Iedereen wil wel eens verdwijnen, ondanks de huidige norm om constant bereikbaar te zijn. 

Verdwijnen is een moment creëren dat uniek van ons is. Door het opzettelijk niet (permanent) te delen, geven we onszelf een moment van privacy.

Wanneer je ook voor jezelf verdwijnt, niet meer weet waar je bent, ben je verdwaald.

Verdwalen is prachtig, het dwingt ons om het onbekende te omarmen. Ineens is alles mogelijk. 

Verdwijnen en verdwalen zijn een bevrijding, een ontwapening, een verruiming, een (her)ontdekking, een vernieuwing.


ook zonder het bos zingen de vogels is een metaforische ervaring waarin ik de bezoeker uitnodig om even te verdwijnen, iets achter te laten, en weer te verschijnen. Het is vertrek en wederkeer. Ik wou wat ik ervaar in mijn wandelingen, avonturen, omzetten in iets ervaarbaars.

Mijn onderzoek begon met een afkeer tegenover het urbanisme en de drukte van de stad, een verheiliging van de natuur, met name een mythische wildernis, en doen/zijn. Ik liep uren en uren, ik hakte hout. Ritme, duur, buiten, eenzaam, herhalend. 

Maar ik moest weg. Om iets te kunnen zeggen over vertrek en wederkeer moet je het doen. Dus ik vertrok naar Schotland. drie weken, meer dan 300 kilometer, en twee boeken verder bleven er drie woorden over. Eenzaamheid, verdwijnen en verdwalen.

Ik zocht een manier om mijn persoonlijke ervaring om te zetten naar jouw persoonlijke ervaring. De elementen die ik meenam uit de bergen waren, eenzaamheid, verdwijnen, verschijnen, verdwalen, natuur, lopen, water, berichten en onbestemdheid.

In het proces dat volgde heb ik ook veel achter gelaten. Teksten die ik schreef, beelden die ik schoot en geluiden die ik had opgenomen zijn hier grotendeels niet meer te vinden.

De keuze om dit werk aan/in te gaan, te vertrekken naar een zwarte doos, geeft aan dat je iets van een explorateur in je hebt, dat je erkent dat verdwijnen een eenzame taak is en dat verdwalen wonderlijk kan zijn.

Ik wil dat je nadenkt over wat en hoe het is om te verdwijnen, in je eigen omstandigheden. Voor mij zijn dat bergen en bossen, voor jou is het misschien iets in de stad of aan zee. Maar wanneer is dat, wat zijn de specifieke omstandigheden waarin je jezelf vergeet, wat zijn de plekken die alleen jij weet te vinden? 

Ik ben niet geinteressert in de antwoorden, maar wel of jij gekieteld wordt door de vragen. Dat is waarom je ze achterlaat. Het antwoord kan anderen hun leven verlichten, maar door het achter te laten kan je er afstand van nemen. Het geeft de mogelijkheid tot vergeten, tot veranderen.

Ik vind het altijd interessanter om iets achter te laten dan mee te nemen. Iets achterlaten, niet meedoen met een evenement, ergens express geen foto van nemen. Dat zijn de momenten waarop we écht kunnen verdwijnen, ook voor onszelf. Dat zijn de momenten die uniek van ons zijn, die we niet delen. In deze installatie is dat een contradictionaire uitdrukking. Het achterlaten van flessenpost, met doel om gelezen te worden, om gevonden te worden, maar zonder garantie. De berichten die hier worden achtergelaten zullen werkelijk verdwijnen, na de expo verdwijnen ze. Als de voetstappen in de modder, de regen verwaterd ze.

Dit werk is geen ervaring zoals ik wil dat je het ervaart. Wat ik wil is dat je even stilstaat, even kort kan proeven van eenzaamheid, verdwijnen en verdwalen. Neem deze vragen, of deze boeken en ga het bos in, verdwijn daar, verdwaal als een kind dat kan. Vind paadjes en wormen, wees stil en tuur naar de wolken. Het zou beide een opstapje moeten zijn voor die grootste wildernis ervaringen, voor het vergeten van jezelf. Zoals ik dat ken in ieder geval.

Het gaat hier om heel heel eventjes jezelf forceren, of door verassing overvallen, om gemak uit de weg te gaan en tussen bloemen te staan. Om de aarbeitjes op te zoeken. Ik weet dat dat lastig is als je niet weet dat ze er zijn, maar daar ben ik voor. Daar is deze installatie voor. Om aan te geven dat verdwijnen fanstastisch is.

Wie ben ik als maker? Ik maak theater-alles, en installaties. Theatrale installaties, zowel interactief als non-interactief. Ik werk met analoge en digitale media en bouw alles op vanuit vier pilaren.

Mijn werk en proces staat op de top van vier pilaren: wildernis, spel, ontdekkingsreizen en eenzaamheid.
Wildernis inspireert me.
Spel en ontdekkingsreizen zijn de methode.
Eenzaamheid, daar komt het tot de kern.

Ik wil mijn proces steeds opnieuw uitvinden, de grenzen ervan verzetten. Doorzetten op wat ik wil, wat soms wat kinderachtig kan klinken. Ik wil weg! Ik wil spelen! Ik wil onder de zon! En dat doe ik dan. Het gaat om ervaren, het bewust ervaren van wat je doet. Wie je bent, waar je heen gaat, en vaak het niet weten van de antwoorden.

 

Ik hoop met mijn werk een connectie te kunnen leggen tussen mijn belevingswereld en die van een publiek. Als autist is dit niet altijd gemakkelijk, maar ik hoop een opening te kunnen maken voor een gesprek. De deur te openen naar een manier van leven zoals ik dat ervaar, en daarmee misschien tot een menselijke kern te komen.

Wat komt hierna?

Geen idee. Installatiewerk is denk ik niet mijn specialiteit. Ik zou in theater door kunnen zoeken, maar ik voel me niet gekwalificeerd voor, wel, alles. Er is nog veel te leren. 

Ik ben geinterreseerd en met IPD goed geposistoneerd voor multidisciplinair collectief werk. Ik ben gen interactieve installatiebouwer, of installatiemaker, geen acteur of vormgever, geen muziektechnicus of lichtontwerper, geen schrijver of performer of theaterdocent. Maar ik kan van alles wat en wil dat overal een beetje blijven inzetten. Van alles een beetje. Ik heb meer passie en gevoel voor woorden en performance dan bv. vormgeving of interactie, maar kan het allemaal een beetje.

Wat er ook van komt, de vier pilaren blijven. En ik zal nooit stoppen met spelen.