2

Reflectie:


Op deze ochtend heb ik mijn tweede filmische oefening gepland, maar wat ga ik doen? Ik voel me onrustig en voel dat ik ook graag een yoga sessie wil doen met mijn yoga-app op de telefoon.

 

Ik besluit deze twee dingen te combineren en als uitdaging te kiezen dat de film over mij gaat maar dat ik zelf niet in beeld ben. 

Tijdens de yoga sessie vergeet ik dat ik de camera aan heb staan en het lukt me om te ontspannen. Daarna zet ik de beelden op mijn laptop en zie hoe prachtig de structuur van mijn vloer is en hoe de schaduwen erover bewegen. Ik besluit dit beeld te dupliceren en in spiegelbeeld erboven te zetten. 

 

Hierdoor ontstaan ook twee geluidslagen en ik vind de stemmen door elkaar heerlijk om naar te luisteren. Ik besluit hier en daar wat stillere momenten eruit te knippen en er onststaan momenten van drukte en rust. Dit toe- en afnemen van geluid heeft voor mij betekenis, alsook de woorden die op het einde klinken. Dit is mijn proces, het is soms heftig en soms weer kalm. 

 

Ondanks dat ik een aantal basiselementen heb gemanipuleerd heb ik veel aan het toeval overgelaten, niet gefinetuned. Achteraf denk ik dat ik er tekst in beeld aan toe had willen voegen, om er betekenis en mogelijkheid tot communicatie aan toe te voegen. Maar ik heb dat nog niet gedaan omdat ik de schets die het zo is, ook wil blijven waarderen.

 

Ik voelde even de neiging tot perfectioneren omdat er toch een randje in beeld zat, ergens waar ik de beelden heb gespiegeld. En toch boeit mij dat niet genoeg om dat aan te passen. Ik vind juist heel interessant dat ik een kleine glimps krijg van wat eigenlijk achter zit. En dan denk ik: ja, het publiek moet daar maar tegen kunnen. Ik ga geen high end afwerking maken. Ik heb er wel een bepaalde kleurfilter overheen gegooid omdat ik dan de kleur net wat mooier vond. Die toevoeging maakt het erg mooi voor mij. Eerst dacht ik, ik moet het heel dramatisch maken voor het publiek, maar nee, dat heeft er niks mee te maken. Ik maak het voor mezelf, dus ik kies ervoor om de kleuren aan te passen. Deze specifieke filter heette 'herfst mood', of zoiets, dus vond ik ook wel passen bij hoe ik me nu voel. 

 

Ik heb het laten zien aan mijn dochter van 14 en die werd er ongemakkelijk van; het nét niet verstaanbare wekte irritatie bij haar op.

Dat waar ik van geniet irriteert haar dus.

 

Ik bespeur hier wat onzekerheid bij mezelf, ga ik dit soort dingen ooit durven tonen aan publiek wat ik niet in de hand heb?

Methode & Techniek


Werkwijze:

Breng jezelf niet in beeld, abstractie opzoeken

 

Camera:

Canon XR

 

Uitgangspunt montage:

Spelen met het materiaal wat ik heb, de vorm is belangrijker dan de inhoud

 

Editing software:

Capcut op laptop

Analyse:

 

Wat werkte goed: 

  • Om te kunnen starten een combinatie maken met iets anders dat ik ook wilde doen, door die combinatie vond ik een vorm die ik niet bedacht had. Daardoor ervoer ik ook geen verwachtingen van hoe het resultaat zou worden. Het kon dus eigenlijk niet mislukken. 

  • Het spelen met dit beeld in de abstractie, de vorm verkennen was fijn om te doen, ik voelde geen eisen voor een verhaal of inhoud. Hier hou ik van omdat het onverwachte zoveel fijner is dan het van tevoren uit te denken en dan ontdekken dat het net niet gelukt is. 

 

Wat was een uitdaging: 

  • Niet toegeven aan de neiging om de randjes in het midden van het beeld te perfectioneren.  

  • Mezelf toestaan om een kleurenfilter toe te passen, iets in mij vindt dat dat niet mag, dat het de puurheid van het registratieve beeld aantast. 

  • Mijn onzekerheid erkennen, ik hecht veel waarde aan wat iemand van mijn werk vindt.  

 

Welke inzichten heb ik opgedaan: 

  • Door de abstractie op te zoeken en in de vorm te experimenteren voel ik vrijheid en kan het resultaat mij verrassen. 

  • Door de mate van abstractie vind ik het zelf na enkele maanden nog steeds aangenaam om naar te kijken en luisteren.  

  • Het beeld spiegelen en croppen (bijsnijden) zijn voor mij eenvoudige montage trucjes, ik besef pas veel later hoezeer ik mijn technieken beheers en hoe me dat ook vrijheid geeft om te experimenteren. 

 

Nu ik na 4 maanden hierop terugkijk ben ik ervan overtuigd dat ik geen tekst wil toevoegen. Ik wil ruimte voor de verwarring en interpretatie van de toeschouwer laten. Dan voelen ze zich maar ongemakkelijk! 

En dat inzicht sluit voor mij nauw aan bij wat Vromman schrijft, volgens hem is kunst die “niet verder reikt dan het eigen privé bestaan een geamputeerde kunst. Kunst heeft immers publiek nodig, de publieke ruimte. Het privéleven, hoe expressief ook, is betekenisloos.” (Vromman, 2020, p. 190) 

Toen ik maanden later met hem in gesprek was, hadden we het over de urgentie om iets te maken, te tonen aan de wereld. Daar heb ik hem (onder andere) deze filmische oefening laten zien. Hoewel het beeld hem fascineerde betekende het voor hem niet zoveel want deze video toonde hem niets dat overkwam als een urgentie. Maar omdat hij mijn reflectie op het proces waardeerde, gaf hij toe dat dit voor mij wel urgentie had. [02:06:02] Ik vraag mij dan af, wat gaat de kijker ervaren zonder enige uitleg? Is het daarmee dan betekenisloos? Dat denk ik niet. 

Deze gedachte maakt dat ik zoek naar een andere kijk op mijn persoonlijke urgentie en mijn creatieve proces, ik vind deze in Making is Connecting, van David Gauntlett. (2018) Hij beschrijft hierin zijn eigen definitie van creativiteit; dat het niet alleen gaat om het eindresultaat, maar ook om het plezier en de betekenis die wordt ervaren tijdens het creatieve proces zelf. Dit sluit naadloos aan bij wat ik heb ervaren: ik genoot van het combineren van de yoga filmopnames en ik liet veel over aan het toeval. Ik realiseer me dat het eindresultaat niet mijn primaire doel was, maar dat ik juist voldoening haalde uit het proces zelf en de betekenis die ik hieraan gaf als metafoor voor mijn tegenstrijdige emoties, zowel kalm als gefrustreerd/hectisch. 

In plaats van te streven naar perfectie of een dramatisch eindproduct voor publiek, waardeer ik nu vooral het schetsmatige en imperfecte in mijn video en het blijft me juist daardoor boeien. 

Het feit dat mijn dochter de video heel anders ervaart dan ik, illustreert dat de betekenis van een creatief proces subjectief is voor de maker. Gauntlett's definitie erkent dit door de nadruk te leggen op de verbinding en betekenis die de maker zelf ervaart tijdens het maken. Hij stelt dat creativiteit iets is wat je ‘voelt’ en geen verificatie van een expert nodig heeft. (Gauntlett, 2018, p. 87 - 90) 

Ik laat bij deze weer een stukje conditionering - ik wil bevestiging van mijn context - los....

Bronnen:


Gesprekken:

 Jan Vromman, 15 maart 2024


Literatuur:

Gauntlett, D. (2018). Making is Connecting: The Social Power of Creativity, from Craft and Knitting to Digital Everything (Second expanded edition). Polity Press.

 

Vromman, J. (2020). Alles over documentaires en nog veel meer: Aantekeningen van een filmdocent en documentairemaker. Vubpress.

Verder naar oefening 3