Inleiding: In de forensische psychiatrie worden mensen geconfronteerd met existentiële thema’s zoals schuld, betekenis, relaties en herstel. Patiënten ervaren deze vragen vaak als belangrijk en stellen het op prijs als hulpverleners hierover met hen in gesprek gaan. Toch worden deze gesprekken lang niet altijd gevoerd. Hoe komt dat? En wat betekent dit voor professionals die werken in deze context?
Wat zijn levensvragen in de forensische zorg?
Levensvragen raken aan zingeving. Volgens psychiaters en onderzoekers Hoenders en Braam (2020) is zingeving een belangrijk domein in de psychiatrie, ook bij ernstige psychische aandoeningen en crisissituaties. Toch blijkt dat onderwerpen als zingeving vaak worden vermeden, omdat ze als lastig of ongemakkelijk worden ervaren. Integratie van levensvragen in de behandeling wordt aanbevolen, zo beschrijven Hoenders en Braam dit in het vaktijdschrift voor psychiatrie. (2020, p. 957)
Spelers van Theater Buiten de Muren (patiënten van de Van der Hoevenkliniek) delen dat ze hun levensvragen goed bespreken met hulpverleners, mits er voldoende aandacht en oordeelloosheid is. Dus zoals Hoenders en Braam (2020) benoemen niet te veel vermijding of oordelen hierbij ontstaat door de hulpverlener. Zonder die voorwaarden trekken patienten zich terug.
"Wanneer iemand mijn levensvraag gek vindt, dan houd ik op met praten." (Peter, speler & patiënt)
De praktijk van hulpverleners: kansen en handelingsverlegenheid
In forensische instellingen en gevangenissen spelen levensvragen vaak een rol in kwetsbare situaties. Psychiater Pepijn[1] vertelt dat hij regelmatig wordt ingeschakeld bij suïcidale patienten in separeercellen. Wat hem opvalt is dat collega’s snel de verantwoordelijkheid overdragen, terwijl patiënten zich juist al toevertrouwd hebben aan hen. In zulke kwetsbare situaties ervaren veel zorgverleners dus handelingsverlegenheid, een gevoel van onzekerheid of ongemak, waardoor zij de verantwoordelijkheid snel overdragen aan anderen.
Sociotherapeut Lucia van der Klugt ziet het thema toekomst als belangrijk. Zij benadrukt hoe waardevol het is om met patiënten te spreken over wie ze willen worden in de toekomst na hun behandeling, los van praktische beperkingen.
"Wat is voor mij van betekenis, in mijn toekomst en mijn opleiding? Die vraag houdt mij bezig." (Nouri, speler & patiënt)
Levensvragen over de toekomst komen ook opvallend terug in de repetities met mijn spelers. Zo deelt muzikant Joris het gebrek aan toekomstperspectief, wat hij voelt. Speler Nouri deelt juist de hoop op een mogelijk beter toekomstperspectief.
Hulpverlener Anita Vrieling belicht een ander perspectief op de moed van jonge hulpverleners. Zij prijst jonge collega’s die betekenisvolle gesprekken durven aan te gaan over onderwerpen als suicidaliteit. En Anita ziet deze gesprekken ook vaak in de praktijk gebeuren. Volgens haar toont dat doortastendheid, waar de literatuur (Cusveller, 2018) juist spreekt over handelingsverlegenheid bij beginnende hulpverleners (p.23), ziet zij dus juist de doortastendheid.
De ervaringen van patiënten en hulpverleners laten zien dat gesprekken over zingeving zowel als waardevol als complex worden ervaren. Er is niet één beeld: sommige hulpverleners vermijden het onderwerp, anderen zoeken het juist op.
Docenten van Hogeschool Utrecht en Rotterdam herkennen het belang van levensvragen, maar ook de worsteling van studenten en beginnende hulpverleners.
Edwin Hagenbeek (Hogeschool Utrecht) werkte jarenlang in de forensische praktijk en benadrukt dat levensvragen er dagelijks zijn, vooral rond het thema relaties. Volgens hem voelen beginnende hulpverleners handelingsverlegenheid, zoals ook in de theorie van Cusveller (2019), omdat ze nog met hun eigen levensvragen bezig zijn. Reflectie en supervisie zijn daarom essentieel.
Cindy Isla-Ebben is als docent en onderzoeker gespecialiseerd in het forensische werkveld binnen Hogeschool Rotterdam. Zij ziet dat beginenende hulpverleners onzeker zijn. Ze vrezen iets verkeerds te zeggen of een antwoord te krijgen waarop ze niet weten te reageren. Tegelijkertijd is er volgens haar in de zorgcultuur weinig tijd voor echte gesprekken over levensvragen.
"Wij weten wel wat goed voor jou is, terwijl je geen idee hebt wat voor een ander zingevend is." (Cindy Isla-Ebben, Hogeschool Rotterdam, coördinator van de minor: Werken in het gedwongen kader)
Corstin Dieterich is eveneens verbonden aan Hogeschool Rotterdam als docent binnen de forensische lessen. Zijn achtergrond ligt in de filosofie, en hij houdt zich intensief bezig met de supervisie van studenten en ethische vraagstukken. Hij licht toe waarom zingevende gesprekken in de forensische zorg vaak een uitdaging vormen. Volgens Dieterich heb je in een gedwongen zorgcontext altijd te maken met regels en dwang. Hierdoor ontstaat er vaak een normatief taalgebruik bij hulpverleners. Daarmee bedoelt hij uitspraken waarbij normen en waarden in doorklinken. Hulpverlener kunnen soms onbedoeld dit soort taal gebruiken. Daarbij kun je denken aan een uitspraak als: 'Je moet eerst aan jezelf werken voordat je een relatie kunt krijgen'. Dat zorgt voor een blijvend spanningsveld, wat gesprekken over levensvragen rond relaties complex maakt.
Handelingsverlegenheid beschouwt Dieterich als een onhandige manier om om te gaan met de complexiteit van de levensvragen van een ander. Volgens hem is het essentieel dat studenten (en hulpverleners) erkennen dat zulke gesprekken ongemak kunnen oproepen. Dat leerproces kost veel tijd en is geen afvinklijst. Daarnaast ziet Dieterich een belemmering in de ideologie van de zorg en zelfs binnen de bredere samenleving.
"Ik ben een klein beetje pessimistisch of we dit alle studenten kunnen aanleren binnen de opleiding. Maar we moeten natuurlijk altijd de poging wagen." (Corstin Dieterich, docent Hogeschool Rotterdam)
Docent Martine Ten Hoopen ziet binnen de forensische lessen op Hogeschool Rotterdam veel aandacht voor zingeving. Toch sluit de praktijk niet altijd aan. Tijdsdruk speelt daarin een grote rol, net als onzekerheid bij beginnende hulpverleners.
"Dit soort vragen vragen juist om tijd te nemen en stil te staan." (Martine ten Hoopen,coördinator minor: Werken in het gedwongen kader, docent Hogeschool Rotterdam)
(Tussen)Conclusie
Ik wilde weten: Welke plek nemen levensvragen in binnen de praktijk van (beginnende) hulpverleners (in forensische zorg) en welke rol speelt handelingsverlegenheid hierin?
Ik kan op basis van de verzamelde verhalen van hulpverleners, docenten en patienten concluderen dat
- Gesprekken over levensvragen zijn in de forensische zorg veel aanwezig:
Binnen de praktijk van de forensische zorg komen hulpverleners vaak in aanraking met gesprekken over levensvragen. Hulpverleners ervaren echter verschillende niveaus van complexiteit als het gaat om het aangaan van deze gesprekken.
- Het belang van oprechte aandacht en oordeelloosheid:
Patiënten binnen de theatergroep benoemen het belang van oprechte aandacht en oordeelloosheid in deze gesprekken. Zij beschouwen zingeving als een belangrijk domein en stellen het op prijs wanneer hulpverleners hierover met hen in gesprek gaan.
- Aandacht voor ethiek en zingeving binnen de opleiding:
Hogeschooldocenten Corstin Dieterich, Cindy Isla-Ebben, Martine Ten Hoopen en Edwin Hagenbeek bevestigen dat er op diverse momenten aandacht is voor ethiek en zingeving binnen de opleiding.
- Waarschuwing voor ‘afvinklijst’ benadering:
Tegelijkertijd waarschuwen hulpverleners, docenten en patienten dat dit geen ‘afvinklijst’ mag zijn. De aandacht voor dit thema vereist reflectie, levens-, stage- of werkervaring, en vraagt om bewustzijn en voorwaarden om het in de praktijk daadwerkelijk uit te voeren.
Artistieke verwerking: Voor mijn script gebruik ik deze inzichten als artistiek materiaal. Zo schreef ik, op basis van het verhaal van Pepijn, bovenstaande scène waarin een psychiater zich zeker voelt in zijn rol, maar uit het veld geslagen wordt wanneer een collega vertelt over zijn suïcidepoging. Dit is gebasseerd op een waargebeurd verhaal. In het spel werk ik met contrast en wrange humor om het ongemak tastbaar te maken. In het nagesprek met het publiek is het doel om te bespreken dat ook ervaren hulpverleners soms ongemak kennen, maar hiermee om (kunnen) leren gaan.
Daarnaast neem ik het tijdsgebrek mee, dat herhaaldelijk wordt genoemd door hulpverleners en docenten. Dit is verwerkt in de scène De zoveelste hulpverlener. Deze kun je uitgebreid bekijken in het script bij het hoofdstuk Maakproces en Voorstelling. Samen met mijn theatercollega Petra van den Brand heb ik aan de spelers gevraagd of zij het tijdsgebrek herkennen bij hulpverleners. Dit beaamden zij sterk. Zij voegden zelfs toe dat zij in hun jarenlange behandeling continu nieuwe gezichten zien die in korte tijd veel persoonlijke gesprekken willen voeren, zonder goed na te gaan hoe dit voor de patiënt voelt.
Daarnaast neem ik mijn artistieke vragen mee: Hoe verbeeld je schaamte over een levensvraag? Hoe laat je zien wat er niét gezegd wordt? Hierin wil ik ook gaan samenwerken met specifiek de muzikanten. Want juist muziek kan hierin ondersteunen bij stil spel.
Keuzemoment werken met spelers uit de forensische zorg
Ten tijden van het interviewen van bovenstaande hulpverleners ben ik in de zomer van 2024 ook gestart met mijn theaterrepetities met spelers van Theater buiten de Muren. Dat zijn ervaren theaterspelers uit de theaterlessen van mii en mijn collega binnen de Van der Hoevenkliniek.
- Ik kies bewust voor het werken met spelers die zelf patiënt zijn (geweest) in de forensische zorg en theatrale training hebben gevolgd bij mij en mijn collega.
Hun deelname brengt mogelijk niet alleen een unieke authenticiteit in de voorstelling, maar ook een gelaagdheid die voor het publiek, bestaande uit lerende studenten en (aankomend) hulpverleners, van grote waarde is. Deze spelers dragen hun ervaringen niet als rol, maar als herinnering, als lijfelijke kennis. Hun woorden hebben een echtheid die je niet kunt regisseren.
Daarnaast biedt het publiek een ongefilterd perspectief: wat doet het met iemand als je levensvragen wél of juist niet worden gehoord? Hoe voelt het als de blik van een hulpverlener oordeelt, of juist ruimte geeft? De spelers maken invoelbaar wat in lesboeken abstract blijft. Ze openen de ruimte voor kwetsbaarheid, voor ongemak, én voor inzicht. Zo ontstaat er op het toneel een leeromgeving waarin theorie, praktijk en ervaring samenkomen.
Het theater wordt dan geen nagespeelde werkelijkheid, maar een gedeeld moment van ontmoeting.
Deze verhalen en perspectieven van hulpverleners, patiënten (en uit het eerste hoofdstuk ook van studenten) vormen het kloppend hart van mijn theateronderzoek. Ik onderzoek hoe existentiële vragen tot leven komen in de forensische praktijk, en hoe je die verhalen, stilte, twijfel en betekenis voelbaar kunt maken op het toneel.
Daarnaast maak ik nog een tweede keuze.
- Ik wil een aansluitende korte workshop na de voorstelling geven waarin studenten zelf met het thema van de voorstelling aan de slag gaan.
Ik kies hiervoor omdat ik niet alleen wil onderzoeken hoe studenten de voorstelling als toeschouwer beleven, maar ook hoe hun betrokkenheid verandert wanneer zij zélf handelend worden uitgedaagd rondom levensvragen. Theater biedt immers niet alleen een ruimte om te kijken en te reflecteren, maar ook om te ervaren, te verkennen en te verwoorden.
Bovendien sluit deze werkwijze aan bij het idee dat leren en ontwikkelen rondom levensvragen gebaat is bij meer dan alleen cognitieve reflectie. Actief theater maken kan studenten uit hun comfortzone halen en ruimte bieden voor nieuwe perspectieven op existentiële onzekerheden.
Tijdens het repetitieproces werk ik aan het ontwerpen van een passende theateropdracht van 45 minuten die aansluit bij de voorstelling en het thema. Zo kan ik de impact van zowel het kijken als het actief participeren in het onderzoek meenemen.
Vervolgstap: Daarnaast brengt mij dit tot mijn derde deelvraag: Wat zijn succesvolle ingredienten om een theatervoorstelling te maken over levensvragen in de forensische zorg voor (toekomstige) hulpverleners?
Voor nu ga ik mijn voorstelling afronden als regisseur. Ik heb afgesproken om deze te spelen voor Hogeschool Utrecht (keuzevak: Forensische Zorg) en Hogeschool Rotterdam (minor: Werken in het gedwongen kader).
Ik wil graag onderzoeken hoe de voorstelling ontvangen wordt door het publiek van studenten en docenten, en wat zij eraan (kunnen) hebben in hun leer- en werkpraktijk. Hierover kun je meer lezen bij hoofdstuk: Krachten van theater bij levensvragen.
Methode: Om deze deelvraag te beantwoorden, gebruik ik drie bronnen:
- Verhalen van hulpverleners uit de forensische praktijk, zoals psychiaters, sociotherapeuten en verpleegkundigen.
- Visies van docenten van Hogeschool Utrecht en Rotterdam over hoe studenten omgaan met levensvragen in de opleiding en op stage.
- Verhalen van spelers/patiënten uit de Van der Hoevenkliniek die tijdens de repetities hun eigen levensvragen delen.
De verzamelde inzichten neem ik niet alleen beschouwend mee, maar ook als bouwstenen voor het script. Want hoe verbeeld je schaamte over het delen van levensvraag? Hoe laat je zien wat er níét gezegd wordt? Dit hoofdstuk is daarmee zowel onderzoek als artistiek materiaal: een zoektocht naar hoe levensvragen in hun kwetsbaarheid, spanning en stilte een plek kunnen krijgen op het toneel.
De praktijk als tegenkleur
In mijn vorige hoofdstuk Spelen met ongemak onderzocht ik levensvragen vanuit het perspectief van de student. Maar als theatermaker ben ik ook nieuwsgierig naar de realiteit van de werkvloer. Hoe kijken ervaren hulpverleners naar existentiële levensvragen? Wat gebeurt er als je hun perspectief tegenover dat van de student zet? En welke geluiden klinken er van forensische patienten zelf? Daarom richt ik mij nu op deelvraag 2: Welke plek nemen levensvragen in binnen de praktijk van (beginnende) hulpverleners (in forensische zorg) en welke rol speelt handelingsverlegenheid hierin?
Voor mijn script zoek ik namelijk naar die meerstemmigheid. Juist het thema levensvragen vraagt om persoonlijke kleuringen – om tegenkleuren. Daarom ontwikkelde ik scènes op basis van gesprekken uit de forensische praktijk, zoals die met een psychiater die kwetsbaarheid toont in crisissituaties. In de scène geef ik dat artistiek vorm met contrast en wrange humor, bijvoorbeeld wanneer het personage van de psychiater blijft fantaseren over een vakantie die nooit heeft plaatsgevonden (zie scène hierboven).
🎭 Scène: Levensvragen — Psychiater
(Muziek: overgang met zachte pianoklanken. Speler Jeroen komt op in de rol van psychiater.)
Jeroen
(monoloog naar publiek)
Ik volgde jaren geleden de opleiding tot psychiater. Al snel werd ik in de forensische zorg “gedropt”. Ik weet nog dat ik me bij de zoveelste melding van intoxicatie en zelfbeschadiging afvroeg:
"What am I gonna do?"
Mensen worstelen met het leven. Met lood in de schoenen liep ik erop af.
Maar inmiddels weet ik beter:
Straal rust uit. Luister oprecht.
Creëer een vertrouwensband.
Ik voel me nu zeker in mijn rol.
(Pauze. Dan:)
Toch stond ook ík laatst met mijn mond vol tanden.
(Collega Clarence komt op. Jeroen richt zich weer tot het publiek.)
Jeroen
Ik zag een oud-collega, lang niet gezien. Vakantie natuurlijk!
(Draait zich naar Clarence)
Clarence! Jij bent lang weggeweest! Azië zeker?
Een treinvakantie door Europa?
Of... toch keihard partyen op Ibiza?
Clarence
Nou... ik was thuis. Het ging... niet zo goed.
Om eerlijk te zijn: slecht.
Ik heb een suicidepoging gedaan.
Ik ben opgenomen.
Jeroen (naar publiek)
Ik weet even niet wat ik moet zeggen...
(Dan naar Clarence, voorzichtig)
Als je er ooit over wilt praten... ik ben er.
Clarence
Fijn dat je dat zegt... ik—
(Ze lopen samen al pratend af.)
🎤 Theatermakers Eva & Petra — Interactie met het publiek:
-
Hoe leer je omgaan met levensvragen tijdens je werk of stage?
-
Welke rol spelen collega’s daarin?
Wil je meer weten over het repetitieproces? Of ben je nieuwsgierig geworden naar het script na het lezen van de twee hoofdstukken Spelen met ongemak en De praktijk zoekt de spots op?
- Neem dan een kijkje bij het hoofdstuk De voorstelling en het maakproces.
- Of bekijk hieronder alvast fragmenten uit de theaterrepetities of het script.
Uiteraard kun je ook direct doorgaan naar het volgende hoofdstuk: Krachten van theater bij levensvragen.