11

Reflectie


Tijdens het ordenen van dit onderzoek merk ik dat ik veel mijmer over hoe ik naar de wereld kijk en wat dat met mij doet. Het laatste jaar heb ik veel beelden van water verzameld en bij het verwerken van het gesprek met Elisabeth Brun, realiseerde ik me dat 'water' mijn rode draad zou kunnen zijn.  

 

Daarom heb ik mijn gedachten over water en het vervormende effect op wat ik zie, ingesproken als een Voice Over.  

De behoefte om met reeds bestaand beeld te gaan werken was ineens heel sterk, Ik heb alle beelden van water van de afgelopen jaren opgezocht en deze na elkaar op een tijdlijn gezet.  

Deze beelden na lange tijd terugzien en gebruiken heeft veel effect op hoe ik me voel tijdens de montage: ik voel mijn pure fascinatie voor structuren en water. Water geeft me inspiratie en nodigt uit tot contemplatie. 

 

Ik zocht naar een volgorde en kwam uit op een transitie van veel, vrij en onbegrensd water naar water dat sterk beïnvloed wordt door de omgeving.  

Ik zie mijn belemmeringen, mijn perfectionisme als een dam in een rivier, als de rand voor een waterval. Dit soort omstandigheden hebben onherroepelijk invloed op de loop van het water. Omstandigheden hebben invloed op mij. Zo voel ik mij geconditioneerd. 

En dat heb ik geprobeerd om te verbeelden. 

  

Tijdens de montage merk dat ik lang naar deze beelden wil kijken, langer dan de tekst is. En daarom hak ik de tekst in stukken en verspreid deze over de gehele video. De rust en stiltes voelen goed. 

Het montage proces gaat vlot, het is een combinatie van intuïtief werken en beredeneerd koppelen aan de inhoud. Ik heb geen moeite met beelden weglaten, ongeacht esthetische of emotionele, ik ga op mijn gevoel af en besluit welke aansluiten bij wat ik wil zeggen en welke niet. 

 Ik ben me niet bewust van tijd, als het af is kan ik niet inschatten hoe lang ik erover gedaan heb en ik merk dat ik dat ook niet belangrijk vind, ik heb er tijd voor vrijgemaakt en die tijd voelt goed besteed. Af en toe speelt mijn oordeel op, mijn stemgeluid en onhandige formulering irriteren. Maar ik geef er niet aan toe, dit is mijn materiaal en het is goed genoeg. 

 

Het resultaat is een video essay, geen portret. Het zou een zelfportret kunnen zijn, inmiddels is mij duidelijk dat deze termen elkaar ruim overlappen. Maar het voelt als een essay, een oefening in mijn gedachten naar buiten brengen, daar beeld aan te geven en ik voel de wens dat mijn publiek een stukje van mijn beleving zal ervaren.  

Methode & Techniek


Werkwijze C: 

Bestaand beeld combineren en in de montage betekenis zoeken. 

  

Camera: 

Telefoon 

  

Editing: 

Capcut op Imac 

Analyse

 

Wat werkte goed: 

  • Mijn beeldarchief induiken en persoonlijke pareltjes het podium geven dat ze verdienen. 

  • Gevoelsmatig het beeld langer laten staan dan ik gewend ben, om het mezelf makkelijk te maken heb ik ze allemaal dezelfde lengte gegeven: 10 seconden. 

  • Het geluid van de beelden is ‘schoon’ en versterkt wat ik wil zeggen, het is fijn om deze puur te kunnen gebruiken ook al voelt het als een conventie van ‘zo hoort het ook’. 

 

Wat was een uitdaging: 

  • Het oordeel loslaten over mijn stem en mijn formulering van de gedachten. Ik zou deze tekst kunnen uitschrijven, bijschaven en dan meerdere keren inspreken totdat ik tevreden ben. Ik zou zelfs de klank met software kunnen polijsten, maar dan is het niet meer van mij. 

 

Welke inzichten heb ik opgedaan: 

  • De lengte van mijn opnames is meestal zo’n 30 seconden of meer, ik merk dat het nodig is om de rust te pakken tijdens het filmen om bij de montage vrijheid te hebben. Mijn fascinatie volgen geeft dus creatieve vrijheid in het gehele proces. 

  • De waarde van ‘schoon’ geluid opnemen is niet voor niks een basisregel die we overdragen in filmonderwijs. 

  • Ik durf steeds meer te vertrouwen op mijn gevoel tijdens het creatieve proces, extern oordeel speelt steeds minder. Het is alsof mijn innerlijk kompas terug is en ik nu ook helderder kan ‘horen’ wat mijn eigen oordeel is. 

 

Ik heb een nieuw inzicht in de conventie ‘schoon geluid opnemen anders is het niet bruikbaar’. Ik erken het nut hiervan absoluut, zowerkt het fijn en is de ervaring van het publiek puur. Dit mij ook aangeleerd, niet geheel toevallig, in mijn opleiding tussen 1996 en 2000. Dit is dus direct na 1995 waarin filmmaker Lars von Trier een stevig tegengeluid lanceerde: Dogma 95. Samen met een aantal andere filmmaker stelde hij een manifest op tegen de decadentie en commercialisatie van film. (THE VOW OF CHASTITY | Dogme95.dk - A TributeTo The Official Dogme95, z.d.) 

Ik vermoed dat mijn innerlijke criticus over wat juist of onjuist is, mede hierdoor is ontstaan. In dit manifest wordt onder andere vastgelegd dat alleen geluid mag worden gebruikt dat ook daadwerkelijk bij de beelden, of in dezelfde situatie, is opgenomen. Er mag geen muziek klinken als die niet in de scene aanwezig is en er mogen geen aanpassingen gedaan worden in de tijdsbeleving, zeker niet door (kleur)filters en lagen in beeld.

Ik herinner me de lessen filmanalyse waarin dit soort waardeoordelen onvermijdelijk doorklonken. En ze zijn nog steeds springlevend, met name documentairemakers hechten hier veel waarde aan. Ik ken het uit mijn werkveld als editor en ik hoor het nog steeds in de gesprekken met filmdocenten die ook uit die tijd komen. Ik weet dat ik met meerdere filmische oefeningen bijna al dit soort regels overtreedt en voel wellicht daardoor vaak de neiging om me ervoor te excuseren. 

Bij dit werk voel ik op dat gebied dus nauwelijks frictie, je zou kunnen zeggen dat ik me qua beeld en natuurlijk geluid onbewust heb geconformeerd aan Dogma 95, maar zeker niet met de Voice Over, die heeft daar geen plaats in. Maar dat is niet belangrijk, deze oefening is evenveel waard als de andere. Overigens heeft Lars von Trier zelf, zich er ook niet eindeloos aan gehouden. Zijn dogma werd net zozeer een conventie als waar hij zich oorspronkelijk tegen verzette, ook hij heeft dat losgelaten.

 

Terugblikkend op dit proces en andere filmische oefeningen zie ik nog een andere overkoepelende ervaring ontstaan: Mijn fascinatie volgen en filmen geeft me inspiratie. Maar belangrijker nog, in de montagefase ervaar ik steeds vaker een soort intuïtie die me op gevoel laat werken in een tijdloosheid. Ik, als persoon, besta dan even niet maar laat het creatieve proces mij meenemen.  

In de afsluitende fase van dit onderzoek las ik ‘The war of art’ van Steven Pressfield. (2020) Hij noemt de interne frictie een gevecht tussen inspiratie (de muze) versus weerstand (het ego). De muze is de innerlijke stem die ons helpt, inspiratie geeft, aanmoedigt om door te gaan en ons helpt om terug te komen bij wat we willen bereiken. Je zou het kunnen zien alseen intelligentie die, onafhankelijk van ons bewustzijn en als bondgenoot, meehelpt om ons creatieve proces in te gaan en ons materiaal te bewerken. Dat zou de reden zijn dat kunstenaars bescheiden zijn, omdat ze weten dat zij eigenlijk niet het werk doen maar enkel uitwerken wat hen gegeven wordt. (Pressfield, 2002, p. 127) Deze inspiratie de ruimte geven en ervoor open staan valt niet mee als je vanuit praktische redenen, zoals de veiligheid van zekerheden in je leven, denkt. Het oefenen met filmisch werken, en in het bijzonder met confronterende zelfportretten, kan dan als niet relevant worden gezien of is het gewoon niet fijn voor het ego?

In de latere gesprekken met filmdocenten kwam regelmatig de term ‘urgentie’ naar boven, dat lijkt dan te gaan om iets te willen te maken dat ook relevantie heeft voor de maatschappij. Maar ik voel urgentie als iets veel meer persoonlijks. Dat het eigenlijk betekent dat je ruimte geeft aan je eigen inspiratie en je eigen creativiteit zodat je beter om kan gaan met die maatschappij.

Want maatschappelijke urgentie vóór je eigen urgentie stellen is koren op de molen van de ‘weerstand’ die het ego produceert. Juist voor de onzekere kunstenaar is een dergelijk doel beangstigend en vallen we makkelijk in de valkuil van ‘weerstand’. Deze weerstand zit in ons, wij houden die zelf in stand door onze veilige 'status quo' niet in gevaar te brengen. 

De beste manier om de weerstand aan te pakken, is door te blijven oefenen, te werken als een professional. En dan niet in de definitie van 'er geld mee verdienen', maar er dagelijks prioriteit aan te geven en door te gaan, ook als het even niet leuk is of niet lekker gaat. Zelfs als het niks lijkt op te leveren of door anderen als waardeloos wordt gezien. (Pressfield 2002, p. 69-72)  

In dit onderzoek betekent dat voor mij dat je dus bij jezelf mag blijven, fouten mag maken, als je maar werkt. Het is geen ‘Quick Fix’, workshop of les. Het filmisch essayeren is geen middel om ergens doorheen te breken en het dan weer los te laten. 

Het is een vorm van jezelf ruimte geven om te ervaren en jezelf te leren kennen, oefenen in zelfonderzoek en je daarin durven kwetsbaar op te stellen. 

Bronnen


Pressfield, S. (2002). The War of Art: Break Through the Blocks and Win Your Inner Creative Battles. Black Irish Entertainment LLC.

 

THE VOW OF CHASTITY | Dogme95.dk - A tribute to the official Dogme95. (z.d.). Dogme95.dk. Geraadpleegd op 29 april 2024, van http://www.dogme95.dk/the-vow-of-chastity/

Verder naar oefening 12