De onderzoeksvraag
Welke rol speelt het beeldend kunst maken in het creëren van een verbinding tussen school en de thuiscontext van leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis?
Deelvragen
- Wat is de meest geschikte plek om deze verbinding tot stand te brengen?
- Welke kinderen selecteer ik voor mijn onderzoek? stel ik criteria op, en zo ja, welke?
- Op welke manier kan ik het kind eigenaar maken van het proces (het kind in the lead)?
-
Leidt deze verbinding tot een grotere uitdrukkingsvaardigheid van het kind?
-
Heeft de verbinding een positief effect op de relatie tussen school en thuis?
- Welke rol speelt het bespreken van eigen kunstwerken in de communicatie tussen kinderen, ouders en school?
Januari 2024 - mijn eerste idee
Ik had grootse plannen: bij meerdere kinderen en hun gezin thuis beeldend werken en daarna als afsluiting van mijn onderzoek met alle gezinnen naar het museum. Ik zou dit samen met de kinderen, hun gezin en de klassen organiseren. Contacten met het Van Abbemuseum in Eindhoven had ik al gelegd; er was best veel mogelijk.
Naar aanleiding van mijn gesprekken met mijn onderzoeksbegeleider Ben Hekkema en meerdere gesprekken met docenten en medestudenten, kwam ik er gaandeweg achter dat het museum een grote drempel vormde in mijn onderzoek. Wat in de werkweek in Skopje als vanzelfsprekend gebeurde in een museum, werkt hier in Nederland toch anders. Musea vormen hier vaak een hoge drempel. En waarom zou ik de gezinnen bij elkaar willen brengen in een museum? Wat is de rol of meerwaarde van het museum in dit onderzoek? Ik merkte dat ik al in eindresultaten aan het denken was. Eerst maar eens op huisbezoek gaan, met het gezin werken en kijken wat daar gebeurt en wat de vervolgstap zou zijn.
Maart 2024 – nieuw plan
Ik heb nu een nieuw plan voor de afsluiting: ik ga niet naar het museum, maar houd het kleiner en organiseer een samenkomst in een expositieruimte van een kunstenaarscollectief. Hier had ik al eerder gebruik van gemaakt in een experiment met een klas kinderen van mijn school.
Juni 2024 – eerste thuisbezoek
Ik ga bij een eerste kind op thuisbezoek. Het is een fijne werkbijeenkomst. Alle kunstwerkjes gaan mee naar school, samen met het kind veilig opgeborgen voor de expositie. Tijdens het gesprek dat ik in het gezin heb met de moeder en de kinderen, komen er ook vragen bij mij op. Waarom zou ik mijn expositie buiten de school willen houden? Mijn onderzoeksvraag is immers gericht op de verbinding tussen thuis en school.
Mijn nieuwe idee:
een eindexpositie binnen de school. Dit ga ik organiseren in januari of februari 2025. Om meerdere kinderen hierbij te betrekken, kies ik uit elke bovenbouwklas één kind. Op de eerste plaats kunnen we het dan gezamenlijk organiseren, waardoor er draagvlak ontstaat voor mijn onderzoek binnen de school. Echter, ik kom er al snel achter dat ik het kiezen van kinderen niet van tevoren kan vastleggen in een plan. Misschien moet ik mijn einddoel, de expositie, even loslaten.
Augustus 2024 - Start van de thuisbezoeken
Op zaterdagochtend, tijdens het werken thuis komt het idee van het kind om op school te vertellen wat we thuis hebben gedaan. Ik film haar uitleg aan de klas.
Ik besluit om dit met alle volgende thuisbezoeken te doen.
Ik kom er achter dat ik een aantal voorwaarden aan de thuisbezoeken heb:
het kind woont in de buurt van Eindhoven,
het kind is zélf gemotiveerd,
de ouders geven toestemming dat ik in het gezin kom werken.
Zo ontstaat er een groep van zeven kinderen uit verschillende klassen bij wie ik op thuisbezoek ga. Vanaf nu laat ik mijn idee varen om per se uit elke klas één kind thuis te bezoeken.
September 2024
Omdat ik mijn einddoel heb losgelaten kan ik me focussen op wat echt belangrijk is bij de thuisbezoeken. Het kind is in the lead. Hierdoor kan ik me bij de thuisbezoeken mee laten nemen door het kind, die weet immers wat we gaan doen.
Met het beeldende werk op school bepaalt het kind zelf op welke manier het wil vertellen. Het ene kind wil graag met de hele klas in gesprek, het andere liever met een kleiner groepje. Alles wordt gefilmd en samen met de leerkracht en logopedisten teruggekeken met de vragen:
- Zien we een ander of hetzelfde kind in communicatie en zelfvertrouwen nu het zijn/haar thuiservaring vertelt op school?
- Wat betekent dit voor de relatie met de andere kinderen?
Oktober 2024
In een gesprek met mijn studiecoach, Jan Schoolmeesters, komen we al snel tot de conclusie dat het beeldend werken op zich al een verbindende factor is. Daarnaast ben ik als kunsteducator óók een verbindende factor. De ervaring van het samenwerken thuis met het gezin wordt versterkt wanneer het kind op school gaat vertellen en in gesprek gaat over wat het thuis heeft gemaakt.
November 2024
Gedurende het onderzoek merk ik dat er steeds dingen veranderen, waardoor ik opnieuw moet aanpassen. Niet alles verloopt zoals ik vooraf had bedacht. Op het moment dat ik mijn eigen eindproduct losliet, kon ik meebewegen met mijn onderzoek.
Eerst waren er zeven kinderen voor de thuisbezoeken, maar drie ouders haakten af en er kwam één kind bij.
December 2024
Alle thuisbezoeken zijn afgerond. Veel data, hoe deze allemaal te verwerken?
Januari, februari, maart 2025
Het maken van een beeldanalyse is voor mij een fijne, beeldende manier om patronen binnen mijn onderzoek te ontdekken. Daarnaast zijn observaties, audio-opnames, fotomateriaal, literatuur, artikelen, lezingen, en podcasts belangrijke bronnen om mijn onderzoek verder vorm te geven. Bij het verwerken in de Research Catalogue krijgt alles langzaam een duidelijke structuur.