10

Reflectie 

De ochtend na mijn gesprek met filmdocent en documentairemaker Jan Vromman, realiseer ik me dat ik de laatste tijd weer blijf rondlopen met een groter idee in in hoofd. In ons gesprek vertelde hij hoe hij altijd, juist bij grote processen, kleine dingen gaat maken, hij zei daarover: 'Juist dan moet je kleine dingen blijven maken, kleine opnames, flarden, om je creativiteit te laten stromen. Anders loop je vast.' 

  

Ik neem dat deze ochtend heel letterlijk: In het licht van mijn wekker zie ik mijn gezicht weerkaatsen op het scherm van mijn telefoon. Ik besluit dit beeld op te nemen.  

  

Terwijl ik naar mezelf kijk tijdens de opname, zie ik dat mijn ogen niet terugkijken, maar schuin opzij kijken. Ik denk terug aan het gesprek met Jan Vromman en realiseer me dat hij poneert 'dat er altijd een toeschouwer zou moeten zijn voor een film'. 

Ik kijk mijn publiek dus niet recht aan, tenzij ik met mijn ogen in dat hele kleine zwarte puntje van de lens kijk. Maar dan zie ik zelf niets wat mijn interesse wekt. 

  

En die gedachten, over wat ik wel en niet zie en dat ik me bewust ben van een toeschouwer, die besluit ik daarna op te nemen als Voice Over. Ik zeg wat er in me op komt, zonder daar gewichtig over te doen of over na te denken. En als ik genoeg heb gezegd, dan stop ik. 

Deze Voice Over zet ik in de capcut app onder mijn beeld en als ik dit zie, bedenk ik dat ik nog meer wil zeggen. Ook dat neem ik op. 

En dan heb ik twee tracks onder elkaar, wat valt me op? Ik heb een soort zelfde ritme van praten en stilte en ik besluit de tweede track 'op zicht' te knippen en te plaatsen. Daarmee bedoel ik dat ik niet luister maar op het beeld van de waveforms (de grafische weergave van geluid)in de track op kanaal 1 en 2 om de beurt een tekstfragment neer zet. Ik luister dit ook niet na, ik ben benieuwd wat het gaat brengen als ik zo met mezelf in gesprek ben. 

Ik exporteer dan ook direct. 


Het resultaat is inhoudelijk niet echt goed te volgen en daardoor voor mij ook wel herkenbaar. Het kan een representatie zijn van mijn eigen gedachten in de vroege ochtend, alles gaat door elkaar heen en wat ik er mooi aan vind: het heeft niet direct een doel of boodschap. 


Ik observeer, ben nieuwsgierig en benblij met wat ik gekregen heb. 


Ik waardeer ook de humor die ik ervaar als ik terugkijk en het maakt me ook niet zoveel uit dat het geluid erg zacht is. Dit zou ik kunnen corrigeren, ik zou het zelfs met AI toepassingen in andere professionele software kunnen perfectioneren, maar dat wil ik niet.

Het is goed zoals het is. 

Methode & Techniek


Werkwijze:

Het geheel is binnen 15 minuten gemaakt, zonder plan.

Één integrale beeldopname van mezelf, twee voice opnames in dezelfde situatie.

 

Camera:

Telefoon

 

Editing:

Capcut op telefoon

Analyse 

 

Wat werkte goed: 

  • Ik vond het fijn om zo bij het wakker worden hier meteen mee aan de slag te gaan, toegeven aan een directe impuls en ook meteen afwerken zonder eisen te stellen werkt bevrijdend. 

  • Ik nodig 'toeval' uit in mijn montage, ik doe dat omdat ik dan niet ga 'overdenken'. Ik ben nieuwsgierig naar het toeval en wat er gaat ontstaan. 

 

Wat was een uitdaging: 

  • Later komt het besef dat ik deze filmische oefening gezien gaat worden door anderen. Dat voelt een beetje ongemakkelijk omdat het erg privé is, zo liggend in mijn bed. Dit gevoel blijft echter niet lang. 

 

Welke inzichten heb ik opgedaan: 

  • Het was opvallend eenvoudig om letterlijk tegen de toeschouwer te praten in de ‘jij’ vorm, dit had ik niet verwacht maar ook niet bij stilgestaan op dat moment. 

  • In de vroege ochtend, als ik nog niet echt wakker ben maak ik me veel minder druk om eisen en verwachtingen. Het voelt als een veilig bubbeltje waarin alles oké is. 

 

Ik realiseer mij dus pas achteraf hoe kwetsbaar deze opname is en hoe puur ik kijk en praat, zonder verwachting of oordeel. Terwijl ik me op dat moment zeer bewust ben van dat ik mezelf film. Het besef van in de lens kijken en dan zelf niks zien heb ik eerder ook wel opgemerkt maar nu richtte ik me voor het eerst letterlijk naar de toeschouwer en dat is een veel voorkomende manier bij ‘lens based’ zelfportretten zoals in fotografie of film. Door recht in de camera te kijken ontstaat een indruk van intimiteit waarbij de toeschouwer wordt aangesproken in een zeer privé-handeling. 

Dergelijk experimenteren met een cameralens bieden een mogelijkheid om de subject/object verdeling op te heffen. De kunstenaar zelf kan namelijk ook worden aangesproken als de primaire kijker, vooral wanneer er naar apparatuur wordt verwezen, naar zichzelf kijkend in de spiegel of monitor. (Tinel-Temple et al.,2019) Een interessante gedachte als je het koppelt aan mijn twee Voice overs die langs elkaar heen praten, ik was in gesprek met mezelf en ben zowel adresseerde als de geadresseerde. 

Deze wisselwerking is voor mij een belangrijk argument om te werken met mezelf, zowel als object als met mijn subjectieve kijk. Zelfportretten kunnen heel confronterend zijn maar het brengt ook veel inzicht in je eigen handelen en denken. Je gaat de dialoog aan met jezelf.

Bronnen

 

Tinel-Temple, M., Busetta, L., & Monteiro, M. (2019). From Self-portrait to Selfie: Representing the Self in Moving Image. New Studies in European Cinema.

 

Verder naar oefening 11