3

Reflectie: 

  

We gaan samen een paar dagen naar zee, hij zit tegen en burn-out aan en ik moet structuur en grenzen gaan vinden voor mezelf. Om niet meegezogen te worden in frustratie en pijn. De letterlijke voorbeelden van gesprekken aanhoren kan ik niet meer aan. Ik verlang naar de stilte van de zee, de wind, de meeuwen.  

Tijdens een lange strandwandeling neem ik de ruimte om heel vast te leggen wat ik tegenkom. Ik herken mijn verlangen naar structuur in de vele structuren die ik tegenkom en ik geniet bij iedere opname. Het filmen maakt dat ik nergens anders meer aan denk. 

  

Tussen het filmen en montage zit ongeveer een maand. Het starten met monteren lukt me niet eerder. Ik weet nog niet waardoor dat komt. De gedachtes die ik heb opgeschreven voelen te zwaar en te pijnlijk om te gebruiken.

  

Het liefst was ik meteen op de dag zelf begonnen met monteren, maar de omstandigheden waren er niet naar. Voor het eerst was ik niet alleen tijdens de regenachtige dagen in ons campertje vind ik geen rust om eraan te werken. En dan zakt de motivatie om te starten weg. 

  

In de afgelopen weken heb ik wel verschillende beelden teruggekeken en daarbij geconstateerd dat ik er graag iets van wil maken. Maar hecht ik dan te veel waarde aan de beelden en het moment waar ze voor staan? 

Ik voel hier weerstand omdat ik er iets moois van wil maken, dus liever bewaar ik de beelden voor een later project of product.  

  

Ik vind de neiging om ze te bewaren tot het juiste moment belemmerend. Daarom heb ik besloten ervoor nu een mozaïek beeld van te maken: allemaal naast elkaar in beeld, elk beeld is even belangrijk en het geeft een indruk. Dat is voor mij, voor nu, voldoende. 

  

Tijdens de montage loop ik tegen de begrenzing aan van de capaciteit van mijn computer en de software. Capcut is een gratis programma en de vele beelden naast elkaar in beeld maakten de computer steeds trager. 

Het exporteren is ook niet goed gegaan, het beeld is heel raar gerenderd, het wiebelt en hapert overal. Dit is niet zo bedoeld maar het pakt wel zeer passend uit.

Ik vind het trillerige en ‘glitschige’ een metafoor voor onze emoties van die dag, het is mooi hoe dit er nu uit ziet.

Ik besluit dat dit geen tussenvorm is, dit is de juiste vorm! 

Methode & Techniek

 

Oorspronkelijk had ik de wens om een gedicht te maken op basis van werkwijze B:

ik had voorafgaand aan deze dag volgens het 'stream of consciousness' concept, 5 minuten lang mijn gedachten opgeschreven.


Camera:

Telefoon

 

Editing:

Capcut op Imac

Analyse

 

Wat werkte goed: 

  • Op gaan in de momenten van filmen, mijn nieuwsgierigheid volgen. 

  • Het mozaïek maken, het positioneren van de beelden naast elkaar ging vrijwel zonder oordeel, ik merkte dat het niet zoveel uitmaakte waar ik iets neerzette en toch kon ik ruimte geven aan mijn wens om ze wel netjes op gelijke afstand van elkaar te plaatsen. 

 

Wat was een uitdaging: 

  • Het opstarten van de montage als ik niet alleen was, ik kon er geen prioriteit aan geven. 

  • Het lineaire narratief van de ervaring van die dag loslaten, een voor de hand liggende conventie van filmisch werken: je vertelt een verhaal van a tot z. 

 

Welke inzichten heb ik opgedaan: 

  • Denken in een alternatieve verwerking om toch door te kunnen gaan, deze mozaïek vorm was het resultaat van een heel oude wens van me, om als een soort stripverhaal te visualiseren met vele plaatjes tegelijk op één pagina. Nu deed zich die mogelijkheid onverwacht voor. 

  • Je beelden gebruiken in een montage verandert niks aan de waarde van die beelden, ik voel de vrijheid om ermee te spelen zonder ze te moeten bewaren voor ‘het echte werk’. Ik denk terug aan mijn gesprek met Kasper van Tol en ik realiseer me dat ik inderdaad niets te verliezen heb, alleen maar te winnen. [00:15:14] 

 

Mijn filmbeelden van alle structuren op het strand zou ik kunnen zien als een soort momentopnamen, "stille zelfportretten" die ik vastleg tijdens de strandwandeling. Monteiro (2019) maakt een onderscheid tussen het zelfportret als momentopname en autobiografische vormen die meer verhalend zijn, waar nadrukkelijker beweging in zit. En toch, door deze afzonderlijke beelden te monteren tot een mozaïekfilm, geef ik er soort chronologische structuur en beweging aan, waardoor het misschien toch ook wel neigt naar een autobiografische vertelling wordt over die specifieke dag en mijn ervaringen. Door beide elementen erin te verwerken rek ik de kaders van het conventionele zelfportret, het is het wel en niet tegelijk. Dit maakt het zelfportret zo lastig te definiëren en maakt het, voor mij, juist interessant om mee te werken.

 

Ik realiseer mij maanden later dat wat ik ervaren heb tussen het filmen en het monteren in, ook te maken heeft met perfectionisme. Het bewaren voor een groter doel kan je ook zien als de kloof tussen het ideaalbeeld in je hoofd en de realiteit. Maar ook dat kunstenaars met perfectionistische neigingen soms eindeloos blijven experimenteren en projecten onvoltooid laten. (Başak, 2012, p.4) Maar wat ik het belangrijkste vind is dat ik uiteindelijk besluit om de technische imperfecties van het eindresultaat te omarmen als metafoor, in plaats van eindeloos door te blijven perfectioneren.

Dit kunnen accepteren is de perfectionistische neiging afbreken.


Bronnen:


Gesprekken:

Kasper van Tol, 7 september 2023

 

Literatuur:

Başak, R. (2012). Perfectionist Attitudes of Artistically Talented Students in the Art Classroom. Procedia: Social & Behavioral Sciences, 46, 5010–5014. https://doi.org/10.1016/j.sbspro.2012.06.377


Tinel-Temple, M., Busetta, L., & Monteiro, M. (2019). From Self-portrait to Selfie: Representing the Self in Moving Image. New Studies in European Cinema.

 

Verder naar oefening 4