ik ervan vind en maak het steeds specifieker.
- Ik vul de Intercultural Development Inventory (IDI) in om te kijken hoe het zit met mijn eigen culturele sensitiviteit.
Ben Hekkema 2 juni 2024
Ben hamert op het plannen van mijn acties
Aktie vóór de zomervakantie experts gesprekken
Waar ben ik nieuwsgierig naar, is de onderzoeksvraag oké.
Aanboren van de kennisbronnen die de kinderen meenemen van thuis de klas in ( funds of knowledge)
Inschakelen van ouders als betrokken educatie partners, ouderbetrokkenheid.
Ik ben me bewuster van wie ik ben als kunsteducator
Ik ben meer in gesprek gegaan met de leerlingen in mijn lessen, hierdoor zijn ze meer open in het vertellen over thuis.
Ik vertel over mijn experiment bezoek in mijn atelier;
B Dit is levensechte leren, ergens komen met kinderen waar ze een échte kunstenaar ontmoeten, iets uit het échte leven. Buiten de afspraken en regels van de school.
Je komt in een heel andere cultuur als de regels en afspraken in de klas. Dit maakt veel indruk, niet alleen op kinderen maar ook op andere mensen.
Immersieve ervan maakt veel indruk, het is logisch dat kinderen dat willen delen met ouders als ze thuiskomen, zonder dat ze daar misschien de juiste woorden voor kunnen vinden.
Ik geef de ruimte om vragen te stellen, ouders kunnen vragen stellen, met de leerkracht delen, weer antwoorden geven
Bron; ‘wie ben jij’ filmen thuis, kind een camera meegeven, op school begonnen en thuis verder , op school afgemaakt.
Achter de deur komen, thuisbezoeken geven veel inzicht.
Mooie manier om verbinding te krijgen. Zeker als ik beeldend ga werken met ze.
Wat ik hiervan meeneem:
- Vóór de zomervakantie mijn expert gesprekken hebben lukt niet, de meeste kunnen pas na augustus. Ik plan deze in.
- Ik plan gesprek met mijn teamleider Maartje; sparring voor tips, inzichten, boeken, artikelen.
- Wanneer ik boeken en artikelen lees altijd bedenken; wat is de gedachtenlijn, welke conclusies worden hier getrokken, hoe verhoud ik me hiertoe, ben ik het er mee eens, ik onderschrijft waar ik in mijn betoog naar toe wil, of ben ik het er mee oneens en heb ik daar argumenten voor.
- Ik noem de acties in mijn onderzoek geen interventies maar experimenten.
Critical friend Jot aug 2024
We bekijken de eerste film die ik maak van het gesprek van Lyra die het thuisbezoek aan haar klasgenoten uitlegt.
We hebben het over waar ik nu eigenlijk nieuwsgierig naar ben. Misschien weet ik dat nog niet precies. Ik laat me sturen door het verdere onderzoek.
Ik besluit om mijn eindproduct; de expositie, niet als groot einddoel te behouden, hierdoor kan ik met een meer open houding me beter focussen op wat er tijjdens het verloop van het onderzoek gebeurt.
We hebben het over welke kinderen ik ga uitnodigen. Zou dat deze hele klas kunnen zijn? Zou er dan iets veranderen in de hun kracht van iets vertellen over thuis? Of zou het iets doen met de relatie onderling van de kinderen binnen de klas? Dan ga ik niet meer bij verschillende klassen naar kinderen maar doe thuisbezoeken binnen één klas.
Wat ik hiervan meeneem
- Ik ben enigszins in de war gebracht, mijn plan om uit verschillende klassen één kind uit te zoeken zou nu veranderen, ik ga bekijken wat mogelijk is en wat ik dan wil, in verband met mijn onderzoek.
- Ik ga op school bekijken wat wel en niet mogelijk is wat betreft kinderen uitnodigen voor thuisbezoek.
Anke Zijlstra 5 sept 2024
Ik vraag haar hoe de contacten zijn ontstaan in haar onderzoek.
Toevallig ontstaan in de interventies die zij heeft gedaan in de openbare ruimte. Maar ook door samen met de woningbouw vereniging op bezoek te gaan met de mensen. Zij is deur aan deur gegaan om te vertellen wat ze deed, en of men een gesprek aan wilde gaan. Heel persoonlijk. Van mens tot mens. Aangesproken, en vragen of ze mensen kende die geïnteresseerd waren. Het was geen lobbyen, wel met de wethouder van de stad vond ik het lobbyen zei ze.
C Dat is ook mijn manier, ik heb op een ouder-kind avond in mijn lokaal kinderen en hun ouders aangesproken of ze mee wilde werken. De meeste waren erg enthousiast. Ik spreek de ouders aan van mens tot mens.
A; ik kreeg adviezen om via flyers of vragen lijsten te werken dit werkt vaak niet. Mensen voelen zich niet aangesproken. Terwijl als je ze gewoon aan spreekt zoals het werk woord het zegt, dat voelen ze zich wel aangesproken. Iedereen hunkert naar menselijk contact”. Het kan soms heel simpel zijn, gewoon aanspreken.
C; Ik vertel over de werkgroep culturele sensitiviteit, zij deden een vragen lijst uit om te kijken waar de behoeften van ouders zijn binnen de school. Er kwam 9% van de vragenlijsten terug. Erg weinig, met de uitkomst van deze vragenlijst kon men dus niets doen.
De vragenlijst was talig opgezet. Je geeft een talige vragenlijst mee aan mensen die misschien niet goed ter taal zijn. Anke en ik zijn het eens dat we verleerd zijn om elkaar gewoon aan te spreken.
Ik kreeg bij mijn eigen reflectie-vragenlijst van ouders die ik uitdeed 74 % terug! ik heb de kinderen mede eigenaar gemaakt van het formulier, zij waren betrokken.
A; Wat je ook niet uit je onderzoek kan houden is de gevoeligheid dat jullie 80% kinderen hebben met een migratie achtergrond, hoe kan dit? Is dat echt een TOS, klopt dit helemaal.
C; Indicatie commissie, elk kind gaat hier doorheen. Kleutergroepen zijn groot, zodat er veel aan de taalontwikkeling gewerkt kan worden zodat wanneer het kan ze doorstromen naar het regulier onderwijs.
Sinds dat ik deze master doe, ben ik me vaker bewust dat ik nadenk hoe zit het met mijn eigen culturele sensitiviteit. Ik merk dat ik tijdens de lessen meer in gesprek ga met de kinderen over thuis, taal of wat ze meegemaakt hebben. In elk klasje die ik voor me heb zitten vaak maar weinig kinderen van Nederlandse afkomst. Wanneer ik het gesprek aanga over hun culturele achtergrond, zie ik kinderen opleven, wakker worden, de kinderen voelen zich gezien doordat ze iets van thuis mogen vertellen. Thuis doet ertoe op dat moment.
C Ik ben mijn startvraag aan het bekijken; hoe kan ik mijn onderzoeksvraag uit elkaar pluizen/spitten om elk onderdeel goed te bevragen. Hoe kan kunst maken een rol spelen in het tot stand brengen van de verbinding tussen school en thuis situatie (cultuur?)
- Welke rol vind ik belangrijk, wat bedoel ik daarmee?
- Verbinding, wat bedoel ik daar dan mee?
- Is de taxirit de verbinding?
- Is het thuis gezien worden de verbinding?
- Ik ben gezien op school; is dat dan de verbinding?
- of ben ik het, de persoon die beeldend aan de slag gaat met de kinderen,
Wat ik hiervan meeneem
- Ik denk na over de taxirit; wat zou ik daar mee kunnen doen: en wat zou de meerwaarde dan zijn.
- Ik koop bakken om al mijn artikelen, schrijfsels, tekeningetjes in te ordenen
alles wat nu op de grond ligt op een post it, ik maak een soort cartografie
- Mijn eigen rol als kunsteducator onderzoek ik verder.
- Het van mens tot mens iemand aanspreken trekt mij in het verhaal van Anke.
- Ik laat kinderen foto’s maken onderweg in de taxi
- ik ben me bewust dat Funds of knowledge een belangrijkste bron is.
Moll, L. C., Amanti, C., Neff, D., & González, N. (1992). Funds of knowledge for teaching: Using a qualitative approach to connect homes and classrooms. Theory into Practice, 31(2), 132-141.
Jan Schoolmeester Mirjam van Tilburg, 14 juni 2024
feedback essay
Je schrijft vanuit je praktijkervaringen. Je begrijpt waar de bronnen over gaan juist om die belichaamde ervaringen.
Iets meer expliciteren, beschrijven, uitwerken wat zeiden lln hoe zag de ll eruit waar waren we, waar keken we naar, de sfeer enz neem ons als een roman in je verhaal mee.
Jouw rol in de situatie is niet te onderschatten.
Bronnen eigen maken, wanneer en hoe bronnen beschrijven.
Je bent een sterke pedagoog dus ik geloof je wel.
Structuur is duidelijk maar wat gefragmenteerd, praktijkervaringen waren een beetje losse stukjes in de tekst. Wel duidelijk begin en einde
Bronnen; blijf in de geest van de auteur
Veel genot gelezen over praktijkervaringen.
Omdat we je kennen vinden we het duidelijk en goed, heel fijn op de praktijk gericht. Verschillende facetten meer aan elkaar verbinden.
Wat ik hiervan meeneem
- Ik onderzoek de rol van mezelf in mijn onderzoek
- Ik lees het boek van Geert Kelchtermans, ‘leraar zijn leraar worden’. Kelchtermans, G. (2023). Leraar zijn leraar worden. Pelckmans Uitgevers nv.
- Ik denk vaak dat ik wel weet hoe ik lesgeef. Elke keer verras ik mezelf dat de context van mijn lesgeven en de kinderen mij weer nieuwe dingen leren. Elk moment van lesgeven is voor mij gebaseerd op een goede voorbereiding waar ik echter altijd open sta voor wat de leerling en de omgeving mij voor nieuws brengt. Leraar zijn is dus altijd ook leraar worden, dit blijft een proces in wording, steeds reflecterend op wat ik zie, doe, ervaar. Om hierna vanuit een nieuwe invalshoek me te laten inspireren om mijn lessen te bekijken. De kinderen, team collega’s, de context beïnvloed mij en ik hen.
Dagmar 17 juni 2024
Het duizelt mij, ik heb nog veel woorden nodig om duidelijk te maken wat ik bedoel.
D; “Wie ben je nou precies als kunsteducator, kun je t in in 3 seconden zeggen”
Tip maak de stapels ruimtelijk.
Wat neem ik hiervan mee
- Steekwoorden helpen om voor mezelf duidelijkheid te krijgen.
- Ik worstel met woorden en zinnen om de essentie op papier te krijgen. Ik wil dat het mijn woorden zijn en geen ‘academische wolk’.
- Ik ga met veel mensen in gesprek om vaker mijn eigen verhaal te horen.
- Mijn handelen is wie ik nu ben als student, als educator, als kunstenaar, als Clim, als mens Dat is mijn authenticiteit.
- Mijn rol is duidelijk in mijn praktijkvoorbeelden.
- Ik ga mezelf ‘bewegen’ door mijn aantekeningen boeken ideeën. Hierdoor wordt het ruimtelijk.
- Ik mag mijn nieuwsgierigheden en mijn twijfels laten zien.
- Ik laat mijn proces in stappen en vervolgstappen zien.
- De woorden van Dagmar neem ik mee; “Ik heb schijt aan de opleiding, t zal wel die beoordeling, ik weet wat ik aan het doen ben, ik heb wat in te brengen”
Critical friend Jot 2 sept 2024
We praten over een artikel uit de correspondent wat we in een gesprek ‘s avonds in de context van mijn onderzoek zetten.
Artikel over de biënnale, Congo kunstenaarscollectief;
- Hofstede, B. (2022, 15 juni). Belangrijk hoor, geëngageerde kunst. Maar schiet de wereld er ook iets mee op? De Correspondent.
“kunst is niet alleen voor de mooi, kunst is een instrument, kunst is essentieel”.
We bespreken wat kunst is voor deze kinderen binnen mijn onderzoek, wat ik ze breng, ik geef ze met het beeldend werken een instrument om in hun eigen kracht te komen, dat ze iets kunnen ontdekken, ik geef ze een instrument om in gesprek te gaan met de wereld.
(Biesta, G. (2021). Door kunst onderwezen willen worden. ArtEZ Academia)
Job Balk, 30 nov 2024
Hij is verbonden aan Centrum voor kunsteducatie als coördinator en is op meerdere vlakken werkzaam voor onderwijs en kunst.
We hebben het in ons gesprek ook over mijn manier van lesgeven, ik vertel over mijn praktijkonderzoek.
J; “In je lesgeven zet je kunst in om de ontwikkeling van het kind te stimuleren. Het gaat over hoe beeldende kunst bij kan dragen aan de ontwikkeling van het kind.
Ik zie overeenkomsten met je onderzoek en je manier van lesgeven, alsof je met je onderzoek een verbreding maakt van het lesgeven binnen de muren van de school naar buiten deze muren”.
Het gaat mij om het kind, tijdens mijn lessen én nu in mijn onderzoek.
Op welke manier kan beeldende kunst hierin een bijdrage leveren buiten de school. Ik vertel eerst het experiment, vragenlijst van kind.
Ik was nieuwsgierig of er ouderbetrokkenheid was voor het beeldend werk die kinderen mee naar huis nemen. 75% kwam terug dus ik had ouderbetrokkenheid.
J; Ik kijk naar de structuur. Ik vraag me af of de structuur en je onderzoeksvraag op een lijn zitten. Wat je vertelde, dat vind ik nog mooier gaat over de ontwikkeling van kinderen. Je hebt het over taal en op welke manier een kind het voor de klas kan vertellen.
Eigenlijk speelt de beeldende kunst een rol in het leren van een kind op een ander gebied, je zet beeldende kunst in om andere dingen te leren, over taal over eigen ontwikkeling
J; Onderzoeksvraag en doel met elkaar in verbinding brengen
Wat wil je met het onderzoek bereiken.
Als ik jou zo hoor, jouw intentie gaat veel meer uit naar hoe je de beeldende lessen kunt inzetten voor een onderdeel van de ontwikkeling van het kind
Ik had eerst een idee wat ik wilde onderzoeken maar kom er nu achter om dat deze niet geheel klopt want waar het echt om gaat is:
Wat kan beeldende kunst maken bijdragen aan specifiek de ontwikkeling van het kind
Dit specificeren. Naar welke ontwikkeling dan?
J: Hoe zit het qua structuur in elkaar
Klopt het wat je zegt, wat is het doel en wat is je onderzoeksvraag en wat zeg je eigenlijk wat je doet. Structuur is een lijn. Doelen geven richting. Wat wil ik eigenlijk bereiken. Waar ligt mijn interesse, waar wil je achter komen?
Structuur kan je helpen
Wat wil ik nou bereiken met dit onderzoek
J; Ik vind het een mooi onderzoek. Het kan het belang van beeldend onderwijs ondersteunen.
Wat ik hier van meeneem:
- Dit gesprek heeft mij extra bewust gemaakt dat wat ik doe in de lessen als pedagoog ik dit ook inzet buiten de school in samenwerking met het gezin.
- Mijn doel (wens) is om deze (mijn) manier van werken breder in het werkveld te zetten.
Ik denk dan aan lezingen, focusgroepen in het werkveld.
Dit vraagt om expliciet te beschrijven wat ik doe tijdens het lesgeven en wat de voorwaarden zijn om het zo te doen ( aan visie kunsteducatie toegevoegd)
- Ik ben me bewust dat ik praktijkgericht onderzoek doe, de praktijk stuurt mij in een bepaalde richting.
- Ik ben al weken aan het stoeien en in gesprek aan het gaan met verschillende mensen om mijn onderzoeksvraag helder te krijgen, iets wringt er.
Nu kan ik er meer mijn vinger erop leggen, ik hoor mezelf zeggen; ”het gaat om het kind” de ontwikkeling van het kind, en daar betrek ik de ouders in.
- Ik ben me bewust dat ouders betrekken meer een ‘bijvangst’ is, is niet mijn hoofddoel.
- Door mijn onderzoek af te bakenen kan ik ook beschrijven wat ik nu niet ga doen.
Dagmar, 3 juli 2024
Ik krijg een fijne pep-talk na het niet behalen van mijn assessment. Dagmar benoemd uit de feedback wat ik wél goed heb gedaan.
Ze zegt; “Je loopt net wat anders als de master van je vraagt”.
Wat ik hiervan meeneem
- Al pratend kom ik er achter dat ik in ieder geval door wil met de opleiding, ik geniet teveel van het doen van deze master en het doen van research voor mijn onderzoek.
Sanne de Graaf 25 sept 2024
Leerkracht groep 7 basisschool Admiraal de Ruijter school
Implementatie van Funds of knowledge binnen hun school
Ik heb Sanne ontmoet via Marianne Boogaarts van het Kohnstam instituut, hebben meegedaan aan het onderzoek (Monique Volman) over de werking van Funds of Knowledge.
Ze vertelt over de 'laten zien en vertel’ weken, elke middag tijdens 4 weken hier tijd voor te maken en dit in de plaats van de 'da vinci zaakvakmethode' te plaatsen. Zo kost het de leerkrachten niet meer tijd. Het is dan de bedoeling dat je een of twee activiteiten met je groep uitvoert. Ze kiezen activiteiten uit het ‘Funds-werkboek’
Kinderen zijn enthousiast, ouderbetrokkenheid is toegenomen.
Ze zijn hier nu 5 jaar mee bezig en 2 jaar in het rooster.
Wat hen opvalt dat de leerlingen erg graag over thuis vertellen en daar de ruimte voor krijgen. Elke middag staat het op het programma. Leerlingen krijgen hierdoor ook de gelegenheid om meer van elkaar te weten te komen; hobby’s bijzondere verzamelingen, de spullen in huis, interviews die afgenomen worden in het gezin.
Wanneer de leerlingen de opdracht hebben om thuis te filmen en dit op school te tonen, krijgt de leerkracht bovendien een inkijkje in de sfeer die er thuis is. De thuisbezoeken zijn immers al jaren geleden afgeschaft. Het vangt niet de huisbezoeken op maar wanneer je kinderen laat filmen thuis krijg je ook wat van de sfeer mee. Bij huisbezoek ga je alleen daarheen, nu kun je delen met alle kinderen, dat is een meerwaarde.
S; De sessies die je nu doet in het gezin kun je die in groepjes in de klas doen? En dan de ouders bij de laatste sessie betrekken.
Doorwerken van een werk, wat doet dit met een werkstuk.
Het eerste gezin begint, en de volgende maakt het werk verder af?
Elk kind maakt een hoofdstuk of maakt het volgende deel van de film.
Wat ik hiervan meeneem.
- Ze confronteerde mij met de vraag hoe mijn onderzoek met de thuisbezoeken uitgevoerd zou kunnen worden door leerkrachten.
- Fijn om met haar te brainstormen hierover, wat zou wel en niet mogelijk zijn.
- We zijn het eens dat wat er thuis gebeurt een doorwerking moet krijgen in de school, vormen bedenken waar kinderen samen hieraan werken.
Gesprek herkansing assessment 3 23 aug 2024
Ben Hekkema, Vicky Remein, Sophie de Ruijter
B; Heel ander verhaal en portfolio dan vóór de vakantie en ook weer niet.
Het intrinsieke was er toen ook al, alleen ben je nu veel meer in staat om daar woorden aan te geven, explicieter te maken, verbanden te leggen.
Je bent, dat schrijf je ook, letterlijk naar buiten aan het treden en de professionele wereld aan het opzoeken. Daar krijg jij energie van, dat kunnen we ook zien hoe je het er over hebt. We wensen je echt toe dat ik dit het komende jaar veel meer gaat doen. Het gaat je richting geven, het gaat je kaders geven, het gaat je vocabulaire bieden.
Mensen gaan je helpen meer te verwoorden, je gaat boeken erover lezen, we zien het gebeuren. Enorme stappen gemaakt echt bewonderenswaardig wat je de afgelopen 5 weken in de zomer hebt gedaan. Ook nog vakantie genomen, blijkbaar heeft dit elkaar beïnvloed.
B Je duikt niet meer onvoorbereid ergens in maar je bent je bewust over waarom doe ik dit eigenlijk, met welk doel doe ik dit en wat wil ik eruit halen en vervolgens ook hoe kijk ik er op terug, hoe analiseer ik het en hoe is het bruikbaar. Dit is de onderzoekshouding.
Intrigerend is (met de reflectiefomulieren) dat je wél het heel goede doet.
Ik kijk uit naar de rest van je onderzoek. Chappeau
Nu begint het pas: het gaat pezen worden. Hou het klein, hou het dichtbij.
Wil het niet te goed doen voor de competenties, blijf je eigen ding doen.
Wat ik hiervan meeneem
- Ik krijg van de feedback een enorme boost. Het enthousiasme wat ik in de zomervakantie had en de flow waar ik in zat, kan ik nu meenemen in mijn verdere proces.
- Ik leg contact met de Admiraal de Ruiter school, omdat zij mee hebben gedaan met het onderzoek van het Kohnstaminstituut; ‘werken met verborgen kennisbronnen’.
- Moll, L. C., Amanti, C., Neff, D., & González, N. (1992). Funds of knowledge for teaching: Using a qualitative approach to connect homes and classrooms. Theory into Practice, 31(2), 132-141.
Jos van Hest, 30 dec 2024
Bestuur museum Os, terug geven aan de maatschappij wat ik heb geleerd
Studenten master zijn het allerleukst, daar zit de innovatie. Jos is examinator geweest bij Fontys
Ik vertel waar ik ‘sta’. Speciaal basisonderwijs met TOS. Beeldende vorming in Eindhoven.
We sparren over mijn onderzoek, vertel mijn onderzoeksvraag.
Het gesprek startte met zijn opmerking :
“je hebt een grote onderzoeksvraag en complex”
Mijn uitleg verder;
Ik ga thuisbezoeken doen, kies ongeveer 6 kinderen uit– op school voorbereiden, het kind pakt de spullen die het nodig heeft om thuis te werken, ik stimuleer en probeer me er niet mee te bemoeien
“Wanneer bemoei je er wel mee”, vraagt hij
Ik bemoei me ermee wanneer het kind misschien iets vergeet, dus dan reik ik ideeën van materialen aan.
“Wat ben je een goede docent”, zegt hij, "dat hoor ik aan een aantal uitgangspunten; Je start altijd bij het kind
Je wil contact met de ouders
Participerende kinderen
Er zijn er veel die dat niet doen”.
C; Ik vertrouw erop dat het kind weet wat we gaan doen.
Ik maak de afspraak thuis wanneer de broertjes of zusjes aanwezig zijn.
Van de ouders weet ik het niet wie er aanwezig is. Ik nodig ze uit om mee te doen als we begonnen zijn, op het ‘juiste’ moment (zoals Joke Hermsen het benoemd in haar boek Kairos)
Hermsen, J. (2014). Kairos: Een nieuwe bevlogenheid. Amsterdam,
Arbeiderspers.
J; Knap hoe jij organiseert
Je laat het kind in the lead zijn en wat daaronder ligt dat je vertrouwen hebt. “Veel leerkrachten hebben geen vertrouwen dat de kinderen het kunnen”
Hij wees mij erop dat wat ik goed doe is de ouders/gezin betrekken.
Wat je zo goed doet is modern in jeugd therapie. Kinderen worden steeds minder individueel behandeld maar samen met hun ouders. De gezinsstructuur is belangrijk
Multi dimensional familie therapie noemt hij
Voorheen stuurden ze het kind naar de therapeut, maar kwam deze terug in dezelfde situatie dan viel hetzelfde gedrag weer terug.
Jij gaat werken in dat gezin, hierdoor zie je wat daar gebeurt, en zie je wel of geen samenwerking, hou ze zich verhouden tot elkaar, waardoor je dat kind veel beter begrijpt.
Ik ben op zoek naar hoe dat op school verder kan gaan, waar kan ik de verbinding maken. Het kind kiest of het wil vertellen aan de klas of aan enkele kinderen en daar zet ik een filmcamera op. Ik neem afstand en laat het kind vertellen en in gesprek gaan met de andere kinderen. Vervolgens bespreek ik dit met de logopedist die het kind in meerdere situaties ziet.
Ik kies hiervoor omdat de logo erg gericht bezig is met de ontwikkeling van het kind,
Het opvallende is dat de logopediste een ‘ander’ kind ziet. Waar ik op hoop, is dat het kind omdat het deze ervaring heeft gehad, er een makkelijkere communicatie is, dat er een groter gevoel van zekerheid bij het kind te zien is. Er is op de beelden verandering te zien
J; "Waar je ze mee helpt met beeldende vorming: Deze kinderen zijn niet talig. Het aanleren van taal of rekenen zijn vaak lineaire processen die buiten je om gaan, de docent weet hoe je dit moet leren, eerst het een dan het ander. In een beeldend proces is het kind in the lead, daar kan een kind iteratief werken"
Tegenovergestelde van lineair - iteratief
Het zijn beslissingen die het kind steeds maakt, zo kun je het kind complimenteren, dit doe jij, “dit heb jij gemaakt/gedaan”
Dit is essentieel als onderdeel van het beeldend vak.
C Ik vertel over funds of knowledge van Luis Moll
J “Ik vind het een heel mooi onderzoek dat past bij mijn pedagogische opvattingen
Ik voel wat je bedoelt, heb bijna zin om mee te doen”
Wanneer het kind in the lead is wanneer we beeldend werken in het gezin en als dit werk wat terug komt op school, levert dat iets op in de zelfzekerheid
De lijn opzetten en hypothesen formuleren mag met lef. Als ik dit doe dan verwacht ik dat er dat uit komt voor die kinderen. Als ik het kind in ‘the lead’ laat zijn dan levert dat iets op in het zelfvertrouwen en de zelfzekerheid! De relatie met de andere kinderen op school verbeterd!
Mijn betrokkenheid, is het afhankelijk van mij Het is afhankelijk van wat jij doet.
Zou mooi zijn om je collega’s te laten zien wat jij doet.
J het was een fijn gesprek, van het begin tot nu,
Als je nog iets wil mail me, zegt hij
je bent een betrokken goede docent
We sluiten af met zijn woorden:
“Je bent een enthousiaste fantastische docent, maar je moet wel een koers uitzetten in je onderzoek”
Wat ik hiervan meeneem
Het was een warm fijn gesprek.
- Mijn onderzoeksvraag ga ik herbezien, is deze te complex?.
- Ik ga voor mezelf formuleren, welke uitkomsten ik wil, in welke richting mijn conclusies gaan. Mijn hypotheses beschrijven. Met lef, ik wil dat het iets oplevert.
- Ik ga de positie van mezelf van het thuiswerk erin betrekken
Het zou kunnen door ouders te betrekken bij de activiteiten van kinderen dat die kinderen gemotiveerder raken.
Ik houd mijn onderzoekslijn goed in de gaten, er zijn immers veel verleidingen om af te slaan
Jos spreek uit; “Knap hoe jij organiseert, je laat het kind in ‘the lead’ zijn en wat daaronder ligt dat je vertrouwen hebt”.
“Veel leerkrachten hebben geen vertrouwen dat de kinderen het kunnen”
- Dit geeft mijzelf het vertrouwen dat ik mijn visie op lesgeven ook in mijn onderzoek meeneem.
- Ik ga opzoeken: Multi dimensional familie therapie (gezin betrekken)
- Ik zoek op; iteratief werken; Waar je ze mee helpt met beeldende vorming:
Anke, 4 okt 2024
We spraken meteen over mijn gestoei op research catalogue.
Vanaf nu spreek ik met medestudenten Elke en Paola elke vrijdagochtend; waar lopen we tegen aan. Peer-gesprekken.
We hebben het over al die geschenkjes die de kinderen ons geven
A; “Het wonder dat plaatsvind mag echt wel getoond worden, ontroert wordt door wat er plaatsvind”.
Mooie afsluiting van ons gesprek;
Als kunstenaar aanwezig blijven in het basis onderwijs is een urgentie
A: “Vlaanderen zegt men de noodzaak, het is no-dig, er is vraag naar”
En in mijn geval, de kinderen die ernaar vragen kunnen het niet zelf verwoorden.
“hoe mooi is dat, ik help hen in hun nood”
Wat ik hiervan meeneem
- Ik wil dat mijn onderzoeksregistratie er duidelijk en overzichtelijk uitziet. Ik wil de sfeer van mijn onderzoek laten zien.
- Filmbeelden mag ik niet laten zien, wel audio en beeldmateriaal, dit zal de sfeer duidelijker maken.
- Op school het gesprekje aangaan mét het werk van thuis erbij. Kind laten vertellen wat ze ervan vond en wat we gedaan hebben.
- Expositie binnen school en ouders uitnodigen, wil ik wel. Ik laat het verloop van mijn onderzoek bepalen of ik dat wel of niet ga doen met de kinderen.
- Ik weet dat ik iets belangrijks aan het doen ben (in het begin van het onderzoek had ik dat nog niet). Voor de kinderen doe ik iets belangrijks. Ik wil het graag de wereld in brengen.
Critical friend Jot 15 jan 2025
We hebben het over hoe nu verder nu ik alle data heb.
Ze vraag me wat het belang is van het thuisbezoek.
Ik zie een groot belang dat t kind zich open stelt en thuis vertelt en laat zien wat daar speelt.
Je kunt uitgaan van de identiteit van het kind op school, in een groep, dat dit anders is dan thuis. Heb ik een andere indruk van het kind als ik het zie in de thuissituatie?
Het eerste wat het kind thuis doet is de schoenen uitschoppen en het huis in rennen. Dit doen ze op school niet.
Bij de thuisbezoeken is iedereen die aanwezig is participant, ook als ze niet letterlijk meewerken, alleen erbij zitten, zijn ze toch betrokken.
Ze zijn wanneer ze aanwezig zijn altijd participant.
Gáát het wel om deze kinderen met TOS?
Of geldt dit voor alle kinderen?
Wat ik hiervan meeneem
- Een kind is op school veel voorzichtiger, terug getrokken.
- Thuis, zijn ze meer spontaan, schoenen uitschoppen, rondrennen, spontaan zijn.
- Dit ga ik beschrijven
- Ik zie het belang voor álle kinderen om op thuisbezoek te gaan, ik beperk me in mijn onderzoek, nou net deze doelgroep heeft heel veel baat met handelend, ervaring opdoen, en door middel daarvan te praten.
- Ik ben me bewust dat alles wat ik heb gedaan in de thuisbezoeken data kan zijn. Observaties, audio opnamen, foto’s, beeldend werk, mijn rol als educator, hoe het gezin samenwerkt en wat we precies doen, voorbereiding enz.
Ik ga uitzoeken welke data voor mij belangrijk zijn, wat ik daaruit kan bewijzen dat ik mijn onderzoeksvraag en deelvragen kan beantwoorden.
Ook beschrijven waarom iedereen die aanwezig is participant is.
Anne Veinberg, 15 maart 2025
Performing, music, research
Mijn vraag; na kort vertellen van het verloop van mijn onderzoek, en nu? Hoe ga ik mijn onderzoek ‘de wereld’ in brengen.
Zij moet meteen denken aan Oliver Sacks, boek Musicofilia (2024), over de werking van muziek in het brein. Zij herkent in mijn onderzoek dat ik de kinderen aanspreek op een andere manier. We hebben het over het belang van kunsteducatie hierin wat zeker al moet beginnen in het basisonderwijs. We zien beiden het grote belang dat elk kind gezien wordt, op een breder vlak als alleen talige vakken.
We hebben het over dat ik mijn onderzoek op een andere school zou kunnen uitvoeren, echter is er dan een groot verschil dat de kinderen mij niet kennen, ze vraagt zich af is er dan genoeg veiligheid voor het kind. Of ik zou met een presentatie naar andere scholen kunnen gaan.
Ik kan een presentatie op conferenties geven, artikels schrijven, blogs.
Ze sluit af met de woorden dat ze benieuwd is om een artikel van me te lezen.
Wat ik hiervan meeneem
Ik ga mijn presentatie voor het eind van de master voorbereiden met in mijn achterhoofd dat ik een aangepaste versie ook aan andere instanties of conferenties kan presenteren.
Ik ben niet zo’n heel goede schrijver, maar dit heeft mij wel wakker gemaakt om het te gaan proberen/doen.
Peer feedback Annemarie Slegers nov 2024
naar aanleiding van miniresidentie in Skopje
Wat mij bij is gebleven uit jouw verhaal is dat jij met jouw onderzoek zo mooi de verbinding tussen de buitenschoolse leefwereld en de binnen schoolse leefwereld aan het maken bent. Hier zet jij echt het kind centraal door het kind steeds mee te nemen in wat je gaat doen. Je geeft het kind op een geheel eigen wijze autonomie, passend bij de leeftijdsfase. Door het kind de ruimte te geven om te kiezen en ook de gezinsleden de vrijheid geeft om wel of niet mee te doen met de artistieke interventie leg je de regie bij hen. Dit voelt voor mij als luisteraar van jouw proces als een organische benadering, waarin jij instinctief aanvoelt wat nodig is. Je bent duidelijk een observator. Maar ook weet je de ander (leerling en eventueel gezinslid) te prikkelen door uitnodigend te zijn en de aandacht t richten op iets wat jou opvalt. Door de thuisinterventies weer mee terug naar school te nemen maak je weer een duidelijke verbinding met school. Mij schiet een artikel over Thuiskunst of Schoolkunst reactie door Robert Klatser op 'De thuiskunst van scholieren' door Folkert Haanstra te binnen, wellicht is dit iets voor jou om te lezen. Ik ben erg nieuwsgierig hoe jij jezelf positioneert en waar jij nog meer van betekenis kunt zijn (maatschappelijke betrokkenheid) met jouw onderzoek en jij als kunsteducator.
Kijk ook nog eens goed naar wat jou op is gevallen in Skopje, welke overlap heb jij ervaren ten opzichte van jou handelen in jouw thuispraktijk, of juist helemaal niet. Hoe was jij in jouw rol daar aanwezig en zie jij dat terug in jou werkpraktijk hier. Waar in Skopje deed je appel op je kunstenaarshart wat jij naar mijn idee echt als essentieel vertrekpunt in jouw handelen in verbinding met kinderen (groter gezegd: mensen) uitdraagt.
In jouw rol zie ik jou als verbinder tussen thuiscultuur, schoolcultuur en het kunst maken als opener van autonomie en regie bij een kind. Je empowered de kinderen in wie zij zijn en doet appel op kindertrots vanuit een inlevende betrokken houding. Mensen als jij zijn zeldzaam Clim en meer dan nodig om in deze verharde maatschappij verzachting en verbinding in beweging te brengen.
Aandachtig zijn en Verwondering resoneert bij mij als ik jouw verhaal hoor.
Floor de Hoogh, 18 febr 2025
directeur school de Driezwing, Breda. Zij hebben de transformatieve school geïmplementeerd.
Mijn vraag was op welke manier hebben zij dit hebben aangepakt en uitgevoerd.
Ze zijn hier al 2 jaar mee bezig. Ze hebben aan de hand van een hulpvraag deze 'verbetercultuur' toepasbaar gemaakt. Ze vertelt dat dit niet snel uit te leggen is en dat er al 5 meer scholen geïnteresseerd zijn in dit verhaal. Ze wil deze scholen gezamelijk bij elkaar brengen om haar verhaal goed te vertellen en te sparren met elkaar hierover.
We spreken af dat ze mij hierin meeneemt.
Wat ik hiervan meeneem
- Ik ga bij mij op school vragen of er iemand van de directie of uit de werkgroep culturele sensitiviteit mee gaat.
- Ik zal pas op bezoek gaan wanneer mijn onderzoek is ingeleverd. Wel belangrijk voor de werkvloer van mijn school.
Anke Zijlstra 11 nov 2024
Ik vertel over de miniresidentie in Skopje.
Het voelde als een luxe om samen te werken met Paola. We zaten in een flow van samen voorbereiden elkaar hierin stimuleren, na de lessen meteen reflecteren, nabespreken, de vervolgstappen maken, werken, reflecteren, vervolgstappen bespreken. flexibel zijn
Ik kwam thuis en dacht; wat heb ik daar nou eigenlijk gedaan? Is dit nou hetzelfde wat ik in mijn werk in Nederland ook doe? Waar zit het verschil dan? Zijn kinderen gewoon kinderen? Overal gelijk? Ik was wat in verwarring.
De school; we waren meer dan welkom, aardig, ze waren blij met ons. Ik herkende de leerkracht; de een werkt heel enthousiast mee en de ander staat wat meer aan de zijlijn, net zoals in Nederland.
Iets was daar alsof er een fascade was, een beetje als de stad zelf.
De school was nieuw, het was een ‘superschool’ als gebouw, met alles erop en eraan, met een grote wachtlijst voor kinderen. Met ‘super leerkrachten’ van andere scholen de ‘beste leerkrachten vandaan gehaald. Alles was zo perfect, het leek een gecontroleerde setting, maar de leerkrachten die we spraken kwamen zo niet over. Ze waren open en enthousiast, ze deden het beste voor de kinderen, werkten projectmatig met praktisch handelend bezig zijn, kunsteducatie stond op het rooster, ze ging met haar klas naar het museum, kortom een voorbeeld van een goede leerkracht.
Daarna national galerie, groepen kinderen van diverse scholen kwamen werken naar aanleiding van de expositie. wij waren de begeleiding van wat Maja bedacht had. Maja werd geïnspireerd door ons, ze stelde ons voor als ‘mijn vrienden uit Nederland’.
Er was een verschil tussen de groepen in de stad (engels pratend) en buiten de stad (meeste kinderen spraken geen engels).
A Heb je iets van inzicht van je acties in de school en national galerie voor je onderzoek?
C nee, ik ging naar skopje om een andere cultuur te proeven. Maar tijdens de thuisbezoeken die ik hier doe, kom ik veel meer te weten over andere culturen achter de voordeur. Ook kom ik veel meer van mezelf te weten ten opzichte van andere culturen. Ik wordt tijdens de thuisbezoeken als het ware ondergedompeld in dit gezin met hun eigen cultuur.
In Skopje was ik benieuwd of beeldend werken de taal zou kunnen zijn om een verbinding te maken met elkaar.
We hebben het verder over mijn thuisbezoeken.
A Blijf niet bescheiden, je zegt “ik doe niks”, maar dat is niet waar. Jij schept op dat moment tijd ruimte en aandacht, de juiste plek en juiste omstandigheden, jij schept die veiligheid! Bij jou mag dat kind gewoon over zichzelf praten
Jij ben de link, je bent thuis geweest en je bent ook op school.
Het zou zomaar kunnen zijn dat jij daar in de sleutel bent en niet alleen de sleutelfiguur
Wat ik hiervan meeneem
- Ik zie overeenkomsten met de leerlingen en de leerkrachten, in Skopje en hier in Nederland.
- Ik ben verbaast over de enorme diversiteit hier in Nederland in vergelijking met wat ik in Skopje heb gezien.
- Ik kwam er achter dat het gesprek over het beeldend werk een toegevoegde waarde is om ook de verbinding met de buitenwereld te leggen, de maatschappij. Dus is het een meerwaarde wanneer je met elkaar kunt praten, elkaar kunt verstaan.
- Het was een rijke ervaring omdat we met tweeën konden delen en bespreken.
- Een rijke ervaring voor mijn eigen ontwikkeling, ik voel dat ik door deze ervaring een bredere kijk heb op kinderen, ik moest me verbinden met het kind die een andere taal spreekt, is toch anders als kinderen met een taalontwikkeling stoornis waar ik mee werk.
- Ik ben me bewust dat ik tijd, ruimte en aandacht geef als kunsteducator.
- ik lees verder; Kelchtermans, G. (2023). Leraar zijn leraar worden. Pelckmans Uitgevers nv.
In het werk van Geert Kelchtermans speelt de interactie tussen Tijd, Ruimte en Aandacht een cruciale rol in het begrijpen van het leraarschap en de dynamiek in het onderwijs. Deze drie elementen beïnvloeden elkaar sterk en zijn onmisbaar voor de kwaliteit van het onderwijs en het welzijn van de leraar.
Ik krijg een compliment van Anke;
Je kunt er zo sereen en doordacht over praten
Je hebt het al beet nu moet het nog goed vorm krijgen
Veel plezier en verwondering
Marlous van Gastel, 15 maart 2025
Art education, kunstgeschiedenis, docent HBO, hiphop samenwerking
Ik vertel kort mijn onderzoek met mijn vraag; ik zit aan het eind van mijn onderzoek, hoe ga ik dit onderzoek in het werkveld zetten, mijn eigen school en breder.
Ik kreeg een warm compliment voor mijn mooie onderzoek. Het voelt voor haar kloppend, ik maak steeds logisch een volgende stap.
Ze vragt mij wat het doel is voor elke groep participanten; kinderen,
werkveld/collega’s,
ikzelf als docent,
ouders
Ze zegt dat ik het omgedraaid heb, dat ik de norm doorbroken heb; niet de thuisbetrokkenheid op school laten zien maar de schoolbetrokkenheid thuis.
Ik doorbreek het formele van het klaslokaal.
Ze heeft het over spreken vanuit een beleefde ervaring in een veilige omgeving.
Tips;
Een steakholdersmap maken voor presentatie
Presenteren met beelden
Kunstwerk als aanleiding voor presentatie/gesprek
We sloten af met wanneer ik een methode zou schrijven komt het onderzoek meer los van mij. Dan kan het overdraagbaar worden. Ze noemde het ‘de Slaats methode’.
Wat ik hiervan meeneem
- Ik ben gestimuleerd om het onderzoek van bovenaf te gaan bekijken op welke manier ik dit overdraagbaar zou kunnen maken. Stappen uitzetten wat er nodig is voor anderen om dit uit te voeren. Dit zou een vervolgonderzoek kunnen zijn.
- Als ik de norm doorbroken heb, zoals Marlous zegt, dan moet ik mijn belangrijke bron ‘funds off knowledge’ van Luis Moll, ook nader gaan bezien. Het onderzoek van het Kohnstam instituut; ‘verborgen kennisbronnen’ is er op gericht om thuiscultuur de school in te halen, hoe zit dat andersom? Ik ga een nieuw gesprek vragen met Marianne Boogaards van het Kohnstaminstituut.
- Ik merk dat ik door haar tips enthousiast wordt op te verzinnen op welke manieren ik het werkveld kan informeren en nieuwsgierig maken over mijn onderzoek.
Anke Clim 6 dec 2024
Over data onderzoek
Leg je de relatie met het kind voorop? Leg elk element van je onderzoeksvraag neer waar je je wel goed bij voelt. Bekijk elk woord apart van je onderzoeksvraag, ga dit uitspitten, of van plek veranderen ten opzichte van elkaar. Speel en schuif met de woorden dan wordt de betekenis anders.
“Mee frunniken”, zegt Anke
We hebben het over dat de informele gesprekken misschien nog interessanter zijn dat de formele gesprekken.
Mijn onderzoeksvraag kan ik als een naaiwerk bezien, het ontstaat tijdens mijn onderzoek.
Iteratief werken noem ik
Lineair werken en iteratief, circulair werken.
Ik vind het iteratieve proces belangrijk tijdens het beeldend werken, hier bedoel ik mee, het bouwen, verfijnen en verbeteren tijdens het werken met de kinderen aan een project, product of initiatief.
Joke Hermsen heeft het hierover in haar boek, Kairos.
- Hermsen, J. (2014). Kairos: Een nieuwe bevlogenheid. Amsterdam, Nederland: Arbeiderspers.
Wat neem ik hiervan mee
- Ik ga de woorden van de onderzoeksvraag uitdiepen.
- Ik maak een overzicht aan de hand van post its welke data ik allemaal al heb om zo te bekijken welke voor mij belangrijk zijn binnen mijn onderzoek, en welke niet.
- Ik bekijk de bronnen die met Kairos te maken hebben
- Van den Heuvel, M., & De Wit, M. (2023). Kairos in de klas: Pedagogiek met hart, hoofd, handen en voeten. Pumbo.nl.
In trein met Sophie 11 januari 2025
Ze vraagt hoe het gaat met mijn onderzoek, ze zat als docent bij de herkansing van mijn assessment aug 2024. Ze vertelt dat ze onder de indruk was van mijn ‘zomers avontuur’, op zoek naar verbindingen binnen mijn onderzoek.
Over mijn onderzoek; Intrinsiek wakker ik een vuurtje aan bij de kinderen. Ik bied ze een mogelijkheid om via kunst hun eigen zelf te tonen. Ik faciliteer.
School werkt vaak vanuit een probleem. Ik werk andersom. Ik faciliteer ruimte letterlijk en figuurlijk.
Ze noemt de metafoor van de kastanje; 'ik haal de bolster uit de kastanje, van het kind’. Ik laat het kind de kern zien, ik leg de kern bloot. Ik haal de kern open. Ik geef de ruimte om het kind zelf de binnenkant te laten zien, zonder rand voorwaarden.
Ze hoeven bij mij niet te ‘leren’
Maar ze mogen ‘zijn’
Ik heb een relatie opgebouwd, ik zie het kind zoals het is, op identiteitsniveau.
De logopedisten op school hebben een ander soort relatie opgebouwd; om het probleem op te lossen, te verbeteren (wat natuurlijk ook nodig is).
Dat is iets anders wat ik doe; ik zet kinderen in beweging
Ik ben facilitator, dat is mijn rol
Ik vertrouw het kind dat het kan wat ik vraag. Ik maak een speelveld voor het kind waarin het kind vrij kan bewegen.
Wat ik hier van meeneem
- Een mooi gesprek over wat mijn rol is binnen mijn onderzoek.
- Ik ga alle data neerleggen, wat toont zich dan? (Biesta)
- Biesta, G. (2021). Door kunst onderwezen willen worden. ArtEZ Academia.
- Ik toon in mijn lessen en geef ruimte, dit ervaart het kind.
- Met de thuisbezoeken stap ik de identiteit van het kind binnen, dit ga ik goed beschrijven, waardoor zie ik dat? wat zijn de verschillen met het kind op school?
- Wat zou ik een ander beschrijven wat zij moesten doen als zij op thuisbezoek zouden gaan. Dit maakt helder wat mijn rol precies is.
- Wat doet het vuurtje aanwakkeren bij het kind en het gezin?
Mirjam van Tilburg 30 jan 2025
Over mijn beeld analyse. Ik heb 5 foto’s gebruikt, 3 ervan uitgewerkt met elk 2 tekeningen.
M; Kun je naar patronen kijken, dus niet alleen per thuisbezoek maar naar allemaal, wat haal je daar uit.
Wat ik hiervan meeneem
- Ik zie duidelijke patronen doorweven alle thuisbezoeken.
- Ik zoek naar de belangrijkste patronen (warme ontvangst, enthousiasme, opkomende verhalen, makkelijker praten met ervaring en beeldend werk, relevantie voor andere professionals).
- Belangrijkste patronen ga ik beschrijven, hieruit volgt een conclusie met bewijsmateriaal.
- Fijn om aan de hand van mijn beelden handvatten te krijgen voor conclusies. Ik heb gedurende de opleiding moeten zoeken naar mijn manier, in deze beeldanalyse heb ik er een gevonden.
Peer feedback 7 febr 2025
over mijn conclusies tot nu toe (Paola Annemarie)
Mijn onderzoek gaat over welke rol beeldend werken heeft tussen thuiscultuur en school. Doelgroep kinderen waar ik mee werk, speciaal onderwijs, kinderen tussen 8 en 12 jaar met een TOS.
Vooronderzoek: ik was nieuwsgierig is er ouderbetrokkenheid, kunnen de kinderen thuis vertellen wat ze op school hebben gedaan. Ik heb reflectieformulieren samen met de kinderen gemaakt. Thuis in gesprek gaan met de ouders of verzorgers aan de hand van de vragen en het werkstuk, ouders vullen de vragen in.
Wat mij meteen opviel is de houding van een aantal collega’s, “nou Clim ik hoop dat je iets terug krijgt”. Ik kreeg 74% terug, wat erg veel is. Dit is bijzonder, ouderbetrokkenheid is in veel gevallen een probleem, kinderen wonen ver weg, komen met taxi’s, 74% van de kinderen heeft een migranten achtergrond.
Ik heb nu ontdekt dat er ouderbetrokkenheid is. De volgende stap was op thuisbezoek gaan. 5 thuisbezoeken, samen werken met het gezin
Voorbereid op school, kind in the lead, zak met spullen vullen.
Het gemaakte werk gaat terug naar school. “Aan wie wil je het vertellen op school?” hele klas of aantal kinderen. Daar zet ik camera op. Bespreken met logopedisten en leerkrachten.
Tijdens de thuisbezoeken vielen een aantal dingen op
- Warm welkom
- Groot enthousiasme
- Onverwachte verhalen kwamen omhoog 'emurging', die je niet naar boven krijgt als je alleen maar op school dit verhaal laat vertellen
- Het beeldend werken, en het werk helpt om te praten als ze vanuit de ervaring praten
- Is wat ik ontdekt heb ook relevant voor het werkveld
A Je reis horen is mooi, je bent nieuwsgierig. Kind in the lead, wat deed jij nou, wie ben jij, wat was jouw rol, participant, afstand…
Zou iemand anders dat onderzoek ook kunnen doen
Mijn open rol, nieuwsgierig naar wat een kind gaat kiezen, het vertrouwen hebben in het kind. Het is best lastig om het kind in the lead te laten en zelf de begeleidende rol vast te houden zonder te sturen (voorbeeld, ik kleurtjes toegevoegd en Orman zei, waar komen die vandaan?)
P Mijn rol: je bent uniek omdat je met de kinderen makkelijk verbinding maakt, heb ik kunnen zien tijdens de miniresidentie in Skopje samen.
A Mooi, helder proces vertelt. Vaak zeg je: ik heb ontdekt dat……..Je hebt veel tussen conclusies.
Spanningsveld ouderbetrokkenheid die zo ver weg leek, maar ook toch steeds het kind in the lead. Het gaat jou echt om het kind, je ziet het kind echt.
Samen met kinderen maken, samen in gesprek gaan samen met gezin
Je hebt ouderbetrokkenheid ontdekt!
Waar ligt voor jou het meest de focus wat je hebt ontdekt
En welke relatie ligt hiertussen
Zijn de verhalen die thuis opkomen anders dan wat er op school
Welkom zijn vindt zij belangrijk……..er kunnen verhalen vertelt worden thuis, dit is anders als op school vertellen over thuis.
P Wat betekent het welkom zijn dan voor mij
A Wat maakt dat alleen jij dit kunt? Rijk onderzoek! Ben benieuwd of je in die bronnen ook iemand tegengekomen bent waarin je zielsverwanten vond!
Wat ik hiervan meeneem
- Moet mijn onderzoek duurzaam zijn? Zo ja , hoe dan? Deze vraag neem ik de komende dagen mee.
- Funds of knowledge is een zeer belangrijke bron voor mij.
- School en maatschappij verbinden, wat zeggen mijn bronnen hierover en welke ga ik dan benoemen.
- Kan mijn onderzoek duurzaam worden door in gesprek te gaan met overkoepelende instanties, Daan Hermans; Kentalis academie had grote interesse in mijn onderzoek. ik ga hem mailen om een afspraak te maken.
- Ik ga beschrijven wat iemand zou moeten kunnen/doen wanneer die mijn thuisbeoeken zou uitvoeren.
- Goed voor mezelf om het hele proces in het kort te vertellen, zo kan ik zien waar ik nog wat moet aanschwerpen/veranderen.
- Terugblikken op mijn proces, staat er nu echt in wat ik zeggen wil.
Anke Clim 7 februari 2025
Over kritische reflectie
We hebben het over de belangrijkste bronnen die ik moet gaan vernoemen. Dit betekent dat ik vele bronnen moet gaan weglaten die aan de zijlijn staan van de inspiratie voor dit onderzoek.
Ik beschrijf een citaat van Gert Biesta;
Gert Biesta; ‘Het echte educatieve werk, zoals ik zal betogen, is juist niet gelegen in het creëren van mogelijkheden voor kinderen en jongeren om zichzelf uit te drukken, maar gaat om het in dialoog brengen van kind en de wereld’ (Biesta, G, 2022. Door kunst onderwezen willen worden).
Op dit betoog heb ik een aanvulling hoor ik mezelf zeggen.
Echter kom ik er in dit gesprek achter dat ik geen aanvulling wil maken maar dat ik een punt van kritiek heb.
We praten over dat ik erg voorzichtig ben in mijn woorden om ‘dé Gert Biesta’ niet tegen te hoeven spreken.
Ik kan een punt van kritiek maken omdat ik in mijn onderzoek heb gezien dat de kinderen met een TOS zich beter uit kunnen drukken wanneer ze praten aan de hand van hun gemaakte beeldende werk. Dus ik heb in mijn onderzoek wel degelijk een mogelijkheid gecreëerd voor het kind om zich te uiten.
Ik mag dus nog meer een standpunt innemen. Dit kwam ook aan de orde in de feedback van mijn 2e én 3e assessment.
We hebben het over het goed beschrijven van mijn experimenten.
Ik ga niet verder met het analyseren van tekeningen van mijn eerste experiment, ik ga een bron zoeken die mij laat zien waarom ik dit niet ga doen. Tekeningen analyseren ga ik niet dieper op in omdat met een diagnostich perspectief ingaan op een tekening wel interessant is maar niet de richting is waar ik met mijn onderzoek heen wil.
- Meykens, Simone en Cluckers, Gaston. ( 1996 ). Kindertekeningen in
ontwikkelingspsychologisch en diagnostisch perspectief: Uitgeverij Acco.
Bij mijn 2e experiment, het atelierbezoek kwamen we er al ‘sparrend’ achter dat artikels die ik al terzijde had gelegd hier van belang zijn voor mijn onderbouwing. Ik haal Ferre Laevers (het kind in de wereld) en Thijs Lijsters (filosoof; kunstenaars van betekenis in educatie) weer even naar de oppervlakte.
- Lijster, T. Community, Commons, Common Sense. (2022) Social Inclusion, Volume 10; Issue 1. Cogitatio, University of Groningen.
Bohmeijer, L. (Interviewer)., & Lijster, T. (Interviewee). (z.j.). Interview De Correspondent. De Correspondent.
- Lijster, T. (2022). Wat we gemeen hebben: Een filosofie van de meenten. Boom.
- Laevers, F. (2004). Ervaringsgericht werken met 6- tot 12-jarigen in het basisonderwijs. Leuven: CEGO.
Ik had me in eerste instantie gefocust op; Illias El Hadioui, mijn vraag lag; waar in het basisonderwijs implementeren ze deze transformatieve school?.
- El Hadioui, I. (2011). Hoe de straat de school binnendringt: De sociaal-culturele strijd om de schoolloopbanen van jongeren in grootstedelijke contexten. Amsterdam University Press.
- De rEDNL Podcast #43 - Iliass El Hadioui | Ontwikkelkrachtserie - De Transformatieve School
Lijsters zegt; kunstenaars kunnen mogelijkheden zien binnen het zijn, naar wat we gemeenschappelijk hebben
- Lijster 2023 interview commons wat we gemeen hebben, filosofie van de meenten
- Lezing door SPUI 25, uitgeverij de bezige bij, atheneum boekhandel
https://www.youtube.com/watch?v=xj_Z2yHgBAw&ab_channel=SPUI25
Thijs Lijster, Koen Wynands, over commonisme
Dit moet in je kritische reflectie;
Je hebt overtuigingen, je bent nog meer overtuigt door je onderzoek.
Beschrijf hoe dat komt. Omdat je die actie, die bron, dat interview, enz tot je hebt genomen.
Hoe verhoud jij je daar toe, waar heb je kritiek en hoe heb je dat ontdekt.
Hoeft niet elk experiment te beschrijven, maar; door de loop van de experimenten………dit beschrijven
“De bron is belangrijk voor hoe ik denk over kunsteducatie, van belang voor mijn onderzoek en van belang over hoe ik onderzoek wil doen”
Folkert Haanstra; Authentieke kunsteducatie;
Misschien; ik als authentieke kunsteducator.....
Ook hier ben ik bescheiden en denk dat ik ga pikken van iemand.
“Nee”, zegt Anke, “je gaat het inzetten, je geeft hiermee bestaansrecht aan de theorie”.