Ik vind het belangrijk om 'culturele sensitiviteit' op deze aparte pagina een plek te geven.
De kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS) vormen een minderheidsgroep in onze samenleving.
Daarnaast heeft 74% van de kinderen op de Taalbrug Junior een migratieachtergrond.
Voor mij is het essentieel om met een open en sensitieve houding naar de kinderen en hun gezinnen te kijken.
Zo kan ik beter inspelen op hun behoeften en een brug slaan tussen school en thuis.
Ik wil niet alleen oog hebben voor hun taalontwikkeling, maar ook voor hun achtergrond, ervaringen en identiteit.
En hoe zit het met mijn eigen culturele sensitiviteit?
Wanneer tijdens het beeldend werken landen ter sprake komen, zijn de kinderen geïnteresseerd in de vlaggen. Ze laten elkaar op het digibord dan de vlag van 'hun' land zien, die ze vervolgens vaak verwerken in hun eigen werk.
Er ontstaan gesprekjes over de taal die thuis wordt gesproken. Het digibord en Google Vertalen, dat woorden en zinnen ook uitspreekt, bieden dan een mooie ingang om elkaars thuistaal te horen.
Illiass El Hadioui pleit voor een schoolklimaat dat cultureel sensitief is en waarin leraren de complexe identiteitsvorming van jongeren beter begrijpen en begeleiden.
Een tweetal van mijn vele inspiratiebronnen; Iliass El Hadioui en Piet Van Avermaat aan het woord over het belang van culturele sensitiviteit.
Piet Van Avermaet, geeft uitleg aan de hand van zijn onderzoek in Gent over de belangrijkheid van meertaligheid in het onderwijs.
Ik doe de IDI test in nov. 2024. Deze is gebaseerd op het ontwikkelingsmodel van Milton Bennet; interculturele gevoeligheid en meet hoe iemand culturele verschillen ervaart.
Uit de test komt dat ik mezelf overschat in mijn interculturele sensitiviteit.
Milton Bennet;
Ontwikkelingsmodel van interculturele sensitiviteit (1986)
Door deze test en het boek van Frank Westerman word ik nog meer doordrongen van het feit hoe belangrijk het is dat een mens een eigen thuis heeft, een thuis mag hebben, gezien wordt, waar men zich ook bevindt.
Dit doet mij beseffen hoe belangrijk mijn onderzoek is, een kind 'zien' in zijn/haar/hen totaliteit, binnen de brede context van school, thuis en maatschappij.