Vervolgstap

oktober

Koning Behram hield van lekker eten. Geregeld hield hij grote feestmaaltijden voor al zijn ministers bij hem thuis in het paleis. Ook de drie prinsen lagen dan aan de dis. Dat was toen de gewoonte: Liggend op luxebanken van de maaltijd genieten. De prinsen lagen altijd bij elkaar en altijd bespraken ze hun gevoelens en indrukken van de dag. De oudste zei: 'De wijn die wij hier drinken, komt volgens mij van een wijngaard die aangelegd is op een kerkhof. De jongste zei: 'Het vlees dat wij hier eten, komt volgens mij van een lam dat eerder door een hond dan door een schaap is grootgebracht. 'Ik heb minder leuk nieuws,' zei de middelste. Ik  weet zeker dat één van de ministers die hier aan de maaltijd zit, boosaardige plannen smeedt en misschien zelfs van plan is een aanslag op het leven van de koning te plegen. 'Wat hoor ik?' vroeg de koning nieuwsgierig aan de  drie prinsen, want hij hoorde en wist graag alles. De prinsen vertelden hem wat ze voelden en dachten.

'Hoe weten jullie dat?' vroeg de koning toen de drie  prinsen gesproken hadden. 

Door goed om ons heen te kijken,' zei de jongste 

Door al onze zintuigen te gebruiken,' zei de oudste 

Door goed te luisteren naar wat wij in onze harten voelen,' zei de middelste en hij fronste zijn voorhoofd.

 

Voordat ik bij mijn collega's in de les ga kijken, wil ik eerst weten of ik zelf wel in staat ben om serendipiteit toe te laten in mijn lessen. Ook ben ik benieuwd of ik kan inspelen op onverwachte situaties en daar leermomenten van te maken in mijn dagelijkse praktijk. 

 

In het stukje hierboven leest u de drie belangrijke eigenschappen van de prinsen die ze in het hele boek gebruiken. Ze kijken goed om zich heen, gebruiken al hun zintuigen en luisteren naar wat ze in hun harten voelen. Dat voelt voor mij niet alleen als een opdracht, maar als een mindset. Bijna een manier van leven. Deze mindset heb ik ook gebruikt in mijn onderzoek. Tijdens het lesgeven stonden deze drie punten echt centraal en net als de prinsen vond ik opeens prachtige dingen en kon ik logische verbanden leggen. Ik heb niet zo’n spannende ontdekking gedaan dat ik een moordenaar ontmaskerde, maar wat ik wel ontdekt heb, is ook meer dan de moeite waard.

 

Ik wilde mezelf eerst filmen tijdens het lesgeven om dat te analyseren. Helaas zijn er te veel kinderen in de klassen die ik lesgeef die vanwege de AVG-wet niet op beeld mogen. Daarom heb ik ervoor gekozen om niet te filmen. Ik heb mijn collega Isaï gevraagd om mij te observeren. Ook heb ik een soort dagboek bijgehouden waarin ik na elke lesdag reflecteer op de dag. De dagen die ik heb gereflecteerd zijn de dinsdagen.

Deze dagen analyseer ik en neem ik mee met de observaties van Isaï om te kijken of ik in mijn lesgeven serendipiteit terug kan vinden.

 

 

Door onderzoek naar mijn eigen lesgeven te doen, ben ik erachter gekomen dat onderwijs en serendipiteit samen gaan. Ook weet ik nu wat er nodig is om serendipiteit een plek te geven in het onderwijs en de dingen waar je tegenaan kan lopen.

 

Deze informatie gebruik ik voor de volgende stappen: observaties en interviews, maar nog meer voor het experiment wat ik uit wil voeren. Door eerst zelf te ervaren wat er nodig is, kan ik gericht observeren bij mijn collega's en weet ik waar ik naar moet kijken. Daarvoor ga ik een kijkwijzer maken. Ook kan ik aan de hand van de uitslagen van dit zelfonderzoek een poster maken voor het experiment. Zo kan ik op een heldere manier uitleggen wat de bedoeling is en kan ik inspelen op de behoeftes van mijn collega's tijdens het onderzoek.

Zelfonderzoek: is serendipiteit terug te vinden in mijn klas? (Wat was daar voor nodig?)

november

Dagplanning dinsdag

december

2023 - 2024

januari

 

Iets wat mij heel erg prikkelde uit de deskresearch was het gevoel van herkenning dat ik had bij de twee begrippen ‘serendipiteit’ en ‘kunstenaarschap van de leraar ‘. Het voelt voor mij alsof die twee in mijn lesgeven bij elkaar komen. Van daaruit ontstond bij mij ook een vraag. Als ik mijn lesgeven ga zien als een kunstwerk of performance, ontstaan er dan momenten van serendipiteit?

Om dat gevoel van herkenning wat ik hierbij had verder uit te zoeken ben ik eerst bij mezelf aan de slag gegaan. Ik wilde educatie gaan zien als een artistiek proces. Bart van Rosmalen (z.d.) vergelijkt in zijn artikel de leerkracht met een kunstenaar. Hoe je als leerkracht aan het begin van de dag op de drempel staat en de ouders met de kinderen binnen ziet komen, een soort performer tussen de coulissen. Waarin de lestijd opeens een voorstelling wordt. Dit benoemt hij ook in een onderzoekend gesprek wat hij voert. Hier stelt hij vragen over de rol van publiek en performer in een les. Zijn de leerlingen en de leraar elkaars publiek? Is de leerkracht de maker en de kinderen het publiek? Ook maakt hij de vergelijking met een ambacht wat vaak verwerkt is in kunst. Is leerkracht zijn ook een ambacht?

 

In mijn stukje zelfonderzoek ga ik spelen met dit idee. Uit de deskresearch bleek namelijk dat serendipiteit in de kunst vaak een plekje krijgt. Kunstenaars formuleren vaak de rol van toeval (Kaptijns, 2013). Zij kiezen in hun werkwijze vaak bewust voor omstandigheden die ervoor zorgen dat serendipiteit een plek krijgt. Het lijkt wel alsof kunstenaars de gave hebben om opmerkelijke gebeurtenissen een plek te geven (Kaptijns, 2013). Dit staat tegenover mijn lespraktijk waarin leerkrachten heel doelgericht en volgens methodes te werk gaan.

 

Om het voor mezelf overzichtelijk te houden heb ik voor mezelf een aantal vragen aangehouden in mijn lesgeven. Ik heb elke ochtend bewust de tijd genomen om deze vragen in me op te nemen en die mee te nemen de hele dag door. Deze vragen zijn gebaseerd op de conclusies van mijn deskresearch.

 

 

Opdracht aan mezelf:

- Let op en kijk om je heen

- Wees gevoelig

- Wees dankbaar

 

Is er tijd, ruimte en vrijheid aanwezig om fouten te maken of dingen te proberen?

Is er vrijheid, tijd en ruimte aanwezig voor interactie en informele leermomenten?

Wat gebeurt er als je het lesgeven niet meer ziet als voldoen aan eisen en doelen behalen, maar als het een voorstelling is?

Zijn de kinderen het publiek?

Ben ik het publiek?

 

 

Ik ben bewust na de kerstvakantie begonnen aan dit deel van mijn onderzoek. Voor de kerstvakantie waren er bij ons op school veel tekorten. Omdat ik in verschillende groepen in de onderbouw werk en daarvoor makkelijker vervanging te regelen was dan in de bovenbouw moest ik vaak voor de klas staan in de bovenbouw. Zodat een invaller voor mijn groep kon staan. Helaas is dat na de kerstvakantie ook nog een paar keer gebeurd, maar niet zo regelmatig. Ik heb elke dinsdag in de maanden februari, maart en april dit zelfonderzoek gedaan. Op de dinsdagen werk ik in groep 1/2a. 

 

27-02-24

Door een tekort aan leraren bij ons op school moest ik vandaag helaas invallen in groep 8. Iets wat ik verschrikkelijk vind om te doen! Ik vind het namelijk spannend, omdat ik uit het verleden een hele negatieve ervaring heb gehad met een oudere groep en dat zorgt er nu voor dat ik best gespannen voor zo'n groep sta. Het is ook een groep met een flinke rugzak. Verleden jaar en dit jaar weer hebben ze geen vaste leerkracht gehad, waardoor het een moeilijke groep is geworden.

Ik probeerde vandaag ook deze dag te zien als een voorstelling, maar het is me niet gelukt. Er is te veel gaande in de klas qua gedrag. Waardoor ik niet zelfverzekerd voor de groep kan staan.

 

Toch heb ik geprobeerd om aan de hand van mijn gemaakte poster te evalueren. En ik merk meteen dat het bij punt 1 al fout is gegaan. Ik heb namelijk mezelf niet de tijd en de ruimte gegund om fouten te maken. Ik wilde het zo graag goed doen! En omdat ik mezelf deze tijd niet gunde, heb ik deze tijd ook niet aan de kinderen gegeven. Het was een dag zonder vrijheid of ruimte voor informele leermomenten. Deels omdat ik een onbekend programma af moest draaien. Maar ook, omdat ik het spannend vond ruimte te geven, want dan gebeuren er namelijk onverwachte dingen. Het is me vandaag niet gelukt om het lesgeven te zien als een voorstelling.

 

Ik merk nu hoe belangrijk het dus is om je als leerkracht comfortabel te voelen in je werk omgeving. Als je zelf geen ruimte en vrijheid voelt om te experimenteren, kan je dat de kinderen ook niet laten doen. Ik ben heel benieuwd hoe het volgende week in mijn eigen klas gaat.

 

 

05-03-24

Omdat we op school bijna het paasfeest gaan vieren moest ik gaan nadenken wat we met de kleuters konden maken om op te hangen in de aula. Het is een gewoonte bij ons op school, om met alle groepen de aula te versieren. Ik had, in het teken van het nieuwe leven wat we vieren met Pasen omdat Jezus is opgestaan, bedacht om alle bloemen die langzaam de grond uit komen te verven. De kinderen mochten hiervoor alleen de primaire kleuren gebruiken, zodat ik er ook een les over mengen aan toe kon voegen.

 

Voordat de dag begon heb ik in mijn hoofd een paar keer herhaald: ‘Vandaag is een voorstelling, vandaag is een voorstelling’. Ik merkte dat ik iets anders voor de klas stond. Want wanneer is een voorstelling geslaagd? Ik denk wanneer de voorstelling klaar is en de mensen een staande ovatie geven. Maar wanneer is een lesdag geslaagd? Wanneer je je doelen behaald heb. Dit is voor mij een groot verschil! Een geslaagde lesdag wordt dus eigenlijk bepaald door opgelegde doelen, doelen die buiten mijn beslissen om gesteld zijn. Maar een voorstelling is geslaagd als de kinderen met een fijn gevoel naar huis gaan! Ik merkte hierdoor een soort gerust gevoel, een bepaalde vrede die over me heen kwam.

 

Ik merkte dat meteen al bij het begeleiden van de kinderen die de bloemen gingen verven. Wat een fantastische les vond ik dat! Ik heb van tevoren natuurlijk laten zien wat er gebeurt als je kleuren met elkaar mengt. De kinderen keken met open mond, een jochie zei zelfs dat het leek op toveren. Dus wij gingen lekker toveren met verf. Ik had voor de kinderen mengbladen neergelegd en terwijl ik een aantal kinderen begeleidde ging de rest van de klas in de hoeken spelen. Het was fantastisch! Er was ruimte om te experimenteren met de kleuren, dingen te proberen en fouten te maken. Een kindje kwam erachter dat als je een groene kwast in de rood deed dat het rode ‘vies’ werd. Dus maakten de kinderen de afspraak met elkaar om voor elk potje een kwast te gebruiken.

Ook had ik op de tafel allemaal echte bloemen neergezet, Narcissen en tulpen bijvoorbeeld. Tijdens het verven gingen de kinderen echt goed kijken naar de blaadjes en stelden ze vragen over de kleuren, het bolletje waar de bloem uit kwam en wat een bloem eet. Het was een prachtige interactie. Waarin ik volledig ten dienst stond van de kinderen. Het voelde voor mij in dat moment alsof de kinderen mijn publiek waren en ik een grote voorstelling aan het opvoeren was. Ik heb geen moment nagedacht over doelen, over hoe het resultaat eruit zag of over de tijd.

Na het opruimen ben ik altijd gewend om wat gemaakte dingen te laten zien aan de rest van de klas. De kinderen mochten van mij zelf vertellen over hun gemaakte tekening. Ik geloof niet dat ik de kinderen ooit zo trots heb zien vertellen over hun eigen bloem. Ik ga met een vol en gelukkig hart naar huis.

 

 

12-03-24

Ook vandaag zijn we weer bezig geweest met het maken van de bloemen. Het was weer een hele fijne les. Ik merk ook dat ik nog meer om me heen kijk, van de vorige keer weet ik welke vragen de kinderen kunnen stellen of wat er kan gebeuren. Het is grappig om te zien dat er weer een kindje is wat erachter komt dat het toch wel handig is om de kwasten bij de goede kleur te houden.

Vandaag met het buiten spelen was er ook nog iets onverwachts. De kinderen hadden een slak gevonden en wilde daarvoor een hokje maken. Normaal gesproken zou ik zeggen: ‘We laten hem maar lekker buiten’, maar ik merkte aan de kinderen dat ze het heel interessant vonden. Dus ben ik binnen even een bakje gaan zoeken. Vervolgens ben ik met de kinderen na gaan denken over wat een slak fijn zou vinden en nodig zou hebben. De kinderen kwamen met allemaal ideeën die we uitgevoerd hebben. Zo hebben we nagedacht of een slak drinken nodig heeft. Ik wist daar zelf het antwoord ook niet op, maar we dachten allemaal wel dat het fijn zou zijn voor zijn slijmerige lijfje om een beetje vocht te hebben. Ook werden er blaadjes en takjes gezocht. Eenmaal binnen moest de slak wel de kring rond en had ik met de kinderen een heel leuk gesprek over slakken, wat ze eten en hoe ze met elkaar praten. Dat laatste wist ik overigens echt niet. Maar wat blijkt? Slakken communiceren met hun steeltjesogen.

 

Ook hier weer voelde ik me fijn en vrij en dat gevoel heb ik volgens mij goed over kunnen dragen aan de leerlingen. Ik denk dat we allemaal een rol spelen in deze voorstelling en dat afwisselend ik of de leerlingen in het publiek zitten. Want ze leren van mij, maar ik ook zeker van de leerlingen!

 

 

 

19-03-24

Vandaag was een beetje een wat mindere dag als het gaat om zelfonderzoek. Er waren veel kinderen ziek en er kwamen twee kinderen voor het eerst wennen. Dan ben ik altijd meer gefocust op het ontmoeten van de ouders en het verwelkomen van het kind. Ik betrapte me er dus halverwege de dag ook op dat ik nog geen een keer aan de poster had gedacht. We waren toen net aan het buiten spelen. De kinderen hadden een spin gevonden. Die hebben we met elkaar bekeken en er een gesprekje over gehad. Ik merk wel dat ik anders op het plein of in de klas sta als ik echt bewust bezig ben met het zelfonderzoek. Als ik er met mijn hoofd niet bij ben, dan ben ik ook echt niet alert op momenten van serendipiteit.

 

 

26-03-24

Vorige week is er iets heel schokkends gebeurd. Onze conciërge is plotseling overleden. Iedereen is er kapot van. Collega’s maar ook leerlingen. Afgelopen donderdag moest ik het aan de kinderen van mijn groep vertellen. Ik heb als ik eerlijk ben niet meer gedacht aan de poster, zo verdrietig voel ik me. Het is zo moeilijk om te beseffen! Ik heb vandaag het boekje van kikker en het vogeltje voorgelezen. Daarin gaat een vogeltje dood, en kikker en zijn vrienden gaan die begraven. Aankomende donderdag wordt onze conciërge ook begraven en daar zullen we als team bij aanwezig zijn.

Ik heb niet zoveel zin om uitgebreid te evalueren op de poster. Maar ik zal enkele momenten noemen van afgelopen donderdag en vandaag die passen bij het onderwerp van het onderzoek. We hebben op school een gedenkplek voor Ron de conciërge gemaakt. Daar ging ik met de kinderen heen om even te kijken. En daar stonden alle kindjes, eerbiedig, stil en met zoveel liefde in hun ogen te kijken naar de foto van Ron. Ervan overtuigd dat hij de baas was van de school, want hij kon altijd alles repareren.

 

Eenmaal terug in de klas kwamen de kinderen een voor een naar me toe met dat ze iets wilde maken voor hem. Dit hadden ze zelf bedacht, en ben ik elke keer met een kind naar het plekje toe gelopen en hebben we de tekening neergelegd.

 

Het zijn moeilijke momenten, en het voelt een beetje alsof ik verdoofd voor de klas sta. Maar de puurheid van de kinderen werkt helend. Het is fijn om met de kinderen over de dood te praten. In de kring stellen ze vragen over waarom, en waar hij nu is. Ik zeg dan ook dat ik niet alle antwoorden weet. Maar gelukkig is er een God die nu voor Ron zorgt.

In de zee onderaan de pagina staat deze gebeurtenis nog wat uitgebreider uitgelegd. Maar voor nu is dit even goed.

 

 

02-04-24

Vandaag werd er op het plein een dode hommel gevonden. En terwijl er een bakje werd gehaald en de kinderen de hommel een mooi plekje gaven (net als bij meester Ron) kwam ik erachter dat de kinderen eigenlijk helemaal niet wisten dat dit een hommel was. Ze noemden het namelijk allemaal een bij of een wesp.

 

Eenmaal terug in de klas heb ik met de kinderen eens goed naar het beestje gekeken. Ik heb hiervoor een les over letters overgeslagen, omdat ik veel enthousiasme hiervoor merkte. Ook heb ik op het digibord plaatjes opgezocht van een bij, een wesp en een hommel. We hebben gekeken naar de verschillen. De kinderen kwamen erachter dat een bij en een hommel haartjes hebben en een wesp niet. Uiteindelijk hebben de kinderen geleerd over stuifmeel wat aan de haartjes blijft plakken wat ervoor zorgt dat er bloemen groeien.

Ook hier merkte ik dus wel echt dat het belangrijk is om goed om je heen te kijken. Als ik dat niet had gedaan, had ik de hommel misschien niet eens gezien. Ik merk dat het mij helpt om de les te zien als een voorstelling. Ik zou anders nooit zomaar een les over letters skippen. Maar deze hommel was onderdeel van onze voorstelling. Het hoorde erbij, en de kinderen hebben nu iets geleerd wat ze ontzettend interessant vinden!

 

 

09-04-24

Vandaag was er weer een vondst op het plein.  Het lijkt wel alsof de natuur zich leent voor serendipiteit. Dit keer was het een hele grote groene sprinkhaan. Een levende, dus deze hebben de kinderen maar laten zitten. Vandaag had ik echt het gevoel het publiek van de kinderen te zijn. Ze regelen de boel wel, ze vroegen aan mij of ik de sprinkhaan in de gaten wilde houden zodat ze de rest van de kinderen konden halen. Eenmaal binnen was ik ook niet degene die erover begon, maar vertelde een ventje uitvoerig in de kring over de gebeurtenissen van de pauze. En de kinderen zaten allemaal braaf naar hem te luisteren, ik hoefde geen orde te houden. Prachtig!

 

Ik merk wel verschil tussen dagen waarbij ik echt een activiteit met de kinderen heb gepland waarbij er ruimte is voor serendipiteit en dagen die ‘gewoon’ zijn. Vandaag was een gewone dag. Als ik die vergelijk met de dagen toen we bezig waren met de bloemen, waren die dagen wel wat waardevoller. Het is interessant om na te denken over waar dat dan in zit. Ik denk dat een dag voor mij als waardevol voelt als er een ontdekking is gedaan, waaraan een leermoment is gekoppeld. Een dag voelt voor mij als onvolledig als alles maar is gegaan zoals het altijd gaat. Misschien zit de waarde van een dag bij mij wel in het hebben van genoeg ruimte in een dag.

Ik ga voor volgende week in ieder geval actief aan de slag door voor mijn ‘voorstelling’ een activiteit te bedenken.

 

 

16-04-24

In deze voorstelling wilde ik de kinderen kennis laten maken met meten. Hiervoor heb ik een les bedacht waarin de kinderen gaan meten met natuurlijke materialen. Na een inleiding over groot en klein en het nut van dingen opmeten ben ik aan de slag gegaan. Ze mochten van mij alles opmeten wat ze wilden. Ik had een paar opties gegeven. Ze mochten een papieren strook gebruiken, kaplablokjes of hun schoen. Het laatste was een idee van een leerling. En die kinderen die gingen toch enthousiast aan de slag! Alles, maar echt alles werd opgemeten. Tafels, kasten, ramen, kinderen, de juf, de computer echt alles. En ondertussen kreeg ik prachtige vragen. Want bij een jongetje was de tafel 6 schoenen breed maar bij het meisje maar 5. Dus daar klopte iets niet. Dus vroegen ze aan mij hoe dat kon. Wat bleek? De één had veel kleinere schoenen aan dan de ander.

 

Weer een prachtige les waarin er ontzettend veel tijd en ruimte aanwezig was voor interactie en informele leermomenten.

 

 

23-04-24

De laatste les voor de meivakantie. Voor vandaag heb ik de waterbak tevoorschijn gehaald. De kinderen gaan aan de slag met inhouden. Hoeveel bekers kan je bijvoorbeeld vullen met een melkpak vol water? Of in welk pak zit meer water. Door ze vragen te stellen en mee te doen leren de kinderen een hele hoop. De oudere kinderen daag ik uit door te vragen hoe je erachter komt waar meer water in past, in een melkpak of een gieter. En de jongeren kinderen daag ik uit door bekertjes te vullen en te tellen. Ook tijdens deze les gaat er een hoop fout, natte truien, volle bekers die op de grond vallen et cetera. Gelukkig is dat niet erg, fouten maken mag. En de kinderen lossen het altijd weer op.

 

De les zien als een voorstelling vind ik heerlijk, als leerkracht zet je iets kunstigs neer. Ik ben ervan overtuigd.

 

                                                                             

Als ik het lesgeven ga zien als een kunstwerk of performance, ontstaan er dan momenten van serendipiteit?'

Poster zelf onderzoek


februari

Zelfonderzoek


maart

Zelfonderzoek 

april

Liefdesgedicht 


'Jij hebt de dingen niet nodig om te kunnen zien.

De dingen hebben jou nodig om gezien te kunnen worden.'


K. Schippers

Gemaakte poster n.a.v. mijn bevindingen

Op de donderdagen geef ik les in groep 1/2b. Ik heb het geluk dat Isaï dan als stagiair onderwijsassistent naast me staat. Ik heb hem een jaar geleden al eerder begeleid. Nu loopt hij weer stage op onze school. Deze periode is hij bij mij. Om mijn zelfonderzoek te verdiepen heb ik hem gevraagd mij te observeren. Aan de hand van de vragen van de poster die ik ook voor mezelf gebruik. Ik vind het namelijk belangrijk om mezelf heel bewust te zijn van de manier waarop ik lesgeef. Ik heb het expres aan Isaï gevraagd omdat ik me heel comfortabel voel naast hem. Hij weet hoe ik les geef en hij durft ook kritisch te zijn op mijn lesgeven.

 

mei

Als ik terugkijk naar de dagen, waarin ik actief bezig geweest ben met het inzetten van de poster en mezelf uit te dagen door de les te zien als een voorstelling, ben ik best trots. Het ging echt niet elke keer vanzelf en ik ben tegen een aantal dingen aangelopen. Gelukkig brengen deze ontdekkingen me verder in mijn onderzoek. Ik ben al mijn dagen langs gegaan en heb de dingen die mij opvielen dikgedrukt gemaakt. Daar wil ik graag op reflecteren.

 

Als eerste viel mij op dat als je zelf geen ruimte en vrijheid voelt om te experimenteren, het bijna onmogelijk is om dat wel met de kinderen te doen. Doordat ik me niet zelfverzekerd en veilig voelde kortte ik alle tijd en ruimte voor vrijheid en experiment in. Blijkbaar is het voor mij dus heel belangrijk om me veilig en comfortabel te voelen voor de klas. Het tweede wat mij opviel was de rust die ik in mijn hoofd kreeg door een lesdag te zien als een voorstelling. De focus lag opeens heel  erg anders. Het gewenste doel was nu niet iets wat de kinderen aan het eind van de dag konden, maar het doel was nu vermaak en ongedwongen leren. Dit zorgde er bij mij ook voor dat ik al mijn aandacht kon richten op de kinderen en de interactie die we hadden. Die eerste dag beschrijf ik al dat ik met een vol en gelukkig hart naar huis ga. Ook viel mij op dat ik me bewuster was van mijn reactie op de kinderen. Ik kwam er achter dat ik soms momenten afkap omdat het niet uitkomt in mijn les of omdat ik een beest vies vind waar de kinderen mee aankomen. Door nu gefocust te zijn op die onverwachte momenten kwamen er opeens superveel leermomenten om de hoek kijken. Neem bijvoorbeeld de slak, de hommel en de sprinkhaan.

Toch is het ook hard werken. Ik merk namelijk ook dat als ik er niet helemaal lekker in zit, ik zo weer terugval in mijn ‘gewoontes van het lesgeven’. Als ik een dag niet lekker in mijn vel zit of gespannen ben sta ik niet open voor onverwachte situaties. De lijfspreuk van de prinsen: kijk om je heen, wees gevoelig en wees dankbaar gaat niet op als ik niet lekker in mijn vel zit. Ik vond het een beetje confronterend om het effect ervan terug te zien in mijn dag. Het neemt bij mij plezier weg en ik ontneem zo dus ook mogelijkheden tot plezier en informele leermomenten bij kinderen. Ik merk dat er een grote verantwoordelijkheid bij mij ligt om zo’n moment van serendipiteit om te zetten tot een leermoment.

In de literatuur had ik gelezen dat serendipiteit ook wel een beetje te plannen is. Dat werd voor mij bevestigd in de bloemen, de rekenen en de water les. Door een omgeving te maken waarin er voor de kinderen ruimte is voor fouten maken en experimenteren ontstaan er mooie momenten. Hierbij is het wel belangrijk om als docent de kinderen te sturen en van feedback te voorzien.

juni

Reflectie over zelfonderzoek

juli

Observaties door Isaï

augustus

september

Terugkijkend op de gemaakte posters zou ik toch dingen anders willen doen. In de poster ben ik voorbijgegaan aan het woordje aandacht, terwijl blijkt uit de observaties dat aandacht ook heel belangrijk is.


De gemaakte poster: 'Lesgeven als een kunstenaar.' Brengt die mijn collega’s echt de handvatten die ze nodig hebben? Ik denk dat het iets tekort doet. Een poster kan nooit zoveel informatie geven als een kort gesprek. Ik denk dat het van belang is om niet alleen een poster aan te bieden, maar ook een gesprek of cursus aan te bieden hiernaast. Op die manier kan ik niet alleen informatie aanbieden, maar ook onzekerheden wegnemen. Ik denk dat dat heel belangrijk is.

Reflectie op gemaakte posters

Beknopte conclusie: is serendipiteit terug te vinden in mijn klas? (Wat was daar voor nodig?)

 

Als ik terugkijk op alles wat ik heb gedaan tijdens dit zelfonderzoek weet ik zeker dat serendipiteit terug te vinden is in mijn klas. Toch ben ik er ook achter gekomen dat dit niet vanzelf gaat. Er zijn namelijk dingen nodig om serendipiteit toe te laten.

 

Het begint bij hoe je als leerkracht voor de groep staat: Je beginsituatie. Als je als leerkracht gespannen of niet zeker bent, kan je ook geen ruimte maken voor experiment en ruimte in je les. Om een veilige vrije omgeving te creëren is het in mijn ogen namelijk  belangrijk om zeker van je zaak te zijn. Dat merkte ik meteen al bij de eerste dag. Wat ik ook heel opmerkelijk vond is het verschil in houding wat ik kreeg als ik bedacht dat de dag een voorstelling was. Ik voelde een enorme vrijheid. Mijn doelen werden opeens niet bepaald door het leerlingvolgsysteem, of wat we aan het einde van een themaperiode behaald moesten hebben. Nee, mijn doelen werden bepaald door de kinderen. hun reactie was voor mij de graadmeter of mijn les/voorstelling geslaagd was of niet.

 

Ook is het heel belangrijk om alert te zijn. Ik merkte dat de dagen waarin ik echt de tijd nam om de poster te bekijken en de punten in probeerde te zetten, veel waardevoller waren dan de dagen dat ik er niet met mijn hoofd bij was. Je moet dus alert zijn op jezelf, maar ook alert zijn op je omgeving. Goed om je heen kijken. Zoals ook te lezen is heb ik vaak dingen gezien door goed om me heen te kijken. Daardoor besefte ik me ook dat ik waarschijnlijk voordat ik aan dit onderzoek begon, veel van dit soort dingen over het hoofd heb gezien. Het motto van de prinsen sluit hier mooi bij aan; kijk om je heen, wees gevoelig en wees dankbaar. Door gevoelig te zijn, kon ik ook inspelen op de reacties van kinderen. Daardoor merkte ik hun interesse, hun plezier en hun openheid. Deze gevoeligheid en het goed om je heen kijken zorgden er bij mij ook voor dat ik op een juiste manier op situaties kon reageren. Het is me namelijk opgevallen dat er op een dag heel veel momenten zijn waar je op kan inspelen. Het verschil ligt niet bij de kinderen, maar bij hoe jij er als leerkracht mee omgaat. Je hebt een grote verantwoordelijkheid. Bedenkt maar wat voor verschil het zou zijn als ik de worm, de hommel of de slak buiten had gelaten omdat ik het vies vond. Dan waren die mooie momenten helemaal niet gekomen.

 

Als laatste ben ik er van overtuigd dat je door het creëren van genoeg ruimte en vrijheid voor vragen en fouten maken in je les, serendipiteit vanzelf om de hoek komt kijken. Een goed voorbeeld zijn de lessen met de bloemen, de waterbak en het meten. Door de vrijheid en ruimte die er in de les was kwamen de kinderen met vragen en waren ze echt aan het ontdekken. Zo kwamen we soms opeens op onderwerpen of onverwachte leermomenten uit die ik niet voorzien had.

oktober

Naam: Isaï Tupan

Leeftijd: 23

Functie: Opleiding Onderwijsassistent (laatste jaar)

Het was interessant om samen met Isaï te kijken naar de manier waarop ik lesgeef. Hij was voor mij een goede critical friend. Door de lessen samen te bespreken kwam ik tot nieuwe inzichten en ontdekkingen die ik zonder hem waarschijnlijk niet had gedaan.

 

Omdat Isaï achter in de klas zit, ziet hij vaak dingen die ik niet zie. Zo zag hij bijvoorbeeld ook de worm die een kind had meegenomen. Ik had die worm nog helemaal niet gezien, Isaï hield zich expres stil, omdat hij heel benieuwd was wat ik ermee ging doen als ik erachter kwam.  Ik moet zeggen dat ik wel heel verrast was toen ik in mijn handen klapte en erachter kwam dat alle kinderen bleven staan bij het jongetje met de worm. Meestal luisteren de kinderen in één keer dus ik ging ook maar even kijken en ik kwam erachter dat er een modderige en glibberige worm in het handje van mijn leerling zat. Ik snap wel dat de kinderen dat interessant vinden en ik ben blij dat ik er een gesprek over ben aangegaan. Meestal als we terugkomen van het buitenspelen op de donderdag ga ik met de kinderen in de kring om een taal of rekenactiviteit te doen. Dit keer was het een kleine biologieles over de worm. Niet gepland, wel heel waardevol. Isaï en ik hadden nog een nagesprek waarin we allebei het belang van goed reageren op bepaalde situaties beseften. Als ik deze worm terug had laten brengen en doorgegaan was met mijn taalles hadden de kinderen misschien nooit geleerd dat een worm geen ogen heeft bijvoorbeeld.

 

Tijdens het bespreken van 14 maart dacht ik van tevoren eigenlijk: ‘Vandaag is er echt niks gebeurd wat bij mijn onderwerp past’. Maar gelukkig was het tegendeel waar. Dat is waarom ik het zo fijn vind dat Isaï mij observeert. Het gesprek over de ‘rijcontroleurs’ was namelijk ook een onverwachte (maar wel nodige) interventie. Na het buitenspelen heb ik het er met de kinderen even goed over gehad. Wat ik heel grappig vond, was dat de kinderen eigenlijk supergoed weten wat chaos is en hoe je met elkaar voor orde moet zorgen. Het sluit heel mooi aan bij de verantwoordelijkheid van de kinderen, want ze hebben bij mij in de klas namelijk allemaal een taakje. De kinderen gingen uit zichzelf reflecteren op hun taakje. Ik vond het interessant dat Isaï deze gebeurtenis had opgeschreven, omdat ik hem zelf helemaal vergeten was. We hebben het er over gehad of deze gebeurtenis dan ook wel past bij serendipiteit of dat dit gewoon is hoe onderwijs gaat. Dezelfde vraag had ik over het gesprekje van 21 maart en 11 april. Het zijn mooie momentjes die ik dan heb met de kinderen, maar past het helemaal bij serendipiteit? Serendipiteit is een ongezochte vondst, een vondst hoeft natuurlijk niet perse fysiek te zijn. Maar is een gesprekje dan genoeg? Uiteindelijk dachten Isaï en ik allebei van wel, want het is een onverwacht leermoment die tot stand komt in een vrije omgeving. Het mooie is dan om als leerkracht het voortouw te kunnen nemen en dat onverwachte moment te kunnen omzetten naar een leermoment.

Reflectie over observatie

november

Analyse