7

Reflectie

 

In de resterende weken van november ben ik een tijdje ziek geweest en lukte het me niet om naast de werkdrukte nog losse portretten te maken. 

Ik realiseer me inmiddels dat ik wel heel veel beelden ben blijven verzamelen en dat ik de behoefte voel om een groter geheel te maken.Een uitgebreider essayistisch zelfportret dat samenhangt met de boom voor mijn huis, mijn grijze haar en het algehele gevoel van aanvaarding van het onvermijdelijke. 

  

Ik wilde graag iets doen met een beeld van mezelf koppelen aan mijmeringen aan mijn boom, die ik vooral in de trein had. Al die bomen waar ik naar kijk als ik in de trein zit. Terwijl ik mijn eigen boom heb achtergelaten, niet wetend of hij er nog zal staan als ik thuiskom. 

  

Een paar dagen geleden wandelde ik langs het kanaal vlak bij huis.Ik zag het ijs en de weerspiegelingen van de bomen in de stukken water rond het ijs. Dit besloot ik vast leggen en ineens zie ik iets wat me raakt: een rood esdoornblad, gevangen in ijs. Dit beeld als een directe herinnering aan een boom in al haar herfstglorie en kleuren. Ik verlang naar mijn boom! Zal ze nog een keer zulke mooie rode bladeren dragen? 

  

Het is een samenraapsel van beelden die ik de afgelopen maand heb gemaakt, ik voel daardoor frictie. 

Enerzijds omdat ik behoefte heb aan een logische structuur (wat hoort bij wat?) en aan de andere kant probeer ik de vrijheid te nemen om bijna willekeurige combinaties te maken. Ik heb bewust gekozen voor gelaagdheid omdat ik het narratief van oorzaak-gevolg en ontwikkeling zoveel mogelijk wilde loslaten. 

 

Gevoelsmatig wil ik bij het monteren muziek gebruiken maar ik voel weerstand, ik kan me er toch niet zo gemakkelijk vanaf maken door er muziek onder te zetten? Dan bedenk ik dat ik ook nog eigen opnames heb, van het oefenen met mijn harp. De gedachte aan mijn harp, die ik dit schooljaar in een hoek heb gezet met een doek erover... geen tijd daarvoor nu. Dit roept ook een soort weemoed op naar rustiger tijden waar ik me niet zo hoef te bewijzen maar gewoon muziek kan maken. Dit geeft mij voldoende argument om deze muziekopname te gebruiken. Ik hoop dat mijn publiek ook de rauwheid kan herkennen, dat mijn harpspel verre van perfect is.  

 

Tijdens de montage moet ik mezelf dwingen om te stoppen op een bepaald moment. Anders ging ik maar door met betekenis zoeken in de lagen die op elkaar kwamen te liggen. Waarom wil ik die lagen zo letterlijk op elkaar leggen? Wil ik zo graag die connecties duidelijk maken? Waarom maak ik mij daar zo druk om? Ik voel continu dat ik moet verdedigen waarom ik met gelaagdheid werk en met de muziek, ik heb het gevoel dat ik iets maak wat anderen als onbeduidend en sentimenteel beschouwen en ergens, diep vanbinnen, ben ik bang dat ze gelijk hebben. 

Methode & Techniek


Werkwijze: 

meerdere lagen beeld om mijn gedachten en associaties te verbinden.  

 

Uitgangspunt montage:

Muziek als eerste neergelegd en die gebruiken voor nadruk van momenten.

 

Camera:

Telefoon

 

Editing:

Capcut op laptop

Analyse


Wat werkte goed: 

  • De beelden selecteren, ze hebben veel te maken met de beleving tijdens het filmen, voor mij heeft dit betekenis, zeker in combinatie met mijn eigen oefening in harpspel.  

  • Ik vond het leuk om met de timing in de muziek te spelen en deze te gebruiken voor accenten bij de montage van de beelden en hun eigen geluiden. 

  • Deze video durf ik aan een paar mensen te laten zien. 

 

Wat was een uitdaging: 

  • Stoppen was moeilijk, ik wilde nog meer lagen, nog meer connecties maar ik merkte ook dat dat niet overkwam en dat ik verzadigd raakte door de hoeveelheid emoties en herinneringen. 

  • Als ik het toonde aan iemand wilde ik van tevoren uitleggen waarom ik bepaalde keuzes heb gemaakt en me excuseren voor alles wat er niet goed aan is. 

 

Welke inzichten heb ik opgedaan: 

  • Achteraf zou ik graag nog eens spelen met de combinatie van het ijs en mijzelf in de beslagen spiegel. 

  • Voor een ander zijn de connecties onherkenbaar maar ik geniet ervan tijdens het monteren en bij het terugkijken. 

 

Even inzoomend op het gegeven dat ik me, bij het tonen aan anderen, van tevoren excuseer voor de onduidelijkheid en fouten: Ik vermoed dat ik dat doe omdat ik wil laten zien dat ik me ervan bewust ben dat ik fouten heb gemaakt.  

Ik doe dit vooral in situaties waar ik ‘de lerende’ ben. Tijdens mijn studies heb ik meerdere momenten gehad dat ik bij beoordelingen mezelf direct helemaal ging afkraken om te laten zien dat ik wéét welke fouten ik heb gemaakt. Dit ziet eruit als een conditionering door onderwijs, waar we van jongs af aan worden beoordeeld op ons vermogen om te leren van onze fouten. Conditionering is een wisselwerking tussen individu en context: elke ervaring leert ons wat we de volgende keer hetzelfde of juist anders willen aanpakken. Mensen zijn altijd, wat zij ook doen, geconditioneerde wezens, omdat alles wat een min of meer blijvende rol in het leven van de mens gaat spelen, onmiddellijk het karakter van een conditie aanneemt. (Arendt, 2009, p. 17) Hierin herken ik mijn 'disclaimer' in de vorm van zelfkritiek, het is gevoed door het herhalende karakter van de reflectie in onderwijs. De duur en intensiteit van ons verblijf in dergelijke contexten, kan niet anders dan conditionerend werken. 

 

Iets anders dat opspeelt bij het maken van deze oefening is een veelvoorkomende valkuil van filmmakers: teveel waarde hechten aan de context van de opnames. Dit vasthouden aan je eigen emoties tijdens het filmen maakt het beeld wellicht te belangrijk in verhouding met wat het overbrengt aan je publiek. Immers, je publiek heeft diezelfde ervaring niet gehad en het kan ervoor zorgen dat je daardoor niet de juiste keuzes maakt in de montage, om tot een product te komen dat het maximale effect heeft op je publiek. (Vromman, 2020, p. 45)

Voor mij als editor herken ik het als ik hard gewerkt heb aan een scene en dat we moeten erkennen dat deze scene eruit moet vanwege lengte o.i.d. Het sneuvelen van opnames herken ik uit vele situaties. Bijvoorbeeld dat ik met een regisseur werkte aan een documentaire en met mijn objectievere blik moest erkennen dat een bepaald fragment niet meer paste bij het grote verhaal of bij de scene die we aan het bouwen waren. Ik zag dan hoe moeilijk het is voor zo’n regisseur om dat beeld los te laten. Dit fenomeen staat algemeen bekend als ‘Kill your darlings” en komt het veelvuldig voor in de filmindustrie en bij schrijvers.

De moed hebben om je lievelingsbeelden of scènes weg te gooien, wordt gezien als een noodzakelijke eigenschap om betere en gestroomlijnde producten te maken.

Dit zie ik als een conventie van filmisch werken en hiervan afwijken voelt oncomfortabel. Het zou wel eens één van de essentiële verschillen kunnen zijn tussen werken aan filmische producten voor een publiek of filmisch essayeren vanuit persoonlijke expressie. 

 

Bronnen


Arendt, H. (2009). De menselijke conditie. Boom.

 

Vromman, J. (2020). Alles over documentaires en nog veel meer: Aantekeningen van een filmdocent en documentairemaker. Vubpress.

Verder naar oefening 8