Het ene kind vindt het fijn om gegevens te zoeken op internet, bijvoorbeeld welke bouwwerken zijn er allemaal en welke soort willen wij dan gaan maken. De ander wil groot werken en heeft overzicht om elementen aan elkaar te bouwen. Weer een ander werkt liever gedetailleerd. Van tevoren zijn er technieken behandeld en geoefend om stevig te kunnen bouwen met dun karton. Ze werken in verschillende groepjes. Uiteindelijk bedenken de groepen samen dat het één heel groot gezamenlijk bouwwerk wordt met afzonderlijke titels.

 

Omdat elk kind een eigen onderdeel kan uitvoeren waar hij goed in is (Gardner; meervoudige intelligentie, 1983) en toch onderdeel is van het grote geheel zal het kind een brede ervaring hebben. Eigenaarschap, of het gevoel van controle en verantwoordelijkheid over het leerproces, is hierbij essentieel. Beeldende vorming biedt kinderen de mogelijkheid om zelfstandig te experimenteren, fouten te maken en oplossingen te vinden. Door de vrijheid te hebben om hun eigen artistieke visie te verkennen, ontwikkelen kinderen een gevoel van trots en vertrouwen in hun capaciteiten, wat bijdraagt aan hun algemeen welzijn en motivatie om te leren.

 

Mark Mieras wetenschapsjournalist, ziet een belangrijk rol weggelegd voor kunsteducatie binnen het onderwijs. “Kunst is niet alleen leuk”, zegt hij, “maar ook belangrijk voor de hersenontwikkeling”. Dat ‘leuke’ van kunst is niet altijd handig”. Het wordt volgens Mieras ook vaak als diskwalificatie gezien. “Het is leuk, dus niet serieus. En dat is een groot misverstand, want dát het leuk is, betekent juist dat het serieus is. Enthousiasme is de motor achter de ontwikkeling van goede hersenen. Het houdt de hersenen wendbaar, flexibel en creatief.”

 

Beeldende vorming biedt kinderen een medium om hun innerlijke wereld te verkennen en uit te drukken. Het creatieve proces stelt kinderen in staat om hun gedachten, gevoelens en verbeelding op een unieke manier te uiten. Deze vorm van expressie versterkt niet alleen hun zelfbewustzijn, maar moedigt ook eigenaarschap aan over hun eigen creatieve ontwikkeling.

 

Een andere kracht van beeldende vorming ligt in de mogelijkheid om het te integreren in projectonderwijs. In projectgerichte benaderingen werken kinderen samen aan langdurige projecten rondom een centraal thema of vraagstuk (Dewey, 1907, p. 89). Beeldende vorming kan een integraal onderdeel zijn van deze projecten, waarbij kinderen kunst gebruiken als een manier om hun ideeën en bevindingen te communiceren en te verkennen. Dit bevordert niet alleen creativiteit, maar ook diepgaand begrip en betrokkenheid bij het onderwerp. Hier ligt een belangrijke mogelijkheid tot verbinden met de reken-, taal- en leervakken.

 

 

Kinderen floreren door beeldende vorming

Een verkenning van eigenaarschap, projectonderwijs en de verbinding met rekenen, taal en de andere leervakken van het basisonderwijs.

 

Ik weet zelf nog goed hoe het was op de lagere school. Ik kon minder mee komen met de ‘kennis’ vakken, het lang luisteren en maar kennis opnemen vond ik lastig. Ik was beter in de ‘doe vakken’. Leerkrachten zeiden over mij: “ze is een lief meisje maar het is wel een dromer, ze kijkt veel naar buiten, wat haar niet altijd helpt met de leerstof ”. Ik heb dit altijd geïnterpreteerd dat ik iets dommer was dan de andere kinderen. Daarbij kwam dat ik ook een vorm van dyslexie en dyscalculie heb. De handvaardigheid lessen waren een verademing voor mij.

 

In de wereld van het onderwijs komt de erkenning voor het belang van beeldende vorming bij de ontwikkeling van kinderen langzaam op gang. Het belang hiervan is groot, want door middel van creatieve expressie ontdekken kinderen niet alleen hun artistieke vaardigheden, maar verwerven ze ook cruciale vaardigheden zoals eigenaarschap, samenwerking en probleemoplossing. Dit essay onderzoekt de vele voordelen van beeldende vorming en hoe het gekoppeld kan worden aan concepten zoals eigenaarschap, projectonderwijs en verbinding met de andere vakken om het leerproces te bevorderen.

 

Sinds 1994 werk ik in het speciaal onderwijs als vakdocent beeldende vorming op een basisschool met kinderen die een taalontwikkelingsstoornis (TOS) hebben. Ik werk met de kinderen van groep 4 t/m 8. Ik zie elke keer weer dat kinderen opbloeien bij mij in de les. Naast alle taal, reken en leervakken die gegeven moeten worden mogen ze bij de beeldende vorming met hun handen werken. Dit stimuleert niet alleen creativiteit, motoriek en handigheid maar ook het oplossend vermogen. Kinderen die met hun handen leren werken, zoeken naar oplossingen welke niet direct ”voor de hand” liggen. Ze leren, door de praktijk, door kijken, fouten maken en proberen tot het werkt.

 

Conclusie

Beeldende vorming heeft een grote impact op de manier van leren van kinderen. Ze verwerven naast artistieke vaardigheden ook samenwerken en problemen oplossen. Hierdoor en mede omdat er ervaringsgericht gewerkt wordt, ontstaat er een vergroting van het eigenaarschap. Ze hebben het zélf gedaan, het kind is samen met de anderen, eigenaar van de opdracht. Het kind mag bovendien doen waar het goed in is en lift mee op de ervaringen van de groep.

 

Projectonderwijs, waar alle vakken (en klassen) samen met het project bezig zijn, kan dit bevorderen. Projecten worden vaak alleen nog maar gedaan in het kader van een feestelijkheid of binnen cultuuronderwijs, los van alle andere vakken. Dit is helaas vaak enkel één dag of één week. In de gunstigste gevallen zijn dit enkele weken per jaar.

 

Ik zou ervoor pleiten dat er door het jaar heen een aantal projecten georganiseerd worden. De uitdaging ligt hier om de strakke structuur van de vakken los te durven laten en als school op zoek te gaan naar nieuwe structuren tijdens deze projecten, vak- en groep overstijgend. Dit zal echter wel wat vragen van de leerkrachten, het zal meer ‘bruisen’ binnen de school, er zullen meer kinderen door elkaar werken en lopen. Er zal meer gevraagd worden van de flexibiliteit van de leerkracht. Maar kinderen zullen enthousiast zijn. Deze vorm van leren zullen de kinderen zich altijd herinneren.

 

 

Bronvermelding

Arendt, H. (2009). De menselijke conditie. Boom uitgevers.

Biesta, G. (2021). Door kunst onderwezen willen worden. ArtEZ Academia.

Deci, E. L., & Ryan, R. M. (2018). Self-determination theory: Basic psychological needs in motivation, development,

     and wellness. Guilford Publications.

Dewey, J. (1907). The school and society. University of Chicago Press.

Gardner, H. (1983). Frames of mind: The theory of multiple intelligences. Basic Books.

Lijster, T. (2021). Wat we gemeen hebben: Een filosofie van de publieke ruimte. Ten Have.

Masschelein, J. (2017). Liefde voor het vak: Leren van kunst, leren als kunst. Cultuurkuur.

Mieras, M. (2010). Ben ik dat? Wat hersenonderzoek vertelt over onszelf. Nieuw Amsterdam.

 

 

 

Mijn visie op kunsteducatie; essay

Met dit praktijkvoorbeeld zien we duidelijk het procesmatige karakter ervan. Hoe de verbinding tot stand komt met alle andere vakken die in een klas aan bod moeten komen.

In tegenstelling tot traditionele lesmethoden die zich richten op het eindproduct, benadrukt beeldende vorming het belang van het proces van creatie. Kinderen leren om met elkaar te overleggen, geduldig te zijn, te experimenteren, door te zetten en te reflecteren op hun werk.

Door ervaringsgericht hiermee bezig te zijn is er een verbinding met emoties en identiteit, evenals me de wereld om hen heen.

Tevens ontstaat er verbinding met hun eigen ervaringen, emoties en identiteit, evenals met de wereld om hen heen. Er wordt als het ware een brug geslagen tussen kind en maatschappij.

 

Gert Biesta zegt hierover; ‘Het echte educatieve werk, zoals ik zal betogen, is juist niet gelegen in het creëren van mogelijkheden voor kinderen en jongeren om zichzelf uit te drukken, maar gaat om het in dialoog brengen van kind en de wereld’ (Biesta, G, 2022. Door kunst onderwezen willen worden).

 

Ieder mens wil gezien, gehoord en serieus genomen worden. Dit geld natuurlijk hetzelfde voor kinderen. Elk kind (mens) wil ergens toe behoren, in een cultuur, klas, school, gezin, omgeving, dit is een menselijke behoefte. Dit is zelfs van cruciaal belang om tot leren te komen, je identiteit en je zelfbeeld te vormen. Om tot leren te komen heb je autonomie, competentie en verbondenheid nodig volgens de determinatietheorie van Deci en Ryan (Deci, E.L., & Ryan, R.M. 2018). Zij veronderstellen dat de intrinsieke motivatie van mensen afhankelijk is van de vervulling van genoemde 3 basisbehoeften.

  • Autonomie; het kind heeft de vrijheid om een activiteit naar eigen inzicht te kunnen uitvoeren en heeft invloed op wat hij/zij doet.
  • Gevoel van competentie; het vertrouwen dat het kind moet hebben in eigen kunnen.
  • Relatie, sociale verbondenheid; de verbondenheid met de omgeving, ofwel vertrouwen hebben in anderen en een positief pedagogisch klimaat. Kinderen moeten zich vrij voelen om vragen te stellen en niet bang zijn om fouten te maken.

Praktijkvoorbeeld; verhaal van Thomas

Thomas uit groep 8 komt vermoeid en enigszins boos de les beeldende vorming in, hij zegt luid: “het is vreselijk allemaal, ik ben moe in mijn hoofd, al dat toetsen en testen!”.

Hij ploft neer op de kruk en gooit zijn hoofd op zijn armen op de werktafel. Hij kijkt op en vervolgt: “ik wil geen Cito meer horen!, ik zou willen dat ik een test van jou kreeg, dat kan ik tenminste!”.

 

Ik vraag aan hem of hij écht een test wil van mij. Hij antwoord verrast blij met een ja!.

“Oké”, zeg ik, “dan krijg je aan het eind van de les een test van mij mee”.

Ik zoek verschillende materialen bij elkaar, doe deze in een zak.

Ik vraag of hij thuis verf, lijm, krijt, papier enz, heeft.

Wat hij thuis niet heeft doe ik ook in de zak.

 

Ik vertel hem de opdracht/test die hij van mij krijgt:

“alles wat in deze zak zit ga je gebruiken om

je werkstuk te maken, je geeft het ook een titel”.

Daarna neem je het werk weer mee naar school.

 

Als laatste vraag ik aan hem of hij nog iets nodig heeft.

Tevreden gaat hij met de spullen naar huis.

 

Een week later komt hij trots in de les.

Zijn werkstuk zet hij op tafel, de titel die hij er aan geeft:

 

     ‘de supersonische Thomas ruimte raket

                              die alles kan’

 

We bespreken het met de hele klas,

hij glundert terwijl hij vertelt hoe hij het gemaakt heeft,

zijn vader heeft ook meegewerkt.

Zijn klasgenoten kijken met bewondering,

hij krijgt veel complimenten.

Met trots zet hij het werk later in de aula zodat

meer kinderen er ook naar kunnen kijken.

Na een week neemt hij het weer voorzichtig

mee naar huis.

 

Zijn ouders vertellen later dat hij er thuis met veel plezier aan heeft gewerkt.

Ook zij hebben ervan genoten om hun zoon zo enthousiast bezig te zien.

Zijn welbevinden heeft hier een boost gekregen.

 

Dit voorbeeld laat ons zien dat de vervelende ervaring van Thomas over het testen van de Cito-toets omgezet is in een succeservaring over het fenomeen testen voor hem. Tevens is er een verbinding gelegd tussen school en thuis, hij heeft immers met vader samengewerkt. In alle opzichten is het welbevinden vergroot en is hij een mooi voorbeeld geweest voor zijn klasgenoten.

 

Een praktijkvoorbeeld; elk kind een eigen plek in het werkproces

Opdracht: maak een constructie van dun karton, werk samen in groepjes, zorg ervoor dat je constructie stevig is straks voor de expositie, bedenk een naam/titel voor het werk. 

 

Tijdens het werken moeten de kinderen overleggen, ideeën en technieken uitwisselen en samenwerken om tot een groepswerk te komen, samen problemen oplossen.

Praktijkvoorbeeld; grootschalig project met álle klassen

We gaan op kamp, met álle klassen, naar de ‘bergen’ van Co in België.

In de les beeldende vorming bouwen we bergen, elke groep kiest hoe groot ze moeten worden. Kippengaas en papier-maché, de andere groep pakt het iets kleiner aan met schuimrubber of dik karton. Elke groep overlegt hoe ze het gaan aanpakken.

 

Tijdens het werken komen de gesprekken al op gang; waar moeten de bomen komen, waar is de boomgrens? Er moeten kabelbanen komen en rivierstromen, waar komt de stuwdam en hoe werkt dat eigenlijk? Op welke continenten zijn er allemaal bergen, hoe hoog zijn ze en hoe komen die verschillen? Alle vakken komen aan bod, de leerkrachten verbreden de leerstof waar de groep aan toe is. Uiteindelijk ontstaan in elke klas bergen. Aan het eind van het project gaan de kinderen bij elkaar kijken hoe iedereen het gemaakt heeft. Vele vragen  worden gesteld, uitleg wordt door de kinderen zelf gegeven.

Thomas test
essay berg
essay 1

Een expositie is het sluitstuk van wekenlang hard samen werken, uitnodigingen worden gemaakt, ouders en familie worden uitgenodigd.

Kunst maken is een goede manier om te praten over.

Dewey, J. (1934). Art as Experience.

   Dewey ziet kunst als een ervaring die mensen in staat stelt om hun gedachten en

      gevoelens te delen en een dialoog aan te gaan over gedeelde ervaringen.

 

Kunst maken lokt reacties uit, maakt je aan het lachen

of maakt dat je serieus over dingen na gaat denken.

 

Kunst maken is een manier om in contact te komen met jezelf,

de ander en de maatschappij.

 In Art as Experience bespreekt John Dewey hoe kunst niet alleen   een persoonlijke ervaring is, maar ook een sociaal proces. Hij benadrukt dat kunst een manier is om verbinding te maken met anderen en met de samenleving.

 

gesprek kunst skopje

National Galerie Skopje, miniresidentie november 2024

In gesprek met basisschoolleerlingen tijdens een workshop naar aanleiding van de expositie van Beni Ibrahim.

Het gesprek ging over het kunstwerk: waarom het is gemaakt, wat de titel Nest voor hen oproept, enz. Het gesprek vervolgde met een herinnering van de leerlingen aan een nest dat ze ooit samen hadden gevonden, met een grote vogel die om hen heen vloog.