WELKOM

''Je kunt praten over het thema ‘Wat is voor mij van betekenis’, maar door het zien van de theaterscènes krijg ik een spiegel voor. De spelers spelen zo aandachtig, ik raak betrokken”[1]  (Student Hogeschool Utrecht, 2023)


Aanleiding en mijn motivatie

Als theaterdocent en docent communicatieve vaardigheden bij de opleidingen Verpleegkunde en Social Work aan de Hogeschool Utrecht zie ik keer op keer hoe studenten geraakt worden wanneer levensvragen op tafel komen. Zowel in mijn lessen als in het werkveld merk ik hoeveel moeite het kan kosten om met zulke vragen om te gaan. Vragen als: Wat heeft mijn leven nog voor zin? of Hoe kan ik een goede vader zijn voor mijn dochter? Vragen die geen simpel antwoord hebben, maar die wel vragen om nabijheid, aandacht en de durf om écht te luisteren.

Mijn motivatie voor dit onderzoek begint bij het verlangen om studenten te helpen zich te leren verhouden tot levensvragen. Ik wil onderzoeken hoe theater aankomende hulpverleners kan ondersteunen bij het omgaan met de levensvragen van patiënten, door samen te oefenen, te voelen en te reflecteren.

Dat verlangen werd versterkt tijdens een workshop die ik in november 2023 gaf aan verpleegkundestudenten. Een student deelde een aangrijpend persoonlijk verhaal. Andere studenten sloten zich spelenderwijs aan in het spel. Ik zag hoe ze geraakt werden, hoe ze met oprechte aandacht en respect meebewogen. Daar werd voor mij het zaadje geplant: theater kan een ingang zijn tot gesprekken die anders niet gevoerd worden.

Die ervaring raakte aan wat ik ook zie in mijn werk binnen de forensische zorg, bij de Van der Hoevenkliniek. Daar werk ik met patiënten die intensief behandeld worden en vaak worstelen met diepe, existentiële vragen. Tijdens theaterlessen stellen zij soms vragen als: Waarom leef ik eigenlijk nog? of Wat betekent het om vader te zijn, als ik al jaren geen contact meer heb met mijn kind? Zulke vragen verdwijnen niet na de les. De verpleegkundige of sociotherapeut is degene die daarna bij de patiënt blijft. Hoe geef je als zorgverlener ruimte aan deze levensvragen, zonder dat je meteen met een oplossing komt?

Ook in het onderwijs merk ik dat studenten hier onzeker over zijn. Ze willen het goed doen, maar zijn bang iets verkeerds te zeggen. Sommigen richten zich vooral op gesprekstechnieken en vergeten hun eigen aanwezigheid in het contact. Wat mij opvalt (en wat ook collega-docenten benoemen) is dat studenten wel degelijk de gevoeligheid hebben om met deze vragen om te gaan, maar dat ze vaak te weinig oefening of houvast ervaren.

Daarom wil ik in dit onderzoek verkennen hoe theatereducatie kan bijdragen aan het leerproces van hulpverleners in opleiding in het omgaan met levensvragen, specifiek binnen de forensische zorg. Theater biedt een ruimte waarin studenten niet alleen kunnen praten, maar ook kunnen ervaren, spelen en voelen. Het maakt datgene wat lastig onder woorden te brengen is, zichtbaar en voelbaar.

Het Canadese onderzoek van Twilla en Mark Welch (2008) bevestigt dit: zij laten zien hoe theater bijdraagt aan de ontwikkeling van zorgprofessionals, juist in het omgaan met zingevingsvraagstukken. Niet alleen door informatie over te dragen, maar door het lichaam, het gevoel en het moment mee te laten spreken.

Deze gedachtegang is dus niet nieuw, maar is nog niet specifiek bekeken vanuit arts-based research binnen hbo-opleidingen Verpleegkunde of Social Work, met als focus het omgaan met levensvragen van patiënten in de forensische zorg via theatereducatie.

Mijn doel is om met dit onderzoek bij te dragen aan onderwijs dat studenten ondersteunt in de complexe omgang met levensvragen binnen de (forensische) zorg. Onderwijs waarin kunst en zorg elkaar ontmoeten, en waarin ook het niet-weten een plek mag hebben.


[1] Een zaadje voor dit onderzoeksvoorstel werd geplant tijdens een theaterworkshop die ik in november 2023 gaf op de Hogeschool Utrecht. Tijdens deze workshop deelde een student Verpleegkunde een betekenisvolle levensgebeurtenis. Medestudenten sloten zich aan in het spel rondom dit verhaal. Ik zag hoe studenten met aandacht en respect reageerden op de levensvragen van de ander. Deze ervaring wekte mijn interesse om te onderzoeken hoe theater een rol kan spelen bij het leren omgaan met de levensvragen van patiënten door aankomende hulpverleners.

 


(….)

Men moet geduld hebben

Met onopgeloste zaken in het hart

En proberen de vragen zelf te koesteren

Als gesloten kamers

En als boeken

Die in een zeer vreemde taal geschreven zijn.

Het komt erop aan alles te leven.

Als je de vragen leeft,

Leef je misschien langzaam maar zeker,

Zonder het te merken,

Op een goede dag

Het antwoord in.

 

-Rainer Maria Rilke (1875-1926)- (Brieven aan een jonge dichter)

Het verhaal achter de schermen

Tekening: wat toon ik aan anderen en wat begon achter de schermen

Mijn persoonlijke kijk op het gedicht van Rainer Maria Rilke en het onderwerp levensvragen. (Druk op de audio)

Deze foto hangt met een magneet op mijn dampkap in de keuken.  Mijn oma staat in het midden op de foto. Het is net na de tweede wereldoorlog in een theater in Den Haag. Mijn oma had ook een passie in theater. Zij herinnert mij eraan altijd vanuit je interesse en nieuwsgierigheid te handelen.

Wie ben ik als mens? Wie ben ik als theatermaker?

 

Een docent van de theateracademie zei ooit tegen mij: “Eva, als je over jezelf praat, kun je wat afstandelijk overkomen. Maar zodra je werkt of over je werk spreekt, ben je er ineens helemaal. Je passie en persoonlijkheid worden dan zichtbaar. Je hoeft dat niet te veranderen, maar wees je ervan bewust.”

 

Die opmerking is mij bijgebleven. Over mezelf praten voelt snel te persoonlijk, te veel. Ik ben niet opgevoed om mezelf op de voorgrond te zetten. Aandacht hoort je eerlijk te verdelen.

 

Toch sta ik vaak op het podium. Ik speel, geef les, leid voorstellingen. In mijn werk laat ik wél zien wat ik vind en voel. Theater is mijn manier om me uit te spreken, zonder dat het “over mij” hoeft te gaan.

 

En tegelijk besef ik: wie ik ben, is wél relevant. Zeker als ik wil uitleggen waarom ik beweeg tussen het hbo-zorgonderwijs en de forensische kliniek. Waarom ik als docent en theatermaker op beide plekken werk.

 

Daarom neem ik je graag mee in mijn dagelijkse wereld. Om te laten zien waar mijn fascinatie voor levensvragen vandaan komt, en waarom ik deze wil onderzoeken – juist op het snijvlak van zorg en kunst.

 

 

 

Wie ben ik als  theatermaker? Een brug tussen twee werelden

Ik werk in twee verschillende werelden. Als docent communicatieve vaardigheden en theatermaken binnen de hbo-opleidingen Verpleegkunde en Social Work aan de Hogeschool Utrecht. En als theatermaker en -docent binnen een forensische tbs-kliniek. Twee omgevingen die op papier misschien ver uit elkaar liggen, maar die in mijn dagelijks werk en denken nauw met elkaar verbonden zijn.

Die verbinding zit voor mij in de kracht van het menselijke contact en het zoeken naar betekenis. In beide werkvelden zie ik hoe levensvragen steeds opnieuw opduiken: bij studenten, bij patiënten, bij mezelf. Vragen als: Wat doet ertoe? Waar leef ik voor? Wie ben ik nog na alles wat er gebeurd is? En telkens weer zie ik hoe ingewikkeld het is om deze vragen ruimte te geven, zeker in een professionele zorgcontext. Juist daarom wil ik onderzoeken hoe theater studenten kan helpen om met meer openheid en lef te leren omgaan met deze vragen.

De wortels: verliefd op theater

Mijn liefde voor theater ontstond al vroeg. Als klein meisje maakte ik thuis goochelshows en toneelstukjes. Op de basisschool bedacht ik acts voor de klas en genoot van elk moment op het podium. Samen met mijn oma trad ik op in verzorgingshuizen – misschien is daar wel het eerste zaadje geplant tussen kunst en zorg.

Theater was mijn speelruimte, mijn manier om te verbinden, te uiten, en mijn blik op de wereld vorm te geven. Op de jeugdtheaterschool ontdekte ik hoe je in spel ook echt contact kunt maken – met jezelf én met anderen. Theater werd voor mij een plek waar alles mocht bestaan: verdriet, schoonheid, absurditeit en hoop. Die liefde is nooit weggegaan.


Van journalistiek naar psychiatrie naar theater

Na de havo begon ik aan de opleiding journalistiek, omdat ik hield van verhalen en vragen stellen. Maar de cultuur van de opleiding paste niet bij mij, dus stapte ik over naar Social Work. Daar vond ik mijn fascinatie voor de psychiatrie – mensen die leven met kwetsbaarheid én kracht.

Toch bleef theater trekken. Ik volgde een theaterminor, deed community art-projecten en voelde: dit is waar mijn hart ligt. Na vijf jaar studeren was het geld op, maar ik besloot toch de theateracademie te doen. Overdag studeerde ik, in het weekend werkte ik in de psychiatrie – dankzij mijn Social Work-diploma. Dat werk, met zoveel echte, soms rauwe menselijkheid, heeft mijn blik blijvend gevormd.


Werken in de forensische zorg als theatermaker

Na mijn afstuderen werkte ik als zzp’er in jeugdtheater en bij theaterclubs. Maar het lot trok mij terug naar de zorg, dit keer als theatermaker. Ik ontdekte een tbs-kliniek waar kunsteducatie echt een plek kreeg – uniek in Nederland. Inmiddels werk ik er al ruim tien jaar en heb ik sinds drie jaar met mijn theater collega binnen de stichting een eigen onderneming opgezet: Theater Buiten de Muren.

In de tbs werk ik met mensen die grote fouten maakten, maar die ook zoeken naar herstel, betekenis en soms zelfs hoop. Levensvragen zijn nooit ver weg. Wat betekent het om opnieuw contact te maken, iets van jezelf te laten zien, trots te mogen voelen, of gewoon even plezier te hebben? In de repetitieruimte komen pijn, humor en verlangen allemaal samen.

Een scène over familie kan zomaar uitmonden in een stil moment vol herinnering. Of iemand zegt na het repeteren: “Ik weet niet of ik mijn dochter ooit nog zie, maar in dat stuk voelde ik haar dichtbij.” Dat zijn voor mij geen 'bijvangsten', dat is precies waar het om draait: ruimte maken voor wat er leeft.


Onderwijs: nabijheid, nieuwsgierigheid en verbeelding

In het hbo geef ik theatermaken bij Social Work en communicatieve vaardigheden bij Verpleegkunde. Mijn lessen draaien om contact. Niet alleen technisch kunnen communiceren, maar ook durven stilstaan bij wat je zelf voelt, denkt en meebrengt. Theater is daarbij mijn werkvorm.

Ik zie hoe studenten geraakt worden door elkaars verhalen. Hoe ze proberen te navigeren tussen empathie en professioneel handelen. En hoe moeilijk het soms is om ruimte te geven aan levensvragen. Velen willen 'het goed doen'. Maar levensvragen vragen niet om een goed antwoord, ze vragen om aanwezigheid, nieuwsgierigheid en soms gewoon samen uithouden.

Ik zie hoe waardevol het is als studenten kunnen oefenen met die ongemakkelijkheid. En hoe theater hen daarin kan begeleiden. Niet om te spelen dat je iemand bent, maar om via spel dichter bij jezelf te komen.


Wat mij drijft

Ik houd van humor, maar ook van de grote vragen. Ik ben nieuwsgierig naar mensen, hun motieven, hun zwijgen. Ik werk graag met groepen.

In de tbs-kliniek werk ik niet als behandelaar, maar als maker. Toch raken mijn lessen aan thema’s als schuld, herstel, hoop, betekenis. En ook al voelt het voor mij soms als vanzelfsprekend, ik weet dat het bijzonder is voor anderen. En dat het iets zegt over mijn manier van kijken: filosofisch, doorvragend, zoekend, maar ook warm en met vertrouwen in het moment.

Wat mij drijft, is de overtuiging dat we via verbeelding nieuwe ruimte kunnen maken – juist daar waar het leven vast lijkt te zitten. Dat geldt voor mijn studenten, maar ook voor mijn spelers in de kliniek. Theater biedt de mogelijkheid om jezelf en de ander opnieuw te zien, in een gedeelde verbeelding.


Onderzoek als brug

Met dit onderzoek wil ik mijn twee werelden samenbrengen. Ik zie in beide werkvelden een worsteling én een verlangen om met levensvragen om te gaan. Mijn fascinatie voor deze vragen en voor de rol van theater hierin, verbindt mijn werk en mijn drijfveren.

Als bruggenbouwer kijk ik graag over de schutting. Ik verbind onderwijs met praktijk, kunst met zorg, jongeren met volwassenen, ratio met gevoel. Ik houd van grote, complexe projecten waarin iets wezenlijks op het spel staat. En dit onderzoek is voor mij precies dat: een poging om via theater ruimte te creëren voor het echte gesprek, daar waar het spannend wordt.


 

 

De film Sing Sing (2023) geregisseerd door Greg Kwedar en Clint Bentley & Kwedar toont hoe een theatermaker werkt in een gevangenis. Deze film heb ik laatst met mijn twee theatercollega's gezien. Ondanks de verschillen (de film speelt zich af in Amerika en ik werk niet in een gevangenis) zijn er ook erg veel overeenkomsten. Het ambachtelijk werken met theater in een gesloten setting met mensen die uit de gevangenis komen en nu verblijven in een tbs kliniek. Maar vooral hoe deelnemers aan de theater repetities zichzelf opladen, vrienden maken, geconfronteerd worden met zichzelf en hun verlangens en keihard werken naar een moment van trots en prestatie.

Scene: working on what we don't know | Foto van persoonlijke repetitie | fotograaf Jurgen Bruckner