Vervolgstap

Kritische noot

In mijn urgentie en relevantie is te lezen hoe het doelgerichte karakter van het onderwijs voor mij de magie uit het lesgeven haalt. Ik ben er van overtuigd dat als je die doelen een beetje los durft te laten, er hele mooie en leerzame momenten ontstaan. Want niet alles wat een mens in het leven leert, is te vangen in een doel. Helaas kijkt het ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschappen daar anders naar. SLO is namelijk in opdracht van het ministerie van OCW gestart met de actualisatie van kerndoelen die alle basisvaardigheden omvatten (SLO, 2022). Ze hopen door doelgericht te werken de resultaten te verbeteren. En hoewel er natuurlijk heel voor voordelen verbonden zijn aan doelgericht werken, vind ik ook dat het wat mist. Ik wil niet voorbij gaan aan het feit dat het belangrijk is je te focussen op de ontwikkeling van het kind. Het is belangrijk dat de leerdoelen en de activiteiten op elkaar aansluiten. Ook vind ik evalueren van groot belang en vooral bij doelgericht werken levert dat veel op. Maar in deze manier van lesgeven mist iets. Het mist het menselijke. Onderwijs is een vak met mensen en mensen zijn niet in doelen te vangen. Mensen hebben passies, emoties en gevoelens. De kracht van het lesgeven zit hem in de gouden momenten. Ik wil met dit onderzoek niet de SLO doelen onderuit halen, maar ik vind het belangrijk dat er naast al deze doelen (die het onderwijs soms lijken te overstromen) tijd, ruimte en vrijheid is voor serendipiteit.

‘In de tuin van het paleis van koning Behram begon de oudste uitgebreid te vertellen. Iedereen genoot ondertussen van het zoete gebak en het suikerwater dat op grote dienbladen op de tuintafel werd neergezet. ‘Beste koning, we letten op sporen. We zagen dat maar aan één kant van de weg van het gras was gegeten. Zo wisten we dat de kameel maar één oog kon hebben. We zagen ook kleine stukjes gekauwd gras op de weg liggen. We besloten dat de kameel deze stukjes had verloren, doordat hij een voortand miste. De sporen zelf verklapten heel duidelijk dat hier een kameel had gelopen met een kreupele achterpoot.’

De koning knikte.

‘Dus jullie kijken héél erg goed?’, vroeg hij.

De broers lachten alle drie kuiltjes in hun wangen. ‘Beste koning, we wisten eigenlijk nog meer dan wij vertelden,’ zei de middelste. En de jongste ging verder: 'De vracht van de verdwenen kameel bestond uit boter en honing. We zagen namelijk aan de linkerkant van de weg mieren op zoek naar het vet van de boter. En aan de rechterkant  zagen we vliegen op zoek naar het zoete van de honing.’ De koning was diep onder de indruk. Wat waren dit  voor bijzondere knapen! 

'Willen jullie een tijdje in mijn paleis logeren?', vroeg hij. 

  

Welkom op de pagina waar ik al mijn deskresearch heb geordend. In het stukje hierboven leest u hoe de drie prinsen een kameel hebben geïdentificeerd door goed om zich heen te kijken en logisch na te denken. Een belangrijke eigenschap van serendipiteit is het zoeken en het kunnen kijken zonder oogkleppen. De prinsen waren hier heel goed in, zoals hierboven ook te lezen is. Daarom heb ik dat stukje gekoppeld aan deze pagina. Op deze pagina zal het onderwerp van mijn onderzoek namelijk duidelijk uitgelegd worden. We duiken samen in de herkomst en de betekenis van het woord serendipiteit en hoe het teruggevonden wordt in de kunst.

 

De benaming deskresearch staat voor alle vormen van bronnen die ik heb gebruikt om mijn onderzoek theoretische ondersteuning te geven. Dit zijn websites, podcasts, boeken, artikelen, muziek en schilderijen. 

 

Op deze pagina zijn vier onderwerpen te zien: 

- De ongezochte vondst serendipiteit

- Serendipiteit in de kunst

Ongezochte vondsten

Vooronderzoek

 

Ik heb mijn deskresearch in deze vier stukken verdeeld. Het eerste stuk gaat over het woord serendipiteit. Waar het vandaan komt, hoe het gebruikt wordt en wat het betekent. Het tweede gedeelte gaat over serendipiteit in de kunst. Hier ben ik vooral op zoek gegaan naar het antwoord op de vraag: Hoe het kan dat serendipiteit in de kunst een grote waarde heeft? Het derde gedeelte zijn bronnen die ik per toeval tegenkwam of die mij aangereikt werden zonder dat ik erom heb gevraagd. Oftewel: De toepassing van serendipiteit in mijn onderzoek dus! Uiteindelijk bleken dit veel bronnen te zijn die een link hadden met het onderwijs. Deze bronnen hebben veel waarde toegevoegd aan mijn onderzoek. Als laatste is het gedeelte vooronderzoek. Dit zijn bronnen die ik gelezen heb toen ik op zoek was naar het onderwerp van mijn onderzoek. Een aantal bronnen hiervan heb ik niet meer gebruikt in het uiteindelijke onderzoek, de gebruikte bronnen hebben een samenvatting.

 

Door deskresearch te doen is mijn kennis over mijn onderzoeksonderwerp verdiept. Ik weet nu goed wat serendipiteit inhoudt en hoe het teruggevonden wordt in de kunst. Naar aanleiding van de analyses uit mijn deskresearch ga ik een poster maken voor mijn zelfonderzoek. Op deze poster zet ik kernpunten die mij gaan helpen bij het op zoek gaan naar serendipiteit in mijn eigen lesgeven. 

 

De informatie van deze deskresearch wil ik gaan verbinden aan de analyses van mijn zelfonderzoek, observaties en het experiment tot een gefundeerde eindconclusie. 

oktober

Deskresearch: Wat is serendipiteit en hoe wordt het teruggevonden in de kunst?

november

december

Eric de Rooij: De drie prinsen van Serendip

Pek van Andel: Serendipiteit

Pek van Andel en Wim Brands: Serendipiteit, de ongezochte vondst

Affecto: De rol van serendipiteit bij leerprocessen

2023 - 2024

Hans Leistra: Serendipiteit, de niet gezochte vondst

Op zoek gaan naar een naald in een hooiberg en eruit rollen met de boerenmeid. Dat is één van de definities die gebruikt worden om het veelzijdige woord serendipiteit uit te leggen. Dit is ook de definitie die ik het meest gebruik om het woord uit te leggen. Het geeft namelijk prachtig het onverwachte karakter van het woord weer. Toch is het belangrijk om ook naar de geschiedenis van dit woord te kijken. Het woord serendipiteit heeft er namelijk al een hele geschiedenis op zitten. Het is namelijk afkomstig uit een eeuwenoud Perzisch gedicht. In dit gedicht, wat meer dan drieduizend verzen lang is, wordt het verhaal van de drie prinsen van Serendip verteld. Deze prinsen waren op zoek naar iets. De schrijver Horace Walpole merkte in 1754 op dat de prinsen steeds ontdekkingen deden door toevalligheden en scherpzinnigheid. Dingen waar ze niet naar op zoek waren. Dat wilde hij een naam geven. Dat werd het woord serendipiteit. Dingen vinden waar je niet naar op zoek bent (Van Andel, 2013). Dit woord is sindsdien gaan rollen en houdt menig mens bezig. Zo heeft E. de Rooij (2004) aan de hand van de vertaling van dit gedicht een boek geschreven. Een voorleesboek. Ook dit verhaal heeft de naam: De drie prinsen van Serendip. In dit boek krijgt serendipiteit een hele praktische betekenis. Zo passen de eigenschappen van de prinsen heel goed bij de eigenschappen die men moet hebben om serendipiteit te kunnen waarnemen. Zo waren de prinsen gevoelig, keken ze goed om zich heen en uitten ze hun dankbaarheid.  Op basis hiervan kan je dus stellen dat serendipiteit bepaalde voorwaarden nodig heeft om plaats te vinden, maar ook om opgemerkt te worden. Om serendipiteit toe te laten heb je een actieve, zoekende houding nodig. Pek van Andel (2013) bevestigd dat. Hij noemt serendipiteit: De kunst van loszittende oogkleppen. Talent voor het onverwachte. Daar heb je tijd, vrijheid en ruimte voor nodig. Ook in onderzoek heeft serendipiteit een belangrijke rol en moet er plaats gemaakt worden voor het onverwachte. Je kan serendipiteit niet inplannen. Maar wat je wel kan doen, is ervoor zorgen dat áls er iets onverwachts gebeurt, je de vrijheid, tijd en kans krijgt en ook neemt om die waarneming te duiden (Van Andel, 2013). Affecto (2014) sluit hier ook bij aan vanuit een onderwijskundig oogpunt. Het is mogelijk om leerdoelen en ruimte voor serendipiteit te mixen. Zo kan je toevalligheden vergroten door lerenden de ruimte te geven voor interactie en ze te helpen met reflecteren. Ook helpt het om lerenden de ruimte te bieden om dingen te proberen of fouten te maken en ze kennis te laten maken met verschillende visies en meningen.



Eigenschappen van serendipiteit

Terugkomend op de eigenschappen van de prinsen heb je voor serendipiteit wel bepaalde eigenschappen nodig. Los van gevoeligheid, goed om je heen kijken en dankbaarheid uiten noemt van Van Andel (2013) er nog een paar. Zo zijn serendipisten meestal geestig, opmerkzaam, benieuwd. Afleidbaar, intuïtief, slim, flexibel, artistiek, diligent, eigenwijs, erudiet, maar nauwelijks te managen. En dat is volgens van Van Andel ook niet nodig, omdat ze innerlijk gedreven zijn. Het heeft ook moed nodig. Je moet durven verdwalen (Leistra, z.d.). Hij legt het begrip serendipiteit uit als: ‘terwijl je onderweg bent verdwaal je en door toevalligheden kom je terug thuis. Het gaat om pure toeval en het doen van heerlijke ontdekkingen.'



Verschillende soorten serendipiteit

Serendipiteit is een verrassende waarneming gevolgd door een juiste abductie. Dat betekend dat je datgene wat je ziet op een correcte manier kan verklaren (Van Andel, 2013). Hij noemt het ook wel intuïtie in wording. Het gaat over stilstaan, voelen en spontaan ‘weten’ zonder concreet te beredeneren. Om serendipiteit beter uit te leggen noemt Van Andel (2015) vier soorten serendipiteit. De eerste is ‘niet-serendipiteit’: Een gezochte vondst langs een gezochte weg. De tweede is ‘pseudo-serendipiteit’: Een gezochte vondst langs een ongezochte weg. Als derde noemt hij ‘positieve serendipiteit’: Een ongezochte vondst. Als laatste noemt hij ‘negatieve serendipiteit’: Een verrassende waarneming die je niet óf onjuist duidt. Op deze manier kregen de indianen bijvoorbeeld hun naam. In dit onderzoek gaat het alleen over de positieve serendipiteit.

 


Serendipitijd

Iets wat in elk artikel lijkt terug te komen, is tijd. Dit onderstreept McKeen (z.d.) ook in zijn artikel. De moderne wereld met al zijn gemakken is een vijand geworden van serendipiteit. De mogelijkheid om per ongeluk een ontdekking te doen, wordt ons weggenomen door alles dat digitaal te vinden is. De wereld draait om efficiëntie. Tijd wordt ingehaald, maar kwaliteit gaat verloren. En zo verliezen we ons avontuur van de ontdekking.


 

Conclusie

Als ik terugkijk op de vraag: ‘Wat is serendipiteit?’ Terugkijkend op deze vraag wil ik het volgende antwoord geven: Serendipiteit zijn alle dingen van het leven die je vindt, zonder dat je ernaar op zoek bent. Het gaat verder dan toevalligheid; het vergt namelijk een actieve houding. Een houding waarin je om je heen durft te kijken en door middel van ruimte en vrijheid altijd een beetje op zoek bent naar serendipiteit.

 

Serendipiteit duikt zomaar op, precies op een moment dat je er niet op rekent. Als je dan omhoog durft te kijken, vind je iets waar je helemaal niet naar zocht.


Een verzameling van bronnen die uitleg geven over de herkomst, de betekenis en de toepassing van het woord serendipiteit. 

 

Door op de afbeelding te klikken komt u bij de originele bron uit. In de bibliografie staan de bronnen volgens APA vermeldt.

januari

Analyse deskresearch serendipiteit

Waarom deze bron?


In dit artikel spreekt een professor over hoe de leerlingen uit zijn klas reageren op de opdracht om zich te abonneren op de New York Times. Uit zijn artikel spreekt het belang van serendipiteit en waarom wij het als mensen echt op moeten zoeken.

Waarom deze bron?


In dit artikel beschrijft Hans Leistra het belang van serendipiteit in de onderwijspraktijk. Hij geeft duidelijke definities en voorbeelden en heeft ook praktijkoefeningen voor leerkrachten die ik kan gebruiken bij mijn observaties en interviews. 

Waarom deze bron?


Dit boek is een verhalende vertaling van een van oorsprong Perzisch gedicht. In dit gedicht, wat meer dan drieduizend verzen lang is, wordt het verhaal van drie prinsen verteld die op zoek waren naar iets. Dat gedicht is de oorsprong van het woordje serendipiteit. Het is een oud en wijs verhaal over wat je allemaal bij toeval kan vinden, zonder dat je er zelf naar zocht. 

Waarom deze bron?

 

In dit essay schrijft Pek van Andel heel kort en duidelijk over de betekenis en herkomst van serendipiteit. Hieruit zijn ook een aantal nieuwe betekenissen te halen die van belang zijn voor de rest van mijn onderzoek.

Waarom deze bron?


Dit boek toont een analyse. Wim Brands wil alles weten over de ongezochte vondst. Een thema waar Pek van Andel een expert in is. Dit boek is een verzameling geworden van vier dingen. Een inleidend essay over serendipiteit, de verzameling van mails tussen de twee mannen, van Andels alfabetisch bouquet van trouvailles en de eerste rechtstreekse vertaling van het Perzische sprookje over de drie prinsen van Serendip.

 

Zo zorgt dit boekje ervoor dat ik meer kennis en uitleg krijg over het begrip serendipiteit. Van Andel bespreekt hoe serendipiteit heeft geleid tot belangrijke ontdekkingen en doorbraken in deze verschillende domeinen. Ook beschrijft hij hoe het kan worden gestimuleerd en toegepast in onderzoek en creativiteit. Het boek biedt inzicht in de rol van toeval en openheid voor nieuwe mogelijkheden in innovatie en vooruitgang. 

Waarom deze bron?


Dit artikel is geschreven naar aanleiding van een artikel in het blad loopbaanvisie van Teun van Aken en Wouter Reynaert. Helaas kon ik dat oorspronkelijke artikel niet meer vinden. Toch vond ik de informatie die in dit artikel stond erg waardevol voor mijn onderzoek, omdat het voorbeelden geeft over hoe serendipiteit in te zetten is in de praktijk. 

De ongezochte vondst: Serendipiteit

februari

In het artikel worden meerdere voorbeelden genoemd over hoe serendipiteit uit te leggen is. Hieronder noem ik er een paar:

- Terwijl je onderweg bent verdwalen en door toevalligheden aankomen.

- Het geluk om door puur toeval heerlijke ontdekkingen te doen.

- Onverwacht vinden van iets.

 

Je zou het dus een gelukstreffer kunnen noemen.

In de wetenschap zijn een aantal bekende voorbeelden hoe het principe van serendipiteit heeft geleid tot nieuwe inzichten en ontdekkingen. Denk aan röntgenstralen, klitteband en penicilline.

 

Wat kan je met serendipiteit?

- Het verruimt je waarnemingsspectrum en creatieve vermogen. Hoe opener je bent voor deze manieren van waarnemen, hoe minder dingen van waarde verloren gaan die je pad kruisen.

- Serendipiteit nodigt uit om de focus te behouden op een ver doel, maar ondertussen wel open te staan voor mooie dingen die onderweg gebeuren.

De leerlingen vragen aan de professor waarom ze het niet gewoon online kunnen lezen. De reactie van de professor is: 'Dan vind je alleen wat je zoekt.' Hij voelt het als zijn taak om mensen aan het denken te zetten. En hij hoopt dat dat lukt. Een online voorpagina laat wat teasers zien en heel veel verhaaltjes. Het is niet te vergelijken met een goede krant. Als lezer heb je iemand nodig die door het nieuws heen zeeft en beslist wat belangrijk genoeg is voor de voorpagina. Het zijn de andere verhalen, die verstopt zitten op de sportpagina, bij de overlijdensberichten of de business pagina die je even stilzetten en laten lezen.

Als hij de studenten had gevraagd om het nieuws te lezen en ze zoeken het online op, dan hadden ze niet kunnen genieten van de ontdekking die ze doen zodra ze een pagina omslaan en verrast worden. Misschien kom je dan wel iets tegen wat je opeens heel interessant vind. En dan leer je iets, door serendipiteit.

 

Hij noemt serendipiteit de beste vriend van de geschiedkundige en het grootste gedeelte van de haast die ze de magie van het ontdekken noemen. Het zijn die kleine dingen in het leven dat het leven het leven waard maakt. Het is de mogelijkheid om gelukkige ontdekkingen per ongeluk te maken. Helaas is in deze nieuwe wereld, die meer gemakken biedt dan ooit, serendipiteit zeldzaam geworden.

Denk maar aan de bibliotheek. Gaan mensen daar nog rustig zoeken naar boeken? Mensen weten vaak wat ze willen door het vooraf zoeken op internet. Zo vind je precies wat je zoekt! Het werkt efficiënt, maar het is saai. Je mist de tijdrovende zoektocht van zoeken tussen rijen met boeken. Waar je een boek pakt omdat de titel je intereseert, waarna als je het leest het tegenvalt. Maar het kan ook een schat zijn die je gevonden heb, een levensveranderende gebeurtenis die je in een volledig nieuwe wereld leidt.

 

Het gaat vaak om tijd. Er zijn veel uitvindingen die ons veel tijd besparen. Of het gaat om het opzoeken van informatie, kleding kopen of kijken wat er op televisie is. Tijd wordt ingehaald, maar kwaliteit gaat verloren. Als je weet wat je wil, tenminste dat denk je dan, verlies je het avontuur van de ontdekking. Thomas Paine heeft wel eens gezegd: 'The harder the conquest, the more glorious the triumph.'

 

Technologie hakt serendipiteit in mootjes. Het maakt het mogelijk om al onze energie te stoppen in het ‘winnen van tijd’. Ironisch  genoeg lijkt het wel dat we tijd verliezen. De betekenisvolle tijd die we ooit stopten om onszelf te verdiepen in de plezieren van zoeken en vinden. We zijn efficiënt, maar leeg.

 

Het is een gekke paradox. Er zijn meer mogelijkheden en keuzes dan ooit, maar toch lijkt meer wel minder te zijn.

De rol van serendipiteit bij het leren. Serendipiteit heeft meer invloed op loopbanen dan we denken. Loopbanen zijn niet zo voorspelbaar, maar hangen vaak van toevalligheden aan elkaar.

Dit is in leren ook zo. Bij dingen leren loopt het ook niet altijd volgens een vast proces. We leren niet alleen tijdens formele leerprocessen op school of tijdens een training of cursus. We leren ook vaak informeel, overal en altijd.

Bedenk bijvoorbeeld een kind dat per ongeluk tegen een heet glas thee stoot. Of een nieuwe medewerker die meer leert over zijn collega die hij toevallig tegenkomt in een cafeetje. En daar meer van diegene leert dan hij ooit heeft gedaan tijdens een kennismaking op werk.

 

Kan serendipiteit dan ook echt ingezet worden tijdens leerprocessen? Sanneke Bolhuis denkt van wel. In de wetenschap wordt dit informeel leren genoemd. Sanneke Bolhuis heeft onderzocht dat de leeropbrengst van informeel leren veel groter is dan bij formeel leren. Ook beklijft het geleerde veel beter. Dat komt omdat het geleerde vaak een betere koppeling heeft met eerder geleerde ervaringen. Daarnaast leidt toevallig leren soms tot nieuwe inzichten.

 

Hoe kan je het inzetten? Het lijkt tegenstrijdig om leerdoelen te stellen bij serendipiteit, maar een mix van leerdoelen en ruimte voor serendipiteit moet kunnen.

- Kans op leren door toevalligheden vergroten door lerenden de ruimte te bieden voor interactie.

- Lerenden helpen bij reflecteren op alles wat ze leren (het onbewust geleerde bewust maken).

- Ruimte scheppen om dingen te proberen of om fouten te maken

- Lerenden in aanraking brengen met verschillende visies en meningen.

In dit boek gaan de drie prinsen van Serendip op zoek naar een tovergedicht dat de draken, die de zee van het eiland teisteren, voor altijd kan wegjagen. De drie prinsen zijn intelligente, rustige jongens die hun hele leven hard hebben geleerd en gewerkt. Ze zijn geduldig en beleefd naar iedereen toe die ze tegen komen.

Op hun zoektocht naar het gedicht maken ze een heleboel dingen mee die in de weg komen te staan van hun zoektocht. Toch willen ze iedereen in nood helpen. Ze lossen alles op door hun moed, wijsheid en deugdzaamheid. Uiteindelijk komen ze terug thuis zonder het gedicht. Maar toch wordt het probleem van de draken opgelost, alleen niet op de manier de ze hadden bedacht. Door het verhaal heen vliegt er een gouden vogel langs die naar de prinsen kijkt. Meestal wordt er vlak na het zien van de vogel een oplossing bedacht of bekent. 

 

Het boek sluit hiermee af:

Serendipiteit is als de vogel met de gouden vleugels. Soms duikt hij op. Ook nu kan hij er zomaar zijn. Precies op het moment dat je er niet op rekent. Dan kijkt hij je aan met zijn lichtgevende ogen en als je omhoog durft te kijken, vind je misschien iets waar je helemaal niet naar zocht. 

 

Enkele onderstreepte zinnen in het boek:

De prinsen maken met iedereen aan boord een praatje. Hoog of laag, dik of dun, jong of oud, niemand sloegen ze over. Hier keken ze dus niet naar het uiterlijk van iemand, maar juist door iedereen te spreken en zonder vooroordelen te handelen, maakten ze veel mooie connecties.

 

Ze kwamen achter verschillende eigenschappen van een gestolen kameel door heel erg goed te kijken naar sporen. Voorbeeld: 'We zagen dat er maar aan één kant van de weg gras was gegeten.' Zo wisten ze dat de kameel maar één oog had.

 

De tip van de prinsen aan de koning:

Let op en kijk om je heen.

Wees gevoelig.

Wees dankbaar!

Dit boek onderzoekt het concept van serendipiteit vanuit verschillende perspectieven, waaronder wetenschap, technologie, geneeskunde en kunst.

 

Het bouquet van trouvailles. Ofwel: Een verzameling van vondsten die te maken hebben met serendipiteit. Daarmee begint het boek. Elke toevallige ontdekking met een verwijzing naar de pagina waarop de genoemde ontdekking uitgewerkt staat. Het viel mij op dat het voor mij al hele ‘normale’ termen zijn, waar ik de oorsprong eigenlijk helemaal niet van weet.

 

Vervolgens staan er een aantal pagina’s met spreuken die allemaal wat te maken hebben met het vinden van het onverwachte. Ik zal er enkele citeren.

 

Als je het onverwachte niet verwacht, zal je de waarheid niet ontdekken, omdat deze dan niet na te speuren valt en ontoegankelijk blijft.’

~Heraclitus

 

‘Het zou voor een mens onmogelijk zijn te zoeken, noch naar het bekende noch naar het onbekende. Want naar het bekende zal hij toch niet gaan zoeken, daar hij het immers al kent en dus niet hoeft te zoeken, maar ook niet naar het onbekende, want hij weet dan niet wat hij moet zoeken.’

~Socrates.

 

‘En, in zeker opzicht, spelen kunst en toeval in hetzelfde domein, volgens Agathon. De kunst houdt van het toeval, en het toeval houdt van de kunst.’

Aristoteles

 

"Het moet eens serieus ten eigen bate onderzocht worden: waarom moesten de meeste uitvindingen bij toeval gedaan worden. De hoofdoorzaak is wel deze, dat de mensen alles zo leren bekijken als hun leraren en de kring om hen heen het beoordelen. Daarom zou het heel nuttig zijn eens een instructie te geven hoe men volgens bepaalde wetten van de regel zou kunnen afwijken.’

~Georg Christoph Lichtenberg

‘serendipiteit is het zoeken naar een naald in een hooiberg en eruit rollen met een boerenmeid.

~Julius H. Comroe Jr.

 

Deze spreuken geven een inzicht in het flexibele karakter van ontdekkingen. Al deze citaten zeggen iets over hoe abstract zoeken is en hoe belangrijk het is om toeval toe te laten om ontdekkingen te kunnen doen.

 

In de wetenschap is er veel gebruik gemaakt van gedankenexperiment. Einstein bedacht zo het verband tussen zwaartekracht en versnelling in een gefantaseerde lift in vrije val. In de natuurkunde zijn er op deze manier veel ontdekkingen gedaan. Maar volgens Hans Clevers heeft het geen enkele zin om door diep na te denken op een stoel, een probleem op te lossen. Voor ieder probleem zijn er volgens hem duizend antwoorden en ieder antwoord is even goed. Een bioloog moet voor het juiste antwoord de modder in, letterlijk. Er moeten waarnemingen gedaan worden en experimenten. Daarbij past het zitten op een stoel niet. Hans Clevers heeft veel gesprekken gehad met ‘grote’ collega’s in de wetenschap. Mensen die vaak grote sprongen hebben gemaakt. Hij wilde hun geheim weten. Hij ontdekte dat veel onderzoekers hun vraag maar losjes definiëren, niet veel meer dan: Hoe zou dat toch werken? Ze bedienen zich niet of nauwelijks van een hypothese. Want die zijn vaak toch fout. Er wordt geëxperimenteerd, waargenomen, gekeken, geluisterd.

 

Serendipiteit en systematisch onderzoek sluiten elkaar niet uit, maar vullen elkaar aan en versterken elkaar zelfs. Ontwerp en serendipiteit beïnvloeden elkaar. Hierbij kan je denken aan Flemings vondst van penicilline (Van Andel, 2015).

Serendipiteit speelt volgens Van Andel in onderzoek een wezenlijke bijrol, die je niet moet onderschatten maar ook niet moet overdrijven.

 

Serendipisten zijn meestal geestig, opmerkzaam, benieuwd, afleidbaar, intuitief, slim, flexibel, artistiek, diligent, eigenwijs, erudiet, maar nauwelijks te managen. Dat hoeft ook niet want ze zijn innerlijk gedreven.

 

Van Andel heeft veertig types van serendipiteit gevonden. Dat leerde hem hoe pluriform het begrip is. De types sluiten elkaar niet uit, maar overlappen en versterken elkaar juist. Kennis van die types helpen het onverwachte te zoeken en zelfs het ongezochte te vinden. Een verrassende waarneming overkomt je, net als domheid. Je begaat een domdaad. Serendipiteit is de verbeelding aan de macht: Volg niet altijd het spoor van anderen. Durf ook eens, of voor altijd, je eigen spoor of zijspoor te trekken.

Volgens Pek van Andel is serendipiteit 'de kunst van loszittende oogkleppen'. Talent voor het onverwachte. Hiervoor heb je tijd, vrijheid en ruimte nodig.


Het woord serendipiteit komt uit het sprookje: ‘De drie prinsen van Serendip’.

De Britse brievenschrijver Horace Walpole merkte op dat als deze hoogheden reisden, ze steeds ontdekkingen deden door toevalligheden en scherpzinnigheid. Hij noemde deze gave serendipity.

 

Serendipiteit is een verrassende waarneming gevolgd door een juiste abductie. Dat betekend dat je datgene wat je ziet op een correcte manier kan verklaren.

 

Logisch denken is uit te leggen, dat leer je ook op school. Bij bijvoorbeeld wiskunde en in practica. Intuïtie is anticiperen zonder dat uit te kunnen leggen. Vooraf en zelfs achteraf. Dat wordt niet of nauwelijks onderwezen.

Serendipiteit is ongeanticipeerd, per definitie. Het is voorbij de intuïtie, of beter: intuïtie in wording. En het is zeker mogelijk om dit te onderwijzen en te leren in theorie en praktijk.

 

Niet serendipiteit: Een gezochte vondst langs een gezochte weg.

Pseudo serendipiteit: Een gezochte vondst langs een ongezochte weg.

Positieve serendipiteit: Een ongezochte vondst.

Negatieve serendipiteit: Je doet een verrassende waarneming die je niet of onjuist duidt. Op de manier kregen de indianen hun naam.

 

De drie hoofddomeinen van serendipiteit zijn wetenschap, techniek en kunst.

Wetenschap: Wat al wel bestond, maar nog niet beschreven, verklaard of voorspeld is.

Techniek: Iets nieuws dat nog niet bestond.

Kunst: Iets fascinerends dat nog niet was vertoond. Je ne cherche pas, je trouve. Ik zoek niet, ik vind.

 

Toevallig heeft hier niet de betekenis van ‘at random’, maar 'het valt je toe'. Dat is een psychologische betekenis. Dat gaat dieper.

 

Systematisch onderzoek en serendipiteit sluiten elkaar niet uit maar vullen elkaar aan en versterken elkaar zelfs. Ontwerp en serendipiteit beïnvloeden elkaar.

 

Je moet je oogkleppen af kunnen doen. Daar heb je tijd, ruimte en vrijheid voor nodig. Een voorbeeld is dat bij verschillende bedrijven een aantal procent van de tijd wordt ingedeeld voor proefjes. Die zorgen ervoor dat er ruimte ontstaat om iets nieuws te ontdekken. Experimenteren zonder doel.

 

Serendipiteit kan je niet programmeren. Wat je wel kan programmeren is, dat áls er iets onvoorziens gebeurt, je de vrijheid, tijd en kans krijgt en ook neemt om die verrassende waarneming te duiden.

Houdt een oog open voor gezochte vondsten en een ander oog voor ongezochte vondsten.

                                                                             

‘En, in zeker opzicht, spelen kunst en toeval in hetzelfde domein, volgens Agathon. De kunst houdt van het toeval, en het toeval houdt van de kunst.’

Aristoteles

maart

april

Wendy Ross, Wendy Copeland: The Art of Serendipity

 

Cassandra Tondro: Art with a concience

Maria Kapteijns: Serendipiteit en de kans op toeval

Robin Stemerding: Serendipiteit; vinden wat je niet vind

 

Veel kunstenaars verwoorden in hun werkwijze de plek van toeval. Zo ook de kunstenaar Simon Starling. Voor zijn werk doet hij veel onderzoek. Maar hij bouwt ook ruimte in voor geluk en toeval (Kapteijns, 2013). Hij maakt de vergelijking met een bol van klittenband, waar van alles aan blijft hangen en sommige dingen opeens een sleutelfunctie gaan vervullen. Ook Elisabeth Müller gebruikt in haar werk serendipiteit in het proces. Het is zelfs onderdeel van haar werk. Alles wat ze maakt vormt een aanleiding voor het volgende werk. Door restvormen te gebruiken voor een ander werk vloeit haar ene werk over in het andere (Kremer, 2011). Op deze manier weet ze nooit hoe het volgende werk eruit komt te zien. Bij Cassandra Tondro gaat het net weer wat anders. Bij haar bepaalt serendipiteit het resultaat. Door verf over opgefrommeld canvas te gieten, is ze nooit de baas over het resultaat. Ze kijkt wat er gebeurt en werkt met de resultaten daarvan.

 

Voor kunstenaars is serendipiteit iets wat in het bloed zit. Ze hebben geen enkele norm die hun verplicht om een rechte lijn af te leggen. De doelstelling is vaak heel breed en de nieuwsgierigheid een belangrijke drijfveer (Kapteijns, 2013). Dit staat recht tegenover de toelichtingen die vaak bij de exposities staan. Curatoren of mensen in het algemeen hebben de neiging om duidelijke lijnen te benoemen en daar een logisch verhaal van te maken. Het is een menselijke eigenschap.

 

Hoewel kunstenaars vaak toeval noemen, is het begrip serendipiteit beter. Serendipiteit gaat verder dan toeval. Het vergt een gave. Je moet kennis en oog hebben voor opmerkelijke gebeurtenissen (Kapteijns, 2013).

 

Deze gave zet kunstenaar Robin Stemerding (z.d.) ook in. Hij probeert als schilder te luisteren naar wat hij manifesteren wil. Hij creëert zelf serendipiteit door een wit paneel neer te zetten en weg te lopen. Bij het weglopen let hij goed op wat zich aandient en dat is voor hem het begin. Na de eerste kleur volgt de tweede. Ook zet hij serendipiteit actief in door een woord op te zoeken bij Google afbeeldingen. Dan zie je dat een woord verschillende verschijningsvormen kan hebben. Door deze rijke omgeving is het voor hem makkelijk om zijn fantasie te laten gaan. Ross en Copeland (2022) verdiepen zich in dit artistieke proces. Het valt hun op dat serendipiteit, net als creativiteit, vaak genoemd wordt als een ‘key component’ van het artistieke proces. Ze vermoeden dat dat komt omdat serendipiteit betrokken wordt bij het begrijpen hoe mensen zich navigeren door onzekere en complexe situaties. Als er serendipiteit is, is er ook sagaciteit (Ross & Copeland, 2022). Dat kunnen we het beste vertalen met scherpzinnigheid of schranderheid. Een soort opmerkzame wijsheid. En dat is precies wat serendipiteit nu afscheidt van gewoon toeval of geluk.


 

Conclusie

Hoe wordt serendipiteit teruggevonden in de kunst? Terugkijkend op deze vraag, kunnen we stellen dat kunstenaars het vaak integreren in hun werkwijze. Door hun nieuwsgierige werkhouding en oog voor details zorgt serendipiteit er voor dat het werk van een kunstenaar verder of dieper gaat. Kunstenaars durven dat soort risico’s te nemen, omdat een vrije en rijke omgeving het artistieke proces verdiept.


Een verzameling van bronnen waaruit blijkt hoe het woord serendipiteit in de kunsten wordt gebruikt of uitgelegd.

Analyse deskresearch serendipiteit in de kunst

Waarom deze bron?

 

In


Waarom deze bron?

 

In deze schilderijen zoekt de kunstenaar naar de betekenis in de print en het design wat ontstaat als ze lagen verf over opgefrommeld canvas giet. Ze ziet het proces als een metafoor voor deze tijden. Een metafoor waarin het belangrijk is om te leren hoe je los moet laten en jezelf fijn moet voelen, ook al zijn de omstandigheden er niet naar.

Waarom deze bron?

 

Robin Stemerding legt uit op welke manier hij als schilder serendipiteit in zijn werk gebruikt.

Waarom deze bron?

 

 

Ans van den Hurk en Geert Lemmers exposeren allebei hun werk in kunstgalerie Notre Dame des Arts met de titel: ‘Serendipity'.

Waarom deze bron?

 

In de schilderijen die Elisabeth Müller maakt staat serendipiteit centraal. Het is voor haar het beginpunt. Voordat haar composities overgebracht worden op het doek begint ze met papier.

Waarom deze bron?

 

Wendy Ross en Samantja Copeland zijn beiden erg bekend met het onderwerp serendipiteit. Ze hebben daar al meerdere studies naar gedaan. In deze Engelstalige studie brengen ze een hoop onderwerpen samen, waarin vooral de thema's creativiteit, serendipiteit en sagaciteit voor mijn onderzoek erg relevant zijn.

mei

Serendipiteit in de kunst

juni

 

Als hij schildert, probeert hij te luisteren naar wat hij manifesteren wil. Waar zijn gevoel naar neigt. Hij let goed op de kleuren die bij hem resoneren en uitgedrukt willen worden. Hij zegt ook wel: ‘Ik zet een wit paneel neer en loop weg’. Bij het weglopen is hij alert op wat zich aandient. Dat is voor hem het begin. Als de eerste kleur staat, komt de vervolgkleur ook.

 

Hij is actief op zoek naar serendipiteit. Hij creëert de optimale omstandigheden door een woord op te zoeken bij afbeeldingen op Google. Zo ziet hij dat een woord verschillende verschijningsvormen kan hebben. Door deze ‘rijke’ omstandigheden kan hij zijn fantasie laten gaan, het ene woord kan door verschillende beelden een ander beeld oproepen. Hij graaft tussen de betekenissen die onder het eerste woord verborgen kunnen liggen.

 

Uitspraak:

- It’s luck, but it’s also about signifying something’s significance.

De beeldend kunstenaar Simon Starling vertelt dat over zijn werk ‘autoxyloprocycloboros.' Hij verteld hoe hij elementen vindt die zijn werk vorm en betekenis geven. Er komt veel onderzoek bij kijken, maar ook geluk en toeval. Hij vergelijkt dit proces ook wel met een bal klittenband, waar van alles aan blijft hangen en sommige dingen opeens een sleutelfunctie gaan vervullen. Hij ruimt een plaats in voor toeval en houdt zijn ogen open voor wat hem toe valt, voor het geval het van betekenis kan zijn in zijn werk.

 

Kunstenaars formuleren vaak de rol van toeval.

Henk Visch (2012) vertelt in een interview in Kunstbeeld hoe een toevallige vondst uitgangspunt kan zijn voor een kunstwerk: ‘Je kiest ervoor een beeld van hout te maken, omdat je toevallig langs een berg afvalhout bent gekomen.’

Het valt Kapteijns (2013) op dat in veel interviews veel kunstenaars het woord toeval gebruiken. Kunstenaars hebben geen enkele norm die hun verplicht om een rechte lijn af te leggen. De doelstelling is vaak heel breed en nieuwsgierigheid is een veelgenoemde drijfveer.

Wat opmerkelijk is, is dat dit in toelichtingen bij exposities niet snel terugkomt. Curatoren hebben de neiging om duidelijke lijnen te benoemen en daar een logisch verhaal van te maken. Volgens Kapteijns is dat niet zozeer een kwestie van het toeval wegmoffelen, maar een normale menselijke eigenschap. Ook in het dagelijkse leven zijn wij geneigd een kloppend verhaal te fabriceren van misschien wel willekeurige gebeurtenissen.

 

Ook in de filmwereld wordt hier gebruik van gemaakt. Door twee gebeurtenissen achter elkaar te monteren, begrijpen we dat er een verband tussen zit. Bij het kijken naar films vullen we heel veel in, dat zit in onze natuur. We houden blijkbaar niet zo van toeval. Ons verstand redeneert het weg. Toeval is te willekeurig.

 

Serendipiteit is anders dan toeval. Het vergt een gave. Je moet kennis en oog hebben voor opmerkelijke gebeurtenissen.

Ze start vaak met een idee of een gevoel. Ze kan geïnspireerd worden door een kleurencombinatie die ze in de natuur ziet. Terwijl ze de verf giet, kijkt ze wat er gebeurt. Het is een proces waarin het experiment en ontdekking belangrijk zijn. Ze wil het proces niet controleren, maar laat serendipiteit toe en werkt op die manier met de resultaten.

In haar Goldbergvariaties zijn de specifieke vormen die voortdurend herhaald worden restvormen van een ander werk. Zo vloeit haar ene werk al spelend over in het andere. Door papier te knippen en te vouwen maakt ze bouwwerken. Een bouwwerk vormt weer aanleiding voor een foto die weer resulteert in een schilderij. Je moet volgens haar verrast zijn door wat je zelf doet en de hele tijd nieuwsgierig blijven naar je volgende stap.

Tijdens dit proces staat ze voorover gebogen over een rozerode foto en ze roept bijna juichend: ‘Is het niet prachtig? Schaduwen zijn helemaal niet grijs!'.

Serendipiteit kan ons vreugde, liefde en connecties brengen. Het gaat over mogelijkheden. Iets wat kán zijn. Wendy Ross en Samantha Copeland hebben een verzameling van inspirerende onderzoekers en beoefenaars samengebracht om te kijken hoe het ontstaat en wat we van serendipiteit kunnen leren.

 

Serendipiteit is een complex begrip. Net als creativiteit. Toch wordt het vaak genoemd als een ‘key component’ van het artistieke proces. Dat komt misschien omdat serendipiteit betrokken wordt bij het begrijpen hoe mensen zich navigeren door onzekere en complexe situaties.

Serendipiteit wordt vaak geassocieerd met termen als ‘aha’ en ‘eureka’. Een uiting van een ontdekking. De uitkomst is niet wat we verwachtten, maar is zeker waardevol. Ook wordt het vaak gezien als iets wat we niet nieuw hebben geleerd, maar meer een nieuw inzicht over wat er te leren valt. Als er serendipiteit is, is er ook sagaciteit (= perceptive wisdom). Ook wel vertaald naar schranderheid, scherpzinnigheid of opmerkzame wijsheid. En dat is wat serendipiteit afscheidt van ‘gewoon geluk’.

 

Wat in dit boek erg interessant is voor mijn onderzoek is het stuk over geluk. Hier gaat het over dat dingen die door geluk in creativiteit gebeuren eigenlijk het creatieve en professionele karakter van een maker of kunstenaar ondermijnt. Creativiteit betekent dat je keuzes kan maken en uit je comfortzone kan stappen. Geluk is daarvoor te plat.

Serendipiteit is de combinatie van een ongelukje en sagacity. Het heeft geluk (in de vorm van een toevalligheid of ongeluk) en het vertalen of uitvoeren van dat bij een getalenteerd persoon. Vooral dat laatste is cruciaal.

Beide kunstenaars staan bekend om hun werkwijze. Ze schuwen het experiment niet! Ans werkt vooral met materialen uit haar omgeving en laat zich hierdoor ook inspireren. Organische vormen en het aardse spelen een belangrijke rol. Haar beelden worden opgebouwd uit Maasklei of restmateriaal en die krijgen op deze manier een nieuwe betekenis. In het werk van Geert staan fantasie, drama, psychologie en mystiek centraal. Zijn schilderijen worden meestal met acryl en olieverf op canvas of houten paneel gemaakt. Ook combineert hij verschillende technieken zoals digitale teken en schildertechnieken die hij op het natte doek aanbrengt.

 

juli

augustus

september

Bart van Rosmalen: Artistry of the teacher

Gerard van Maasakkers: Bloemen zijn Rood

Bart van Rosmalen: 

Wat betekent het als we spreken over het kunstenaarschap van de leraar? Een onderzoekend gesprek.

Simone Weil: Filosofie Magazine

De eerste ongezochte vondst was het nummer van Gerard van Maasakkers. Het nummer raakte me heel erg. In het liedje wordt er namelijk een jongetje gebroken, maar naar mijn mening is het de taak van de leerkracht om kinderen te maken. Het belang van ruimte voor fantasie en fouten maken klinkt ook zo mooi door in het nummer en dat sluit prachtig aan bij serendipiteit. Simone Weil (2024) sluit hier heel mooi bij aan door een stuk te schrijven over aandacht. Aandacht is was je menselijk maakt. Aandacht is iets wat je niet af kan dwingen, je moet je open stellen en het je laten overkomen. Door met aandacht dingen te doen komt er licht in je ziel. Ook dit heeft voor mij veel linken naar de kwaliteiten en toepassingen van serendipiteit. Om serendipiteit toe te laten heb je namelijk ook moed, tijd en ruimte nodig. (van Andel, 2015).

 

De bronnen die voor mij serendipiteit, kunst en onderwijs echt bij elkaar bracht waren het gesprek en het artikel van Bart van Rosmalen. In een onderzoekend gesprek heeft hij het met een aantal collega’s over het kunstenaarschap van de leraar. In dit gesprek wordt de rol van een kunstenaar vertaald naar het lesgeven. In mijn vorige analyse over serendipiteit in de kunst is terug te lezen dat kunstenaars expres ruimte inbouwen voor geluk en toeval (Kapteijns, 2013). Ook zijn ze nieuwsgierig en hebben ze brede doelstelling. Rosmalen (2022) sluit hier prachtig bij aan door een verlangen uit te spreken naar een kunstacademie voor leraren. Zodat leraren de moed hebben om de afgrond in te kijken.  Ook worden er in het gesprek overeenkomsten genoemd tussen kunst en onderwijs. Zo zijn er bij beiden leraar en kunstenaar veel waarnemingsgaven en zit ambacht niet alleen in kunst maar ook in onderwijs verwerkt. Want hoe vaker je iets doet, hoe beter je erin wordt. Een hele belangrijke vraag die Rosmalen stelt is: wat als je lesgeven gaat zien als een vorm van opvoering. Is er publiek bij onderwijs? Deze vraag neem ik zeker mee in mijn zelfonderzoek.

 

Het andere artikel van Bart van Rosmalen gaat over zijn fascinatie voor het kunstenaarschap van de leraar. Om dit begrip te vangen heeft hij een poëtische verkenning gemaakt waarin er overeenkomsten gevonden worden tussen de leerkracht en de kunstenaar. In de samenvatting staan een aantal mooie voorbeelden. Hetgeen wat voor mij echt de link maakt in mijn onderzoek is het laatste stukje. 'Er zijn lessen die je voor het grootste deel cadeau krijgt. Dan ben je net bezig al het onverwachte aan de deur klopt. Laat je het binnen of houd je vast aan je plan? Je laat het binnen, waarom zou je er nee tegen zeggen? Iedereen is op slag nieuwsgierig. Jij ook. Wat gaat er gebeuren? Bedankt zeg je aan het slot. Je staat bij de deur en laat het onverwachte hoffelijk uit.  


 

Conclusie

 

Blijkbaar is er in het onderwijs ruimte te verkrijgen door de aanpak van een kunstenaar te omarmen in je les. Door op zoek te gaan naar het kunstenaarschap van de leraar kunnen we serendipiteit de ruimte geven. Daarvoor heb je wel moed, tijd en ruimte nodig.


Een verzameling van bronnen die ik tijdens mijn onderzoek tegenkwam. Ik noem het ongezochte vondsten, omdat ik ze zonder de hulp van de mensen om me heen niet tegen was gekomen. Een kleine toepassing van het woord serendipiteit dus!

Het betreffen voornamelijk onderwijs gerelateerde bronnen die nauw aansluiten met het woord serendipiteit en de link maken tussen serendipiteit en onderwijs. 

Analyse deskresearch ongezochte vondsten

oktober

Waarom deze bron?

 

 

In dit artikel vertelt Bart van Rosmalen over zijn fascinatie voor het kunstenaarschap van de leraar. Ook vertelt hij dat het zo lastig is om die fascinatie op een analystische manier op te zoeken. Dit omdat het kunstenaarschap van de leraar zich niet laat vangen. Dit herken ik heel erg in mijn onderzoek.

 

Waarom deze bron?

 

 

In dit lied wordt een juf en een jongen beschreven. Alles wat het jongetje doet, is fout. Hij krijgt geen ruimte om zijn fantasie te gebruiken. En na een paar keer op zijn kop gekregen te hebben, doet hij het niet meer anders. Dan komt er een nieuwe juf. Zij staat wel open voor fantasie en tekenen is voor de lol. Maar het is al te laat. Het jongetje durft het niet meer ander te doen.

 

Voor mij ligt hier de essentie van een leraar. Je bent zo’n groot voorbeeld voor de kinderen. In dit liedje breekt de lerares het jongetje. Maar het is de bedoeling dat we de kinderen juist maken! Het is de bedoeling dat we die nieuwe lerares zijn. Dit liedje is voor mij een motivatie voor dit onderzoek.


Waarom deze bron?

 

 Heel interessant is de vergelijking die te vinden is tussen de kwaliteiten van serendipiteit en de beschrijving van aandacht.


Waarom deze bron?

 

 

Er is moed nodig in het onderwijs, zoals in de kunst, om ‘het ondraaglijke’ van de wereld waarin we leven te verbeelden in het onderwijs. Er is oefening nodig, discipline en esthetiek. Goed onderwijs is dingen voor de neus van leerlingen durven zetten en hen vragen in te stappen en zichzelf daarbij niet te vergeten. Onderwijs moet wakker maken.

In deze registratie van 30 minuten gaan Bart van Rosmalen (HKU), Pieter Baay (divers MBO, onderwijs 124), Saar Frieling (Hogeschool Leiden), Hanke Drop (HU), Patrick van der Bogt (HU) en Gert Biesta (Edinburgh) hierover in gesprek. Het gesprek maakte onderdeel uit van de Musework-week, dat in mei 2022 plaatsvond in de Metaalkathedraal in Utrecht.

Ongezochte vondsten

Simone Weil schrijft veel over aandacht. Het vermogen tot aandacht is wat ons menselijk maakt. Je kan het niet met inspanning afdwingen, het heeft meer te maken met afwachten, je open stellen en het je laten overkomen. Je eigenbelang is daarbij niet belangrijk. Voor haar ging aandacht dieper dan een manier om kennis te verwerven; aandacht brengt licht in de ziel.

Kunstenaarschap van de leraar. In de kunsten is er altijd een vorm van opvoering bij betrokken. Je hebt publiek en de maker. Ineens is de les dan een opvoering. Is er publiek? Zijn de leerlingen en de leraar elkaars publiek? Is de leraar de maker en de kinderen het publiek? Of is er geen publiek? Er zit ook een ambacht verwerkt in kunst, net als bij onderwijs. Hoe vaker je het doet, hoe beter je erin wordt. Je moet leren lesgeven.  Als je iets maakt, dan weet je niet wat het worden gaat.

 

Het is belangrijk om elkaar te verstaan, maar dat is niet makkelijk. Dat gaat dieper dan alleen begrijpen of klakkeloos woordjes leren. Kennis is belangrijk. Maar er is ook iets als houding of verhouding. Kan ik die wereld verstaan en kan die wereld tot mij komen?

 

Verlangen voor een kunstacademie voor leraren. De moed hebben om de afgrond in te kijken. Dat heb je nodig als kunstenaar, voordat je iets gaat maken. Dat gunt Saar Frieling leraren ook. Alle kinderen van Nederland zitten op school en er is een deel wat opgroeit met veel leed. De kinderen moeten leren de wereld te verdragen zoals het is. Kunstacademie leert om van de wereld te houden zoals hij is.

 

Als leraar geloof je dat je leerlingen ontvankelijk zijn voor wat je ze leert. De leraar moet echter ook ontvankelijk zijn. Waarnemingsgaven, bij leraar en kunstenaar zijn verspreid over het lichaam. De mens moet ook bewegen om te zien en ziet om te bewegen. Moeten kinderen niet meer bewegen?

 

Verbetering van het onderwijs begint bij de leraar. Dit is de esthetiek van het lesgeven. Een goed kunstwerk dwingt de beschouwer nooit om te zeggen je mag me alleen op deze manier begrijpen. Een kunstwerk opent de ruimte. Doet een appèl en maakt het mogelijk om erin te stappen.

Deze tekst is een poëtische verkenning, waarin er overeenkomsten gevonden worden tussen de leerkracht en de kunstenaar.

Al bij het binnenkomen staat de leraar op de drempel, als een performer tussen de coulissen. Bart van Rosmalen vertelt heel mooi hoe hij de les en alles wat zich daarin afspeelt tussen leraar en leerlingen wil zien als het ontvouwen van de wereld van verbeelding. Wat zie en hoor je als de les opeens een voorstelling is, net als theater, dans of film? Dit is niet meer gericht op kloktijd maar op speeltijd.

Vervolgens noemt hij op een poëtische manier een aantal lessen. Ik citeer de lessen die ik zelf herken:

 

Er zijn lessen die in een zucht voorbij gaan en er zijn lessen waarin je de tijd zou willen duwen.

 

Er zijn lessen met de snelheid van houtskool op papier. Een paar vegen en accenten en de voorstelling staat. En net zo snel zijn ze weer uitgeveegd ook. Anderen lessen hebben het geduld dat nodig is om olieverf te laten drogen en dan pas verder te gaan. Weer andere lessen zweren bij aquarel. Ze zijn voorzichtig om over iets heen te kleuren dat er al staat. Dan wordt het smoezelig.

 

Er zijn lessen met open monden en dichte oren, maar ook lessen met dichte monden en open oren, lessen met een hart maar zonder hoofd, lessen voor het hoofd maar zonder hart, lessen met en zonder handen, lessen met loopneuzen, met kriebelhoest, met luizenhoofden en lessen met zweetluchtjes

 

Er zijn lessen die voorafgegaan worden door buikpijn, je weet dat er iets niet goed zit, maar niet precies wat, je voelt dat er iets gaat schuiven, maar je weet niet wanneer en hoe. Je merkt het wel. Het is onvermijdelijk. 

Er zijn lessen die gevolgd worden door geluk. Opgetogen door de opbrengst of door de opluchting dat het klaar is. 

Er zijn lessen waar een gedegen achtergrond in de gevechtskunst zou helpen. Worstelen of jiu jitsu ofzo. Waar je niet alleen moet proberen de leerling te pakken te krijgen, maar ook voortdurend je eigen dekking goed in de gaten moet houden.  

 

Er zijn lessen die je voor het grootste deel cadeau krijgt. Dan ben je net bezig als het onverwachte aan de deur klopt. Laat je het binnen of houd je vast aan je plan? Je laat het binnen. Waarom zou je er nee tegen zeggen? Iedereen is op slag nieuwsgierig. Jij ook. Wat gaat er gebeuren? 'Bedankt!', zeg je aan het slot. Je staat bij de deur en laat het onverwachte hoffelijk uit.   

‘n Jungske ging vur ‘t uurst naor school
Hij kreeg ‘n vel papier en krijt
En hij kleurde en kleurde ‘t hul vel vol
Want kleure, da vond-ie fijn
Mer de juffrouw zee: “Wat doe je daar, jongeman?”
“Ik teken bluumkes, juffrouw”
Ze zee: “We doen hier niet aan kunst, jongeman
Bloemen zijn rood en de lucht is blauw”
Je zult er rekening mee moeten houden
Je bent hier niet alleen
Als alle kinderen 'ns deden zoals jij
Waar moest dat dan toch heen, ik zeg je
Bloemen zijn rood, jongeman
Blaadjes zijn groen
‘t Heeft geen enkele zin om ‘t anders te zien
Dus waarom zou je 't dan nog anders doen”

Mer ‘t jungske zei
“Ja mer juffrouw, d’r zijn zoveul kleuren bloemen
Zoveul kleuren blaadjes, zoveul kleuren, overal
Zoveul kleuren zijn nie op te noemen
Mer ik zie ze allemaol”

Mer de juffrouw zei: “Je bent ondeugend, jongeman
Je zit te kliederen en je Nederlands is slecht
Ik weet zeker dat je ‘t alletwee veel beter kan
Ik wil dat je herhaalt wat ik zeg

Bloemen zijn rood, jongeman
Blaadjes zijn groen
‘t Heeft geen enkele zin om ‘t anders te zien
Dus waarom zou je ‘t dan nog anders doen”

Mer 't jungske zei
“Ja mer juffrouw, d’r zijn zoveul kleuren bloemen
Zoveul kleuren blaadjes, zoveul kleuren, overal
Zoveul kleuren zijn nie op te noemen
Mer ik zie ze allemaol” Mer de juffrouw zei: “Dit duurt me nou te lang
Je moet maar weten hoe ’t hoort”
En ze zette ‘t jungske op de gang
“Voor je bestwil” enzovoort
Mer hij werd bang, zo na ‘nen tijd
Klopte zachtjes aan de deur
En hij zei: “Juffrouw, ik heb wel spijt”
En hij kreeg ‘n kleur toen-ie zei

“Bloemen zijn rood
Blaadjes zijn groen
‘t Heeft geen enkele zin om ‘t anders te zien
Dus waarom zou ik ‘t anders doen”

Mer d’n tijd ging dur, gao altijd dur
En hij ging naor de tweede klas
En de juffrouw was hul anders as die daorvur
Ze was nieuw, ze was er pas
En ze lachte vriendelijk toen ze zei
“Tekenen doe je voor je lol
Je krijgt genoeg papier en krijt van mij
Teken maar je hele vel vol”

Mer ‘t jungske tekende bloemen
Gruun en rood, en in de rij
En toen de juffrouw vroeg waorum
Kreeg-ie weer ‘n kleur, en-ie zei

“Bloemen zijn rood
Blaadjes zijn groen
‘t Heeft geen enkele zin om ‘t anders te zien
Dus waarom zou ik ‘t anders doen”

november

Gert Biesta: Door kunst onderwezen willen worden

Gert Biesta: De school als vrijplaats 

Podcast de correspondent - Gert Biesta

Onderwijs moet opleiden tot een volwassen omgang met de vrijheid

Caroline Pauwels: Ode aan de verwondering

Medium

Cultuurschakel

Judith Wambaq: Mogen we nog verwonderd zijn?

Merlijn Twaalfhoven: Het is aan ons

Van deze bronnen is geen analyse gemaakt. Dat is een bewuste keuze geweest omdat, deze bronnen geen onderdeel maken van de eindconclusie. Toch zijn ze wel onderdeel van mijn onderzoek. Deze bronnen zijn namelijk gebruikt om mijn drijfveer, relevantie en motivatie vorm te geven. Deze bronnen zijn voornamelijk verwerkt in de tekst op mijn hoofdpagina en staan daarom wel opgenomen in de bronnenlijst.

Een verzameling van bronnen die ik heb geraadpleegd tijdens mijn vooronderzoek. De bronnen die zijn gebruikt zijn voorzien van een samenvatting. De bronnen die ik wel gelezen heb, maar uiteindelijk geen onderdeel zijn geworden van dit onderzoek hebben geen samenvatting. 

 

Vooronderzoek


Waarom deze bron?


In dit boek benadert Biesta kunsteducatie op een hele nieuwe manier. Het gaat over het bestaan als subject in een wereld vol met weerstand. Hoe je de dialoog aan kan gaan met die wereld. Dat sluit mooi aan bij het loslaten van doelen. Ook beschrijft Biesta het woord volwassenheid voor mij op een hele nieuwe manier. Het gaat er bij hem niet om dat je het biologische proces van ouder worden meemaakt, maar juist dat het een manier van bestaan is. In die volwassenheid ben je geen object van je eigen verlangen, maar een subject in relatie tot je verlangen. Dat gaf mij een heel nieuw licht over het zinnetje: 'We moeten kinderen enthousiasmeren om volwassen te worden'.

Waarom deze bron?


Cultuurschakel is een organisatie die werkt aan een inclusief en levendig kunst -en cultuurklimaat in Den Haag. Op de website zijn projecten voor in de klas te vinden, maar ook korte artikelen. Zo ook het artikel over kunst en spelen die mij wees op de overeenkomst tussen kunst en spel. Het hoeft geen doel te hebben.

Waarom deze bron?

 

In deze publicatie wijst Gert Biesta op de betekenis van inspiratie voor het onderwijs. Hij beschrijft de verschuiving van school als werkplaats naar de school als een plek om te oefenen. Hij wijst ook op het belang voor ruimte om te oefenen.

Waarom deze bron?


In deze podcast geeft Biesta zijn mening over het onderwijs in Nederland en hoe dat volgens hem wordt gekenmerkt door de controle-cultuur. Hier beschrijft hij de taak van het onderwijs als het verlangen opwekken om je vrijheid op volwassen manier op je te nemen. Hij legt ook een kritische noot bij de overheid, omdat het lijkt alsof de overheid ons op laat leiden om machteloos te zijn. Dat life-long learning bijna verplicht is en een last wordt voor het individu. Ook hier krijgt kunst een belangrijke plek. Hier vind je een wereld van begrenzing en onwetendheid. Dit kan je ook als docent mee kan maken. Het is belangrijk je te beseffen hoe belangrijk het soms is om die momenten van onwetendheid in te bouwen. Een moment waar dus vrijheid ontstaat en er geen doel behaald hoeft te worden. 

Waarom deze bron?

 

In dit artikel geeft Sharon een pleidooi voor het nut van niksdoen voor kinderen. 

Waarom deze bron?

 

Judith Wambaq beschrijft in het boek heel duidelijk hoe het nutsdenken de maatschappij langzaam maar zeker aan het overnemen is. Ze noemt het ook wel ‘algoritmisch-flitsdenken’. Een algoritme beschrijft welke stappen je moet nemen om een doel te bereiken. Denk maar eens aan een recept of een computerprogramma dat op basis van heel veel verschillende informatie nauwkeurig berekent welke vervolgstap er genomen moet worden. Alles is controleerbaar en gebaseerd op feiten. De mens beslist niet of iets goed is of niet, want het is te controleren en dus universele waarheid.


 

Waarom deze bron?

 

Wat mij heel erg aanspreekt in het boek van Merlijn van Twaalfhoven zijn de begrippen: Kunstenaarsminset en onzekerheidsvaardigheid. Volgens Merlijn van Twaalfhoven zijn kunstenaars in staat, om niet alleen de oppervlakte te zien, maar voorbij het hier-en-nu mogelijkheden en fantasieën toe te laten. Op die manier kunnen ze, achter de horizon, een weg vooruit vinden. Een kunstenaarsmindset bestaat uit vier aspecten: Waarnemen, voelen, denken en maken. Deze vaardigheden geven richting aan mijn onderzoek en onderstrepen wat er nodig is bij het onzekerheidsvaardig durven zijn.

Waarom deze bron?

 

 

De titel zegt denk ik al genoeg. Het is een ode aan de verwondering van de mens. Pauwels verwoordt heel mooi hoe verwondering de mens voortstuwt. Verwondering zorgt ervoor dat we onze talenten kunnen ontplooien en dat we onze grenzen kunnen verleggen. Op die manier kunnen we boven onszelf uitstijgen en geluk vinden in wat we doen. Het klinkt in mijn oren als een cruciaal onderdeel van wat ik de leerlingen en leerkrachten op mijn school gun en ik denk dat ik hier veel inspiratie uit kan halen voor het opzetten van mijn onderzoek.

Vooronderzoek


Gert Biesta:

- professor in educatie en pedagogiek

- onderwijzen door middel van kunst.

 

Wat kan je leren van kunst?

 

Hoofdstuk 3: Als subject bestaan

Als subject bestaan gaat over hoe we zijn en hoe we proberen te zijn. Oftewel het in de wereld zijn.

In de wereld zijn met weerstand. Ga je er tegen in? Onderwerp je je eraan? Beiden eindigt in vernietiging.

Het is een weg vinden tussen twee uitersten. Oftewel in dialoog zijn met de wereld.

Een dialoog is niet gericht op winnen, maar een dialoog is een manier om te bestaan dat er ruimte is voor alle partners.

 

Twee manieren om kunst uit te leggen:

Kunst: Expressivistisch, uitdrukkingen, emoties, intenties, ideeën, gevoelens, concepten.

 

Kunst: Doen van kunst of kunst als doen. Ontmoeting van het  één met het andere, wat het kan betekenen om in de wereld te bestaan. Weer die dialoog. Ontmoeting met hout, steen, geluid, lichamen en vormen scheppen.

 

Op volwassen wijze in de wereld zijn: Verlangens en het verlangbare.

Verlangen moet je afmeten aan en in dialoog brengen met de wereld. Volwassenheid is een kwaliteit van bestaan waarin we niet onderworpen zijn aan onze verlangens. We zijn ook geen object van onze verlangens, maar een subject in relatie tot onze verlangens.

 

Kunst is ook de verkenning en omvorming van onze verlangens, zodat ze een positieve kracht kunnen worden in de manieren waarop we proberen op volwassen wijze in de wereld zijn.

 

Betekenis:
Als subject bestaan in de wereld gaat dus niet over wie we zijn, maar over hoe we zijn. Of meer realistisch: Proberen te zijn. Als je als subject bestaat in de wereld, betekent dat niet dat je kan doen wat je wil of dat je zomaar al je verlangens kan volgen. Het betekent dat je in dialoog moet staan met de wereld en de ander.

 

Hoe je op volwassen wijze in de wereld kan zijn aangaande verlangens en het verlangbare.

Hier wordt een hele andere definitie van volwassenheid gebruikt dan dat wij gewend zijn. Ik denk bij volwassenheid snel aan het proces van ouder worden in termen van ontwikkeling. In dit stuk wordt volwassenheid niet uitgelegd als de uitkomst van een ontwikkelingsproces, maar meer als een manier van zijn. Een kwaliteit van bestaan, waarin je niet onderworpen bent aan je verlangens. Waarin je dus geen object bent van je verlangens, maar een subject in relatie tot je verlangen.

 

'We suffer, because we desire.' 

We zijn in de wereld, maar niet het centrum van de wereld.

 

 

Podcast de correspondent:

Gert Biesta, de terugkeer van het lesgeven. 

Vrijheid

Volwassenheid

Onwetendheid

 

Gert Biestra is weggegaan uit Nederland om vrijheid te zoeken. Nederland wordt gekenmerkt door een controle cultuur. Er is veel mogelijk, maar er is altijd iemand die de leiding heeft. Hier wordt alles eerst geregeld voordat je iets mag doen. 

Vrijheid is politiek geladen. Vrijheid heeft te maken met hoe we samenleven. De vrijheid van de één moet samenkomen met de vrijheid van de ander. 

Neoliberalen: Belooft ons bepaalde vrijheid, ( dat is de vrijheid van het winkelen) a-politiek. Hier ga je je eigen verlangens achterna. Een soort schijnvrijheid. 

 

Wat is dan vrijheid? Het heeft met volwassenheid te maken. 

De taak van het onderwijs is het verlangen opwekken om je vrijheid op volwassen manier op je te nemen. Volwassen zijn is een vraag bij jezelf levend te houden. Dat wat je wil of verlangt of je dat wel móet verlangen. Helpt het jou op een planeet die niet aan al jouw verlangens kan voldoen? Je laten begrenzen. Verantwoordelijkheid nemen. Je neemt het zelf. Je laten begrenzen is een deel van die controle uit handen geven. De mens is niet een dier dat kan leren, maar een wezen dat onderwezen kan worden. Dat begrenzing kan ervaren. 

Volwassen in de wereld zijn, is in dialoog zijn tussen de twee uitersten. 

Veel infantiele tendensen in het onderwijs. Veel risico’s als problemen zien, alles willen beheersen. Als je alle risico’s, weghaalt dan haal je de realiteit weg uit het leven. 

 

Kern: Hele andere vraag over het menszijn. Wanneer het er toe doet dat jij jij bent, en ik ik ben. Wanneer doet de mens er toe in zijn individualiteit? Het vraagt iets naar buiten. Levinas. Het drama van de vrijheid is dat je kan weglopen of er op in kan gaan. 

De ervaring van transcendentie is de meest alledaagse ervaring. Dat iemand tegen je praat, dat je dat niet verzint. Er gebeuren voortdurend dingen. Er komen dingen op ons af. 

Het mysterie van mens zijn, dat er dingen van buiten, binnen kunnen komen. 

Wat heb je tegen leren? Het begint teveel bij het individu. De relatie tussen wereld en individu wordt gezien als de individu die de wereld naar binnen haalt.  Dat is niet de enige manier waarop we in de wereld staan. Voor je het weet, schermt het kinderen en jongeren af van de wereld. 

Life-long learning wordt bijna verplicht; het wordt een last voor het individu. De overheid ziet onderwijs bijna om ons tot machteloosheid op te leiden. De vaardigheid om nee te zeggen zit niet in het pakketje van de 21e eeuwse vaardigheden. 

Het mooie van de kunst is dat je de wereld in begrenzing tegenkomt. (Waarom heb je geen zin in sommen? Dit is een mooi pedagogisch moment)

 

Onwetendheid: Je mag als docent onwetend zijn. Niet alles in het leven valt te begrijpen. Weten heeft ook grenzen. In het onderwijs moet je eerst alles begrijpen voordat je kan handelen. Begrijpen heeft geen einde. Sommige dingen begrijpen we nooit, maar we zullen toch moeten handelen. Emancipatie is geen kwestie van weten, maar van doen. Je moet eerst weten, voordat je kan zijn. 

 

Momenten van onwetendheid inbouwen. Dat betekent ook dat je moet vertrouwen. Cruciaal ding dat in de maatschappijk kapotgemaakt lijkt te zijn. 

Verwondering is wat ons voortstuwt, wat maakt dat we onze talenten ontplooien, dat we onze grenzen verleggen, dat we boven onszelf uitstijgen en uiteindelijk: Geluk vinden in wat we doen.

Er zijn twee manieren om je leven te leven: Doen alsof niks een wonder is en doen alsof alles een wonder is.

 

Verwondering wordt in de Van Dale uitgelegd als: ‘Een gemoedstoestand die ontstaat wanneer men iets waarneemt dat men niet of anders had verwacht.’ Het gaat dus om twee verschillende dingen: Een gewaarwording en een gemoedstoestand.

Eerst is de gewaarwording, dan is er de verrassing. Vervolgens komt onze reactie daarop en de manier waarop we omgaan met de vaststelling, dat iets anders is dan we hadden verwacht.

Verwondering verbreekt de voorspelbaarheid van wat we verwacht hadden.

 

Wat is het tegenovergestelde van verwondering? Wie alles verwacht en op alles is voorbereid, is nooit verwonderd.

 

Als er geen verwondering is, worden dingen eentonig en vervelend. Onverschilligheid en verveling kunnen doorslaan tot ressentiment en irritatie tegenover de mensen die wel verwonderd zijn. Die heten dan dromers of zijn te naïef.

 

Waar geen verwondering wordt toegelaten, sluiten geesten zich en worden er muurtjes opgetrokken om het nieuwe buiten te houden.

 

De capaciteit tot verwondering is wat de mens tot mens maakt. 

Merlijn Twaalfhoven:

Componist en organisator muziekevenementen.

Hij wil kunstenaars mobiliseren, publiek verlossen uit passieve rol en een kunstenaars mindset introduceren bij complexe problemen. Hij ziet zichzelf als creatief onderzoeker van complexe maatschappelijke problemen.

 

In 2017 richtte hij daarom The Turn Club op, een samenwerkingsverband van kunstprofessionals en bruggenbouwers die urgente vraagstukken aanpakken met een kunstenaarsmindset.

 

Een lamp is geen licht, een bus is geen reis. Een kunstwerk bied niet zomaar een artistieke ervaring, er moet iets gebeuren.

 

Kunstenaarsmindset:

- Waarnemen: 

open blik, schoonheid zien, bewust worden van patronen

- Voelen:

fundament van vertrouwen, verbintenissen tussen mensen ontwikkelen. Elkaar inspireren en helpen. Toelaten van onzekerheid, verwondering en schoonheid. 

- Denken: 

je bent als mens geen rationeel, logsch wezen. Nieuwe gedachten, ideeën en besluiten maken we op basis van emoties en verbindingen die je aangaat. Hoe kan je je denken indammen en je verbeeldingskracht stimuleren?

- Maken: 

denken, dromen en ideeën is niet genoeg. Je moet bouwen en experimenteren, stappen maken. 

 

Dit nutsdenken begint ook domeinen over te nemen waar er ruimte hoort te zijn voor fijnzinnigheid, morele kwesties en zingeving. Denk bijvoorbeeld aan kunst en onderwijs. Hierbij werk je met mensen, gevoelens, emoties, godsdiensten en meningen. Die zijn niet te vangen in een algoritme. Het werken in deze domeinen vergt het tegenovergestelde van nutsdenken. Dat noemt ze het ‘artistieke of het muzische denken’. Deze manier van denken betreft een kwestie van geest en hart. Je moet bij deze manier van denken durven investeren zonder garantie op een uitkomst. Het is een kwestie van proberen zonder zeker te weten of dat wat je hebt gedaan of gaat doen voor de uitkomst zorgt die je graag wil.

Ze beschrijft hoe de moderne gezinnen vaak overladen zijn met dingen die ze moeten en willen doen. Ook schrijft ze hoe ze soms zelf mijmerend terugdenkt aan de tijd waarin ze zelf buitenspeelde met alleen een steen en de weg om iets op te tekenen. De spelletjes die ze vroeger speelden, hadden niet veel benodigdheden of voorbereiding nodig en toch wilde ze niet stoppen met spelen als ze van haar ouders naar haar bed toe moest. Ze omschrijft het heel mooi als 'de creativiteit die we als kinderen hadden, was aangeboren en niet beïnvloed door volwassen structuren'. Het waren ‘gewoon’ kinderen met hun eigen brein die ze zonder grenzen konden gebruiken.