Gesprekken met Anke Zijlstra,

mijn kritische vriend


Gesprekken binnen FAA context

 

Gesprekken buiten FAA context

 

Begeleidingsverslag / Archief

Op deze pagina staan alle gesprekken die ik heb gevoerd met experts, coaches en kritische vriend. 

Voor de leesbaarheid heb ik een onderverdeling gemaakt m.b.t. de context.

 

Ik noem dit ook mijn archief omdat ik in mijn registratie verwijs naar deze inhoud.

Gesprekken tijdens de Research Days 

Research day 1:        7 oktober 2023


Corien van der Linden 

  

Corien is een zeer ervaren onderzoeker, in het gesprek heb ik haar dan ook vooral tips gevraagd over hoe je een onderzoek goed aanpakt. 

De transcriptie en teams opname is helaas verdwenen na deze researchdag. Maar wat ik heb genoteerd in mijn aantekeningen is dat ze me aanraadde om een globale planning te maken met een soort piket paaltjes van op welk moment je wat bereikt wilt hebben. 

Vanuit die globale inschatting plan je dan terug in de tijd naar het 'nu' en dat helpt om in te schatten wanneer je dan met bepaalde fases moet beginnen, zodat je ook tijd hebt om het uit te kunnen zetten naar anderen. 

Ze gaf me verder de tip om goed te bedenken wat ik wil onderzoeken. Mijn idee is op dit moment nog zo globaal dat het nog heel lastig is om er concrete methodes voor te vinden. 

Daarom zegt ze me ook te zoeken naar de kern er te beginnen met afbakenen, tijd in te ruimen voor een soort testfase om te bepalen waar ik naartoe wil.


 

Wat ik hier uit meeneem: 

 

Ik merk dat de terminologie zoals testfase en concrete methodes nog niet landen bij mij, ik vind dit best wel lastig omdat ik persoonlijk de urgentie voel om praktisch aan de slag te gaan met filmische oefening. Dit voelt nu erg theoretisch aan. De globale planning besluit ik wel uit te werken.

Ik besef dat de artistieke manier die we in de lessen meekrijgen (durven meanderen en paadjes verkennen) beter bij mij past. 


Kritische vriend Anke Zijlstra - 8 oktober 2023 

 

We hebben het globaal gehad over: 

Het durven starten met research catalogue en niet op papier blijven werken, dan heb je aan het einde een grote inhaalslag te doen en als je RC leert gebruiken kan het zelfs leuk worden.

  

We maken afspraken, binnen twee weken heb ik: 

Een eerste opzet van de research catalogue 

Ben ik begonnen met tweewekelijks een portret / video schets / experiment maken. Zodat dit een geoefende en activiteit gaat worden die er bij hoort. Met als doel ook de materialiteit van het medium goed doorvoelen. 

 

Ook spreken we af dat ik de eerste twee methodes verder uitwerk, ik wil deze wat tegengesteld van elkaar maken zodat ze niet teveel op elkaar lijken. 

 

 

Wat ik hier uit meeneem: 

  

Ik wilde wekelijks een experiment doen en ik moet toegeven dat ik daarom nog niet begonnen was, het kwam steeds niet uit in mijn planning. Dus door de lat iets minder hoog te leggen in de frequentie (naar tweewekelijks te gaan) is het beter in te passen en hoop ik meer vrijheid te ervaren zonder dat ik mezelf vind 'falen'. 

  

De praktische tip 'maak desnoods een verzamelbak waar je alles in gooit in RC' vond ik in eerste instantie een gek idee. Maar aangezien ik anders te lang ga wachten, is het zeker de moeite waard om het te proberen. 

  

Docent Miriam van Tilburg - 15 december 2023 

  

Op een vrijdag, buiten de lessen om, zit ik in mijn hoofd in rondjes te draaien. Ik besluit Mirjam op te zoeken en vraag om hulp over mijn deelvragen en methode. 

  

Ze geeft me de volgende tips: Elke deelvraag wordt op zijn minst met theoretische bronnen beantwoord, liefst met argumenten zowel uit de gesprekken, je eigen artistieke proces en daarbij dus ook theorie. 

Tip om het onderzoek van Ellen van der Aart te lezen en met haar daarover in gesprek te gaan. 

Documentatie methode: 

Logboek kan een goede manier zijn, samen met periodiek reflectie gesprek. 

Daarnaast zeer laagdrempelig: iedere week, twee keer een whatsappje. Met de vraag: Heb je vandaag nagedacht over je zelfprortretbijvoorveeld. Puntjes zetten op dat moment. 

Open vragen die je in een excell bestandje heel mooi kan vergelijken. 

De reflectiemomenten enigszins gestructureerd laten verlopen. Geen vragenlijst, wel topics zodat je op stukken kan vergelijken. En dezelfde woorden gebruiken, dat helpt ook heel veel. 

Mijn belangrijkste kernwoorden, die moeten hetzelfde blijven. dan zie je ook waar de verschillen zitten. 

En jezelf? Wie doet dat gesprek met mij? Anneke eventueel? 

Medeonderzoekers: Naast elkaar staan, als gelijken, ik dus ook op dezelfde manier van reflecteren. Zelf dus ook het logboek idee en whatsapp vragen. Consequent zijn!  

De deelvragen ook met hen bespreken, op het einde. Wat is dan het werkveld? Dat ook bespreken. 

Ik ben zoekende en dat is zeker oke. Je moet zorgen dat je voldoende data krijgt en daar niet te bescheiden in zijn. Dat is moeilijk, want de filmpjes die eruit komen zijn niet gemaakt met dat doel. 

Je zou met stills kunnen werken. Welke screenshot wordt je nou heel blij bijvoorbeeld? 

Zo is het toch visueel maar niet invasief of privé. 

Als we het hebben afgerond hebben, helemaal op het einde nog een gesprek met iedereen, maar los van mij . Een eind interview om toch nog even die blinde vlekken weg te halen. Die moet ik dan zelf uitwerken. 

Zou ook een groepsgesprek kunnen zijn. 

 

 

Wat ik hier uit meeneem: 

  

Ik heb de tussentijdse whatsappjes meegenomen, maar een lagere frequentie:  1 keer per maand. Ik wil niet teveel oppervlakkige data krijgen, daarom hecht ik meer waarde aan de reflectiegesprekken die ik met iedereen voer. 

Als werkveld heb ik besloten om mijn indirecte collega's Filmisch beeld te betrekken bij een afsluitend gesprek. Dat gaat plaatsvinden in maart waarschijnlijk. 

De tip om het onderzoek over zelfportretten van Ellen van der Aart te lezen heb ik wat uitgesteld, ik vond dat ik daar nog niet aan toe was. Pas later (in maart heb ik dat gesprek wel gevoerd en ik ben blij dat ik ermee heb gewacht totdat ik zelf wat steviger in mijn schoenen sta over wat zo'n zelfportret voor mij betekent. 

  

Ik heb besloten geen afsluitend gesprek te doen met de participanten bij elkaar, dat voelt niet veilig voor mij. Zij kennen elkaar niet en ze werken alledrie in verschillene fases van deze oefeningen. 

 

17 oktober 2022 - Gesprek met mijn oud filmdocent Marcel Hermans

 

Dit gesprek startte met herinneringen ophalen aan de fijne tijd die ik heb gehad aan de kunstacademie in Maastricht, waar Marcel nog steeds les geeft. Ik herinner me de vrijheid bij het vak video, het experiment dat altijd voorop stond. De speelsheid waarmee we de opdrachten benaderden. Marcel herinnerde zich mijn afstudeerfilm, gefilmd in Luik.

Ik vroeg hem naar wat ze nu aanbieden bij het vak Filmisch Beeld, binnen de opleiding Visuele Communicatie, en hoe met welke opdrachten het meest creatief gewerkt wordt.

 

Marcel als docent:

Hij brengt zijn studenten graag terug naar de basis van AV, weg van de gelikte populaire video’s op sociale media en marketing. Een van de opdrachten waar hij mee begint noemt hij daarom bewust ‘schetsen’. Hij benadrukt het registratieve als eerste: de camera als een schetsblok.

“Ik zeg altijd: op het moment dat ik naar New York ga en ik maak daar shots van New York, dan hebben die niets te maken met mijn kwaliteit maar met de kwaliteit van de stad. Pas op het moment dat ik een plek ‘eigen maak’ dan maak ik ‘mijn’ materiaal.” Hij stimuleert zijn studenten om “een tijd op een plek aanwezig te zijn en daarmee die plek tot zich nemen, om tot de camerashots te komen wat echt van henzelf is”

 

In de propedeuse gaan de studenten vooral aan de slag met de gevoelslaag, door middel van experimentele film in een videoclip, hij hanteert daarbij een aantal criteria:

·      Gevoel is belangrijker dan verhaal.

·      Onderzoek naar beeld (bijvoorbeeld analoge aanpassingen)

·      Samenwerking met andere media en disciplines (interacties tussen bijv grafisch, dans, fotografie)

Marcel heeft gekozen voor de videoclip als product omdat ze te weinig tijd hebben met de lessenreeks, de videoclip is een afsluiting van de oefenopdrachten.

Daarnaast maken ze ook een Video Poem, soms met het gegeven thema ‘angst’ of hij geeft vrijheid bij de studenten om zelf een thema te kiezen wat dicht bij hen ligt. Ze werken daarnaartoe met kleine oefeningen om visueel te werken ipv met informatie door tekst of spraak.

Het experimenteel werken wordt door de studenten vaak als het moeilijkste blok ervaren maar achteraf blijkt steeds weer dat ze dat onderdeel ook het meest waardevol vinden.

 

Marcel als Maker:

Tijdens zijn studie maakte hij vooral video-installaties, maar daar was geen geld mee te verdienen, samen met een studiegenoot hobbelde hij van subsidie naar subsidie. Ze waren alleen maar bezig met documentatie en verantwoording om geld te kunnen krijgen. Daardoor is er commercieel werk ingeslopen en nu is dat alleen nog maar commercieel werk. Heel af en toe had hij nog en autonome productie maar hij probeert in het commerciële werk ook de nadruk te leggen op het experimentele karakter. Maar daar moet de opdrachtgever ook voor open staan. Een voorbeeld daarvan was Vodafone, daar konden ze heel experimenteel omgaan met thema’s. Hij ervaart het meeste plezier in de opdrachten als hij vanaf het begin wordt meegenomen, dan kan je het autonome combineren met toegepast werk.

 

Dit brengt hij altijd mee als hij lesgeeft, zoals bijvoorbeeld in een Minor (van Viscom en CMD samen) waar hij lesgeeft.

Daarin staat ‘tussenruimte’ centraal, waar je veel kanten mee op kan. Daarin maken de studenten dus iets specifiek voor een locatie (geen projectie). Door zijn voorbeelden van wat tussenruimte kan zijn kom ik los en dat is heel fijn.

 

Wat neem ik mee uit dit gesprek:

1.    Het schetsmatig werken met de camera en het echt als schetsen zien resoneert sterk. Ik voel dat ik dit wil aanpakken om weer te gaan creëren.

2.    Het idee van de tussenruimte brengt me weer terug naar mijn kunst educatieve visie, waarin dat ook heb betrokken.

 

Kritische Vriend Anke Zijlstra - 4 november 2023

 


Ik ben zoekende met methode, persoonlijke expressie, esthetiek en welke subvragen ik wil stellen. 

 

we hebben het over directe en indirecte bronnen, ik kan niks directs en leesbaars vinden van Michel Beaujour, Truaffaut of Pasolini. De laatste twee zijn betekenisvol voor Avant Garde Nouvelle Vague waar veel experiment in film in te vinden is.

 

We zoeken het dichter bij huis: Chantal Ackerman en Agnes Varda. 

Anke geeft me de contactgegevens van Bert Beyens, voormalig directeur van het RITCS in Brussel, vooraanstaande filmopleiding. Hij heeft met Ackerman gewerkt en weet heel veel over filmisch creeren.

Ook raadt ze me aan om contact te zoeken met Ellen van der Aart, vanwege haar onderzoek naar zelfportretten.

 

Ze geeft me een mooie quote: 'Je legt iets bloot: film binnen kunsteducatie wordt te functioneel onderwezen'. We hebben het over kwetsbaarheid en komen zo op het boekje 'kwetsbaarheid van Pascal Gielen.

Deze kwetsbaarheid is voor mij heel belangrijk, het is ook een motivatie om het proces van de participanten bij hen te laten, niet daarbovenop te gaan zitten. Voelt te invasief.

 

We spreken af dat ik mijn 4 werkwijzen verder uitwerk, zij wil er ook een paar gaan uitproberen.

 

 

Wat ik hier uit meeneem:

 

Het is belangrijk om je ergens niet bij neer te leggen, als ik de participanten niet wil laten vastleggen wanneer ze creëren en hoe, dan kan dat. De reflectie in dialoog wordt daardoor alleen maar belangrijker en dat is gevoelsmatig voor mij heel duidelijk. Nu nog een onderbouwing vinden.



Wat ik niet meeneem:


Ik wil eerst veel meer zelf creëren voordat ik met iemand spreek over wat zelfportretten kunnen zijn. Ik wil mijn eerste oefeningen zo puur mogelijk houden en voor mezelf helder krijgen of het zelfportretten zijn of niet.

 

Research day 1:        7 oktober 2023


Luana Raiter


We hebben gesproken over mijn eerste experiment en ik heb haar gevraagd hoe zij tot creeren komt. ze herkent de stream of consciousness (vertaalt dat naar automatic writing) en vertelt me over oefeningen die zij wel eens gebruikt als theatermaker.  

 

Ook gaf ze me de tip om verder te zoeken in surrealistische film of theater.  

Tot slot gaf ze me mee dat ze het erg waardeert hoe ik in mijn onderzoek ruimte maak voor een 'positiveself'. Jezelf omarmen zoals je bent en die frictie van wat je ziet, denkt en ontdekt, dat dat heel waardevol is. 


Wat ik hier uit meeneem: 


Ik vond het leuk hoe Luana enthousiast werd van wat ik aan het doen ben. En dat ze een aantal voorbeelden van haar eigen aanpak vertelt, ik besluit deze in mijn achterhoofd te houden als ik aan de slag ga met de formulering van eventuele opdrachten voor de participanten. 

 

Wat ik niet meeneem:

Achteraf blijkt het niet direct bruikbaar maar wat ik wel merk is dat ik de vrijheid en het surrealistische heel erg waardeer in wat ik zie en maak.  

 In mijn zoeken naar surrealisme in film kom ik vooral bronnen tegen die in gaan op de geschiedenis en definities. Ik besluit me hier niet verder in te verdiepen omdat me dat teveel tid kost en voor mijn gevoel te ver afwijkt van wat ik wil onderzoeken met mijn eigen experimenten.

Studiecoach Jan Staes - 15 december 2023 


over haalbaarheid 

  

Jan is mijn studiecoach en ik geef aan dat ik me voel verzuipen momenteel.  

Ik vind het moeilijk om te bepalen wanneer het genoeg is. 

  

In het gesprek vraagt hij me hoeveel experts ik nog wil spreken. En wat ik dan bereikt wil hebben. 

Hij daagt me uit met een semi willekeurige datum: 22 januari, dan stop je met gesprekken voeren. 

  

Dan hebben we het over mijn onderzoek en mijn onderzoeksvraag. 

Jan geeft mij terug dat ik dus blijkbaar op zoek ben naar hoe het filmisch zelfportret een slingshot kan zijn, een versnelling geven tegen een writer's block. Maar waarom kan dat dan niet met 36 andere oefeningen?  

Geeft dat filmisch zelfportret. Hoe divers het ook is, dat hoor ik je ook zeggen, geef dat een bepaalde dimensie mee aan dat proces?

Ik denk dat je even moet focussen nu in die richting. En waarom in die richting? Omdat dat je analytische assumptie is. Ik denk dat dat ook meer met fascinatie te maken heeft.  

 

Ik ben degene die zal moeten besluiten wanneer het genoeg is. 

Dan zou 22 januari stoppen mogelijk zijn, dan zou afstuderen in juni geen probleem moeten zijn. 

 

Wat ik hier uit mee neem: 

  

Ik merk dat het mij oplucht om per 22 januari te stoppen met de gesprekken. 

Maar de werkelijkheid is anders:  Het gesprek met Elisabeth wordt steeds uitgesteld, ik zit met het boek van Jan Vromman dat ik eerst helemaal doorgrond wil hebben voordat ik hem durf te contacteren voor een gesprek.   

En zo ben ik toch veel langer doorgegaan, ook omdat ik het gevoel heb dat ik nog niet ben waar ik wil zijn. Dat ik echt nog meer input en experiment nodig heb om conclusies te durven trekken. 

 

6 september 2023 - Gesprek met  Pien van Grinsven en Teun Brock (animatie)filmmakers

 

Ik kwam met deze twee filmmakers in contact via het filmdocentennetwerk van mijn werk bij Filmeducatiehub-zuid. Naast hun filmmakerschap geven ze ook les: Teun geeft les in cinematografie op het RICTS en Pien geeft incidenteel workshops animatie.

 

Ik ben het gesprek heel open ingegaan en heb hen gevraagd of ze met me mee wilden denken over expressie met film. 

 

Ik vroeg hen wat zij vinden van film als discipline voor expressie en daar antwoordde Teun op dat hij dat heel interessant vindt maar ook dat het een moeilijke discipline is:

"Fotografie is al wat makkelijker, maar bijvoorbeeld schilderen of beeldhouwen, dat is veel directer. Filmmaken is zo super technisch en je hebt er ook best wel veel voor nodig. En ja, veel voorbereiding als je alle parameters wil gebruiken, die film te bieden heeft."

Pien is het wel met hem eens op dit gebied, ze zegt: "Film is secundair. Je hebt daar een idee over en dan werk je dat uit, en dan volgt daar een heel technisch proces. Oké, hoe ga ik dat dan filmen of hoe moet ik dat verbeelden? En wat ga je daarmee doen?"

 

Beide makers noemen het dit een heel celebraal proces dat je weg haalt van de emotie die je wellicht wilt verbeelden. En dat je dus eerst veel gaat uitdenken voordat er echt creatie plaatsvindt. 

 

Dit staat best ver af van wat ik wil; zonder drempels creëren. Om zo de expressie vast te houden, bij de impressies die ik vastleg voor mezelf. Momenteel heb ik een fascinatie voor water en reflectie in water. Ik geef toe dat ik het me nog niet gelukt is om al deze beelden tot iets te monteren.

 

Teun zegt daarop: "Je vertrekt wel vanuit dat gevoel, of je wilt dat het daar vandaan komt en weer naar teruggaat. Maar je moet dan wel even naar je verstand. Naar je ratio om daar iets mee te doen. Ik denk dat dat inherent is aan film maken. Maar het is wel super interessant om over na te denken. Hoe kan je die lijntjes zo kort mogelijk maken?"

 

Pien herkent ook het intuitief werken, ze benoemt het als het leven zelf, ze erkent het verlangen om die beelden te verzamelen en het daarbij te laten. Of, en dat is meestal haar werkwijze, je gaat er een narratief omheen maken. Ze beschrijft dit als "een stuk nieuwsgierigheid, van: wat is het verhaal achter dat water? Wat gebeurt hier? Wat is hier gebeurd? En dan ga je jezelf eigenlijk een verhaal vertellen daarover. En dat verhaal, die intentie die je daar nog achter voelt, dat brengt je dan denk ik weer een stapje verder naar de manier waarop je dat kunt plaatsen."

 

Ik benoem dat ik vrees dat het misschien wel noodzakjelijk gaat zijn om deze beelden te gaan voorzien van een stem of narratief, anders is mijn expressie niet duidelijk en is het voor de kijker niet meer dan 'gewoon water'. 

 

Teun vindt van niet, hij vind dat een narratief in een film vaak overgewaardeerd is: "ik vind het feit dat narratief altijd als een essentieel, fundamenteel onderdeel gezien wordt van filmmaken, daar ben ik het gewoon niet mee eens".

Hij denkt dat je om de emotie te tonen, expressief te maken, je misschien juist wel weg moet blijven van narratief.

Pien is het een beetje oneens met Teun, zij houdt heel erg van narratief in film, zeker als het gaat om het verhaal achter de beelden, dan volgt daaruit het beste een narratieve structuur. "Maar als het inderdaad eigenlijk gaat om dat gevoel vangen en eigenlijk dus veel verder weg van die specifieke gebeurtenissen, maar veel meer over dat gevoel, wat natuurlijk universeel is op een bepaalde manier. Dan denk ik dat je inderdaad eigenlijk een heel ander proces ingaat, van een gevoel tot uiting brengen. Wat dus veel abstracter is en niet gaat over een narratief."

 

Pien benoemt een grappige paradox; dat mensen die je film kijken helemaal niet onthouden hebben wat er precies gebeurde, terwijl daar heel veel denkwerk in zit. "Dus filmmaken is werken met een soort van gevoel, naar een soort extreme rationaliteit, om dan eigenlijk weer uit te komen op: waar lopen mensen mee naar buiten? Een gevoel."

 

Iets later in het gesprek krijg ik een paar prikkende vragen van Teun:  "Maar van wie, voor wie? Is die expressie voor jezelf zodat je het kwijt kan? Of is die expressie omdat je het wil delen? Of is die expressie dat je andere mensen wil aanzetten? Dat zijn denk ik  allemaal legitieme opties. Dat is wel iets wat je je moet afvragen." 

 

Wat ik meeneem uit dit gesprek:

 

Ik merk dat het loslaten van narratief als eis een opluchting bij mij geeft.

 

Ik realiseer me dat de rationele werkwijze die zij beide beschrijven, in de fase voordat je gaat filmen of monteren, dat ik daar bij weg wil bliiven. Ik heb het wel eens willen doen maar ik liep daar in vast. Dan zijn er zoveel eisen die ik ga stellen aan mijn werk, dat ik er niet aan begin. Hier speelt perfectionisme een grote rol.

 

De vragen die Teun me stelt  op het einde, gonzen nog lang na. Hier moet ik wel echt iets mee. Wat wil ik hiermee? Is expressie echt het belangrijkste of wil ik iets anders onderzoeken?

Research day 2: 2 december 2023


Christianne Niesten 


Christianne heeft een grote kennis van bronnen, daarom vroeg ik haar in dit gesprek mee te denken in bronnen die ik ook als 'tegengeluid' zou kunnen gebruiken. 

 

Tegenover het subjectieve zetten we het collectieve, zoals Karrabing Filmcollective.

En ze tipt me Reinelle Terpstra, zij werkt veel met Found Footage.

En wat zou het maken, starten, creëren kunnen zijn? 

Ze raadt me ook een aantal boeken aan in de mediatheek over zelfportretten.


We komen erop dat ik het proces belangrijker vind dan het product, ze raadt me 'Making' aan van Tim Ingold.

 

  

Wat ik hier uit meeneem: 

  

Making is Connecting – Tim Ingold / David Gauntlett 

Ik heb het boek gekocht omdat het veelbelovend leek, echter heb ik niet gevonden wat ik zocht, namelijk een bewijs voor 'starten' met creatie. Dit boek blijkt vooral over samen dingen maken te gaan, van de simpelste hobby's tot digitale media. Met de nadruk op connectie. En hoewel ik hierdoor ook op het idee ben gekomen dat een volgende stap co-creatie zou kunnen zijn, wil ik met mijn onderzoek in de persoonlijke, individuele ontwikkeling blijven. 


Het idee van Found Footage wil ik ook verwerken in een van mijn 4 werkwijzes. Uit een workshop van Filmpoetry heb ik gemerkt dat het heel makkelijk combineren is met Found Footage, je voelt je niet emotioneel bezwaard om sommige beelden wel of niet te gebruiken. Kan bevrijdend werken.

  

Wat ik niet meeneem: 

de collectieve filmmakers / makers collectieven. 

Kritische Vriend Anke Zijlstra 15 maart 2024 

 

We duiken in mijn pagina’s op Research Catalogue:  

Ik heb moeite met de pagina ‘Theoretisch kader’ en hoe deze boeken te ordenen. We bespreken de mogelijkheid voor een vaste structuur bij elke bron, bijvoorbeeld: Citaat, bevinding, antwoord op de vraag. 

 

Een paar paraktische tips voor het gebruiken van Shapes is RC, handig. 

Ik heb een opzetje gemaakt met elkaar kruisende lijnen waarmee ik de verbanden tussen literatuur wil aangeven, op die kruispunten zou ik dan met ‘show ons Hover’ kunnen werken. 

Ik merk dat RC mij in de weg zit, ik loop achter met de verwerking van alles wat ik heb gehoord, gelezen en gemaakt.  

 

Voor de formatieve feedback worden we geacht van elke pagina minstens een opzet te maken.  

We sparren ook over de overkoepelende methode, dit zou Emergence kunnen zijn, op basis van verschijning. Wat er naar voren komt in je onderzoek volgen en onverwachte wendingen mogelijk laten zijn.  

Ook deze pagina moet ik nog helemaal maken. 

 

Tot slot vraagt Anke mij: 

Heb je al wel voldoende crises gehad? Ik voel me een overbelast elektriciteitsnetwerk, het begint overal te knetteren.  

Dit deel in het onderzoek voelt alsof ik even door een hoepeltje moet springen, maar ik heb nog geen idee hoe groot of klein die hoepel is, misschien staat ie wel in brand? 

Ik realiseer me dat ik nog heel veel werk te doen heb, ik slaap er slecht van. 

 

 

Wat neem ik hier uit mee: 


Ik zal heel strak aan de gang moeten met RC om bij de formatieve beoordeling een inzicht te kunnen geven in wat ik heb gedaan. 

De methode Emergence spreekt me wel aan, die ga ik verder bestuderen. 

Ook besluit ik om een indexering te maken, zodat het duidelijk is voor de lezer wat er zeker gelezen moet worden. En de tips over shapes en pijlen neem ik mee. 

Reflectie op de gesprekken met Jan en Mirjam:

 

Daarin lijkt het alsof mijn onderzoek het zelfportret als middel in zet. Een middel om door een blokkade heen te breken.

 

Ik voel me daar niet goed bij, ik wil besluit mijn onderzoeksvragen te herformuleren.

Om te zorgen dat mijn inzichten en het autonoom creeeren centraal blijft staan.

 

Daarbij een heel belangrijke vaststelling: Ik wil helemaal niet aantonen dat het een slingshot is. Ik wil aantonen dat het omarmen van het imperfecte voor vrijere expressie kan zorgen, juist met een medium wat zo doordrongen is van conventies.



Mijn nieuwe hoofdvraag wordt:


Op welke wijze kan de essayistische benadering van het filmisch zelfportret bijdragen aan het loslaten van perfectionisme en verwachtingen die zijn ontstaan door conditionering in educatie en werkveld?

7 september 2023  - Gesprek met filmkunstenaar Kasper van Tol

 

Ik ken Kasper doordat hij zich aanmeldde voor het filmdocentennetwerk, hij zou graag les gaan geven in de toekomst en is nu vooral kunstenaar en probeert daarvan te leven.

 

In het gesprek met Kasper hebben we vooral zijn manier van werken besproken, ik hoopte op concrete manieren die ik zelf ook kan uitproberen.

 

Kasper legt uit dat hij in het verleden, gedurende 5 maanden, dagelijkse video’s heeft gemaakt. In het begin met de maximumlengte van 1 minuut, later heeft hij dat losgelaten om meer vrijheid te hebben.

Naast zichzelf willen uiten, hadden deze oefeningen ook een praktische reden: “om ervoor te zorgen dat ik mijn camera beter leerde kennen en wat ik het beste kon doen met lampen, licht en allerlei. Ook met het edit programma. Dus het was sowieso een hele goeie manier voor mij om mijn vak beter te leren kennen. En om ook mijn creativiteit gewoon eigenlijk zijn eigen ding te laten doen.”

 

Hij heeft het principe van ‘stream of consciousness’ toegepast en dat werkt in zijn praktijk als volgt:

 

“Wat ik heb gedaan is dus het dagboek element, van letterlijk iets opschrijven. Dat heb ik er terug in gedaan door eigenlijk één zo'n pagina als in jouw boekje, en soms twee, vol te schrijven met alleen maar mijn gevoelens en gedachten en ervaringen, zonder interpunctie. En dat gewoon alleen maar op te schrijven, totdat ik denk, oké dit is genoeg. Daar heb ik mezelf gewoon volledig losgelaten.

En dat dan vervolgens voorgelezen in een video en daar dan niet per se passende beelden bij gedaan, maar meer de beelden die dus ook op dat moment of op die dag tot mij kwamen. En dat heb ik samengevoegd.”

 

Als ik hem vraag of hij dit soort dingen puur voor zichzelf maakt of voor publiek, antwoordt hij:

Het doel is altijd voor mij om het openbaar te maken, hoe eng dat ook is. Het gaat juist voor mij over eigenlijk een soort van anticensuur. Ja, dat vind ik wel belangrijk. Dat was ook een beetje de achterliggende gedachte van het visueel dagboek. Ja, om ervoor te zorgen dat er geen censuur is.”

 

We hebben gesproken over opdrachten die we zelf hebben gehad op de academie en wat we aan andere zouden willen leren. We komen dan ook op het punt dat ik zelf al heel lang niets gemaakt heb en een stevige drempel voel. Kasper stelt me gerust, ik heb niks te verliezen:

Kijk als je een aantal video's achter elkaar hebt geplakt en je hebt de originele video's gewoon nog. Dan kan je hetgeen wat je hebt gemaakt… dan hoef je maar op één knop te drukken en het is weg. Dus, ja, er is niks om te verliezen.

Je hebt alleen maar iets te winnen. En dat is inzicht in wat je graag wil, wat je interessant vindt. Het water en wat je schrijft dat hoeft niet eens met elkaar echt verband te hebben of daar hoeft niet eens een boodschap achter te zitten. In de eerste plaats maak je het voor jezelf. Dus ja, en dan daarna zie je wel of andere mensen het ook interessant vinden. Maar in ieder geval maak je wel een stap vooruit. Dus wees nooit bang om een stap te zetten.”

 

Tijdens het gesprek begin ik een idee te vormen over een werkwijze, ik vraag hem dan ook ‘welke route en welke volgorde van creëren zou het meeste recht doen aan wat je echt kwijt moet of kwijt wilt?’

“Zo weinig mogelijk voorbereiden”

Kasper wil alles zoveel mogelijk openhouden en kunnen reageren op zijn omgeving. Ik merk dat ik dit zelf ook heel belangrijk vindt.

 

Later in het gesprek spreken we over het verschil tussen een impressie tonen aan je publiek of een expressie van je gevoel creëren voor jezelf, Kasper vertelt dat hij daar nooit zo bij stil staat. Hij vindt dat ook niet zo belangrijk omdat:

"Ongeacht wat ik wat ik bedoel, wat ik wil zeggen of wat ik wil tonen, er komt altijd een interpretatie overheen. Waardoor het nooit volledig datgene gaat zijn van wat ik er mee heb bedoeld.

En dat vind ik een hele goeie reden om dat ook gewoon een beetje los te laten. Kijk, er zijn werken, waarbij ik het heel belangrijk vond dat mensen precies wisten wat ik er mee bedoelde of wat voor boodschap ik mee wil geven. Maar dan nog steeds heb je mensen die er totaal verschillende dingen in zien.

En ja, ik vind het juist wel interessant of ik vind het wel gaaf. Want dat maakt mijn kunst niet alleen persoonlijk voor mij maar ook persoonlijk voor de ander."


Wat ik meeneem uit dit gesprek:

 

Ik voelde een soort vrijheid, een toestemming om gewoon te beginnen. Inderdaad: niet te veel voorbereiden, gewoon die stap zetten want je hebt niets te verliezen.

 

Ik heb zijn stream of consciousness werkwijze ook verwerkt in een werkwijze die ik wil aanbieden aan participanten. En ik ga er zelf mee aan de slag. Het schrijven vind ik lastig maar het heeft me zeker inspiratie gegeven om te gaan filmen en te monteren.

 

Ik heb me voorgenomen om elke week een videoschets te maken.

Research day 2: 2 december 2023


Studio Nabuurs en Van Doorn 

  

In mijn voorbereiding op dit gesprek stuit ik op een kunstwerk van hen, dat een gelaagd portret is van de stad Eindhoven. Ze hebben hier meerdere perspectieven in verwerkt en in het gesprek leggen ze me uit dat het de bedoeling was om een objectief multi-perspectief portret te maken.  

Erwin van Doorn: [00:19:29] We wilden af van een één punts perspectief, wilde af van het perspectief, één perspectief, de wereld uit het perspectief. Dat bestaat gewoon niet. Dus we plaatsen de verschillende perspectieven over elkaar, zodat er geen dominant perspectief is. Dat was het idee achter. En dan meer, hoe kunnen we dan zo abstract mogelijk filmisch beeld maken? Maar dat is een heel traag proces. Wel, die start is heel klein. Jezelf continu tegen te houden van, we willen die stapjes gewoon zo klein mogelijk hebben. Dus het wordt nu langzaamaan steeds abstracter, maar dat is wel langzaam. Maar het belangrijkste in eerste instantie was om van een dominant perspectief af te komen is dat natuurlijk ook omdat je samenwerkt. Dan heb je al niet echt autonoom dat standpunt, dat is onmogelijk. [00:20:13][43.4] 

Mijn werk zit juist helemaal in de tegenpool: ik erken het sterke subjectieve perspectief. 

  

Inge en Erwin dagen mij uit om concreet uit te leggen wat mijn onderzoek inhoudt en waarom dat subjectieve voor mij zo belangrijk is. En wat ik teweeg wil brengen met mijn onderzoek. We hebben gesproken over de spanning die ontstaat als je als kunstenaar wilt verbeelden maar ook in opdracht werkt.  

 

Wat ik hier uit meeneem: 

  

Ik kreeg kritsche vragen over 'wat wil je nou eigenlijk onderzoeken? en dan merk ik dat ik het lastig vind om het in het kort uit te leggen.  

Ik zit nog zo in de modder van de details en de experimenten dat het me niet lukt om erboven te vliegen en overzicht te hebben. De frictie tussen voor iemand anders werken maar ook voor jezelf zie ik als een relevantie voor wat ik aan het doen ben.

  

Ik ben geïnteresseerd in hun multi perspectief stadsportret en ze geven aan dat ik ook nog verder met hen in gesprek kan gaan. Als experts voor mijn onderzoek. 

  

Helaas heb ik na twee mails met het verzoek om een afspraak niets van hen vernomen, dus van een  tweede gesprek is het niet gekomen. 

Kritische vriend Anke Zijlstra - 1 mei 2024

 

We hebben het over de formatieve feedback en hoe ik dit nu het beste kan omzetten naar een concrete aanpak. 

 

Een paar dagen geleden ben ik reeds begonnen aan een nieuwe exposition in Research Catalogue omdat ik behoefte had aan een schone lei. Waar ik mee worstel is de combinatie van presenteren en analyseren van de experimenten. Ik besluit de experimenten vanaf nu ook allemaal te benoemen als filmische oefeningen, want dat is wat ze feitelijk zijn. Dit heeft ook meer verbinding met de hoofdvraag die ik deze week heb herschreven.

 

Samen met Anke kom ik op een lay-out per pagina waarin ruimte is voor de reflectie, methode en analyse. 

 

Het opnieuw vormgeven vanuit niets werkt goed, ik oefen met hoofzaken van bijzaken onderscheiden en besluit ook een oude pagina (het vooronderzoek) niet in de table of contents te plaatsen maar enkel toegankelijk te maken via een link in het archief. 

Deze keuze brengt rust want nu geef ik mezelf ook toestemming om die pagina te laten zijn zoals ie was en geen kostbare tijd aan die vorm te besteden terwijl ik inhoudelijk nog aan de analyses moet beginnen.


 

Onderzoekscoach Emily Huurdeman - 12 januari 2023 

  

Haar quote die ik onthouden heb: Onderzoek als emancipatie van studenten. 

  

Emily geeft mij een aantal tips: 

Je hebt je eigen referentiekader, waarom je niet wilt instrumentaliseren! 

  

Focus daar dan op: 

Leg uit waar de nadruk ligt "dit is het meest belangrijke van mijn onderzoek" 

  

Het hele pakketje data is er, je kan er heel veel vragen op los laten.  

  

Bedenk: 'Wat gebeurt er in de theorie en wat zie ik in de praktijk gebeuren? Wat komt er overeen en wat niet? Matcht dat wel met wat ik zie of niet? 

Houd in de gaten dat je een 'Vals onderzoek' hebt  als je alleen maar gaat zoeken wat je er bij vindt passen.  

  

Het is het bevragen van feiten > Leuk bedacht maar wat zie ik nu echt gebeuren? 

  

 

Wat ik hier uit mee neem: 

  

Een mens vreest het meeste wat hij vreest.... 

  

Ik vrees dat ik geen goede data heb, dat ik te lang ben blijven hangen in een poging om dat filmische zelfportret te doorgronden. 

Ben ik bezig met een vals onderzoek? Of is het nu juist dat ik merk in mijn gesprekken dat ik aanklop op een soort open deur? 

  

  

Reflectie en wisseling van koers


In de periode nadat ik Pien, Teun en Kasper sprak merkte ik dat ik vastliep met het expressie en impressie gedeelte.

 

Ik las 'The Personal Camera" van Laura Rascaroli en realiseerde me dat ik het essayistisch werken met film heel belangrijk vind en ik voelde me gesterkt door de praktische handvatten die ik van Kasper heb gekregen. 

Ik was weer aan het maken, na al die jaren.. en het voelde goed!

 

Maar wat wilde ik nu echt onderzoeken?

 

In deze periode sprak ik met mijn kritische vriend Anke Zijlstra en zij confronteerde mij met het feit dat ik eigenlijk zelfportretten aan het maken ben. Ik voelde weerstand op die term en in wist nog niet waarom, maar ergens voelde ik dat ze gelijk had.

 

Echter vind ik de term 'zelfportret' erg beperkend klinken als het gaat om de essayistische mogelijkheden die ik er in zie.

 

De twijfel en vraagtekens bij 'wat is dat filmische zelfportret en welke ruimte biedt het?' is de rode draad geweest voor de volgende gesprekken.

Research day 3:        16 maart 2024


Herman Bashiron 

 

Herman noemt een blokkade iets positiefs: het maakt je bewust van wat je aan het doen bent en dat je van richting kan veranderen. 

Hij ziet in mijn verhaal 3 belangrijke momenten:  

1 Commercieel werken, een veel voorkomende praktijk die bij kunstenaars tot een innerlijk conflict leiden. 

Maar mijn uitgebreide ervaring is tegelijkertijd ook heel waardevol want het is goed om de audiovisuele materialen en tools te leren gebruiken. 

2 Lesgeven voelt mechanisch aan, het bewustzijn daarvan is ook waardevol. Kunnen lesgeven is heel belangrijk, zegt hij, en mijn jaren leservaring hebben me gebracht dat ik weet hoe ik iets aan anderen kan overbrengen, zeker met de praktische film lessen. 

3 Nu zelf meer creatief willen zijn en je eigen werk willen maken. Dan ook de blokkades zien als realisatiemomenten voor reflectie. 

 

Zijn tip voor de analyse: blijf in deze fase zeker creëren!  Blijf naar buiten gaan zonder verwachtingen.

En bestudeer de relatie tussen film, kunst en educatie. Wat hebben ze met elkaar gemeen, welke verbanden zie je in jouw drie crisissen? 

Accepteer de evolutie van media, ga er in mee en ga naar buiten zonder verwachtingen, deze kunnen contra productief zijn. 

Bevraag ook je methodes, waarom doe je ze zoals je ze doet? Reflecteer op alle facetten van je creatief werk. 

 

Suggestie om te zien wat echt belangrijk is in de analyse: 

Stel je voor dat je een expositie inruimt, wat zou je dan laten zien? Laat ook je puzzle zien, alle stukjes die niet direct passen, de schetsen, de boeken in een vitrine alles van het proces is waardevol. 

En dan koppel je daaraan het educatie aspect: alsof je alles presenteert aan je studenten, als een educator geef je les over wat je hebt ontdekt. 

 

Wat ik hieruit mee neem: 

Het positieve zien van de blokkades, het zijn mogelijkheden om je richting te veranderen, je ontdekt wat niet meer bij je past en wat je wel wilt.  

Ik voel tijdsdruk om af te ronden, maar voel me gesterkt om toch ook de tijd te blijven nemen voor creatie.  

De waarde van de reflecties op mijn werk, ook op de methodes die ik heb gebruikt. 

Het idee van de expositie is ook interessant, wellicht iets voor de communicatie. 

 

Wat ik niet mee neem: 

Herman gaf ook aan dat het belangrijk is om verder in de praktijk van filmworkshops en festivals te duiken, daar de discussie aan te gaan, ook internationaal. In verband met tijd zal ik dat niet doen, maar het zou natuurlijk na de master wel interessant zijn om mezelf te gaan profileren en de discussie aan te gaan. 

Onderzoekscoach Emily Huurdeman - 1 maart 2024 

  

Emily's belangrijkste reactie op mijn  onderzoeksregistratie : Je neemt de kern nog niet in, dat is moeilijk en daar gaat het juist ook om in je onderzoek, de onzekerheid, de twijfel , het oordeel, daarom is het ook moeilijk om dat standpunt en de kern in te nemen. Maar dat is heel belangrijk! 

Als je de kern echt inneemt, en zegt: het gaat juist hierom dan zorg je ervoor dat je de dingen die spannend vindt om er in te leggen dat elke examinator die erin kijkt, weet ook: Dit zijn kwetsbare dingen, een heel kwetsbaar proces, en daar gaat het nu juist helemaal om.  

  

Deze kern innemen is nodig om me te verdedigen tegen opmerkingen zoals: 

"Waarom ben je niet concreet, waarom trek je geen conclusie?" 

  

 To do: vind de rode draad, die moet je nog pakken. Als je al die dingen aan de rode draad vast hangt dan kom je wel. Want dan breng je het samen.  

  

Er doorheen worstelen. 

  

Het is kwaliteitsvol, meer dan dat je merkt bij de video waar je toch weer meer het gepolijste tegen komt. terwijl bij de rauwere dingetjes, daar zie je gewoon echt jouw beeldonderzoek. Dat gaat om: ik ga niet iets maken maar onderzoekende is met dat beeld, het beeld flikkerde, waar het verkeerd uitrenderde. Dat is ook iets moois om e zeggen, sommige dingen gebeuren maar dat lag wel precies in lijn met wat je daaronder beschreef. iets tot je willen nemen wat gewoon niet lukt, of waar niet het juiste moment voor is. Door het te maken en het neer te zetten, krijgt het verbanden en gaat het prioriteit krijgen.  

Ik zie door alles heen, het essayistische thema, maar dat is ook verder aan jou. het biedt meer, maar heel veel mensen snapppen het niet maar het biedt wel veel meer ruimte voor experiment.  

  

Inzicht: 

J: Misschien moet ik wel centraal stellen dat zowel het zelfportret als gewoon essayistisch werken, en de combinatie van die twee vooral, dat dat het is voor mij om in te experimenteren. 

  

E: Je hoeft het niet te definiëren Dit is toch juist het hele idee van wat je aan het doen bent? Dat je juist de ruimte en de vrijheid wilt behouden voor wat het is, en dan ga je het toch weer een stempeltje geven voor de veiligheid.  

Ik zou zeggen: gewoon niet doen :-) 

  

 

Wat ik hier uit meeneem: 

  

De kern innemen, dat is voor mij echt lastig. 

Ik zit er weer te diep in merk ik. 

  

Met een aantal praktische tips kan ik direct vooruit. Zo heb ik heb mijn artistieke experimenten veel groter gemaakt in de onderzoekregistratie. Dit geeft voldoening merk ik. 

Aandacht opeisen voor mijn kwetsbaarheid is waardevol, dat erken ik. 

  

Mijn rode draad zou het continue willen voldoen aan verwachtingen kunnen zijn. Ik merk bij de laatste oefeningen dat ik ze, als ik ze durf te laten zien, toch bijna vraag om bevestiging. Die frictie is er, dat kan ik niet ontkennen. Het gaat voor mij om conditionering: ik ben getraind in afstemmen met een opdrachtgever of een docent: is dit wat je wilde hebben? 

Dat te doorbreken is mijn rode draad. 

  

Het hele onderzoek knaagt aan die neiging om alles perfect en goed te willen doen. 

8 december 2023  - Gesprek met Bert Beyens, filmmaker, gepensioneerd filmdocent en directeur van het RITCS in Brussel.

 

Bert Beyens werd mij aangeraden door kritische vriend Anke Zijlstra, hij is haar oud docent. (aan het einde van het gesprek haakt zij ook nog even aan)

 

In een cafe in Antwerpen zijn we circa 3 uur in gesprek geweest. Het gesprek is op sommige momenten zeer persoonlijk en filosofisch. 

 

 

Wat ik hier uit meeneem:

Bert bleek een zeer waardevole gesprekspartner in de fase van het zoeken naar 'wat is een filmisch zelfportret?', 'wat doe je met het publiek' en 'wat communiceer je eigenlijk'? Met als voorbeeld de mededeling in plaats van de film.

Cynici zouden geen plaats mogen hebben in het hoger kunstonderwijs, je moet genereus zijn naar de studenten, ze iets gunnen.

Het zelf, de selfie, het vertikale beeld wat de context eraf snijdt. De context die juist heel belangrijk is.

Ook duikt hier perfectionisme op, samenhangend met verwachtingen en het verlammende daarvan. Wat is dat perfectionisme eigenlijk? Ik moet me daar ook meer in gaan verdiepen.



In de transcriptie heb ik een ruime selectie behouden en geel gearceerd wat antwoord gaf op mijn deelvragen.

In het blauw gearceerd staan delen die ik herken of mij persoonlijk raakten.

 

Research day 3:        16 maart 2024


Klaas Burger

 

Klaas denkt bij mijn onderzoek aan een aantal voorbeelden van films waarbij dit soort conventies ook worden losgelaten, hij tipt UBU web, een database van avantgardistische films. 

 

Hij moet ook denken aan Lars vonTrier, The five obstructions, twee filmmakers die elkaar absurde opdrachten geven, zoals bijvoorbeeld dat ze geen shots mogen gebruiken die langer zijn dan 7 frames etc. 

 

Hij vraagt me waarom ik het monteren voor commerciële opdrachten niet zie als creatief.Volgens hem is film is de uitkomst van een collectieve samenwerking. Ik herken dat wel maar heb vooral het hiërarchische ervaren, en dan zit ik aan het einde van het proces en wil het mensen naar de zin maken. 

 

Klaas bevraagt wat er zo veranderd is in mijn dat ik die goedkeuring buiten mezelf zocht in werken en waarom ik dat nu wel weer durf. Hij zet me aan het denken, waarom durf ik het nu wel weer? We komen erop dat mijn financiële behoefte veranderd is, of in ieder geval een veiligheid in inkomen waarnaast ik de vrijheid weer ervaar om dingen te doen die niet per se nuttig zijn. Er is tijd in mijn leven, maar ook mijn relatie van nu geeft meer vrijheid. 

 

Creativiteit en expressievormen gaan volgens Klaas over draaglast en draagkracht. De context kan zo heel belemmerend zijn. Je moet het je kunnen veroorloven in tijd en geld. 

 

We hebben het over creativiteit en komen er op uit dat het gaat om ruimte geven aan je eigen nieuwsgierigheid. Daarnaast is het voor mij ook wat ik ermee doe in de montage, dan opnieuw een nieuwsgierige houding. 

 

Hij pleit ervoor dat je radicaal zou moeten kunnen kiezen voor vrijheid, alle vaste dingen opzeggen. Maar creativiteit en nieuwsgierigheid kan dus ook een houding zijn. 

 

Hij benoemt dat de huidige kunstacademies het 'houdings - aspect’ van Bauhaus niet meer hanteren, het eerste algemene jaar van ontdekken en verkennen van alle disciplines. Volgens heeft dat direct effect op de studenten: die kunnen daardoor naderhand alleen maar commercieel werken. Terwijl de ruimte bieden voor experiment en expressie heel erg belangrijk is in het onderwijs. 

 

We hebben het over de noodzaak van geld voor creatie, welke ruimte krijgt een kunstenaar zonder garanties te moeten bieden m.b.t. het eindproduct. 

 

Hij doet met mij een oefening die gaat over een idee, dan een bedrag om dat mogelijk te maken, 1000 euro, dan 10000, dan 100.000 en dan een miljoen. Hij vraagt me uiteindelijk wat er verandert aan mijn idee wanneer er veel geld bij komt kijken. 

 

Hij pleit voor collectiviteit, geldstromen gaan over wie de baas is. Dit gegeven speelt ook op opleidingen, de machtsverhouding.  

 

Hij is heel stellig over de subsidieverstrekking, we komen hierop door wat ik de dag hiervoor heb besproken met Jan Vromman, die het had over moeten voldoen aan eisen van een geldschieter. 

 

Tot slot geeft hij mij advies:[00:26:46] wat heel belangrijk is, dat je. Dat probeer ik zelf ook altijd te doen. Dat je in elk geval als je andere mensen spreekt, dat je ook je eigen biografie daar onderdeel van maakt. En je eigen dilemma's die daarin zitten. Want anders is het risico dat je in dat onderzoek hetzelfde gaat doen als in het filmproces, dat je allemaal andere stemmen gaat binnenhalen en daar iets mee gaat editen. Wat dan je onderzoeksverslag is. [00:27:11] 

 

 

Wat ik hieruit meeneem: 

 

Ik ben blij dat ik kan zeggen dat ik mijn eigen biografie meeneem in de informele en gelijkwaardige setting van de gesprekken. Dit is een heel bewust statement van wat ik gevoelsmatig doe en daar niet bij stil sta. 

 

Hoewel ik me graag in UBU Web zou willen verdiepen en de werkwijze van Lars von Trier, voel ik dat ik dat wellicht pas echt ga doen als ik daar tijd en ruimte voor voel.  

 

Het besef dat ik nu in een luxepositie zit en daardoor de vrijheid heb om het filmische weer op te pakken dreunt nog lang na. Kan ik dit als een methode de wereld in brengen als de basisvoorwaarden een sterke belemmering vormen dan wat ik bevraag met mijn conditionering en conventies? 

 

Klaas’ manier van manifest naar de wereld is inspirerend, ik zou willen dat ik ook ooit zo stevig in mijn schoenen kan staan. 


Ellen Wolfrat - van der Aart - 22 maart 2024 

 

Ik heb het gesprek met Ellen helemaal uitgewerkt in een transcriptie, dit heb ik gedaan omdat ik haar als een expert zie vanwege haar onderzoek naar zelfportretten, deze informatie is waardevol voor de analyse van mijn filmische oefeningen. 

Het feit dat Ellen werkzaam is binnen de context van FAA maakt dat ik het gesprek met haar hier heb geplaatst.  

Het gesprek gaat over hoe wij het zelfportret zien, we vergelijken wat we erover te weten zijn gekomen in onze onderzoeken. 

Ik merk dat het goed is dat ik eerst zelf aan de slag ben gegaan, zodat ik weet uit ervaring wat het filmische zelfportret voor mij betekent. Nu ben ik in staat om het gelijkwaardig naast de bevinden van Ellen te leggen. Mijn gevoel dat ervoor zorgde dat ik haar niet eerder heb benaderd was terecht, ik merk dat het me goed doet dat ik hierin op mijn eigen oordeel heb durven vertrouwen. 

 

Wat ik hieruit meeneem: 

Ellen stelde me de vraag: wat zou je willen dat je participanten zouden meenemen uit jouw onderzoek? Ik hoop dat ze geen belemmeringen meer voelen en dat besef maakt dat ik tevreden kan zijn met wat eruit gekomen is, zowel voor mezelf als voor hen. Ook al is dit geen megagrote methode of diep uitgeplozen academisch werk. 

 

Ik besef nu ook dat de reflectie dialogen die ik heb gevoerd waardevol zijn en dat ik de rol die ik heb gehad voor hen niet moet onderschatten. Dit soort experimenten hebben de reflectieve dialoog nodig. En, nog belangrijker: een kwetsbaarheid van deelnemer en begeleider, hier zie een link met ‘Holding Space’ uit mijn literatuur. 

 

Haar benaming van wat het kan zijn: een ‘aanzet’. Dit geeft ook veel mogelijkheden voor het proces centraal stellen. Ik vind wel dat het voor mij niet zo geschikt is omdat het een begin lijkt te zijn en ik wil de kleine schetsmatige dingen ook op zichzelf laten bestaan, ze dienen niet ergens voor, ze zijn er. 

 

Verder daagt ze me uit om ook na te denken over hoe ik wil noemen wat ik heb gedaan, is het etnografisch, autobiografisch, iets anders? Ik realiseer me dat ik daar nu nog niet uit ben. 

 

12 januari 2024 - Gesprek met Elisabeth Brun, filmmaker en onderzoeker.

 

Ik kwam in aanraking met Elisabeth tijdens een online symposium: 'New Entaglements - a virtual symposium for Philosophy, Aesthetics and Artistic Research in Film'.

 

Haar filmessay, gemaakt in het kader van haar PhD, sprak me heel erg aan.  Vooral ook wat zij er naderhand over vertelde, ze gaf haar publiek in dec 2022 mee: "just keep playing, especially with images that don't belong together'. Dit is een belangrijk moment geweest voor mij, zeker toen ik me realiseerde dat haar essay '3 x shapes of home' ook een filmisch zelfportret kan zijn. 

 

Elisabeth stelde 20 minuten online ter beschikking, zie onder de gehele transcriptie van het gesprek.

 

Wat ik hier uit meeneem:

Het besef dat zij haar werk als een filmessay heeft gemaakt maar ook als een zelfportret beschouwt, dat was eerder nog niet zo in haar opgekomen. Het gaf mij de bevestiging dat het kader van een filmisch zelfportret dus net zo groot is als je het wilt maken.

Haar eigen subjectiviteit was belangrijk in haar werk en ze daagde me uit om te denken vanuit montage. Want wat brengt mijn geschiedenis als editor met zich mee in mijn aanpak nu?

Het meeste blijft hangen dat we allemaal een innerlandscape vormgeven, wie zijn we, waar zijn we? Ook hier blijkt context heel belangrijk, het mag (of moet?) een plaats hebben in de zelfportretten.

Na het gesprek besef ik tijdens een wandeling dat ik mogelijke rode draden heb gevonden: Water, als reflector en vervormer van mijn subectieve kijk op de wereld. Maar ook de vergankelijkheid van het leven zelf en veranderingen accepteren.

 

Research day 3:          16 maart 2024


Katarina Petrovic - Keynote: Viewing the invisible


 

Vanwege tijdnood heb ik besloten dit niet verder uit te werken.

 

Tijdens de Keynote zijn zeer interessante kwesties voorbij gekomen, zoals het oefenen met negaties. Voor mezelf heb ik er toen een paar opgeschreven:

Wit haar

Geverfd = bedekt

Ongeverfd = naakt


Ook sprak ze over contrasten bedenken. ik dacht aan de beelden die ik heb en hoe die zouden kunnen contrasteren, ik zou ook de geluiden kunnen omwisselen:

Liggend in mijn bed - Vogels

Water - Stilte

Leegte - Vogels

Boom - Verkeer

Haren kammen - waterval

Rode bladeren, stad, vogels - Rood haar


Wat me vooral is bijgebleven is het kwetsbare van onderzoek, een paar citaten die in de context van haar keynote heel krachtig waren:

Stay curious, it may lead you somewhere.

It's already in your mind, feel free to play around.

You are the one who makes sense of it.

Dare to ask the really weird question!

 


Reflectie op Formatieve Feedback - Emily Huurdeman 26 april 2024

In het gesprek met onderzoekscoach Emily heb ik een aantal inzichten gekregen in de formatieve feedback. Positief was de waardering voor mijn video's en de persoonlijke reflecties daarin, wat de relevantie van mijn onderzoek benadrukte. Mijn begeleidingsverslag was ook voldoende. 

Er zijn echter ook verbeterpunten benoemd. Mijn onderzoek mist nog steeds een duidelijke kern, waardoor de essentie verloren gaat. De verscheidenheid aan onderwerpen maakt het geheel te onsamenhangend, waardoor de waardevolle 'parels’ van mijn onderzoek niet goed naar voren komen. Ze geeft het advies om elke video een eigen pagina te geven. Maar tegelijkertijd neemt ze ook het advies van externe beoordelaar over om in de hoofdvraag het filmische element te verminderen en meer generiek te maken om andere disciplines te omarmen. De hoofdvraag werd voorgesteld om te veranderen naar een breder toepasbare vorm over het loslaten van perfectionisme en verwachtingen: Op welke wijze kan je perfectionisme en verwachtingen, die zijn ontstaan door conditionering in educatie en werkveld, loslaten? 

Mijn pagina literaire bronnen is nog onvoldoende uitgewerkt en ze stelt voor om hier eventueel een video over te maken, aangezien dit mijn medium is. 

 

Wat ik hier uit meeneem: 

Een video maken van wat ik met de bronnen heb gedaan, vind ik een goed idee, dat kan alvast uitwerken tot ik de schriftelijk feedback heb. 

Echter, ik bevind me in een innerlijke crisis over de verdere aanpak van mijn onderzoek. Het idee om het filmische aspect te verminderen en de hoofdvraag te veranderen heeft me verward en onzeker gemaakt. Moet ik het hele essayistische aspect achterwege laten? Maar dan bestaat het risico dat mijn onderzoek niet meer herkenbaar is. En hoewel er beloofd wordt dat een hele lijst aan bronnen me zal helpen, maakt de wachttijd op deze informatie me ongeduldig en zenuwachtig. 

Ik voel de druk om aan bepaalde verwachtingen te voldoen, zonder duidelijk te begrijpen wat die verwachtingen precies zijn. Het lijkt alsof de waarde van mijn werk voorwaardelijk is, afhankelijk van het voldoen aan bepaalde criteria. 

Het voorstel om de hoofdvraag aan te passen voelt alsof mijn onderzoek hier even weggekaapt wordt. Het maakt me boos en gefrustreerd.  

Ik voel me gedwongen om door een bepaalde 'hoepel' te springen om aan de verwachtingen te voldoen, hallo? We hadden het over conditionering... nou hier heb je het! 

En waar blijft de schriftelijke feedback? Radiostilte

15 maart 2024 - Gesprek met Jan Vromman, Voormalig filmdocent RITCS in Brussel, Documentairemaker en schrijver van het boek 'Alles over documentaire maken en meer' dat voortkomt uit zijn doctoraat in Filmstudies. 

  

Ik had van Bert Beyens in december reeds het telefoonnummer van Jan gekregen maar ik was er nog niet aan toe om hem te spreken. Ik heb eerst zijn boek gelezen en meer eigen werk gemaakt voordat ik contact op nam. Ergens voelde ik me nog niet klaar om het gesprek aan te gaan, ik wilde alles eerst doorgronden. 

  

Het gesprek duurde ruim twee uur, ik had soms het gevoel dat we maar niet tot de kern kwamen, dat maakte mij onzeker.  

Er zitten wel zeker waardevolle inzichten in: 

 

Vromman benadrukt het belang van een meer ontspannen en speelse aanpak, los van te hoge verwachtingen en institutionele eisen. Hij pleit ervoor om te beginnen, je te amuseren en niet geblokkeerd te raken door perfectionisme. [00:18:20] 

 

Hij stelt dat als je alleen maar voor jezelf creëert en je werk niet deelt of communiceert met anderen, het therapeutisch is en niet meer dan dat wordt. [00:54:24] Hij zegt dat je op een bepaald moment de stap moet zetten om je werk te tonen aan een publiek, in plaats van alleen voor jezelf te blijven werken. Als je alleen maar voor jezelf blijft werken en je werk niet deelt, kan dat leiden tot een soort geïsoleerde bubbel waar je in blijft hangen zonder vooruitgang. [00:48:59]Hij moedigt aan om op een bepaald moment "de navelstreng door te knippen" en je werk los te laten om het te tonen, in plaats van het eindeloos voor jezelf te blijven aanpassen en perfectioneren. [00:56:16] 

 

 

  

Wat ik hier uit meeneem: 

Zijn verhaal over de 43 filmkes’ [00:16:44] hoe klein en onbeduidend ook, die hij maakte om tijdens een lang traject te blijven maken. Ik voel mij aangemoedigd om door te gaan. 

De kwetsbaarheid die je mag tonen als filmdocent en de uitstellende studenten, het is heel herkenbaar.

 

Het pedagogische gebaar: in de opdracht beperking(en) meegeven en de student helpen losbreken van de focus op het ‘ik’. [02:09:07] 

  

Op het einde van het gesprek ervaar ik een gek moment: ik laat hem mijn eerste oefeningen zien, en het meest uitgebreid nr 9, de boom maar nog niet af. Ik voel mij zenuwachtig, ik wil goedkeuring en voel mij ongemakkelijk. Hier speelt conditionering op: eerst waren we gelijkwaardig en nu is hij de oordelaar en ik de onzekere maker.  

Tijdens het maken van de transcriptie ontdek ik dat dat gevoel niet echt gerechtvaardigd is, hij heeft uiteraard zijn bedenkingen bij het ‘clipmatige en hij mist de eenvoud. [01:57:16]  

Maar hij geeft me ook mee dat dit een van de vele experimenten is, daar gaat het om. Ik ben begonnen en ‘Ge zijt niet ongelukkig, hebt het graag gedaan’ [02:02:16].  

Gesprek studiecoach Jan Staes - 2 mei 2024 

 

Ook al is het meivakantie, ik besluit Jan Staes op te zoeken, het zit me echt hoog, juist in deze cruciale week loop ik vast. 

We hebben het over de gang van zaken m.b.t. de feedback, ik heb een groot schuldgevoel over gehouden aan het feit dat ik in mijn wanhoop de externe beoordelaar heb gebeld met de vraag of ze de feedback wil aanleveren.  

Mijn zelfkritiek weegt zwaar op mijn kijk op de dingen, het lijkt alsof ik het door die fout niet meer verdien om die concrete feedback te ontvangen. 

Jan geeft me terug dat dat een leermoment voor mij is maar dat het verder los staat van wat de opleiding moet doen om de student te faciliteren. 

 

We hebben het over de kwestie van de hoofdvraag aanpassen en ik heb het echt moeilijk met dat idee. Doordat Jan me heel simpel vraagt: wat heb je gedaan in je onderzoek? Realiseer ik me dat het heel raar zou zijn als ik een half jaar ben bezig geweest met filmische zelfportretten en dat dat niet in mijn hoofdvraag zit. En zo kom ik erachter dat ik film niet uit de hoofdvraag ga schrappen. 

 

 

Wat neem ik hieruit mee: 

Ik ga de hoofdvraag herschrijven, maar met het filmische erin. Ik neem me voor om juist op te komen voor het filmische, het is mijn onderzoek en van niemand anders! 

Als die vraag voor anderen zo relevant is, dan kunnen we kijken naar een vervolgonderzoek, dat kan altijd nog. Nu heb ik nog 3 weken de tijd, het zou toch onzinnig zijn om nu de ‘rits aan extra bronnen’ te gaan doornemen, dat is niet haalbaar. 

 

Ik formuleer een heleboel mogelijke versies van mijn hoofdvraag en kom uiteindelijk uit op deze: 

Op welke wijze kan het oefenen met filmische zelfportretten bijdragen aan het loskomen van perfectionisme en conditionering door educatie en werkveld? 


15 april 2024 - Gesprek met Lizette Colaris, studentbegeleider en voormalig decaan Zuyd Hogeschool, Maastricht institute of Arts. 

 

Ik werk sinds 1 maart 2024 bij Zuyd en Lizette heb ik leren kennen als de expert op het gebied van studentbegeleiding, zij ondersteunt ook de andere studentbegeleiders. 

 

De laatste weken ben ik veel bezig geweest met perfectionisme, ik bespeur veel bij mezelf maar ook zeker bij de eerstejaars studenten die ik lesgeef dit semester. Lizette en ik hebben recent contact gehad over een studente bij mij in de klas, die erg hiermee worstelt. Zo kwam ik op het idee om Lizette te bevragen over conditionering, verwachtingen en prefectionisme.

 

In het gesprek komen perfectionisme, verwachtingen en conventies al snel naar voren. Lizette vertelt hoe we in een instituut als Kunstacademie niet ontkomen aan verwachtingen omdat daar vanzelfsprekend resultaten aan verbonden zitten en conventies ziet ze als de afspraken die zijn ontstaan, van zo doen we dat bij film. Het voldoen aan deze conventies geeft ook dat je ergens bij hoort. 

 

Ook heeft zij een aantal voorbeelden van studenten die vastgelopen zijn in het systeem, onder andere omdat ze niet wilden of konden voldoen aan verwachtingen van docenten. Het duidelijk willen hebben van de kaders ziet zij als een noodzakelijkheid, anders kan zo’n student ook niet bepalen wat te doen met de gegeven kaders.  

Daarnaast beschrijft ze dat er toch wel wat cynisme speelt bij docenten, die zeker verwachtingen hebben van de inzet van studenten. Lizette benadrukt dat je we in het onderwijs ernaar zouden moeten streven dat de studenten beter worden dan wijzelf. 

 

Deopdracht filmisch zelfportret noemt zij een 'giga uitdaging’ voor studenten die een laag zelfbeeld hebben. Dit is meerdere bruggen te ver als je hiermee aan de slag zou moeten. Ze pleit voor een veilige ruimte om dat te doen vraagt mij of het niet gewoon basis oefeningen kunnen zijn. Als ik ze zo zou noemen dan zou het al minder eng zijn. 

 

Als ik benoem dat ik mijn werkwijze ook niet binnen een educatieve context zou willen aanbieden, fantaseert ze even over een minor waarin we zouden kunnen experimenteren en bewust fouten maken, dat de beoordeling enkel is op hoe ze zichzelf hebben uitgedaagd om te experimenteren. Of zelfs niets hoeven te bewijzen, gewoon mogen doen. Ze stelt daarbij wel dat studenten zeer berekenend zijn geworden en dat er een kans is dat ze niks doen als het niet hoeft.  

 

Ik heb de transcriptie van het gehele gesprek toegevoegd en geel gearceerd wat ik belangrijk vind.

 

Wat ik hier uit meeneem: 

 

Basis oefening in plaats van zelfportret? Daar voel ik wel wat voor, ik heb besloten om het in mijn onderzoek ook oefeningen te gaan noemen. Dat de resultaten filmische zelfportretten kunnen zijn is voor mij genoeg. Inmiddels is me toch al duidelijk dat een film is wat je het noemt. 

 

Er blijft me een voorbeeld heel erg bij: een studente die jarenlang is afgekraakt bij alles wat ze maakt en dan Cum Laude afstudeert. Je zou denken dat zij super blij was, maar het heeft ervoor gezorgd dat ze daardoor helemaal de weg kwijt was. Als je een hele periode bent ontmoedigd om je eigen iden te volgen en er vervolgens om gelauwerd wordt, dan kan ik me voorstellen dat je niet meer weet wat van jou is en wat je is aangeleerd. Dat lijkt me een heftige conditionering. 

 

Ook het berekenende van studenten kan je zien als conditionering, ook wat Lizette aangeeft over hoe leerlingen in het VO zijn beloond voor uitstelgedrag en daardoor echt wel moeite hebben om aan de slag te gaan voordat het echt moet. 

 

Komt het ook daardoor dat we moeite hebben met de focus op het proces? Het meetbare van het eindresultaat is veel makkelijker. 

 

Tot slot blijft er ook wel iets heel persoonlijks hangen: ik heb hele goede herinneringen aan mijn oud docent maar in gesprek met Lizette hoor ik dat hij ook wat teleurgesteld is in de studenten van nu. Was ik dan, wat hij zou bestempelen als, een goede student? Hij heeft onlangs wel eens gezegd, dat hij blij is dat ik hier ben komen werken. Maar is dat dan omdat ik deed wat er gevraagd werd? Of omdat ik zoveel uitgeprobeerd heb? Ik heb ook wel eens gefaald herinnerik me, een documentaire nooit afgemaakt en bij een andere opdracht me er makkelijk vanaf gemaakt met andermans beelden. Volgens mij had dat toen nauwelijks consequenties, ik kan me daar in ieder geval niets van herinneren. 

 

In gesprek metdrie docenten Filmisch beeld – 16 april 2024 

Jan Salden, Maurice Copier en Marcel Hermans, Visuele Communicatie, Zuyd Hogeschool Maastricht. 

 

Ik wilde dit gesprek al heel lang doen, maar we kregen het niet eerder georganiseerd. De inhoud was niet direct vernieuwend maar meer bevestigend. Op de een of andere manier had ik het nodig om een afsluitende sessie te houden over mijn geworstel met de termen als:filmisch, zelfportret en essayeren. 

 

Ik heb mijn werkwijze met de filmische zelfportretten aan hen voorgelegd en krijg vooral terug dat ze het zelfportret een erg grote stap vinden voor studenten: 

- Maurice stelt de vraag waarom iemand iets over zichzelf zou moeten vertellen als ze daar zelf geen intrinsieke motivatie of urgentie voor voelen.  

- Jan erkent dat het voor veel studenten eng kan zijn om zichzelf bloot te geven in hun werk. Maar als ze die stap durven zetten, kan het enorm bevrijdend werken om jezelf te laten zien en gehoord te worden.  

- Marcel merkt op dat de term 'zelfportret' mensen kan afschrikken, omdat ze denken dat het dan volledig over henzelf moet gaan. Een 'filmisch essay' klinkt minder confronterend. 

 

Essayeren: 

Alle drie de docenten lijken het eens te zijn dat een film de subjectieve visie en expressie van de maker kan weerspiegelen, wat een vorm van essayeren is. Ook spreken ze uit dat ze hopen dat studenten altijd vanuit een persoonlijke vraag het onderzoek aangaan dat bij essayeren hoort. 

 

Filmisch:  

Maurice geeft aan dat 'filmisch' niet per se hetzelfde is als 'cinematisch' of 'gepolijst' terwijl het zo in het werkveld wel vaak door elkaar heen gebruikt wordt. Een filmische aanpak kan ook experimenteel, schetsmatig en onderzoekend zijn, zonder een vastomlijnd eindplan.  

Jan en Marcel benadrukken dat een filmische benadering vooral een persoonlijke, authentieke en kwetsbare visie van de maker moet weerspiegelen, los van de specifieke vorm of stijl. Het gaat in essentie om structureren in tijd. 

 

 Wat neem ik hier uit mee: 

 

Dat het werken met filmische zelfportretten in een onderwijscontext te heftig kan zijn is me inmiddels duidelijk. Dit geluid heb ik nu uit meerdere hoeken ontvangen, ik heb het gevoel dat het daardoor een valide standpunt is. 

Toch merk ik dat ik het zelf een waardevolle manier heb gevonden om te werken, het zit ‘m misschien toch echt in de naam, zelf heb ik me ook een hele tijd verzet tegen de term zelfportret. Filmisch essay klinkt inderdaad veel minder bedreigend zoals Marcel ook aangeeft. 

Wellicht is het echt alleen maar geschikt voor volwassen makers en buiten een context die onveilig kan zijn vanwege criteria en de daarbij horende condities engevolgen. 

 

Opvallend is dat ook in dit gesprek het woord ‘urgentie’ veel komt bovendrijven: Maurice stelt dat als iemand echt de intrinsieke motivatie en urgentie heeft om iets te vertellen, dit er vroeg of laat uit zal komen, ook al moet er misschien voor worden gezwoegd of geld worden binnengehaald met ander werk. Jan en Marcel geven aan dat ze die urgentie altijd hebben gevoeld om hun passie voor film over te brengen, zelfs als ze er in het begin geen geld mee verdienden.  

Tijdens het gesprek vraag ik mij ineens af of een gebrek aan urgentie er bij mij voor heeft gezorgd dat ik niet filmisch werk maakte?En ik denk dan hardop:“Wanneer is die urgentie dan groot genoeg? Wie bepaalt dat?Ja jij toch?Zegt Maurice dan vol overtuiging. Het is jammer dat we daar niet verder op zijn gegaan. Ik vermoed dat ik me niet sterk genoeg voelde om me daar, bij mijn collega’s, zo enorm kwetsbaar op te stellen over het feit dat ik dat niet durf of tot nu toe in ieder geval niet durfde. Een gemiste kans vind ik achteraf. 

Later hierop terugkijkend realiseer ik me dat ik inmiddels wel een urgentie voel, dat ik wil delen met de wereld wat het filmisch essayeren met zelfportretten voor mij heeft betekend. Ik denk er steeds meer aan om er toch een filmisch product te maken als communicatie van dit onderzoek. Een installatie zou wel sterk kunnen zijn op het moment zelf maar is niet zo handig om het echt verder te communiceren dan de FAA context.  

Reflectie op Formatieve feedback deel II – 6 mei 2024 

 

Na anderhalve week ontvang ik eindelijk de feedback.  

Maar hier liggen de accenten heel andere dingen in dan hoe ik dat mondeling heb terug gekregen (en opgenomen): 

Dat van het filmische uit de onderzoeksvraag schrappen wordt helemaal niet geadviseerd door de externe beoordelaar! In plaats daarvan benoemt ze dat de hoofdvraag teveel dichtgetimmerd zit door onder andere het perfectionisme al te benoemen, dat is een assumptie. Daar kan ik me zeker in vinden want perfectionisme kwam pas heel laat in het onderzoek naar voren. Dit had ik er inmiddels ook al uitgehaald bij het formuleren van de meest recente versie. 

 

 

Wat neem ik hieruit mee: 

 

De bronnen die me aangereikt worden over algemenere blokkades overwinnen bestudeer ik. Het onderzoeksartikel is dermate technisch Engels dat ik dat onder deze tijdsdruk niet verwerkt krijg. De andere bron, een soort zelfhulp boek, bestel ik direct en is toegankelijker. Dit neem ik zeker mee in mijn analyse.  

 

Het probleem met ‘autonoom’ in mijn hoofdvraag had Emily ook al benoemd, dus dat was al opgelost. Daarom kies ik er ook voor om de aangereikte suggesties omtrent autonomie langs me neer te leggen. 

 

Het overzichtelijker maken van mijn pagina’s heb ik al aangepakt, echter viel de kritiek hierop eigenlijk erg mee. Ik besef dat ik misschien niet een helemaal nieuwe expositie had hoeven maken. Maar inmiddels wil ik zeker niet meer terug, dit past wel beter bij me. 

 

Maar wat een wereld van verschil zou het geweest zijn als ik deze feedback had ontvangen op de 26 april, ik heb nog maar weinig dagen over tot de deadline en dat baart me zorgen.