Ik zal een nieuwe wereld scheppen.
Een wereld waarin ik kan bestaan, één met betekenis buiten mensen. Buiten ‘de ander,’ waar lege straten en regen en windstoten genoeg zijn.
Deze samenleving is gefocussed en gespitst op interpersoonlijke relaties als betekenis voor het bestaan. In mijn wereld, degene waarin ik kan bestaan is een wereld zonder focus op interpersoonlijke relaties maar één met een nieuwe orientatie, richting het weide romantisme van dat land waarop we leven. Een wereld waar betekenis komt uit eenzaamheid. Laat eenzaamheid, wildernis en het land de ketekenen zijn van de dromen van kinderen.
Geen trouwerijen! Geen afscheid! Geen rouw! Geen schaamte! Geen zoenen en zonen, maar zonnnen en zoemende lentedagen! Geen sex en interpersoonlijk drama! Laat dit achter U en omarm de bergen als goden.
Je naaste mens is niet de enige bron van betekenis.
Familie, romantische, sexuele relaties hebben haar plaats. Maar laat hen niet de dromen van jonge meisjes zijn. Laat ze spelen in de bomen en rollen over de duinen. Laat ze droevig en kwaad dwalen, maar bind hen geen doeken voor de ogen! De jongens, de ‘liefde’ is geen horizon maar een sloot! Die mensen zijn geen uitgangspunt, nee zij zijn nodig en brengen vreugde en ongeluk met zich mee. Maar laat het niet de dromen zijn!
Kind, droom van vogels en heide. Van wind waarop je kan vliegen, van meren en vissen, van graslanden en uitkijkposten. Een dappere nieuwsgierigheid als leidraad, als gids.
Kom weg van uw goden en omarm de aarde onder uw voeten. Het is waar, het is houvast, het is dat wat U stopt van oneindig vallen.
Dat is waarom ik ga. Om in eenzaamheid een nieuwe orientatie te scheppen. Nieuwe dromen te scheppen voor de kinderen van nu en morgen.
Ja ik ben bang, daarom ga ik weg. Om te verdwijnen zoals ik altijd al had gewild. Omdat in verdwijnen alles kan. Omdat in eenzaamheid je zelf je eigen route schept. Omdat, zonder de ogen van anderen, er geen schaamte is, geen onzekerheid, geen rekeningen om bij te houden. Die dingen die voor mij zo lastig zijn, die ontvlucht ik. Omdat ik dan, en enkel dan, een wereld kan scheppen waarin ik volledig kan bestaan. Een bestaan met vreugde tijdens een regenbij, woede tijdens zonneschijn. Een bestaan waarin ik mag, nee, kan bestaan. Een bestaan waarin er geen keuzes zijn gemaakt voor mij maar waarin ik, Vannuit alle authenticiteit iets kan scheppen.
Waarom is dat belangrijk?
Omdat er anders geen wereld is voor mij.
Omdat anders de wereld een lot is om te voltooien.
Omdat ik anders gedoemd ben in honger naar wildernis.
Omdat ik anders gedoemd ben in nooit een ander te kunnen begrijpen, te kunnen voelen.
Is it true, that meaning is whatever keeps you from killing yourself?
I mean… Why do I evade and dissapeer into the woods and mountains. Because they are away from prying eyes and gossip, because I feel at home there. Because I won’t kill myself until I have stilled that hunger for wilderness. Until then, when I have experienced the mountains and forests and plains and deserts that I wanted to, I won’t die. I won’t her reckless or commit suicide. I will exist en be miserable and make meaning out of thin air. Until then. Until the hunger of the steppebird is stilled. Maybe, that’s never. Maybe that’s tomorrow, or in two years. Or whenever. Until then… I will live.
HUNGER IS MEANING
En wat nu? Ik ben gedoemd tot honger en eenzaamheid. Wat een drama. En nu zal ik dat maar omarmen? Zal ik liefde vinden in deze misere? En hoe doe je dat?
Misschien met lopen. Een openheid, een bewustzijn vormgegeven in actie. ja , het lopen. Het bewustzijn vormgegeven in actie, dat kan de methode zijn. De angst, spanning, het vluchten en ontduiken vormgeven in actie: lopen. En dat in de wildernis, waar mijn liefde al licht, waar ik niet nog verder weg kan renne, want er is geen diepere nis. Dat is een confrontatie met jezelf.
In de radicale keuze om te lopen ben je als kind, ben je bewust van je motiliteit, confronteer je de spanning en kan je niet verder weg rennen, je bent al onderweg. De radicale keuze om te lopen als methode tot schepping van betekenis, geluk, acceptatie van je lot.
En laat ons dan een nieuwe wereld scheppen, door de dromen van kinderen die ons achter zullen laten voor een toekomst. Laat die wereld geleid zijn door wandelaars, trekkers, wayfarers. Die wereld zal een geluk kennen dat wij ons niet voor kunnen stellen, een liefde voor natuur en wild. Een afzicht tegen kapitaal en economie, tegen oorlog en politiek. Een anarchistendroom. Een anarchistendroom die zich voortdoet uit de dromen van kinderen. Dromen buiten nucliaure families, sex, feesten, interpersoonlijk romantisme, de instituten die deze gelaagde liefdes vormgeven trouwen, begrafenisondernemers. Maar dromen over heide en zee, over lucht en wolk, over romantisme voor dynamisme en natuur, over vriendschap en taal en wetenschap en cultuur, en literatuur en muziek en beelden en emoties en wildernis. Dat is de wereld die ik scheppen wil. Die wereld schep ik nu in lopen en trekken, maar die kinderen, en dit is een appel aan de mensen van nu, die kinderen zijn niet onze toekomst, maar wel ons nalatenschap, onze morele verplichting om ze te laten dromen van een gelukkige, betere toekomst.