Landschap, namen en levende geschiedenis

 
 

In het lopen komt er veel samen. Ik wil hier kort ingaan op de samenkomst van landschap, namen en geschiedenis. namen Plekken hebben namen. Grote plekken en kleine plekken, deze staan op borden, op de kaart of je hoort ervan mond tot mond. Vaak meerdere. Deze namen zijn een fantastisch punt om het landschap door…

In het lopen komt er veel samen. Ik wil hier kort ingaan op de samenkomst van landschap, namen en geschiedenis.

namen

Plekken hebben namen. Grote plekken en kleine plekken, deze staan op borden, op de kaart of je hoort ervan mond tot mond. Vaak meerdere. Deze namen zijn een fantastisch punt om het landschap door middel van taal met cultuur en geschiedenis te koppelen. En het kan een handige stuk navigatiegereedschap zijn.

Zo leer je, wandelend door Schotland vlug de gaelic, een ‘glen’ is een vallei en een ‘loch’ een meer. ‘Burns’ en ‘alts’ zijn stroompjes en rivieren respectievelijk en een ‘sgurr’ is een rotsige piek. Dit leer je niet door het uit je hoofd te stampen maar door het te ervaren. Elke keer dat je langs een meer komt wordt het een loch genoemd, het stromend water dat je volgt heet een alt of burn. Je ondervind zelf snel de verschillen en kan dit inzetten om te navigeren. Een loch zal altijd lager liggen dan een sgurr en heeft water en misschien een nederzetting of weg. Je hoeft niet eens op de kaart te kijken.’

Op deze manier leren wandelaars de lokale, en vaak, ouderwetse termen voor het land. In Zweeds lapland kent iedereen de Samische termen voor vallei, rivier, bergtop en rendier. Dit zie je op nog veen meer plekken, talen die nauwelijks nog gesproken worden zitten als fossielen vast in het landschap. Inheemse talen van indianen in de Amerika’s en lokale dialecten in Brabant of Groningen. Want ook in Nederland is dit te bekennen. Het-werd deel in de namen van Groningse dorpen komt van de wierde waar het dorp omheen is gebouwd.

Je ziet deze handigheid ook terug in steden waar kerkstraten, marktweggen en molendijken nog naar die oude plekken leiden. Ook dit is te gebruiken voor navigatie, zo had ik nauwelijks op de kaart gekeken in Oude Tonge om mijn weg te vinden tussen de Molendijk en Eisenhowerlaan naar de Kennedystraat. Er zijn weldadelijk patronen te erkennen in namen, maar ze zijn meer dan nuttig voor navigatie.

geschiedenis

Veel wandelpaden, en nieuwe wegen, lopen over eeuwenoude sporen gelegd door mensen van duizenden jaren geleden. Romeinse wegen en middeleeuwse lanen zijn nog volop in gebruik, ook als we hun namen lang zijn vergeten. Twee rijen oude beuken langs een stenig pad op de Utrechtse Heuvelrug tussen een golfclub en Baarn tekent een middeleeuwse handelsroute af. De West Highland Way volgt paden van de oude veedrijf en militaire marskolommen. En deze kennis, die niet altijd in het open ligt, geeft een geschiedenis en fantasie aan het landschap waar je je door beweegt. Je ziet voor je hoe oude wagens en slome koeien zich ooit over modderige paden bewogen. Namen kunnen hierbij helpen. De Devil’s Staircase, onderdeel van een militaire marsweg die de Glen Coe uitloopt, geeft de indruk dat het het meest gehate stuk van de route was voor de soldaten. En kijkt er dan zelf ook tegenop, een Devil’s Staircase, dat moet wat zijn.

de invloed van namen

Een naam als Furnace Creek, Bear Hill, Devil’s Staircase, Guitar Lake, Het Verdronken Land, Alphen aan de Rijn, geeft een bepaalde verwachting aan de wandelaar. Furnace Creek moet wel heet zijn, op Bear Hill zijn er vast beren, Devil’s Staircase moet wel een opgave zijn en het Verdronken Land en Alphen aan de Rijn zijn beide nat en vol met water. Deze namen zijn soms bijzonder accuraat en soms niet, ik zag geen beer op Bear Hill. Het zijn soms namen naar een gebeurtenis of enkel bijzonder element van een plek. Badwater is vernoemd naar een aantekening van een pionier waar zijn paard niet wou drinken en de Isle of Skye staat ook wel bekend als de Isle of Mist, vanwege de dichte mist die zich er voor doet, ook al heb ik dat niet gezien. Punt is, een naam kan een bepaalde verwachting op doen en kan, als je ernaar luistert, een wandeling beïnvloeden. Je voelt jezelf als een fantasy held uit Tolkien. Want zo wonderbaarlijk is de wereld eigenlijk al.

meer voorbeelden

In de VS, voornamelijk het westen zijn er tal van voorbeelden waar een naam snel en gemakkelijk een geschiedenis oproept, voornamelijk omdat de taal nog vrij nieuw is. Furnace Creek noemde ik al, maar het ligt on Death Valley. Het is de heetste plek op aarde, waar van alles sterft. Vandaar Death Valley, vrij simpel. In de Sierra Nevada loopt de John Muir Trail over een aantal passen met namen als Forrester Pass, Pinchot Pass en Mather Pass. De Sierra Nevada komt uit de tijd van Spaanse kolonisatie waar Sierra gewoon bergketen betekent en Nevada besneeuwd betekent, dit refereert naar de besneeuwde bergtoppen. John Muir was een ecoloog die veel heeft gedaan in de Sierra Nevada en voor de wildernis conservatie in de VS algemeen. De genoemde passen zijn vernoemd naar belangrijke rangers en conservisten voor het gebied of de VS algemeen.

Ook in Nederland zijn er genoeg voorbeelden. Ik woon in ‘T Harde, of op ‘T Harde. Waarschijnlijk vernoemd naar de grond aan de voet van de Veluwe, die letterlijk harder is. je woont dan op het harde (stuk grond). Plekken als Zwaluwenburg zijn typisch voor landgoederen, een burg met veel zwaluwen, voila. Maar ook grote steden als Den Haag, letterlijk ‘het jachtgebied van de graaf’ (omringt door een haag, heg of houtkant). Het dorp waar ik opgroeide heet Garnwerd. ‘-werd’ betekent wierde en ‘Garn’ schijnt te komen van een verhaal waar een jongeman eerst droge haver at en daarna water dronk waardoor hij explodeerde. Zijn naam was Garmt, dus Garmts Wierde, of Garnwerd.

En natuurlijk Nederland zelf, neder land, of laag land. De lage landen. Het zijn eigenlijk allerlei verschillende woorden voor hetzelfde idee.