Beeldanalyse aan de hand van foto's op A3 formaat van thuis bezoeken en gesprekken op school in 3 stappen

Conclusie

 

Beeldanalyse naar het idee van 'de zachte atlas', Jan Rothuizen. 

gesprek op school

1. letterlijk beschrijven van alles wat te zien is

thuis focus
werkend met elkaar thuis

Conclusie

Dit onderzoek richtte zich op de rol die beeldende kunst maken speelt bij het creëren van een verbinding tussen school en de thuiscontext van leerlingen (8-12 jaar) met een taalontwikkelingsstoornis binnen het speciaal basisonderwijs. Uit mijn vooronderzoek met het drietal experimenten rolden de thuisbezoeken als het ware ‘bijna vanzelf’ voort.

 

Voor mij was het belangrijk om het kind in the lead te zetten. Hierdoor had ik vaak een volgende en begeleidende rol als kunsteducator. Dit bleek zeer krachtig te werken, omdat ik het kind hiermee het vertrouwen geef dat wat zij doen, goed is. Tijdens de thuisbezoeken merkte ik dat ik mij door mijn opstelling eenvoudigweg ‘mee hoefde te laten nemen’ door het kind. Het bijzondere hieraan was dat, eenmaal thuis aangekomen, het hele gezin zich op dezelfde manier ‘mee liet nemen’ door hun zoon of dochter. Ik merkte dat ouders het waardeerden dat er vanuit school zoveel aandacht was voor hun kind.

 

Omdat het gemaakte werk thuis weer naar school werd meegenomen, was het kind zeer gemotiveerd om er op school over te vertellen aan medeleerlingen. Die waren op hun beurt erg nieuwsgierig, wat mooie gesprekken op gang bracht. Bij het nabespreken met logopedisten en leerkrachten van de gefilmde gesprekken bleek dat het kind zich makkelijker kon uitdrukken door deze ervaring te vertellen, ondersteund door het tonen van het gemaakte werk. Dit gebeurde met meer kracht en zelfzekerheid. Zoals een logopedist het verwoordde: “Deze ervaring van thuis is als het ware in haar brein aangemaakt. Deze ervaring zit in haar lichaam.” Deze intrinsieke motivatie had niet alleen een positief effect op het kind waarbij thuis gewerkt was, maar ook op de kinderen die deelnamen aan het gesprek op school hierover.

 

Het enthousiasme en de motivatie om mee te doen bleek bij alle kinderen en gezinnen in mijn onderzoek zeer groot. Dat dit een positief effect had op de communicatie van het kind op school, werd zichtbaar na drie van de vijf thuisbezoeken. Deze kinderen waren tijdens de nabespreking krachtiger in hun communicatie. Bij de twee kinderen waar dit minder het geval was, bleek dat, wanneer zij samen verder werkten aan hun werkstuk, er alsnog een waardevolle communicatie op gang kwam.

 

Daarnaast heb ik ontdekt dat een thuisbezoek met deze methode de ouderbetrokkenheid vergroot. Hun kind wordt hiermee gezien, en daarmee voelen zij zich als ouders ook gezien.

 

Ik kan hieruit concluderen dat mijn thuisbezoeken de verbinding tussen thuis en school hebben versterkt. Ik heb kinderen geselecteerd die gemotiveerd waren. Door hun gesprek op school kregen de andere kinderen een inkijkje in een thuis situatie, wat weer mooie gesprekken opleverde over elkaars ervaringen. Door het kind in the lead te zetten en hiermee het vertrouwen te geven dat zij alles zelf mogen regelen heeft als gevolg dat zij zich met meer zelfzekerheid kunnen uiten.   

 

Omdat ik een voorstander ben van het herintroduceren van thuisbezoeken in het basisonderwijs, zie ik hierin een waardevolle methode om een betere verbinding te creëren tussen het kind, de ouders en de school. In deze tijd van culturele diversiteit kan dit extra betekenisvol zijn. Ik ben mij ervan bewust dat dit thuis werken voor mij als kunsteducator een logisch vervolg is op mijn eigen lessen. In gesprekken met leerkrachten van verschillende scholen kwam echter weerstand naar voren:
"Wanneer moeten we dat dan doen?" en "Hoe gaan we dat aanpakken? Ik ben niet zo goed in handvaardigheid."
Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op hoe deze methode uitvoerbaar is voor leerkrachten zelf.

 

Dit onderzoek heeft ook mij veranderd. De ervaring om ‘achter de voordeur’ opgenomen te worden in de cultuur van een gezin was bijzonder. Samen werken, gesprekken voeren die spontaan ontstaan omdat er tijdens het werken stiltes mogen vallen. Dit heeft mijn culturele sensitiviteit vergroot. Ik begrijp het kind beter en ook de ‘cultuur achter de voordeur’. Ik voelde me even opgenomen en verbonden met het gezin.

In mijn presentatie over dit onderzoek aan het werkveld zal de nadruk liggen op hoe ik heb gehandeld en wat nodig is om deze methode verder te ontwikkelen binnen de school en het bredere werkveld.

 

Het thuis werken heeft voor mij onvergetelijke ervaringen opgeleverd. Ik ben warm ontvangen bij alle vijf de bezoeken. Elk gezin werkte op een geheel eigen manier samen, en het was bijzonder om hier deelgenoot van te mogen zijn. Deze ervaringen zal ik nooit vergeten. Wanneer ik de kinderen later op school tegenkom, denk ik meteen terug aan deze momenten. Het kan niet anders dan dat dit ook zo werkt voor het kind en de gezinsleden. Wanneer ik later met de kinderen praat over ons werken thuis, herinneren zij zich kleine details en verschijnt er een glimlach op hun gezicht.

 

Thuis werken bij Lyra. Eerst met haar oudste broertje. Toen die na een half uurtje naar zwemles moest kwam haar kleinste broertje mee werken. 

Humbert kiest op school zelf 2 kinderen aan wie hij de thuiservaring wil vertellen. Dit wil hij in het lokaal beeldende vorming doen.

 

Samen werken met het gezin bij Ormas thuis. Ormas zet ons vol enthousiasme allemaal aan het werk, zijn vader, moeder, zijn broertje en mij. Hij kijkt naar ons terwijl we geconcentreerd werken en zegt na een tijdje; ".....en wat moet ik dan nu doen?"

gesprek op school 2
thuis focus 2
werkend met elkaar thuis 2

2.  mijn interpretatie, ik teken alleen datgene wat voor mij belangrijk is

 

Mogelijkheden voor vervolg onderzoek

Ik teken alle handen die aan één werkstuk bezig zijn. Dit is tekenend voor dit thuisbezoek. We werken met het hele gezin geconcentreerd aan de ideeën van Ormas. Woorden die ik erbij schrijf; samenwerken, focus, geconcentreerd, betrokken, we ondersteunen elkaar.

Ik zie 3 kinderen die duidelijk met elkaar in verbinding staan met in het midden het werkstuk waar ze op gefocust zijn. Ik schrijf de woorden; toenadering tot elkaar, met aandacht en zachtheid, focus, betrokken, ieder op zijn gemak, in overleg, samen verstengeld om de tafel.

Het valt op dat iedere persoon in een eigen coconnetje lijkt te zitten. Ik schrijf de woorden; ieder eigen bezigheid, gefocust, volle concentratie, genieten, losse tekenvellen, naast elkaar op één lijn.

Vervolg onderzoek

Ik schrijf in mijn conclusie; “Ik zet het kind in the lead, hierdoor heb ik een volgende en begeleidende rol als kunsteducator. Dit bleek zeer krachtig te werken, omdat ik het kind hiermee het vertrouwen geef dat wat zij doen, goed is”.

Maar hoe komt het nou dat dit zo krachtig werkt, wat doe ik dan precies, bijvoorbeeld in mijn houding en mimiek.

 

Toekomstig onderzoek zou zich kunnen richten op hoe deze methode uitvoerbaar is voor leerkrachten.

 

In het ontwerpmodel voor authentieke kunsteducatie van Emiel Heijnen (2015) heeft hij het over de inhoud, hij heeft het niet over houding en mimiek.

Het is dan nodig om eerst naar mezelf te kijken; wat is het nu precies wat ik doe in mijn lessen dat kinderen zich veilig voelen, open staan om te experimenteren, vrijuit met elkaar in gesprek gaan. Hoe komt het dat hetzelfde gebeurt in de gezinnen waar ik kom.

Er is geen specifiek onderzoek dat uitsluitend focust op de invloed van de houding en mimiek. Wel diverse studies en artikelen die het belang van non-verbale communicatie in het onderwijs benadrukken. Zij spreken over een houding en mimiek die zowel uitnodigend als inspirerend is, en die de creativiteit en zelfexpressie van de leerlingen bevordert.

 

 

Ik heb mijn eigen rol als kunsteducator onderzocht maar zou nog dieper in willen gaan op de details van mijn lichaamstaal om daarna uit te kunnen zoomen om een grotere geheel te zien. Hoe doen andere kunsteducatoren het? Hoe doen leerkrachten dit?

Er ligt nog een weg open voor verder onderzoek met als doel om mijn onderzoek ‘duurzaam’ te maken. Om mijn methode uit te kunnen laten voeren door andere kunsteducatoren en leerkrachten in het basisonderwijs.

 

 

3. een verbeelding van de situatie, mijn kijk op het beeld. Wat is er nog meer belangrijk. Ik teken nogmaals de situatie maar nu met een deel van de ruimte erbij wat voor mij belangrijk is.

gesprek op school 3
thuis focus 3
werkend met elkaar thuis 3
samen met peers bespreken

bespreken met peers, samen zie je meer

Voor mij zijn de tafel en de plant belangrijk in deze context. het laat duidelijk zien dat wij, vader, moeder en ik, met elkaar betrokken zijn. Het versterkt voor mij de focus en de verbinding die we hier hebben om een moeilijke constructie samen in elkaar te zetten.

Ik teken de kast achter de situatie. Dit zegt mij dat de kast met de inhoud een balangrijk gegeven is. Elk thuisbezoek start immers bij het kiezen van materialen onder andere uit deze kasten.

Ik ben toehoorder en getuige van dit gesprek, de jongens zitten met 3en in hun 'gesprekscocon'

Voor mij zijn de bank en het kleed op de grond belangrijk in deze situatie. Ik zie nu dat vader, Lyra en haar broertje een eenheid vormen. Ze zijn in deze huiskamer samen in verbinding, ondanks dat vader op zijn telefoon bezig is, heeft hij een actief betrokken houding (zo voelde het ook op dat moment). 

IMG_2234

Ik heb een klein onderzoek bij mezelf gedaan aan de hand van filmbeelden en audio van afgelopen twee jaar. Het beschrijven hiervan zou een startpunt kunnen zijn  voor het volgend onderzoek.

 

clim a
IMG_2239
copy clim

Bevindingen en Interpretatie beeldanalyse


Het kiezen van een momentopname, zoals de foto, binnen mijn onderzoek geeft verdieping en laat me aspecten zien die ik eerder nog niet had opgemerkt. Zeker door dit met anderen te bespreken, ontstaat een bredere kijk.

Door onderdelen van de foto uit te tekenen, kies ik intuïtief op dat moment wat voor mij belangrijk is. Wanneer ik vervolgens mijn interpretatie geef, ga ik dieper in op de betekenis van wat ik heb getekend.

Bij de derde tekening, waarin ik ook de context betrek, komt er een diepere laag naar boven die een ander inzicht geeft.

 

Uit deze drie momentopnamen blijkt:

  • Er is een grote betrokkenheid zichtbaar.
  • Verbondenheid komt terug in het thuis werken en het gesprek op school.
  • Iedereen is aandachtig aan het werk.
  • Bij de derde tekening zag ik een gezamenlijkheid die ik daarvoor over het hoofd had gezien.

Deze manier van beeldanalyse helpt mij om me meer te verdiepen en me sterker te verbinden met de situatie. Ik word me bewuster van hoe bijzonder zo’n moment is en hoe het bijdraagt aan een waardevol thuisbezoek.

 

IMG_2245
3c948c42-098c-452d-8c1c-900d369e8a6b
copy skopje
skopje workshop
81cbad9a-839a-4437-b485-ceb6f2ccc64e