12

Reflectie


En ineens is het zover: mijn boom is weg. En net die ene dag had ik mijn camera niet opgesteld omdat ik mijn oudste dochter niet wilde storen in de ochtend. Het is namelijk vanuit haar slaapkamerraam dat ik de timelapses opneem.  

De dag erna besluit ik de leegte te registreren en ben ik zelf ook op de plek van de boom gaan staan. Met een rode jas en pet als symbool voor de kleur die ik zo ga missen. Ik voel dat ik daar moet gaan staan en dat ik mij wil verbinden met de restanten van de afgeschaafde boomwortels onder mijn schoenen. Ik sta er ongeveer 20 minuten en dan komt mijn buurman naar buiten, hij vraagt: wat ben je eigenlijk aan het doen? Als ik vertel dat ik al een half jaar opnames maak van het proces en een film maak over ‘mijn boom’, haalt hij zijn schouders op en zegt dat hij niet zoveel geeft om ‘groen’ en dat het hem niet boeit dat die boom weg is. De context van deze film, mijn artistiek onderzoek, vindt hij ook maar raar, kunst heeft hij nooit begrepen.

Hij wenst me succes en ik weet dat hij me nu nog vreemder vindt dan voorheen. Ik merk dat me dat niet zoveel doet, ik ben hier voor mezelf en mijn boom en ik ga rustig verder met het vastleggen van de ravage. 


Het heeft ongeveer een maand geduurd voordat ik aan de montage begon, ik weet niet zo goed waarom. Misschien omdat ik het moeilijk vind om iets af te ronden, alsof ik dan moet erkennen dat het echt voorbij is? Of omdat ik aan dit portret veel waarde hecht en als ik er niet aan begin ... kan het ook niet fout gaan? 

De muziek van Agnes Obel speelt wederom een grote rol in het verklanken van mijn emotie en ik weet dat er een, wat opgewekter, deel aan einde van het nummer zit. Dat heb ik er bij oefening 9 afgeknipt.  

Ik wil graag het hele proces van de boom laten samenvallen met haar muziek en heb al veel nagedacht over het deel van de werkzaamheden dat ik zal moeten inkorten, om de leegte op het dramatische moment van de muziek te laten vallen. 

Dit inkorten kost me geen moeite, hier heb ik jaren ervaring in, ik weet wat de essentie is van de beelden die ik wil overhouden, hier moet de bedrijvigheid naar voren komen en daar is bestaat inmiddels genoeg meer dan genoeg materiaal voor. Door mijn recente reflectiegesprek met Anke over haar eerste zelfportret daag ik mezelf uit om sommige beelden heel lang te laten staan. Zo merk ik dat ik het nodig vind om het beeld van 'de eerste dag zonder boom' lang te laten staan; de regendruppels op het raam, de plassen water die groeien en weer krimpen, ik neem er de tijd voor.


Het einde monteren is lastiger, ik heb meerdere dingen geprobeerd en ik voel dat ik verder wil gaan. Niet stoppen bij een ‘onaf’ product zoals mijn methodes zeggen. Ik voel een grote behoefte om dit eerbetoon aan mijn boom af te werken op een manier die ik mooi vind.  

En dan ‘weet’ ik dat ik wil eindigen met de eerste beelden die ik heb gemaakt in de herfst, toen ik besefte dat dit stuk plantsoen gesaneerd zou worden. Ik zie het onwennige van het filmen met mijn Canon camera en vind het prachtig.

Ik herken plots een conventie uit filmtaal: Het onscherpe en kleurrijke doen aan als een persoonlijke herinnering! Ik besluit dit cliché te omarmen en speel ermee door daarna toch weer scherpe close-ups van bladeren toe te voegen die niet in deze conventie passen. Maar deze bladeren, net als die ene in het ijs, verdienen ook gezien te worden. Nu zijn we uit de herinneringen en gaan naar wat de boom is geworden: een tijdelijke schuilplaats voor de beschermde mussen in onze wijk. 


Ik heb me bij het monteren meerdere keren afgevraagd of ik titels zou willen gebruiken en ik sta mezelf toe om hier geen oordeel over te hebben. Als docent hoop ik wel eens dat studenten loskomen van Engeltalige titels en durven op te komen voor hun eigen taal. Ook heb ik als docent de verwachting dat studenten na een paar opdrachten ook niet meer zoveel op muziek gaan leunen. Hierdoor besef ik dat ik nu een werk heb gemaakt dat ik in mijn lespraktijk zie als een ‘leuk begin’ maar ook dat ik het monteren op muziek een te makkelijke manier vindt. En toch, heb ik dat hier gedaan, ik heb ervan genoten om zo te werken. Ik wil dit tonen aan mensen en mijn emoties laten versterken door de melancholische piano van Agnes Obel.  


Ik wil een titel geven die een bepaalde bril opzet bij mijn publiek en ik benoem mezelf voor het eerst als maker van de beelden en de montage.

Als docent erger ik me aan uitgebreide aftiteling door studenten, dan denk ik wel eens: het stelt nog niet zoveel voor, doe eens wat meer bescheiden.  

Waarom irriteert mij dat zo? Waar komt dat vandaan? En juist omdát ik het als docent irritant en overdreven vind bij studenten, doe ik het nu zelf.  

Ik wil ervaren wat het doet om je eigen naam daar neer te zetten.

Het voelt ongemakkelijk en goed tegelijk, heerlijk die frictie! 

Methode & Techniek


Werkwijze:

Narratief gevoelsmatig laten ontstaan in combinatie met muziek

Finetunen toegestaan, incl. titels

 

Camera:

Canon XR 

Telefoon

 

Montage:

Capcut op Imac

Bronnen


Rascaroli, L. (2009). The personal camera: Subjective cinema and the essay film. Columbia University Press.

 

THE VOW OF CHASTITY | Dogme95.dk - A tribute to the official Dogme95. (z.d.). Dogme95.dk. Geraadpleegd op 29 april 2024, van http://www.dogme95.dk/the-vow-of-chastity/

Analyse


Wat werkte goed: 

  • Plaats nemen op de plek van de boom en het gesprek aan gaan met iemand die het nut niet ziet van wat ik aan het doen ben. 

  • Bewustwording van een cliché en deze vol overtuiging omarmen. 

  • Monteren in timing geeft me altijd energie 

 

Wat was een uitdaging: 

  • Mijn eigen oordeel loslaten als docent over typische beginners ‘filmpjes’. 

  • Letterlijk een einde aan een proces maken wat mij zo lang heeft beziggehouden. 

 

Welke inzichten heb ik opgedaan: 

  • Mijn eigen gevoel boven mijn oordeel of het oordeel van anderen plaatsen. Bij het maken van dit portret gonsden meerdere stemmen uit de gesprekken met experts in mijn hoofd en ik heb me er deze keer minder van aangetrokken. 

  • Ik ervaar de laatste tijd minder frictie en daarom zoek ik het bewuster op, ik merk dat ik zowel extremen als onzekerheid in mijn eigen oordeel wil verkennen. 

 

Er is vooruitgang merkbaar in hoe ik om ga met mijn eigen oordeel en dat van anderen, de kracht om bewust frictie op te zoeken is ook een goede ontwikkeling.  

Ik denk ook nog even terug aan Dogma 95 (THE VOW OF CHASTITY | Dogme95.dk - A Tribute To The Official Dogme95, z.d.) waarbij vervreemding in tijd en plaats is verboden. Ik ben zeer tevreden met het werken met timelapses, juist het verstrijken van de tijd in combinatie met een afstandelijk kader geven voor mij de machteloosheid weer die ik heb ervaren bij de sanering van het plantsoen.

Die vertelstructuur is een van de filmische middelen die ik tot mijn beschikking heb, dit is ook wat het voor mij filmisch maakt en dus meer dan een portret van mijn boom of van mijzelf.


In haar inleiding van ‘The personal camera’ betoogt Lascaroli:

Zowel op een thematisch als filosofisch niveau is subjectiviteit in non-fictievormen van hedendaagse film een weerspiegeling en een gevolg van de toegenomen fragmentatie van de menselijke ervaring in de postmoderne, geglobaliseerde wereld. Het geeft uiting aan onze behoefte en verlangen om manieren te vinden om deze fragmentatie te representeren en ermee om te gaan.” (Rascaroli, 2009, p.4) 

Dit citaat verwoord zó goed wat de filmische oefeningen voor mij zijn gaan betekenen. Het gaat niet enkel om mijn boom en ik, mijn context en ik. Hoe vaak heb ik inmiddels aan experts gevraagd wat een filmisch zelfportret is? Wat filmisch is? De onderliggende vraag was eigenlijk: is het maken van filmische zelfportretten een valide oefening binnen kunsteducatie? Het antwoord lijkt ook wel ‘nee’ te zijn volgens sommigen. Daarbij is mijn keuze om in mijn hoofdvraag de nadruk op filmisch te leggen, ook in twijfel getrokken. 

Ik weet nu: ik sta er 100% achter. Want filmisch essayeren met zelfportretten is méér dan jezelf durven tonen en bevragen zoals je met andere kunstdisciplines ook zou kunnen doen. Het is veel meer dan de spreekwoordelijke dans aan te gaan met dogma’s, conventies en cliché’s. Het gaat over de waarde van het oefenen met, en de frictie opzoeken van, film zelf.

Want juist subjectieve film, zoals geen enkele andere kunstdiscipline, bestaat letterlijk uit die fragmentatie van de persoonlijke menselijke ervaring. Dit is wat zelf gefilmde fragmenten zijn. En daarmee experimenteren en betekenis geven is noodzakelijk om te kunnen bestaan in deze wereld. 

Verder naar oefening 13