Ik heb gekozen voor een artistiek onderzoek op basis van emergentie
Voor mijn onderzoek houdt dat in dat ik op meerdere vlakken tegelijk bezig ben geweest, dat ik geen hiërarchie of bepaalde volgorde aanhoud en de vrijheid kan nemen om mijn koers te veranderen naar aanleiding van nieuwe inzichten en onverwachte uitkomsten. (Hübner en Vanmaele, 2020)
Deze emergentie methode vind ik passend bij het experimentele karakter binnen mijn eigen artistieke praktijk. Het geeft me de ruimte om mijn artistiek onderzoek met een open houding te benaderen en van koers of focus te veranderen wanneer ik dat relevant vind.
Op deze pagina:
1. Ontworpen methodes als startpunt voor de filmische oefeningen
Onderaan:
2. De onderzoeksmethodes in het gehele onderzoek
Methode - Informele gesprekken met experts
Ik heb ervoor gekozen om informele gesprekken te voeren met experts, waaronder filmmakers en filmdocenten, om gelijkwaardigheid te waarborgen en een open, verkennende dialoog te bevorderen.
Dit informele karakter gaf ruimte voor het delen van inzichten en het verkennen van ideeën en ervaringen op het gebied van creëren met audiovisueel. Aanvankelijk ben ik opzoek gegaan naar definities of richtlijnen voor mijn eigen overzicht. Gaandeweg ontdekte ik dat deze (naar mijn mening) te sterk in verbinding staan met eisen en verwachtingen.
Tijdens de gesprekken hebben we ervaringen en perspectieven uitgewisseld en heb ik relevante inzichten opgedaan die van invloed waren op de methodes voor filmische oefeningen. Ook nam ik mijn eigen ervaringen uit de filmische oefeningen mee naar de gesprekken.
Start: Contactgegevens gezocht of verkregen uit mijn netwerk
Mailverkeer: kleine introductie van mijn onderzoek en het verzoek voor een afspraak van ongeveer een uur, in informele setting.
Gesprek op een door de expert te kiezen locatie.
Materialen: Notitieboek, camera of geluidsopname
Verwerking: Transcriptie en/of samenvatting op de pagina begeleidingsverslag/archief.
Vanuit verbeelding naar structuur naar betekenis
Beelden betekenis geven en door montage structureren van gedachtes, gevoelens en expressie.
Methode:
1. Zelf beelden maken zonder eisen of direct doel, wat goed voelt op dat moment.
2. Structureren en betekenis geven door montage.
3. Naar eigen inzicht betekenis geven in tekst (in beeld of voice over)
4. Open staan voor nieuwe verbanden en hermontage, remixen binnen een beperkte tijdsperiode om de gevoelens helder te houden.
5. Geef je film een titel
Achterliggende gedachte:
Beelden vastleggen zonder dat het direct betekenis hoeft te hebben, geeft de mogelijkheid om je camera te leren kennen zonder verwachtingen. Daarnaast geeft het je vrijheid om zonder oordeel je nieuwsgierigheid te volgen.
Deze werkwijze is voortgekomen uit mijn ervaring als docent en omdat ik een tegenpool voor werkwijze B (vanuit woord naar beeld) wilde bedenken.
De montagefase is hierbij de lastigste, hier kunnen kwaliteitseisen opspelen; welk beeld is het wel of niet waard om gebruikt te worden?
Om hier niet in door te schieten (of te blijven hangen) kan het helpen om jezelf een beperking op te leggen, zoals beschikbare tijd, bijvoorbeeld binnen één dag. Deze methode heeft door de tijd te beperken raakvlakken met het gegeven ‘uitdagende beperkingen’ (Wicked Film Assignments: Zelf Maximaal Uitdagende Filmopdrachten Maken - Netwerk Filmeducatie, 2021). Dit beperkende kan helpen met het daadkrachtiger aan de slag te gaan met wat er wél mogelijk is in plaats van aan perfectie te denken.
Bovenstaande werkwijzes zijn op verschillende momenten uitgewerkt.
Werkwijze A en B waren startpunten in dit onderzoek, later ontstonden C en D. Ik heb een aantal filmische oefeningen vanuit deze kaders gedaan, echter merkte ik dat deze manieren niet altijd even goed aansloten op wat ik op zo’n moment wilde doen. Naarmate ik meerdere filmische oefeningen maakte, merkte ik op dat ik wilde afwijken van de methodes en restricties.
Per filmische oefening beschrijf ik wat er wel en niet werkte aan methodes. Op de betreffende pagina's analyseer ik mijn ervaringen en verhoud ik mij tot theoretische bronnen en de gesprekken die ik heb gevoerd met experts.
Methode - Literatuuronderzoek
Ik hebt literatuur gezocht met betrekking tot filmessays, zelfportretten, experimentele ruimte en perfectionisme. Hierbij heb ik de volgende kernwoorden gebruikt om relevante bronnen te vinden:
Film Essay – Essay Film
Filmische zelfportretten – Filmic Self-portraits
Ruimte voor experiment - Experimental space
Perfectionisme beeldend kunstenaars - Perfectionism visual artists
Daarnaast heb ik in gesprekken met experts ook vaak boeken of artikelen aangeraden gekregen, deze heb ik ook meegenomen in het theoretisch kader.
Start: Steeds als ik literatuur zocht, of mij werd aangeraden, heb ik gescand op relevantie en mogelijke antwoorden of tegenstellingen.
Alinea's die relevant zijn heb ik gemarkeerd of voorzien van post-its met opmerkingen.
Een eerste stap van hiërarchie en verbanden leggen heb ik met papier op een muur gedaan. Daarna ben ik over gegaan op een digitaal overzicht in excel (zie onderaan). Relevante citaten heb ik overgenomen in dit overzicht en vervolgens getracht te ordenen op basis van vragen die ik mezelf stelde.
In de analyse per filmische oefening betrek ik deze theoretische bronnen.
Structuur en hiërarchie
Het tegelijk lezen, spreken en creëren zorgt voor veel data tegelijk. Dus om voor mezelf het overzicht te behouden en eventuele verbanden te kunnen ontdekken, heb ik citaten uit het theoretisch kader, informele gesprekken met experts en de reflectiegesprekken met de participanten, verzameld in een Excel-sheet.
Hiermee verkreeg ik mogelijke antwoorden op vragen die ik mezelf heb gesteld. Zoals: wat is een filmisch zelfportret? Wat is het belang van subjectiviteit omarmen?
Opmerking:
In de loop van mijn onderzoek is de focus verschoven, daarom is in deze pdf geen compleet overzicht zichtbaar. Het is enkel een inzicht in een methode die ik op een gegeven moment heb losgelaten omdat er teveel tijd in ging zitten. In de analyse fase bleek dit overzicht wel heel fijn te werken, ik kon er snel in zoeken naar relevante citaten.
Vanuit woord naar verbeelding naar structuur naar betekenis.
Woorden verbeelden en door montage structuren van gedachtes, gevoelens en expressie.
Methode:
1. stream of consciousness. Woorden vanuit expressie, zonder oordeel of eisen schrijven voor een bepaalde tijd. (bijvoorbeeld 1 minuut)
2. Zelf beelden maken en verzamelen die bij deze woorden passen, zowel associatief als symbolisch.
3. Woorden opnemen in geluid of beeld
4. Woord en beeld in de montage samenbrengen en nieuwe structuur zoeken. Vermijd 'praatje bij een plaatje'.
5. Geef je film een titel
Achterliggende gedachte:
Als beelden bedenken lastig is, vanuit woorden starten en zo vanuit een diepere laag van jezelf werken. Vervolgens het verbeelden van deze woorden in associaties, dat mag alles zijn wat voor jou een link heeft met de woorden.
Ik heb deze werkwijze gebaseerd op het gesprek met Filmkunstenaar Kasper van Tol, hij vertelde hoe hij vijf maanden lang dagboekvideo’s heeft bijgehouden en daarbij vanuit het ‘Stream of consciousness principe’ is gaan werken. (Link naar gesprek) Zijn werkwijze beschrijft hij als ongeremd je gedachten opschrijven, zonder interpunctie, achter elkaar door. Binnen een bepaalde tijdspanne. En op basis van die woorden beelden gaan maken, dingen die je die dag opvallen, ook al hebben ze niet direct verband met elkaar. Wat ik ook meeneem uit het gesprek met Kasper is starten zonder voor te bereiden. Doen, zonder oordeel en laten zijn wat eruit komt. Mocht er angst ontstaan tijdens het monteren, dan is er niks verloren, je kan je tijdlijn gewoon weggooien, de beelden zijn er gewoon nog, je hebt niks te verliezen.
Het één kan niet zonder het ander, de artistieke- en educatieve praktijk staan gelijkwaardig en tegelijkertijd in verbinding met de theorie.
Vanuit bestaand beeld (eigen materiaal of Found Footage) naar betekenis.
Je eigen draai geven aan bestaand beeld en door montage open staan voor onverwachte combinaties.
Methode:
1. zoek beelden in je eigen archief of elders, er hoeft geen link te zijn, er mag een een thema of gevoel centraal staan, dat hoeft niet. Je mag ook willekeurig selecteren, op intuitie, op kleur, weerstype of wat dan ook.
2. Breng deze beelden samen door montage, durf tegenstellingen op te zoeken en te monteren zonder verwachting.
3. Voel of er behoefte is aan toevoeging van stem of tekst, een titel kan voldoende zijn.
4. Geef je film een titel
Achterliggende gedachte:
Werken met Found Footage kan de startangst voor eigen opnames wegnemen, het geeft veel mogelijkheden voor fantasie en het gebruik maken van beelden die bij je horen, maar niet van dit moment zijn of waar je gehinderd wordt door eisen aan je eigen beelden.
Ik heb deze methode gebaseerd op een tip van Christianne Niesten (link naar gesprek) en mijn eigen ervaring in een Filmpoetry workshop,
gegeven en ontwikkeld door visueel dichter en filmdocent Nienke Jorissen(Proeftuin: Film Poetry | Vo, de Heemlanden (Houten) - Netwerk Filmeducatie, z.d.) De workshop die wij volgden is ontwikkeld voor het VO. Nienke deelde Haiku’s uit en op basis daarvan gingen we in groepjes aan de slag met Found Footage. Ik merkte dat ik rigoureus kon selecteren en knippen in dat materiaal. Ik voelde geen verbinding en niet echt kritisch op de vorm maar alleen gericht op bruikbaarheid voor de link met de Haiku. Het in een team werken vond ik wel lastig, mijn associaties waren anders en daardoor was het resultaat een combinatie van onze keuzes dat voor mij weinig betekenis had. Het proces van beelden verzamelen vond ik waardevoller en in mijn individuele methode heb ik dat vooral meegenomen.
Methode - Filmische oefeningen van mijzelf en drie participanten
Voor de reflectie op de filmische oefeningen heb ik twee methodes gehanteerd:
1. Op mijn eigen werk reflecteer ik in dagboekvorm op de werkwijze en wat de filmische oefening voor mij betekent.
2. Met elke participant voer ik reflectiegesprekken, daarvan maak ik een samenvatting.
Ik heb bewust voor een 'niet identieke documentatie wijze' gekozen, omdat het proces binnen de veiligheid van een intieme oefening moet liggen.
Mijn aanwezigheid of andere observatiemethodes zouden het maakproces bij de participanten kunnen verstoren. Ook wilde ik de ervaring zo puur en intuïtief mogelijk houden en daarom heb ik geen opdracht voor een logboek gegeven. Vanuit gelijkwaardigheid ben ik in dialoog met de participanten en stimuleer ik de reflectie op hun proces.
Per filmische oefening en reflectie maak ik een analyse op basis van drie vragen:
Wat ging goed?
Wat was een uitdaging?
Welke inzichten heeft de maker gekregen?
Start: Gesprek over deelname aan mijn onderzoek, inventarisatie van ervaring met filmisch werken, wensen en verwachtingen. Afspraken maken over frequentie reflectiegesprekken, tussen 3 tot 6 weken.
- Uitvoeren filmische oefening d.m.v. zelf geformuleerde opdracht of uitgangspunt experiment.
- Soms met een richtlijn of methode, maar altijd door de participant gekozen.
- Initiatief reflectiegesprek en aanleveren artistiek werk ligt bij de participant. Zij bepalen wanneer het werk 'klaar' is of wanneer zij klaar zijn om erop te reflecteren.
- Reflectie gesprek, informele setting (kan ook online).
- Materialen: Notitieboek en geluidsopname
- Verwerking: Geschreven samenvatting
Verder naar pagina: Motivatie, relevantie en urgentie
Vanuit registratie van alledaagse elementen en achronologie naar betekenis.
Werken met eigen opnames die meer registrerend zijn, meer dagboek achtig eventueel.
Methode:
1. Kies een afgebakende periode waarbinnen je alledaagse dingen en activiteiten gaat vastleggen/registreren, zonder doel of verwachting.
2. Na afloop van deze periode ga je met dit materiaal monteren.
Restrictie: Niet als een verslag maar achronologisch, omarm willekeur.
3. Voel je behoefte aan toevoegingen als VO, tekst of extra beelden? Wees daar kritisch op maar je bent er vrij in.
4. Geef je film een titel
Achterliggende gedachte:
Registrerend beeld in de montage samenbrengen, door achronologsch te werken in een metapositie komen, is hier een thema dat ik niet had verwacht?
Deze werkwijze heb ik bedacht op basis van mijn eerste ervaringen met filmische oefeningen. Daarnaast was ik geïnspireerd door mijn gesprek met Elisabeth Brun. (link naar gesprek) Hierin vroeg ze me wat mijn rode draad is, welk verborgen thema verbindt jouw beelden? Waardoor vallen je dingen op?
De achronologie heb ik toegevoegd omdat ik denk dat dat kan helpen om je ervaringen tijdens de opnames en de context daarvan los te laten.
Ook is uit mijn gesprek met Bert Beyens blijven hangen ‘de mededeling’ en het ‘praatje bij het plaatje’. (link naar gesprek) Wanneer je gaat creëren met een publiek in gedachte, dan mag je deze op het verkeerde been zetten en zelf laten nadenken over wat ze zien en horen.